En wederom zijn de huidige coronamaatregelen verlengd en is het voor iedereen een vraagteken wanneer het verenigingsleven weer enigszins zijn normale vorm gaat terugkrijgen. De site van LeidenAmateurVoetbal wordt nog dagelijks gevuld met interviews met spelers en trainers, krijgen sponsoren een podium, zijn columns gemeengoed geworden en wordt allerlei informatie gedeeld. In deze editie krijgen we een kijkje in de keuken van Racing Club Leiderdorp, chairman Dick van der Bijl neemt ons mee in het reilen en zeilen van zijn club in pandemietijd.
Op de eerste plaats hoe gaat het nu in deze tijd? Zowel privé, en op de club?
,,Het zijn verwarrende tijden, maar gelukkig ben ikzelf en ook mijn naasten niet getroffen door besmetting. Bij RCL hebben we 1200 leden en daar zijn bijna als vanzelfspekend de nodige mensen getroffen door het virus, maar gelukkig zijn wij niet getroffen door een ‘clusteruitbraak’ met als oorsprong de vereniging. Uiteraard heeft de club het financieel lastig maar door eerder opgebouwde reserves én scherp sturen op kosten had dat allemaal veel erger kunnen zijn.”
Hoe staat RCL er op dit moment voor? Op Facebook, maar ook op jullie site en op de site van LAV wordt er vanuit de vereniging heel veel gecommuniceerd. Is dit bewust om betrokkenheid te tonen en het contact met jullie leden en achterban te onderhouden?
,,Inderdaad steken we heel veel energie in communicatie met onze achterban. In mijn werkende leven bij Heineken heb ik geleerd dat in tijden van crisis de communicatie met de achterban heel belangrijk is. Als bestuur hebben we bij het uitbreken van de coronacrisis direct besloten om onze leden en achterban goed op de hoogte te houden van de gevolgen van de diverse maatregelen voor de club. Na een persconferentie neemt mijn dochter Isa een filmpje op en daarin praat ik de leden bij met de gevolgen voor RCL. Tevens brengen we periodieke nieuwsbrieven uit waarin we de leden informeren waar onze bestuurlijke uitdagingen liggen in zowel sportieve als financiële aspecten. Daar krijgen we gelukkig ook veel positieve feedback op.”
In het verlengde hiervan, de jeugd voetbalt al enige tijd maar voor de senioren is er tot nu toe weinig of niets te doen geweest (selectie uitgezonderd). Gaan die gecompenseerd worden en zo ja waar denken jullie dan aan?
,,Toen het weer was toegestaan om met de jeugd tot 18 jaar aan de slag te gaan, hebben we daarvoor onmiddellijk het nodige opgetuigd. We zien het als bestuur als een uitdaging om binnen de marges van wat er wel mag leuke dingen voor deze leeftijdscategorie te organiseren. Met de hulp van enthousiaste vrijwilligers trainen en spelen die al weer lange tijd en verneem ik van hen tevreden berichten. De overige senioren worden wel heel hard getroffen door de maatregelen. Die liggen er (met een kleine onderbreking net na de zomer) eigenlijk al uit sinds maart 2020. Wij hebben hen allemaal recent voorzien van een klein presentje vanuit het bestuur om aan te geven dat we aan ze denken en met hen meeleven. Wij hebben hen al een jaar geen tegenprestatie kunnen bieden voor
de door hen betaalde contributie. Ook de bizarre ‘knip’ voor het onbeperkt trainen bij de leeftijd van 27 jaar helpt velen van hen natuurlijk ook niet. Als bestuur hebben we unaniem de overtuiging dat we die categorie tegemoet moeten komen. In wat voor vorm we dat zullen gaan doen zal in de komende maanden duidelijk worden op basis van onze financiële positie van dat moment.”
Hoe loopt het contact met de sponsoren? Blijft iedereen aan boord?
,,Onze sponsoren zijn veelal afkomstig uit het midden- en kleinbedrijf in Leiderdorp en omgeving. Deze bedrijfstak heeft het zwaar te verduren en wordt door overheidsmaatregelen ondersteund. Als die steun ophoudt dan zal zich waarschijnlijk de werkelijke problematiek openbaren. Wij weten van sommige sponsors dat ze het moeilijk hebben en wij hebben natuurlijk het volste begrip als ze ons verzoeken om de rekening van RCL nog even niet te hoeven betalen. Gelukkig kunnen we op dit moment zeggen dat we vrijwel iedereen nog aan boord hebben. We proberen onze filosofie van
‘partner in business’ ook te tonen in moeilijke tijden. Het bestuurslid Commerciële Zaken Marc de Sitter heeft recent een succesvolle online-bingo georganiseerd voor alle sponsoren. Die kregen vooraf allemaal thuis bezoek en een ‘bingo voorbereidingspakket’ met o.a. een lekker wijntje. Dat allemaal vanuit de gedachte dat we aandacht willen schenken aan de binding met onze leden en zakelijke partners.”
Wat is op dit moment het gevoel over de toekomst van RCL, gaat/moet er bezuinigd worden, blijft het aantal leden stabiel?
,,We zitten inmiddels een jaar zowel sportief als financieel in het wak. In sportief opzicht missen we allemaal de dynamiek van de wedstrijddag en de gezelligheid in het clubhuis na afloop. We snakken naar het einde. De toekomst voorspellen is in deze ondoenlijk gebleken, hetgeen ook blijkt uit de voortdurend veranderende maatregelen vanuit de overheid. Als bestuur weten we dat dit niet al te lang moet duren en proberen we zo positief mogelijk vooruit te kijken. In financieel opzicht zijn er heel veel bedreigingen t.w. de kantine opbrengsten, de contributies en de sponsoring. Ook maken we ons zorgen over het ledenaantal na de komende zomer. Er is voor geen enkel bestuur in deze tijd
een handboek ‘hoe te acteren ten tijde van een coronacrisis’ en dus doen we alles met gezond verstand en op intuïtie. We zijn op reis, we zullen onderweg problemen tegen komen en we vertrouwen er op dat we die zullen we oplossen.”
Hoe ie het contact met de gemeente? Hoe stellen zij zich in deze tijd op?
,,De gemeente Leiderdorp onderkent het maatschappelijk belang van RCL als enige voetbalclub in het dorp. Wethouder Willem Joosten belt mij regelmatig met de vraag hoe het gaat met de club. Dat vind ik zeer attent en wordt gewaardeerd. Onze velden huren we van de gemeente en wij hebben al een huurrestitutie van een kwartaal in 2020 binnen. Een nieuw verzoek loopt. De gemeente geeft aan dat wij zo lang mogelijk onze eigen broek moeten ophouden en dat we ons moeten melden als we er niet meer uitkomen. In de contacten met de gemeente heb ik de indruk dat we belangrijk worden gevonden en dat ze er daadwerkelijk zullen zijn als dat nodig blijkt.”
