Als het aan de Partij voor de Dieren in Leiden ligt moet de gemeente stoppen met het aanleggen van kunstgrasvelden bij sportverenigingen. Volgens fractievoorzitter in de gemeenteraad, Dick de Vos, zijn er dik voldoende van die grasmatten neergelegd. ‘Genoeg is genoeg,’ vindt Dick.
Die kunstgrassportvelden zijn verloren voor de natuur, hij pleit voor een verbod op verdere aanleg van deze velden. De bestaande kunstgrassportvelden mogen blijven liggen van hem. Niet alleen de natuur wordt op achterstand gezet, ook vogels zijn er niet blij mee. Dat heeft de fractievoorzitter met eigen ogen gezien. Dick de Vos signaleerde en fotografeerde een tweetal scholeksters die op een kunstgrassportveld zochten naar wormen en andere lekkernij, zoals insecten. Tevergeefs, ze pikten van alles maar geen smakelijke beestjes. Ze voelden zich voor de gek gehouden, leek het.
De Partij voor de Dieren krijgt weinig bijval op een verbod op aanleg van kunstgrassportvelden. Sportwethouder Frank de Wit noemt deze velden ‘een ideale oplossing voor de sportverenigingen, de velden kunnen nu veel intensiever worden gebruikt; verder zijn ze eenvoudig te onderhouden’. Eerder, in november 2012, vroeg de Partij voor de Dieren in een motie geen kunstgras meer aan te leggen op trapveldjes en geen verharde ondergrond als bodembedekking te gebruiken, maar boomschors. De aanleg van trapveldjes met kunstgras betekent, aldus de partij in 2012, ‘een achteruitgang van het lokale dierenleven op en onder de grond’. Kunstgrastrapveldjes zorgen voor een verslechtering van de waterhuishouding in Leiden, kunstgras is van plastic en dus milieuonvriendelijk. Ten slotte: ‘Door het kunstgras komen kinderen niet meer in contact met de natuur.’ De motie werd toen verworpen.
Reacties:
Aad van der Luit (D66): ‘Ik vind het goed dat we rekening houden met de natuur. Ik ben ook bereid als het zinnig is mijn steun te betuigen. Maar als mensen gaan zeggen dat ze sip kijkende scholeksters hebben gezien, dan weet ik niet wie er nu hulp nodig heeft. Je mag best een standpunt uitdragen en opkomen voor zaken waar je iets van vindt , maar blijf in vrdesnaam realist en probeer niet met valse argumenten zieltjes te winnen. Sip kijkende scholeksters; wat niet vermeld is dat ze ook nog tegen elkaar hebben gezegd: ‘Worden wij nu in de maling genomen?’
Julius Terpstra (CDA): ‘Ik ken de scholekster als bijzonder slimme vogels. De teleurstelli8ng door een gebrek aan wormen en insecten in het kunstgras is van korte duur, elders zullen ze een heerlijk maal vinden, heus waar. Daarnaast, de scholekster zal toch ook blij zijn dat juist door die mooie kunstgrasvelden er nog meer Leidse kinderen lekker kunnen sporten en bewegen? Het CDA hecht waarde aan het Leidse (sport)verenigingsleven. Goede accommodaties en velden zijn hierbij essentieel. Te lang is er in Leiden te weinig gedaan. Prima dat steeds meer verenigingen de beschikking krijgen over kunstgrasvelden. Dit is juist een uitkomst voor sportend Leiden.’
Martijn Otten (PvdA): ‘Toen het de eerste week van september veel regende, waren de meeste velden bij DoCoS onbespeelbaar. Dat zie je ook bij andere clubs, die niet op kunstgras spelen. De PvdA is het daarom niet eens met de Partij voor de Dieren, dat we kunstgras moeten verbieden. De Partij voor de Dieren heeft vele goede voorstellen over dieren en het milieu, waar we vaak mee instemmen, maar ze hebben ook weinig met sport, iets wat wij juist heel belangrijk vinden. In dit geval moeten we gewoon een afweging maken tussen meer kunnen sporten en meer natuur, en dan vind ik kunstgras zeker niet altijd slechts. Dat betekent trouwens niet dat elk veld maar kunstgras moet worden, want vele voetballers spelen ook gewoon liever op echt gras. Alleen moet je per club kijken wat het handigste is en hoeveel kunstgrasvelden ze nog nodig hebben. DoCoS zou bijvoorbeeld snel een nieuw kunstgrasveld moeten krijgen om genoeg teams te kunnen laten spelen.’
En het laatste woord is voor Dick de Vos Partij voor de Dieren: ‘Jammer dat de voetbalclubs en sommige politici niet meedoen in de beweging naar meer duurzaamheid. De bestaande kunstgrasvelden hoeven niet weg. Wij van de Partij voor de Dieren willen alleen niet meer uitbreiden. Het terrein is verloren voor de natuur; je kunt er net zo goed asfalteren. Echt gras, wat zo lekker ruikt, lijkt me ook voor de spelers veel leuker om op te spelen. Waar kun je anders nog een modderfiguur slaan?’
