vrijdag, april 19, 2024
HomeVoetbalnieuws-leiden‘Positivo’ Dick van der Bijl: ,,Het is pittig, maar serieus heel leuk”

‘Positivo’ Dick van der Bijl: ,,Het is pittig, maar serieus heel leuk”

-

Voor de zomer nam Dick van der Bijl de voorzittershamer over van de vertrokken Kees van der Burg. RCL had hectische tijden achter de rug met de diverse aanpassingen op het complex, maar ook gebeurde er meer dan genoeg op bestuurlijk vlak. Ondertussen naderen we alweer de feestdagen van 2018. Een mooi moment om de temperatuur van het badwater even te voelen. Waar staat RCL, hoe beleeft de voorzitter zijn missie en wat mag van de toekomst verwacht worden?

Het onthaal in het riante onderkomen van de familie Van der Bijl is ronduit warm. De woning ademt sfeer en rust tegelijkertijd uit. De spreker serveert cappuccino en er komen zelfs mokkaschuitjes op tafel. Stilte valt er niet of het moet zijn op de momenten dat de schrijver de prater niet meer kan bijbenen. Van der Bijl, niet bepaald de minste voetballer die de club ooit rijk was, is een makkelijke prater maar luistert net zo makkelijk. Eigenschappen die een voorzitter zich mag wensen. Het gesprek duurt bijna twee uur. Er is echter veel stof die los staat van de club en alles te doen heeft met intermenselijke processen. Een samenvatting van het onderhoud wordt bij deze opgetekend.

Er heeft een bijeenkomst plaatsgevonden van het huidige bestuur op de hei. Wat heeft die sessie opgeleverd?

,,Dat klopt. Even na half oktober hebben we een paar dagen gebivakkeerd in Reijmerstok, een gehuchtje in het uiterste zuiden van Zuid-Limburg. Het vijfkoppige bestuur bestaand uit Arnold Staal (Penningmeester), Rob Engelse (Voetbalzaken), René van Giezen (Commerciële zaken) en Mandy Pieterson (Facilitaire zaken) en ik heeft daar samen gezeten onder leiding van Frits Schoeren (Voorzitter Stichting Meervoudige Intelligenties). Hij komt niet uit de voetbalwereld en dat werkte juist verfrissend. Overigens kan de club zo’n managementtrainer normaal niet betalen, maar zijn kennis Arnold Staal had hem bereid gevonden ons te helpen. Ik had aangegeven de behoefte te voelen om met het bestuur in ons zelf te investeren als team. Dan gaat het om elkaar beter te leren kennen en te onderzoeken waar onze sterke en zwakke punten liggen. Met al de opgedane kennis kunnen we verder. Tevens was het de bedoeling om het fundament te leggen voor een driejarig beleidsplan. Dat lukt niet zomaar in een paar dagen, maar met de basis die we nu hebben kunnen we een plan voor 2019-2021 maken. Het is zonder meer een goede investering geweest.”

Is ook helder geworden wat er vooral mist op dit moment?

“Elk individu heeft inzicht gekregen in zijn sterke en zwakke punten en valkuilen. Het heeft te maken met metingen op meervoudige intelligenties. Zo scoor ik zelf bijvoorbeeld goed op linguïstische, interpersoonlijke en intra persoonlijke kwaliteiten, maar mijn valkuil is dat ik meer moet doseren en vaker ‘een punt moet zetten’. Als team scoren we bijvoorbeeld niet hoog op innovatie. Dat is mijns inziens belangrijk voor de toekomst en wetende dat wij hier niet sterk op scoren moeten we dus de hulp inroepen van mensen die daar goed in zijn.”

Eerder gaf je al aan dat je de club eerst goed op het netvlies wilde hebben. Is dat ook gelukt?

“Voor de zomer heb ik heel veel mensen gesproken en daardoor ben ik veel wijzer geworden over de club en de mensen die er een rol spelen. Zoals bekend is het Jeugdbestuur opgestapt sinds mijn aantreden. Het bestuur vond zichzelf een ‘overbodige bestuurslaag’. Dat besluit moest ik uiteraard accepteren en respecteren. Men was niet boos of teleurgesteld en het mooie is ook dat die bestuursleden hebben aangegeven dat ze klaar staan voor de club indien nodig. Dat is natuurlijk prijzenswaardig. Na hun besluit moesten we wel zicht krijgen op datgene wat zij onder handen hadden en hoe we dat elders kunnen beleggen. We hebben een sterke Jeugdcommissie waar ik veel vertrouwen in heb. In september kwam daar ook nog eens het vertrek van Secretaris Kees van der Kommer bij. Al met al is de club dus in een paar maanden tijd een Voorzitter, Secretaris, Penningmeester en Jeugdbestuur kwijt. Dat is niet misselijk en het doet iets met een club. Er zal derhalve een nieuwe organisatie moeten worden opgebouwd. In de huidige situatie moeten we vooral grip krijgen op het primaire proces en dat is dat er probleemloos gevoetbald kan worden. Zoals Johan Cruijff zei: “Eerst de eenvoudige dingen goed doen. Niet aan een pass over 40 meter beginnen als hij over 10 meter nog niet aankomt.”

Wat zijn de hoofdlijnen c.q. pijlers voor dat genoemde beleid dat verder uitgestippeld dient te worden?

,,Voetbal moet weer op 1 komen te staan bij RCL. In alle lagen. Daarnaast moet de club financieel gezond blijven. De organisatie moet professioneel ingericht zijn en ten vierde moet de club maatschappelijk verantwoord bezig zijn. In een paar zinnen is dat snel gezegd, maar het is natuurlijk een heuse uitdaging. En dat besef is er ook volop. Door alle gebeurtenissen is het op dit moment overleven en de tering naar de nering zetten. Bouwen aan een nieuwe organisatie is een hele opgave en al helemaal in een omgeving van vrijwilligers. Er zijn heel veel handjes nodig binnen een club. En zeker bij een grote vereniging als RCL met ongeveer 1200 leden. Om een Beleidsplan op te stellen en uit te voeren is ook veel inventiviteit en creativiteit nodig en dat is een uitdaging van jewelste. Op dit moment overleven we met de beschikbare handjes, maar het is wel kritisch.”

De opmerking over die handjes is meer dan terecht. Daarin vormt RCL geen uitzondering ten opzichte van andere clubs. Hoe zie jij dat voor je?

,,Ook binnen deze club moeten we waken voor roofbouw op mensen. Het werk kan niet altijd door dezelfde mensen worden gedaan. Dat de een meer betrokken is dan een ander, is een gegeven. Dat neemt niet weg dat we het wel met zijn allen moeten doen. Ik ben persoonlijk voorstander van meer collectieve verantwoordelijkheid. Ik begrijp de keuze voor het huidige vrijwilligersbeleid, maar het doet een appèl op individuele leden, het is vrij complex en als ze hun werk niet doen en ook niet betalen, dan zit je als club ook nog met een debiteurenprobleem. Het is een persoonlijke opvatting, maar met 75 tot 80 elftallen aan boord zie ik op termijn veel meer heil om complete teams in te schakelen voor het werk dat er op zaterdag en doordeweeks ligt. Dan gaat het niet alleen om spelers, maar ook om ouders. Wanneer elk team zich bereid toont, komt een team 1 of hooguit tweemaal per seizoen aan de beurt. Dat moet toch realiseerbaar zijn? Met collectieve verantwoordelijkheid appelleer je ook veel meer aan het gegeven dat voetbal een teamsport is. Ik hou van het motto ‘keep it simple’.”

Het complex van RCL mag er weer zijn. Toch is het wel de bedoeling om de thuishaven met respect te behandelen. Hoe zit jij daarin?

,,Helemaal eens! Als ik zelf zie of hoor hoe teams omgaan met een kleedkamer dan is dat soms een hele kwalijke zaak. Of dat nu gaat om eigen teams of van bezoekende clubs. Soms wordt er een zwijnenstal achter gelaten. Onbegrijpelijk en onacceptabel. Die verantwoordelijkheid behoort toe aan de spelers zelf, maar ook aan de trainers en leiders. Niet elk elftal heeft de mentaliteit van het Japanse voetbalelftal in Rusland, maar een kleedkamer ordentelijk achter laten, wat is daar moeilijk aan? De mannen van de Onderhoudsploeg zijn op maandag- en vrijdagmorgen druk doende om alles weer in het gareel te krijgen. Niet enkel in kleedkamers overigens. Ook van de velden wordt allemaal rotzooi afgehaald. Ik weet, de maatschappij is veranderd, maar ik kan er absoluut niet aan wennen dat je niet netjes om gaat met de spullen van een ander. Maar alleen op dit gebied zou al veel tijd kunnen worden gewonnen als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Wat dat betreft kunnen we als club wel ambitieus zijn, en geloof me dat zijn we ook, maar laten we eerst grip krijgen op hele basale dingen. We kunnen heel makkelijk roepen dat het eerste naar de eerste klasse moet, maar er moeten nog heel veel andere stappen worden gemaakt op tal van vlakken.”

Je spreekt al over het eerste en daarmee het sportieve aspect van de club. Hoe vind jij dat de club er voor staat in dat opzicht?

,,Als ik begin bij de hoofdmacht dan denk ik dat op dit moment een stabiele plek in het linker rijtje de eerste opgave moet zijn. Dat is op zich al een uitdaging. Wel weet ik dat de ziekenboeg leeg aan het lopen is, en dus zal de groep stappen kunnen maken. Toch moeten we reëel blijven en ook de komende jaren gericht kijken naar wat er van onderaf door kan komen. Onze eigen jeugdopleiding is onze verzekeringspolis naar de toekomst toe. Soms zullen we spelers verliezen, omdat ze worden gescout als talent. Dat moet je ze gunnen. Als ze het niet bij een bvo of hoger spelende amateurclub redden, dan moet de deur wagenwijd open staan voor ze. Tevens moeten we investeren in goede trainers in alle lagen. Het liefst werken we met gediplomeerde trainers, maar dat kan nu eenmaal niet altijd. Als een paal boven water staat dat we onverminderd moeten blijven inzetten op onze eigen jeugd. Als ik nu bijvoorbeeld kijk naar JO19-1 en JO17-1 dan stemt me dat optimistisch. Beide teams doen het uitstekend en in jongere leeftijdscategorieën zie ik ook mooie dingen gebeuren. Natuurlijk blijft het de vraag of jonge spelers ambitieus blijven voor zichzelf, maar de club moet in elk geval zorgen voor de goede randvoorwaarden.”

Er is nog heel veel werk te doen, maar ben je tot dusverre tevreden over de voortgang?

,,In de eerste fase-zo eerlijk moet ik zijn- heb ik wel eens gedacht ‘waar ben ik in aanbeland’. Samenwerken en goede omgangsvormen vind ik ontzettend belangrijk en daarover heb ik mij in de eerste maanden soms wel verbaasd.  Ik ben echter een positivo en zeg maar een ‘blij ei’. Gekscherend riepen grapjassen dat er bij RCL sprake is van een ‘Dicktatuur’ en ‘Bijltjesdagen’. Ik vind het grappig gevonden hoor, maar het past echt niet bij mij. Dat het een grote uitdaging is om voorzitter te zijn van RCL is in elk geval vaststaand. Niet dat ik mij moreel verplicht voel omdat ik tot 2011 decennia bij deze club heb gezeten, maar ik vind het wel ontzettend leuk terug te zijn bij ‘mijn’ club. Dat het meer tijd zou gaan kosten dan je zou mogen verwachten daar had ik al rekening mee gehouden. In een eerder stadium oordeelde ik al dat zo’n rol niet te combineren is met een stevige functie bij Heineken en een jong gezin. Nu heb ik opeens zo’n vijftig uur beschikbaar en dus kan ik ook veel voor de club doen. Het liefste zoveel mogelijk overdag, maar als voorzitter heb je uiteraard ook in de avond verplichtingen. Denk aan de contacten met de politiek, uitnodigingen voor uiteenlopende bijeenkomsten en sociale contacten. Het is al met al pittig, maar serieus waar heel erg leuk. RCL is weer een belangrijk deel van mijn leven en dat voelt goed.”

Tijdens het interview komt jongste dochter Isa even buurten. Zij wil dit schooljaar haar HAVO diploma halen. Pal voor haar vertrek voor de start van een Toetsweek op school spreekt pa haar moed in. De liefde spat er vanaf. Zijn oudste dochter studeert in Sint-Petersburg. Binnenkort zal dochter Jill daar worden bezocht. Er wordt veel tijd in RCL gestoken, maar het gezin wordt verre van verwaarloosd.

Het was een waardevolle ochtend. Een praatje met de voorzitter op het complex is geen verloren tijd, zoveel is zeker…Het geeft een goed inzicht hoe zwaar het runnen van een club is. Het sleutelwoord is daarom ‘samen’, en vooral samen positief blijven (na)denken.

 

 

 

 

 

Redactie
Redactie
De voetbalsite van Leiden en omgeving. Actueel en betrouwbaar.

Must Read