donderdag, april 18, 2024
HomeColumnColumnist Herman HanepenEn dan sta je reserve…

En dan sta je reserve…

-

 

column167x60
,,Je hoeft het niet te wassen hoor, het kan zo weer in de kast!”. Met een zwaai gooide de voetballer zijn tas ergens in de gang. ,,Shit! Hij was weer reserve vandaag”, dacht zijn vriendin. Daar gáát mijn gezellige avondje; hij zal wel weer niet te nakken zijn. Nou maar hopen, dat zijn team verloren heeft, dan kan ik zoiets zeggen van ,,Stom dat ze jou er ook uitlaten”. Helaas…

De speler bracht de avond somber zwijgend en zappend op de bank door. Zijn partner was naar boven gevlucht en zat te chatten met vriendinnen.

Klinkt dit bekend in de oren? In het voetbal is er weinig erger dan na een aantal trainingen in de week waar je je het snot voor de ogen loopt en in jouw ogen erg goed trainde, in ieder geval beter dan je concurrent, in het weekend op de reservebank zit. Bij de wedstrijdbespreking is het al pijnlijk. Jouw naam staat ergens rechts onderaan het bord in een rijtje van drie; “Res.” staat er boven. De naam van je concurrent staat in heldere letters ergens in de opstelling.

De wedstrijdbespreking gaat volledig langs je heen. Waarom zou je luisteren? De warming up is voor dereservespelers een wassen neus; in een hoekje sta je , gekleed in je trainingspak, de bal halfslachtig naar elkaar te schuiven. ,,Hee! Wat meer beleving graag!”, hoor je van de trainer voor hij zich weer aan de basiself wijdt. ,,Ja dahag!”denk je, maar doet toch een stapje extra, je weet het immers nooit.

Tijdens de wedstrijd zit er een duiveltje op je rechterschouder en een engeltje op je linker. Ooit de Disney tekenfilms met Pluto gezien? Dan weet je wat ik bedoel. Het engeltje hoopt, dat jouw team wint, er geen blessures ontstaan en dat je trainer een goede gezondheid geniet. Het duiveltje? Ach ja, het duiveltje. Die kan een grijns niet onderdrukken als hij de directe tegenstander van zijn concurrent ziet. Het is een gespierde reus zonder bovengebit. In zijn ogen lijkt een gemeen vuur te  branden.  Vlakbij jouw dug-out komen de reus en jouw concurrent al snel ongelukkig met elkaar in botsing. Je veert overeind. Als ze elkaar overeind helpen hoor je de tandeloze slissen: ,,Neem me niet kwalijk meneer. U heeft zich niet bezeerd?  Ik zal verder voorzichtig zijn; ik wil niet het risico lopen dat mijn ondergebit ook breekt.”

,,Wat een nette, beschaafde man” ,denkt het engeltje.
,,Wat een lulhannes” denkt het duiveltje.

In de rust loop je met je concurrent naar de kleedkamer. ,,Je speelde best goed”, hoor je jezelf tot je eigen verbijstering zeggen. Je zweert plechtig nooit meer zo hypocriet uit de hoek te komen.

De trainer wisselt niet in de rust. In de tweede helft gaat alles mis: je concurrent krijgt geen zweepslag, doodschop of een wissel. Je team wint, waardoor je niet kan verzuchten, dat het met jou in de basis héél anders was gelopen. Kan het erger? Ja hoor, makkelijk. In de lagere elftallen halen de reserves de bal uit de sloot, de bosjes of weilanden. Na afloop moeten de cornervlaggen in het materiaalhok en de reserveballen in een net…

Het oeverloos nabomen wekt alleen maar irritatie op. Je was er niet bij en al heel vroeg ga je naar huis. Wat een k..dag!

Als je langs de bloemenstal komt fluistert het engeltje dat je best even een bossie voor je vriendin kan kopen. ,,Doorrijden!”, buldert het duiveltje. Zonder bloemen kom je thuis, waar je je tas in de gang kwakt.

Ruud Fray

Redactie
Redactie
De voetbalsite van Leiden en omgeving. Actueel en betrouwbaar.

Must Read