dinsdag, april 16, 2024
HomeColumnColumnist Sandra AkerboomColumn: Even ‘bijkomen’ in de zomer..

Column: Even ‘bijkomen’ in de zomer..

-

banner columnZomerstop, na een vijfde seizoen nacompetitie, een laatste duel op 7 juni en een geweldig LAV-galadag op 21 juni dacht ik mijn zomer te kunnen gaan vieren. Niets is minder waar natuurlijk, want het kan zomaar gebeuren dat in dit digitale tijdperk er een enveloppe met twee overschrijvingsformulieren terug wordt gestuurd naar de postbus van de club omdat de postcode volgens Post.NL niet klopt. En dat die enveloppe vervolgens op 17 juni uit diezelfde postbus wordt gevist en je dan dus te laat bent om over te schrijven.

Nou kan een mens daar in paniek van raken, maar er met vereende krachten mee aan het werk gaan werkt toch beter. De postcode klopte namelijk, het adres overigens ook. Maar als je er tot 21 juli mee bezig bent en ondertussen de twee zielen in een universiteitsbibliotheek en in Vietnam op de hoogte hebt moeten brengen dat de dames en heren uit Rotterdam inmiddels een strenge brief naar de huisadressen van beide heren heeft gestuurd dan ben je er wel even klaar mee. En geloof het of niet, maar aan die brief hechten we dan de spelerspas met twee nietjes dwars door de pasfoto’s heen, terwijl die tegenwoordig voor iedere wedstrijd de revue moeten passeren.

Als dan het verlossende woord komt dat de overschrijving toch een feit is, fiets ik drie keer naar het adres van de Vietnam-ganger die in een studentenhuis in Leiden woont. De enveloppe met de spelerspas is door een huisgenoot op de trap gelegd. Ik zie hem liggen en kan hem wel naar de brievenbus kijken maar dichterbij komt ie niet maar bij mijn 3e poging doet de hospita open en stop ik de felbegeerde enveloppe in mijn fietstas. De leer hieruit is logisch: 25 jaar goede ervaring van de ledenadministrateur ten spijt, volgend jaar gewoon weer met de auto naar Rotterdam om heel veel zomerstress te voorkomen.

Ondertussen trainen een aantal herstellers en fanatiekelingen de hele zomer al twee keer per week op een doodstil sportpark. Raken ze niet overbelast? Pakken ze wel voldoende hun rust? Mijn moederlijke, bezorgde hart speelt op maar direct zegt een stemmetje: ‘Maak je niet druk het zijn jonge honden, ze weten wat ze doen en het komt goed’.

Op vrijdagmiddag 1 augustus probeer ik me een weg te banen tussen 40 tassen. Her en der verspreid nieuwe kleding, genummerd en wel en niet geheel onbelangrijk: het is bijna gelukt alles geleverd te krijgen voor aanvang van het nieuwe seizoen. Na 2 uur komt er orde in de chaos en op zaterdag 10 uur meld de eerste enthousiasteling zich voor zijn tas. Nog geen half uur later sta ik in een lege kleedkamer en roept de fotograaf dat hij er klaar voor is.

Er klinkt een luid: ‘wij ook’ vanaf het veld en na de gebruikelijke hilarische opmerkingen over kappersbezoek, bierbuiken en de fotograaf die nog even benoemt dat de kleinste van het stel echt beter op een stoel kan gaan zitten in plaats van naast de langste teamgenoot te gaan staan, lukt het om een mooie teamfoto vast te leggen voor de nieuwe presentatiegids.

We gaan los, we zijn begonnen, zij zijn vooral niet meer te houden en mijn telefoonrekening is torenhoog omdat er natuurlijk opeens tegenstanders afbellen omdat er nog onverlaten op vakantie zijn en de hoteleigenaresse waar we het trainingsweekend door gaan brengen nog even op haar gemak moet worden gesteld. Lang leven de voorbereiding! Als ik op een vrijdagavond een telefoontje krijg van een scheidsrechter dat hij op het ziekenhuis zit met een vermeende hernia denk ik nog: geen paniek, je hebt een hoge hoed waar je naast een van der Hoed ook heel veel andere namen uit kunt toveren. Ik herinner me een recent ontvangen lijstje met namen van scheidsrechters en besluit na de gebruikelijke ‘sorry, ik fluit morgen beker’, ‘helaas ik ben al bezet’, ‘ik lig nog op een zonovergoten strand, ‘nou ik zou wel willen maar ik moet helaas mee winkelen morgen’ mijn nieuwe lijstje eens te proberen.

Nou heb ik voor dit soort momenten toch een bepaalde techniek bedacht, dus als er opgenomen wordt door meneer nummer 2 van het lijstje zeg ik met mijn meest amicale stem: ‘hallo, het is kort dag maar heeft u misschien interesse om morgen RCL-UVS te fluiten?’. De stem aan de andere kant van de lijn zegt: ‘nou da’s wel een leuke wedstrijd zeg maar ik fluit morgen de jeugd van Ajax versus Sparta’. Ik stamel dat dat ook best een mooie wedstrijd zal worden en spring vervolgens een gat in de lucht als er een scheidsrechter gevonden is.

Oh en het trainingsweekend? Elk jaar hetzelfde, voorspelbaar dus, net zo voorspelbaar als mijn dit-doe-ik-nooit-meer, terwijl ik nu al weet dat ik er dan toch weer bij ben.

Sandra Akerboom
Sandra Akerboom
Columniste, RCL, rots in de branding sinds 2013, ontaard lief, altijd behulpzaam, vrouw in de redactie, sandra@leidenamateurvoetbal.nl

Must Read