vrijdag, april 19, 2024
HomeInterviews algemeenJaap Visser: ,,Het dorp dat 'Garrincha' wil heten"

Jaap Visser: ,,Het dorp dat ‘Garrincha’ wil heten”

-

Oude Clubhelden-  ,,De Telegraaf, het sportkatern van de Telegraaf, dat moest ik elke maandagmorgen lezen van meester Bakker. Ik was 8 jaar en zat op de Protestants Christelijke Basisschool Willem de Zwijger, op de hoek van de Hoofdstraat, de Frederik Hendriklaan  en de Willem de Zwijgerlaan in Leiderdorp. Terwijl ik de tijd nam de kolommen aandachtig te spellen, kregen de andere kinderen gewoon les. Een beetje raar natuurlijk, dat vond mijn vader ook. Uit het blad Sportspiegel liet meester Bakker de foto zien van Lev Yashin, keeper van het nationaal elftal van de Sovjet-Unie, in een WK-wedstrijd tegen Duitsland. Met een magistrale duik tikt hij een kanonskogel afgevuurd door Lothar Emmerich uit het doel. Ik zat als versteend aan mijn houten bank genageld. Gefascineerd door het tot hoekschop verwerkte leer, het tot de laatste plaats gevulde stadion en de ongelovige blikken van de spelers. Wat mooi! Op dat moment nam ik resoluut twee beslissingen: ‘Ik ga op voetballen, ik word keeper.’

Er is maar één land: de aarde, er is maar één volk: de mensheid, er is maar één geloof: de liefde. Het zijn de woorden van de oud-SDAP-wethouder in Amsterdam Floor Wibaut. Jaap Visser: ,,Het is mijn levensmotto, en het was ook dat van mijn oud-schoolgenoot Eberhard van der Laan.”

Jaap Visser (61) werd voetballer én keeper. Hij zou nooit zo groot worden als Lev, zijn idool, maar wel de grootste en trouwste bewonderaar van de Rus blijven, tot op de dag van vandaag. De foto hangt op groot formaat in Jaaps werkkamer. De foto, hét moment is een bron van inspiratie voor hem… eerst ten tijde als keeper, vervolgens in zijn lange loopbaan als journalist, columnist, auteur en uitgever, met voetbal als zijn specialiteit. ,,Zet mij niet neer als held”, dicht Jaap mij toe voor het interview. ,,Ik ben geen held.” Geen held in het veld, wel degelijk een held buiten de lijnen. Jaap heeft al schrijvende meer voor het voetbal betekent dan wie ook. Gaande het gesprek blijkt hij een vleesgeworden voetbalencyclopedie. Data, opstellingen, doelpuntenmakers, stadions, namen van arbiters en trainers, hij somt ze ogenschijnlijk moeiteloos op.

Er zijn ook twee aangevers/spraakmakers bij het gesprek aanwezig: Laurens Mouter (Kroonprins van het voetbalgilde) en Hennie Kanbier, hoofdredacteur van LeidenAmateurVoetbal, die zich al tien jaar ontpopt als dé missionaris die woord en beeld verspreidt onder zijn bestaande en nog steeds groeiende gemeenschap van gelovigen in deze aardigste religie van het leven, voetbal. Laurens heeft een verrassing voor de boyish ogende hoofdpersoon; duizendpoot Hennie maakt foto’s. Mouter en Kanbier samen gooien gedachten als kooltjes op het vuur waarop Visser gretig reageert. Jaap hield tot het laatst een (“kleine”) slag om de arm, “want het werk komt weer een beetje op gang”, hij beloofde fotomateriaal “van mijzelf in glansrijke doen…”.

Lev Yashin

Meneer Bakker was zelf voetballer, ook trainde hij het schoolelftal en bracht het tot hoofd van de Willem de Zwijger. Postuum kan hij “de ontdekker” van Jaap als keeper worden genoemd. In Jaaps column van 23 juni in het Leidsch Dagblad, Visser in de stad, met als kop ‘Stil verlangen naar de bovenhoek’, schildert hij het geleden verdriet toen hij volop ballen om de oren kreeg,  gewisseld werd en “jankend en snotterend in zijn eentje naar huis fietste”, menend dat zijn keepersdroom aan diggelen was getrapt. Op negenjarige leeftijd speelde dit drama zich af. De Leiderdorper kan zich nog iedere seconde voor de geest halen. Dat hij toch keeper werd, schrijft hij in zijn column, kwam voort uit een foto van de beste keeper ter wereld, de Russische geweldenaar Lev Yashin op weg naar de bovenhoek voor een fabelachtige redding. Dat wilde hij ook. Op deze snikhete junimiddag mijmert hij: ,,Die reddende zweefsprong van Lev. Ik begon te dromen van de bovenhoek, verloor als keeper mijn concentratie voor de wedstrijd en ja hoor, de bal suisde voorbij, op weg naar de bovenhoek.” Wat verbijstert Jaap bij deze nimmer herhaalde redding? ,,Het gebeurde tijdens de WK in 1966. Sovjet-Unie – Duitsland. Lothar Emmerich legt aan en vuurt. Lev duikt op magistrale wijze, hij weet zich reeds gestrekt nog te verlengen en daardoor de bal tot hoekschop te verwerken.

Lev Yashins spectaculaire redding tijdens de WK-wedstrijd Sovjet-Unie-Duitsland. Lothar Emmerich ziet tot zijn verbijstering zijn ‘onhoudbare’ bal in een 2-traps-save tot hoekschop verwerkt worden.

Een soort tweetraps manoeuvre, alsof je een raket horizontaal afvuurt.” Dan vervolgt hij: ,,Weet je, Lev beheerste het hele doelgebied. Geen enkele keeper voor hem deed dat of durfde het. Wie op Lev afkwam raakte geïntimideerd door zijn lange, ranke gestalte, zijn handen als kolenschoppen waarmee je het vuur in de reusachtige locomotieven op het Sovjet-spoor metershoog had kunnen doen oplaaien, verstrakte vaak en vergat op slag hem te omspelen of uit te halen.”

Laurens Mouter met de originele kauwgomplaatjes van Lev Yashin, en Jaap met de originele werktekeningen van dezelfde plaatjes. Verzamelaars van het werk van Dik Bruynesteyn doen een moord voor deze plaatjes.

Wanneer Jaap doorstroomt naar de junioren verflauwt zijn bewondering voor Lev niet. Sterker nog: hij vertrouwt zijn vriendjes toe later zijn eerste zoon Lev te zullen dopen. ,,En krijg ik geen zoon, neem ik een hond die ik Lev zal noemen.” Weer later, in 2001,  gaat de inmiddels in Leiden wonende en werkzaam bij het mede door hem opgerichte voetbalmaandblad Johan op keepersreis om in Moskou Rinat Dassaev te ontmoeten, alsmede Valentina Yashina, de weduwe van Lev. De ontvangst is enigszins gereserveerd. ,,Zij zal gedacht hebben dat daar weer zo’n iemand is die wil profiteren van haar  beroemde man,” vermoedt hij. Ze merkt al snel de oprechte bewondering van haar bezoeker, ontdooit, de  koolzwarte ogen glinsteren, ze praat honderd uit, haalt wodka en kaas en sigarettten.

Gezellig thuis. Lev Yashin en zijn Valentina. In 2001 brengt Jaap een bezoek aan Valentina in Moskou. Een warme visite met wodka, kaas, sigaretten en een hartverwarmende knuffel en een sierlijke handkus bij het afscheid.

Het wordt een uitbundige middag, die wordt afgesloten met een bord borsjtsj, een soep van rode bieten, uien, runderbouillon en zure room, een middel ideaal tegen een mogelijk opkomende kater van wodka. ,,Bij het afscheid heb ik haar omhelst en haar handen gekust. De tolk is later nog bij haar langs geweest met het geboortekaartje, de geboorte van een jongetje Lev in Nederland, op 27 september 2001. Het ontroerde haar tot tranen toe.”

Garrincha

Wanneer Jaap Visser na zijn periode bij het Leidsch Dagblad (1977-1989) en acht jaar bij de Volkskrant als sportverslaggever in dienst treedt bij het tijdens de Tweede Wereldoorlog opgerichte verzetsblad Vrij Nederland, gaat hij in 1998 op reportage naar Brazilië voor de special ‘Op z’n Braziliaans’, als voorbeschouwing op het WK in Frankrijk. Pelé is er de grote naam, ook Ronaldo, Gilmar, Rivelino en Jairzinho spreken tot de verbeelding. Technische tovenaars, zoals die toentertijd uit de hemel naar de aarde worden gezonden. Hij bezoekt de immens grote voetbalstadions, bekijkt wedstrijden waar zo’n 120.000 toeschouwers voor tomeloos tumult zorgen en komt tot een verrassende ontdekking. ,,Dat Garrincha een nog grotere publiekslieveling was dan Pelé wist ik al”, vertelt Jaap, ‘daarom wilde ik op zoek naar Pau Grande, het dorp in de rimboe, waarvan ik gelezen had, dat het zijn naam wilde veranderen in Garrincha.” Pelé blijkt de hogepriester van het voetbalwalhalla. Maar Garrincha had de harten van de voetbalnatie gestolen, de grillige magiër die een leven vol seks, drugs en rock ‘nd roll had geleid. In Pau Grande hoort hij de verhalen dat bij de geboorte het linkerbeen naar buiten gedraaid stond en dat zijn rechterbeen zes centimeter korter was en naar binnen wees. ,,Garrincha ontwikkelt zich ondanks deze handicaps tot een van grootste dribbelaars aller tijden”, laat Visser zijn aandachtige gehoor weten. Zijn levensverhaal spreekt de Brazilianen aan: eerst trouwen met een fabrieksmeisje, later met een sambadanseres en uiteindelijk tot het forse aantal van dertien “officiële” kinderen komend. Met gevoel voor drama gaat Visser verder: ,,Hij wordt maar 49 jaar. Garrincha overlijdt aan cirrose, dat duidt op vele jaren overmatig alcoholgebruik. Hij wil geen nieuwe lever, het is mooi geweest. In Brasilia is een stadion naar Garrincha vernoemd.” Visser veert op, de met zorg á la Jeroen Pauw gecoiffeerde slordige krullenbol wappert in de wind: ‘Alegria do Povó luidde zijn bijnaam, Vreugde van het Volk betekent dat, schattig hè. Zo noem ik mijn dochter Eva ook kozend. Garrincha betekent vogeltje, kanariepietje. Terwijl Pelé door spierblessures aan de kant werd gehouden, dribbelde hij Brazilië bijna in zijn eentje naar de wereldbeker in 1962.”

Keepers handen

Jaap Visser: ,,De keeper kreeg tweemaal in de week training.” We zijn bij de carrière van Visser, de keeper, aanbeland. ,,Een keeper komt in een steeds moderner outfit het veld op, zelfs of ook voor een training. Ik was geen uitzondering. De trainer neemt mij apart onder handen, ik duik, ik spring, ik kom uit. Alle variaties worden bikkelhard en in sneltreinvaart doorgenomen. Vast pandoer. Ben je na afloop niet vies, vuil of smerig, heb je zwak getraind.” Besmeurd gaat Jaap na iedere training en wedstrijd de doucheruimte in om zijn schoenen van modder of klei te ontdoen en zijn inmiddels door zand en zweet loodzware keeperskleding af te spoelen. ,,Komt Rinus Rijnsburger de kleedkamer binnen, ziet mij bezig, loopt op mij toe en roept “wat ben jij verdomme aan het doen?” Ik zeg dat hij dat kan zien, hij heeft toch ogen. ,,Gebeurt niet meer, de boel raakt verstopt.” ,,Naar Rinus luisterde je, hè. Dus nam ik voortaan schoenen en kleren mee naar huis. Probleem. Mijn moeder weigerde de kleren zo in de wasmachine te stoppen. Ze zette een teil met water neer. Eerst moest al die troep uit de trui, shirt en broek. Daarna was ze bereid het spul te reinigen. Drie keer per week.” Voor een ander verhaal zorgt een foto waarop Jaap te zien is met een bal in zijn handen. Dat zijn geen handen, dat zijn grijpgrage “klauwen”. Jaap: ,,Vreemd dat jij dat vindt, ze zijn helemaal niet zo groot. Kijk maar.” Het klopt. ,,Ik houd de bal tegen de muur, ze lijken dus groot.”

‘Ik, grote handen? Nee hoor, dat lijkt maar zo op deze foto. Ik had de handen van een pianist, vertrouwde een Duits vriendinnetje mij toe.’

Dan vertelt hij het verhaal van een Duits vriendinnetje, dat over de handicap van menig keeper begon: slanke vingers. Ze zei zwoel in zijn oor: ‘Du hast Hände wie ein Klavierspieler.’

Een fraaie duik van Jaap Visser, foto is genomen tijdens de warming-up van een van de spaarzame keren dat hij begin jaren tachtig in RCL 1 keepte. Vader Roel Visser (uiterst rechts) denkt er het zijne van.

Roel, de vader van Jaap, miste geen wedstrijd van het eerste van RCL. ,,Hij wandelde met Koos Reugebrink, een vriend, nogal geleerd en altijd met een grote sigaar in zijn hoofd, tijdens wedstrijden langs het veld. Dan bleven ze staan bij een groepje van de tegenpartij en begonnen dan te sarren.” Stonden ze tussen het publiek van de tegenpartij, vroeg ome Koos mijn vader wie die club was waartegen RCL speelde en dan zei mijn vader: ,,Geen idee, maar zo’n slechte ploeg heb ik hier nog nooit zien spelen. Dat spelletje speelden ze ook als het om IJsselmeervogels ging.  Als reactie gingen de bezoekers richting RCL-dug-out om daar voortdurend tegen te trappen.”

Burgemeester Marinus van der Have huldigt aanvoerder Koos Haneveld voor de openingswedstrijd van het seizoen 1979-1980, nadat RCL in het voorseizoen de grote NCRV-bokaal heeft gewonnen. Vlnr: trainer John Huguenin, clubarts Piet van Leeuwen, Koos en reserve-doelman Jaap Visser.

De hoofdmacht heeft Visser niet gehaald. Ja, als wisselkeeper. ,,In mijn tijd had ik eerst Bram Brandt voor me, later Peter van der Heijden. Ze waren gewoon beter dan ik.’” Hij speelde vijf seizoenen bij MVKV en vier bij Meerburg.

Prachtig luchtgevecht. MVKV-TAVV 1-0, waardoor MVKV de nacompetitie van de Afdeling Leiden wint.
Tweede keeper Jaap Visser ging de concurrentie aan met Bram Brandt, tevergeefs. Staand v.l.n.r.: Jaap, Rinus Rijnsburger (leider), Theo de Waard (trainer), Lijs van Egmond, René Kamminga, Koos Haneveld, Dick v/d Bijl, Peter Piket, Bram Brandt, Hendrik-Jan Koen, Leo Goot (verzorger). Gehurkt vlnr: Ab Braat, Sieto Schalkers, Thijs Bruna, Rob Sterk, Eric van Doeselaar, Hans Braat, Pierre van Gemerden.

Van 1968 tot 1983 stond Jaap op doel bij RCL en van 1988 tot 2002 voetbalde hij er in lagere elftallen. Hij spreekt van “mooie jaren”, met jongens die hij nog steeds tegenkomt, bijvoorbeeld bij de Vietnamees op de Leidse markt. Dan zijn de verhalen niet van de lucht. Nog een anekdote, het voorval speelt zich af in de kantine van GHC. ,,Het is stampvol. Scheidsrechter Pieter Vink en ik vormen een “komisch duo”. Pieter en ik hadden een programmaatje samengesteld, dat door de falende apparatuur de mist inging. Toen werd het improviseren: verhalen vertellen en dat hebben we gegaan totdat iedereen stierf van de dorst. Maar de meute in de kantine hing aan onze lippen…”

Nederlands journalistenelftal in de Kuip, voor de wedstrijd tegen Duitsland (2-2), waarin Visser tot ‘man of the match’ wordt verkozen. Met nummer 5 aanvoerder Henk Mulder van het Nieuwsblad van het Noorden, de jongere broer van Jan Mulder.

Di(c)k Bruynesteyn

Laurens Mouter schenkt nog eens vol en komt met een vierkant doosje het terras op. ‘Verrassing,’ roept hij. Opgewonden wordt hij aangekeken. Als volleerd goochelaar opent hij de doos van Pandora, de hand verdwijnt erin, hij roept “Tatatara” en laat twee kleine plaatjes zien. ‘Jaap, een groot moment in je leven is aangebroken. Ik heb hier twee plaatjes van Di(c)k Bruynesteyn, daarop staat jouw grote voorbeeld, jouw idool. LEV YASHIN…. Tatatara…. de plaatjes zijn voor jou… Tatatara.’ Het LAV-duo verwacht dat Jaap Visser opspringt, tranen in de ogen, een knuffel en “Dat ik dit nog mag meemaken” uitroepend. Niets van dit alles. De lange Visser – zijn gestalte vertoont een frappante gelijkenis met PSV-keeper Jan van Beveren, ooit door Johan Cruijff weggepest, staat wel op, kijkt in zijn paperassen en haalt twee tekeningen tevoorschijn: Lev Yashin, de originele werktekeningen van Di(c)k Bruynesteyn, ooit aan hem gegeven (nee: geschonken) door een vriend van de familie. De grote verrassing blijft uit. Het verhaal van Laurens zorgt toch voor een kleurrijke herinnering: ,,Dit zijn twee dezelfde plaatjes van Lev. Ik verzamelde de plaatjes van Dik, ik kocht me een ongeluk aan kauwgom, waar ze bijzaten. Ik formeerde hele elftallen op de tafel in de huiskamer, liet ze tegen elkaar spelen, maakte notities. Kijk ‘ns, dit Lev-plaatje, daar heb ik zo veel mee gespeeld dat ‘ie naar de gallemiezen was. Dat plaatje heb ik gerepareerd. Kijk maar.”

In 2007 verschijnt Jaaps bundel met columns, dat zeg ik, bledder. Herkenbare observaties, hilarische en emotionele herinneringen. Jaap Visser volkomen in zijn element.

Kick uitgevers

Na dit intermezzo brengt Laurens een boek op: Johan Neeskens. Een koffietafelboek, ter grootte van een tegel, verpakt in een box. Kick uitgevers.

Kick uitgevers brengt in 2017 het door Jaap Visser geschreven koffietafelboek in box over Johan Neeskens uit. V.l.n.r.: Guus Hiddink, Jaap, Johan Neeskens en Sjaak Swart.

En van wie is van Kick uitgevers? Van Jaap Visser. Opgericht samen met vader Matty en zoon Ruud Verkammen. Het drietal brengt voetbalboeken uit. Niet zo maar voetbalboeken, zeker geen boeken van dertien in een dozijn, maar de fraaiste, met de allergrootste zorg gemaakt. ,,Met Kick bedienen we een niche, een kleine markt, voor de echte liefhebbers, die kwijlen bij de beelden van wedstrijden. Daar besteden wij de allergrootste zorg aan, ook waar het de verdeling van beeld en tekst betreft.”

Presentatie van het boek op tegelformaat van Dennis Bergkamp. V.l.n.r.: Johan Cruijff, Dennis en Jaap.

Jaap lijkt niet te stoppen: ,,Wij zijn geen letterfabriek, maar een kleine, in schoonheid gespecialiseerde boekenmakerij. Concessies doen wij niet. Kwaliteit gaat bij Kick uitgevers voor kwantiteit, omdat het oog gestreeld moet worden.” Boekwerken van en over Dennis Bergkamp, Sjaak Swart, Willem van Hanegem en Johan Neeskens (met wie Laurens Mouter in de jeugd heeft samengespeeld). Honderd jaar Heerenveen en 75 jaar De Kuip , de jongste uitgaven van Kick kwamen tijdens de coronacrisis uit.

Jaap: ,,Een slechter moment om de boeken zoals wij die uitgeven, te lanceren, is niet denkbaar. Mis! Van 75 jaar De Kuip hebben wij 85% van de oplage de afgelopen weken digitaal verkocht.

Van 100 jaar Heerenveen, dat medio juli officieel zal worden gepresenteerd, met de uitreiking van het eerste exemplaar aan de dochter van Abe Lenstra, denken wij al aan een tweede druk.”

Rotterdam 28 januari 2016: Kick uitgevers Jaap Visser, Ruud Verkamman en Matty Verkamman  Foto: Arie Kievit

De klok slaat 5, tijd om op te breken. Waarom? ,,Ik moet koken en nog boodschappen doen”, zegt hij. Wat staat er op het menu? Lasagna, zijn specialiteit. Anekdote: ,,Ik had thuis Thomas Erdbrink en zijn vrouw Newsha te eten. Jullie kennen Erdbrink toch, onze man in Iran en sinds kort correspondent van The New York Times voor Noord-Europa, een vriend. We hebben gezellig gegeten – “een eenvoudige doch voedzame maaktijd” zou Ollie B. Bommel zeggen – Newsha schuift haar stoel achteruit, kijkt mij stralend aan en zegt zoals alleen een Iraanse dat kan zeggen: ,,Dit is lekkerste lasagne die ik ooit heb gegeten.” ,,Je begrijpt, ik was zo trots als een aap met 6 lullen.”

Hij springt á la Hennie Kuiper in zijn beste dagen op de fiets, hoort nog net Laurens, ook een kookkunstenaar, roepen: ,,Kan ik het recept krijgen?’ Het “ja” is nog net hoorbaar. Een dag later mailt Laurens: ,,Jaap heeft het lasagne-recept gestuurd, wil jij het ook hebben?” Ik bedank hem hartelijk. Wanneer ik moet koken, bel ik de Thai, de Chinees of laat spare ribs komen van Eigenwijs aan de Hoge Rijndijk, dat zijn de lekkerste van Leiden en omstreken.

Foto’s: Collectie Jaap Visser

Actuele foto’s: Hennie Kanbier

Gecombineerd elftal van het Leidsch/Alphens Dagblad voor een journalistentoernooi in Arnhem. Als doelman fungeert gastspeler Kees van der Zwan van RCL. Tweede gastspeler Sieto Schalkers van RCL, staand uiterst links.

 

Must Read