vrijdag, maart 29, 2024
HomeUit de oude doosOude clubheldenGeboren kruikezeiker en UVS’er Wil Henskens blikt terug in de tijd

Geboren kruikezeiker en UVS’er Wil Henskens blikt terug in de tijd

-

header interview vd weekAan alles in zijn straat is te zien dat de kerst voor de deur staat. Alle huizen zijn voorzien van sfeervol licht en de woningen zijn zonder uitzondering al aangekleed met andere kerstattributen. Bij Wil Henskens en zijn partner is het niet anders. Eenmaal binnen valt er geen moment stilte. De in het dagelijks leven administrateur bij een grote scholengemeenschap ‘klimt’ in het interview en een samenvatting daarvan wil onze redactie de lezer natuurlijk niet onthouden. Zelfs daags na het aangename vraaggesprek mailt Henskens nog een keer met additionele informatie. ,,Wil je dat ook nog even meenemen, is zijn vraag?”

 

Wil Henskens is van origine Tilburger. Hij zag daar voor het eerst het levenslicht op 27 november 1955. Via Katwijk strijkt hij uiteindelijk neer in Leiden, waar hij voetballend gezien hoofdzakelijk uitkomt voor UVS. Na zijn periode bij de blauwwitten wordt hij bij diverse regioclubs trainer. Sinds twee jaar doet hij niets meer, behoudens dan wat duurlopen waarover hij een dag na de dialoog nog even bericht.

 

oude helden erik vd haak 1 oude heldenHenskens verhuisde uit de stad van de kruikezeikers naar Katwijk, omdat zijn vader, gelegerd in Valkenburg,  marineofficier werd. Als negenjarig pikkie zet hij zijn eerste voetbalstappen op de grasvelden van het toenmalige KRV. Na een jaar acht zijn pa het beter om te verkassen naar UVS, een veel grotere club met een in die tijd al gedegen jeugdopleiding. Ondertussen is het gezin, Wil is enig kind, al neergestreken in Leiden. Zijn vader heeft daar een garage en vanaf dat moment wordt Wil een Leidenaar. Zijn eerste trainer, in 1968, wordt de heer Bekooij. Een naam die bij Henskens nog opkomt. Een aantal andere namen van trainers uit die tijd is hij kwijt. Via de pupillen komt de aanvaller, die hij in die tijd was, uit in de selectieteams. Vanaf de C1 gaat het plotseling heel snel. Een jaar later speelt hij meteen in de B1 en op zijn vijftiende wordt hij al overgeheveld naar de regionale jeugd. De naam van Wally van Schooten valt dan wel. Van Schooten speelde zelf bepaald niet onverdienstelijk in het eerste, maar hij gaf tevens training aan de jeugd. Daarna gaat het niet zo best met het vlaggenschip en op zijn zeventiende wordt hij al speler van het eerste, omdat er veel geloof is in zijn kunnen.

 

,,Vooral aan de tijd van de regionalen bewaar ik veel mooie herinneringen als ik spreek over mijn periode in de jeugd. We speelden topwedstrijen tegen Den Haag, Sparta en Feyenoord. Zo kwam ik jongens tegen als Tscheu La Ling en Johnny Dusbaba. In die tijd speelde ik met jongens als Piet van Putten, Ton Kamphues, Wim Eradus en Gilles Hendrikse. In 1974 werd ik bij het eerste gehaald. Het draaide niet en in Fred Filippo, Bert Kort en ik zei de gek zagen ze jongens die rijp waren voor het eerste. Eerlijk gezegd ging het niet zo geweldig. Ik had aanpassingsproblemen en door mijn dienstplicht kon ik op een zeker moment ook niet meer trainen. Ik was in Vught gestationeerd en ik kon enkel in de weekenden overkomen. Daarna heb ik wel mijn kans gepakt, waarbij ik zelf aan had gegeven dat ik misschien beter verdediger zou kunnen worden. Voorin lukte het niet meer zo en vanaf dat moment ben ik omgeturnd. Eerst als rechtsback, omdat Cor Pennenburg geblesseerd raakte. Later vormde ik het hart van de defensie met Koos Hannaart en daar hebben we jaren gespeeld.”

 

Diverse spitsen bewaren slechte herinneringen aan die tijd. Het duo Henskens/Hannaart stond niet bepaald bekend om het pappen en nathouden.

 

,,Koos was laatste man en ik voorstopper. Dat was net na Henk Rol, die zijn tijd erop had zitten. Nee, we schuwden de duels niet. We kregen ook nogal wat boekingen om de oren, maar rode kaarten kan ik me niet herinneren. In die tijd werden heel wat tikken uitgedeeld, maar we konden ook incasseren. Ik vond de wedstrijden tegen VUC op ‘t Loo altijd erg leuk. Een keer wonnen we daar met 0-1 en toen hebben Koos, ik en Wijnand Sloos als doelman (ik vond Wijnand echt een topkeeper) alles staan tegenhouden. Ik kwam daarna Kees Mol, hun spits,  nog wel eens tegen, die ook in het onderwijs zat. Die gaf later aan dat hij nooit graag tegen ons speelde, want we stonden bekend als een ‘stevig duo’ zeg maar. Ik vond het uiteindelijk heerlijk om verdediger te zijn. Ik had het spel voor me en ik kon me vastbijten in mijn tegenstander.”

 

UVS speelde in de hoofdklasse en vaak moest er worden gestreden tegen degradatie. In het eerste van het bestaan van de hoofdklasse wordt meteen de beste prestatie neergezet. UVS eindigt als vijfde achter Rood Wit Amsterdam, EDO, Hermes DVS en RVC. Achter UVS komen prachtige namen van clubs: SDW, CVV, Unitas Gorinchem, Elinkwijk, AFC, Zilvermeeuwen, De Spartaan, Gouda en Papendrecht. Na dat seizoen wordt het vaak sprokkelen voor de blauwwitten. Een twaalfde, elfde, zevende, negende en twaalfde plaats volgen. In het seizoen 80/81 valt het doek en een jaar later moet er zelfs afscheid worden genomen van de eerste klasse. In al die jaren hoofdklasse is Henskens erbij. Op het moment dat UVS degradeert worden Hannaart en Henskens bij trainer Gerard Désar geroepen. De club wil een andere koers gaan varen en het duo vertrekt uit de kikkerpolder.

 

oude helden erik vd haak 2 oude helden,,In die tijd was er altijd een groot veteranentoernooi. Koos en ik kwamen in gesprek met twee mensen van Neptunus uit Rotterdam. Dat was ook jarenlang een tegenstander en de clubs hadden wel wat met elkaar, of anders gezegd: er werd aan weerszijden een keer niet gedegradeerd door hulp vanuit de andere club. Koos en ik besloten om op hun avances in te gaan. We kregen 2000 gulden handgeld en 75 gulden per punt. Ik had een illegale gastank in mijn auto en we kregen ook nog 25 cent per kilometer. Al met al leek het aantrekkelijk, maar achteraf gezien had ik het niet moeten doen. Dat heen -en weer gereis tussen Leiden en Rotterdam was toch niet zo ideaal. Na 1 seizoen ben ik er weggegaan. Koos bleef nog een jaar. Waarom? Omdat hij een nieuw bankstel nodig had en nieuwe vloerbedekking (haha).”

 

Henskens vervolgt: ,,In die tijd werd onze dochter geboren en mijn familieleden gingen graag mee naar UVS en dus kwam ik weer terug op het oude nest. Dat was evenwel geen succes. Inmiddels zat UVS met Melbi Raboen in de tweede klasse. Dat was een elftal met onder meer Bert Jansen en Leendert de Goeij. Op de een of andere manier had ik het niet meer zo naar mijn zin en een jaar later speelde ik bij Lugdunum, mede ook door gesprekken met Wim Eradus. Lugdunum speelde zelfs hoger dan UVS (in de eerste klasse, red.) en ik kwam daar uit in een leuk elftal met mannen als Daan Kooijmans, Jeroen Brussee, Harm de Vos, Hans van As, Eradus zelf en Wimpie Oppelaar. Na gespeeld te hebben bij de kikkers besloot ik lager te gaan spelen en ik wilde zo zoetjes aan ook wat gaan doen met mijn op 23-jarige leeftijd al gehaalde trainersdiploma. Daarmee mocht ik tot en met een tweedeklasser onder mijn hoede nemen. Als speler bouwde ik af bij het derde, dat weer bij UVS. Dat was toch wel mijn cluppie en dat is nog steeds zo. Toch ga ik ook wel eens ergens anders kijken. Ik vind het bijvoorbeeld heel knap wat er op organisatorisch gebied is neergezet bij GHC.”

 

Voor Henskens werd het plaatje in het weekend anders. Zijn eerste club was Valken’68, waar hij naar eigen zeggen een heerlijke tijd heeft beleefd. Het trainerschap was op zijn lijf geschreven. Hij speelde nog wel bij de blauwwitte veteranen (met o.a. doelman Herman Vermeer, Jan Leget en Bart Lardé), maar trainen was verleden tijd.

 

,,In Valkenburg heb ik vier jaar gewerkt. De ploeg speelde toen in de vierde klasse. Daarna kwam Koudekerk op mijn pad. Clubs met een hoop gezelligheid en de gemoedelijkheid trok me wel. Wat dat betreft hebben Fred Filippo en ik dat wel gemeen. Hij gaf me in die tijd al aan dat ik ‘vooral niet te veel moest eisen’. Dat gevaar zit er natuurlijk in als je zelf hoger hebt gespeeld. Dat was een prima tip en daardoor heb ik veel plezier beleefd aan die clubs. Vervolgens werd het ROAC voor mij, twee jaar De Sleutels en twee jaar SJZ. Ook bij die clubs heb ik het naar mijn zin gehad. Toen ben ik assistent- trainer geworden bij KRV, Martin de Groot was destijds hoofdtrainer. Ik wilde bewust in de luwte terechtkomen in die tijd en ook daar voelde ik mij als een vis in het water. Na KRV werd ik assistent-trainer bij Lugdunum en dat was met topper Kees van Tongeren in de ploeg. Ook bij UDO heb ik twee jaar gezeten, eerst met Filippo en daarna zelfstandig. Roodenburg hoort ook nog in het rijtje. Dat was de zondagtak, maar daar heb ik me in verkeken. Was heel lastig werken met een moeilijke groep en na een half jaar hield ik dat voor gezien. MMO was de volgende, ook weer zo’n heerlijke dorpsclub. Tenslotte ben ik nog drie jaar aan de slag gegaan met de E-jeugd van ASC. En o ja, ik heb ook nog DoCoS gedaan met Wim Visser. Ja, nu je het zegt…het zijn er heel wat.”

 

Nu kan Henskens zijn weekenden anders invullen. Sinds twee jaar vult hij de weekenden anders in. Het is mooi geweest. De kans op een terugkeer in de voetballerij is niet groot. Henskens legt graag een kaartje, houdt van gezelligheid, gaat soms met levensgezel Sandra naar de stad en als het even kan kijkt hij op Eredivisie-live naar zijn club Feyenoord. Verder blijft hij nergens voor thuis op voetbalgebied en dat deed hij trouwens daarvoor ook niet.

 

,,Op een zeker moment was ik klaar met het trainerschap. Met de jeugd werken bij ASC vond ik nog wel heel leuk, maar op de bank bij een eerste elftal zag ik niet meer zitten. Ik weet nog goed het moment waarop ik wist dat het over was. Bij MMO stond ik op een zeker ogenblik een bal uit de sloot te halen. Ik stond in de bagger en drek en dat had ik wel gehad.”

 

Heel af en toe gaat Henskens nog naar UVS kijken of naar GHC. Maar zeker wanneer de kou in de lucht is, blijft hij liever thuis. Het bont aangeklede huis straalt voor hem warmte uit en hij hoeft niet meer zo nodig alle velden langs.

 

,,Af en toe vind ik het best nog leuk, want je komt altijd wel weer bekenden tegen. Laatst heb ik nog een tijdje met een maatje van vroeger staan praten, Jantje Verver. Dat was bij FC Boshuizen tegen UVS. In de tijd van UVS hadden we sowieso een hecht cluppie. We zagen elkaar heel veel naast het voetballen. Ik had prima contacten zeker met Fritsie van der Heiden, Wijnand Sloos, John Verschoor en Pietje van Putten. En natuurlijk met Koossie. Was altijd lachen met Piet destijds. Een trainer kon hem van alles vertellen, maar hij ging zijn eigen gang. Hij was pijlsnel en daar lag zijn focus, niet op alle taken die hij mee kreeg. Verder kom ik wel eens bij het sportcafé. Daar ontmoet ik dan oude bekenden uit de voetbalwereld. Nee, het gaat niet eens altijd over voetbal. We babbelen gewoon in algemene zin en we doen een biertje.”

 

Henskens is al vijfendertig jaar verbonden aan het Da Vinci-college. Hij is daar dagelijks in de weer met de jeugd en ondanks het negativisme is de kortgeknipte bewoner uit de Stevenshof positief over de jeugd op zijn school.

 

,,Er zullen altijd gestoorden rondlopen met ziekelijk gedrag. Dat was veertig jaar geleden zo, nu en over veertig jaar nog. Op onze school heb ik eigenlijk nooit iets heel vervelends meegemaakt. Ik kan het prima vinden met de jongens en meiden. Ik ben positief ingesteld en dat werkt prima. Elke dag vind ik het leuk op school. Daar ben ik UVS eigenlijk wel dankbaar voor, want doordat ik daar speelde had ik ook veel ingangen en zo kwam ik onder meer aan deze baan. Verder heb ik na mijn eigen schooltijd nog drie jaar bij de belastingdienst gezeten.”

 

Henskens houdt zich dus inmiddels niet echt meer bezig met de voetballerij. Maar wegkwijnen op de bank doet hij allerminst.

 

,,Een belangrijk aspect zit toch nog in de sport. Ik houd namelijk al jaren mijn conditie op peil door me met duurlopen bezig te houden. Je kunt mij 2x per week vinden op de Wassenaarse Slag, waar ik door de bossen en een gedeelte langs het strand mijn kilometers maak. Deze ronde maakte ik al als beginneling bij de selectie van UVS. Wanneer we konden afsnijden (vooral Koos en ik) deden we dat. Op het laatst moest iemand mee om ons persoonlijk in de gaten te houden. Nu ben ik daar niet meer weg te slaan en als de situatie zich voordoet plak ik er nog een kilometertje achteraan. Zo zie je maar, wijsheid komt met de jaren. En we mogen trouwens ook graag vertoeven op de camping in Rijnsburg. Lekker even weg en toch zo dichtbij.”

 

En je liet al iets vallen over jouw liefde voor Feyenoord.

 

,,Ja joh. Zo heb ik zondag voor de tv genoten van de wedstrijd tegen ADO. Een duel naar mijn hart, ook al zullen er veel mensen anders over denken. Met mijn dochter had ik een tijd lang een clubkaart en gingen we naar De Kuip. Twee jaar terug ben ik opa geworden en is het er niet echt meer van gekomen. Ik probeer Sandra wel eens over te halen, maar ze ziet het niet zitten om mee te gaan vooralsnog.”

 

Sandra was tijdens het interview bezig in de keuken, maar voor het eerst deze middag doet zij ook een duit in het zakje. ,,Laat hij me eerst maar eens vragen om te trouwen. Dat lijkt me een beter plan.”

 

Henskens gniffelt, maar blijft weg met een antwoord. De vraag is nu of zijn vriendin eerder een keer mee gaat naar de Kuip of dat het duo in het huwelijksbootje zal stappen. De vraag of Henskens, die ook nog eens tweemaal het oranje-shirt droeg op 14-jarige leeftijd, wat betekent heeft voor het Leidse regiovoetbal is in elk geval ruimschoots beantwoord.

 

Wil, bedankt. Lees het lekker terug binnenkort.

 

,,Zal ik zeker doen. Het genoegen was geheel aan mijn zijde.”

 

Foto’s: Laurens Lindhout/ VI-Images

Redactie
Redactie
De voetbalsite van Leiden en omgeving. Actueel en betrouwbaar.

Must Read