Halverwege de competitie zijn er ruim 400 spelers uit de regio Leiden die het net minimaal eenmaal wisten te vinden. Soms werd de eer gered, de gelijkmaker afgedrukt, was het de anschlusstor of de derde van de middag van dezelfde persoon. Wie vinden we vooralsnog in de bovenste regionen?
Leroy Brooks liet de tegenstander tot nu toe het vaakst aftrappen. In dertien duels (er even vanuit gaande dat Brooks telkens aan de start kwam)kwam hij tot achttien treffers. Bijna de helft van de totale productie van de nieuwkomer in de vierde klas op zaterdag. Brooks scoorde in acht duels, waarbij hij tweemaal een kwartet vol schoot en kopte. Michel Nolten van Alphia deed het niet veel minder en kwam tot nu toe uit op zeventien doelpunten. De derde plaats is voor Gerry Mendes Rodrigues die er lustig op los scoorde voor FC Boshuizen. Of hij na de winterstop nog te bewonderen valt aan de Boshuizerkade is op dit moment nog niet zeker. Bij diverse BVO’s viel zijn naam als topschutter, maar zeker ook als de man die net zo eenvoudig met assists strooide.
De vierde plaats is voor Toby van Marwijk van Stompwijk’92 die al een tijdje jaarlijks de meeste goals weet te maken voor de vierdeklasser, dit jaar weer in de race is om de titel. De vijfde plaats wordt gedeeld door een duo: Pascal de Jong (ROAC) en Ferdy Dreef (Woubrugge). In de top tien valt verder op dat ondanks de matige klassering twee spelers van Lugdunum hun plaats hebben ingenomen. Het gaat hierbij om de van UVS gekomen Martijn van Leeuwen en om Ozan Demirbas, die zich recent in het duel met VCS liefst vijf keer kon laten feliciteren. Ook is er een tweede Alphiaan die makkelijk tot scoren kwam, luisterend naar de naam Mark van Munsteren. Andere topscorers uit de top tien zijn nog Artan Recica namens Valken’68 en Rutger Goudriaan (Kagia).
Als de topscorerslijst van 2010/2011 even aan een blik onderworpen wordt, valt het op dat er een aantal topschutters zijn die eigenlijk op dezelfde voet zijn verder gegaan. Zo kwam Demirbas, gemeten over een heel seizoen, uit op 26 doelpunten en wisten Goudriaan en Recica vorig seizoen twintig keer een doelman te kloppen. Ook Van Marwijks teller stopte pas bij negentien goals. Niels van den Berg (inmiddels Voorschoten’97 na Docos op zondag) staat niet in de top tien, maar kreeg al wel tien doelpunten achter zijn naam. Vorig seizoen waren dat er totaal 27. Lyndon de Bruin van TAVV maakte er dertig en produceerde nu een derde van dat aantal. Ploeggenoot Mitchel van Wijk had er 26 vorig seizoen en staat nu op acht. Joep van Vuuren, Joeri Driebergen en Marciano Weidum, toppers in 2010-2011, blijven nu wel ver achter.
Als ploeg kwam Alphia het meest tot scoren (46 keer), waarbij wel aangetekend dient te worden dat zelfs trainer Ted van Berkel spreekt over een aantal zeer modale tegenstanders, die bijna wekelijks als schietschijf worden gebruikt. FC Boshuizen kwam tot veertig treffers, ook een gemiddelde van ruim drie doelpunten per wedstrijd. Andere veelscorende clubs in de eerste seizoenshelft zijn: de zaterdagtak van Leidsche Boys (39), SJZ (37), Stompwijk’92 (37) en FC Rijnland (37). De twee laatstgenoemde elftallen speelden overigens pas twaalf keer. Ook Voorschoten’97 (36), ROAC (35), Woubrugge (35), SJC (34) en TAVV (32) deden aan klantenbinding.
Er waren ook clubs die moeite hadden om het net te laten bollen. Paal, lat, gebrek aan scherpte of aanvallers die niet thuis gaven? In Oegstgeest ging het scoren moeizaam bij vv Oegstgeest en UDO (19 keer), een aantal waartoe ook Alkmania kwam. Kickers’69 en Roodenburg (za) schopten het tot zestien doelpunten. RCL en LSVV’70 dienen de afwerking eveneens bij te schaven. Beide clubs kwamen tot dertien doelpunten, nog wel 1 meer dan de zondagtak van Leidsche Boys. Twee ploegen delen de laatste plaats voor wat betreft de productie. Het gaat hier om twee laagvliegers uit de vierde klasse zaterdag: Football Factory en GWS.
De lijst der doelpuntenmakers zal vrijdag worden gepubliceerd en die stand zal voorlopig even de laatste zijn. Op 21 en 22 januari mag de trekker weer worden overgehaald.
