Voetballers met de bouw van Laurens Zitman (80 jaar) zijn er meer. Kees Rijvers bijvoorbeeld, de dribbelaar ven weleer, die met Abe Lenstra en Faas Wilkes het nog steeds niet geëvenaarde binnentrio vormde. Dichterbij huis, UVS-er Cor Verhoogt, snel als een hinde en behept met een ’gogme’ dat slechts weinigen is gegeven. In dit (te) korte rijtje past Laurens Zitman naadloos. Hij is 1.67 en weegt 54 kilogram. Voor hem kwam men naar De Leidse Hout, de thuishaven van Roodenburg. Zijn veelbelovende voetbalcarrière brak in de knop.
Bij hem ben ik met ‘hoffotograaf’ Johan Kranenburg op bezoek. Een bijzondere man? Jazeker! Een held? Absoluut! Plaats van handeling: Zitmans luxueuze appartement, met zicht op een kabbelend vennetje, omzoomd door een – hoe kan het ook anders? – grasmatje, pas gemaaid (wat geurt dat lekker), met her en der Japanse kersen die veel te vroeg op ontluiken staan. De zon piept de smaakvol ingerichte salon binnen. De lente gloort, lijkt het. En dat in januari.
,,Ik woon alleen, mijn meisje is overleden, dat is goed klote”, begint Lau zelf het interview. Hij spreekt met liefde over zijn Ciska, wijst naar de ingelijste borduurwerken aan de muur. ,,Heeft zij gemaakt, daar zitten ontelbare uren pietepeuterig werk in.” Fraaie naaldkunst. Aan zijn vingers, twee gouden trouwringen. Zij is dag en nacht bij hem, Ciska is geen minuut uit zijn gedachten. Al pratend poetst hij de gouden tekenen van hun eeuwig verbond op. ,,Ik ben van de generatie dat de man het geld verdiende en de vrouw het huishouden deed, heel overzichtelijk.” Na de dood van de liefde van zijn leven stond Lau er plotseling helemaal alleen voor. Nu wast hij, strijkt hij en kookt hij, als de beste. En hij houdt ook zelf het appartement schoon, en hoe! Het ziet er spic ’n span uit.
Moeiteloos stapt hij over op toen en nu. Toen Leiden een 20-tal voetbalclubs telde. PBOV van Parmentier was er een van, een bedrijfsvoetbalvereniging, evenals VWS, Van Wijk Sport en VTL (Verenigde Touwfabrieken Leiden). VNA, VNL, ZLC, Unitas. Het voetbal volgt Zitman nauwelijks meer. Met als reden: ,,Bij het voetbal gaat het alleen nog om geld.” Rugby, dat is pas sport, beoefend door ‘stoere kerels die niet zeuren’.
Broekie
Lau’s lengte en gewicht waren in zijn voordeel. Hij scheerde langs de lijn, ontweek soepel mogelijke interventies van tegenspelers en plaatste de ballen panklaar op het hoofd van Bart Ouwerkerk of voor de voeten van Jan van Heek. Hij debuteerde op nauwelijks 17-jarige leeftijd in het eerste elftal. ,,Ik keek huizenhoog op tegen de mannen, van wie sommigen 20 jaar ouder waren dan ik. Ik was nog een broekie ”, lacht de 80-er. ,,Wat moest ik tegen die kerels zeggen? ‘Meneer’ misschien? Kon ik ze wel bij hun voornaam noemen?” En zegt dan: ,,Iedereen denkt dat Aad en Henk Heijmans altijd voor LFC hebben gevoetbald. Dat is niet juist, ze zijn begonnen bij Roodenburg.” Met Aad heeft hij zowel in de aspiranten als de junioren gespeeld en diverse kampioenschappen behaald. Laurens Zitman trainde onder Cees Matla, een bekende naam in die tijd, een kundige trainer, van wie de geboren Leidenaar veel heeft opgestoken. Compact spelen bij een achterstand, druk zetten als het nodig is, op weg naar de 90ste minuut met een kleine voorsprong, balbezit houden. Matla trainde ook veel op een goede conditie. ,,De vader van Cees Matla was een van onze trouwste supporters . Hij kon zo prachtig ‘Lautje’ op zijn Haags zeggen.”
Een voorval bij het Haagse HVV, een chique club, waar met een ‘hete aardappel in de keel’ werd gesproken: ,,Met Roodenburg speelden we daar een competitiewedstrijd. Ik had de opdracht om een Hagenees flink in de rug te dekken. Ik kweet mij uitstekend van mijn taak, ik zat hem flink op de huid, zo zeer zelfs dat die man voortdurend met zijn achterwerk tegen mij aanschuurde. Op een gegeven moment draaide hij zich en zei: ‘Zeg, kaerel, wil je soms van bil met mij’? Zoiets vergeet je nooit meer. Ze moesten er beiden om lachen. ,,Bij V.U.C. ging ik kijken naar oefenwedstrijden van het voorlopig Nederlands elftal. V.U.C. was in die tijd één van de weinige clubs met een lichtinstallatie. Ook stond daar ‘de wondertent’ van Karel Lotsy. Zelf heeft Lau daar ook nog wedstrijden gespeeld.
TalenknobbelMet trots verhaalt Lau uit een arbeidersgezin te komen, dat aan de Herengracht woonde. Vader Zitman had een zwaar beroep, betonijzervlechten. Al jong bleek Lau ambitieus te zijn. Alles wat hij aanpakte, moest goed, beter, best gedaan worden. Op de lagere school blonk hij al uit in tal van vakken. In plaats van na de 6e klas aan het werk te gaan, zoals veel klasgenoten deden, ging hij naar de MULO aan het Noordeinde, toen nog met wel 20 verschillende vakken. ,,Ik ging door een verdomd eenzame tijd. Elke dag voetballen kon niet meer. Mijn vriendjes werkten wanneer ik vrij was, en omgekeerd.”
Na een kort dienstverband bij het Marine Elektronisch Bedrijf (MEB), waar hij in de postkamer werkte, volgde Lau technische opleidingen bij MSG Leiden, ging hij voor zijn nummer in dienst en belandde bij de Marine. Omdat Lau het MULO-B –diploma met klinkende cijfers had behaald, kon hij de opleiding Telegrafist volgen. Met zijn knobbel voor talen pakte Zitman de materie snel op, zo snel zelfs, dat hij werd vrijgesteld van lokalen schoonmaken en wachtlopen. Als kers op de taart: elk weekend vrij.
Dat laatste kwam natuurlijk goed uit, de nog steeds jeugdige Zitman kon zich dan uit en thuis uitleven op het voetbalveld.
Ook kon Lau zijn conditie in dienst op peil houden, omdat Lau ‘aardig’ kon voetballen, werd hij opgenomen in het marine-elftal, met alle voordelen van dien. De Marine is een varend bedrijf. ,,Een dag voordat ik met de Karel Doorman voor negen maanden zou uitvaren, liep ik een ernstige knieblessure op, zo ernstig dat ik in het hospitaal werd opgenomen en een meniscusoperatie onderging. Daarna moest ik revalideren en dat kon dicht bij huis in het pand van de Marine aan het Noordeinde.”
Terug in de maatschappij na 21 maanden dienstplicht, keerde hij terug bij het MEB.
Kampioen
Met voorsprong de mooiste herinnering aan zijn voetballoopbaan is de kampioenswedstrijd die Roodenburg in 1958 speelde tegen Celeritas bij Blauw Zwart in Wassenaar, dus op neutraal terrein.
Het veld werd omzoomd door duizenden supporters, de Leidenaren kwamen op volle oorlogssterkte het veld op, inclusief de jonge Lau Zitman die na een lange blessureperiode deze wedstrijd toch kon meespelen. De adrenaline leek tastbaar. Trainer Cees Matla hoefde geen ‘peptalk’ te houden, iedereen was zich er van bewust dat slechts een werkwoord vervoegd hoefde te worden: winnen.
De krachtverschillen? Groot! De cornerverhouding in de eerste helft: 11 voor de Leidenaren, slechts 3 voor de opponenten. Choufour en Ouwerkerk stonden voortdurend voor doelman Toolen, die de mannen van Matla van het scoren afhield. Hij dook, sprong, grabbelde, niets lukte. Totdat Ouwerkerk met een hoge voorzet van Zitman de keeper wist te verschalken. 1-0. Het plezier bleek van korte duur. De puike defensie van Roodenburg liet een gaatje vallen, waarvan rechtsbuiten Van Dam gretig gebruik maakte: 1-1. Rust.
Wat Matla tijdens de thee tegen zijn mannen heeft gezegd, weet Lau niet meer. Met de wind mee kwam Roodenburg meteen op toeren. Uit het wedstrijdverslag in het Leidsch Dagblad: ‘Toen Choufour in de 10de minuut reeds zijn 3e hoekschop mocht nemen, gaf hij de bal via een kort passje aan de kleine Zitman. Volkomen verrassend draaide deze zich, schuin voor het doel, ineens om en zijn schuiver sloeg de bal achter de Haagse defensie: 2-1’.
Zitman herinnert zich de taferelen als ‘een gekkenhuis’. Celeritas raakte de weg kwijt, daar profiteerde Roodenburg van. Het werd uiteindelijk 3-1. Ook het derde doelpunt werd door Lau gemaakt en in het verslag werd dat als volgt beschreven: ‘Precies een kwartier voor het einde sloeg toen de man met de hamer definitief toe. De man, of beter dat knaapje was Lou Zitman, die werkelijk met een briljant schot van zeker 30 meter afstand – hij nam de bal ineens vol op de wreef- doelman Toolen kansloos liet een juweel’. ‘Lou Zitman held van de dag’! kopte de krant, waar de verslaggever van Lau Lou had gemaakt. De ‘held’ glimlacht, zo veel jaar later, van oor tot oor.
Meniscussen
Wanneer Lau verschoond was gebleven van blessures, had een glanzende profloopbaan wellicht in het verschiet gelegen. Kees Jansma – wie kent hem niet? – werd geattendeerd op Lau Zitman, met de woorden: ,,Daar in Leiden speelt een jong pikkie de sterren van de hemel, je moet eens met hem gaan praten.” Kale Kees, als redacteur werkzaam voor Sportkroniek, een uitgave van de KNVB en attent op talent, sprak langdurig met de Leidenaar. En toen? Toen gebeurde er niets meer. ,,Nooit meer iets van hem gehoord, zelfs geen stukkie in Sportkroniek.”
Na een fiks probleem met (weer) zijn knie, werd hij onderzocht door dokter Hans Tetzner, de bedenker van de buitenspelval, beroemd kniechirurg, die ook 8 interlands speelde. ,,Hij bekeek de foto’s van mijn knie, zuchtte een paar maal, mompelde iets van ‘geen meniscussen meer’ en zei: ,,Stop maar met voetballen, hier is niets meer aan te doen.”
Lau bleef Roodenburg trouw, in andere functies. Als jeugdleider en jeugdtrainer. Het ging goed met Roodenburg, de jeugd stroomde toe, zo zeer zelfs dat er een ledenstop moest worden ingevoerd.
,,Ik trainde soms in mijn eentje 30-40 jochies, dat kun je je nu niet meer voorstellen.”
Na een jaar of 7, Zitman was 26 jaar, trad hij toe tot het bestuur. Als secretaris woonde hij met voorzitter Henk Uiterdijk de vergaderingen bij van de Leidse Belangenvereniging Amateurs (LBA). Daar zaten grootheden als Van Waveren (LFC), Biegstraten (DoCoS), Breedeveld (Lugdunum), Wondergem (UVS), Wempe (ASC). Ze bespraken zaken als accommodaties, huren, onderhoud en maakten afspraken geen spelers bij elkaar weg te kapen.
,,Daar gebeurde hetzelfde als toen ik in het 1ste van Roodenburg ging spelen, ook nu was ik weer de jongste, die huizenhoog opkeek tegen die voorzitters, allemaal gesettelde en geslaagde figuren.”
Jaarlijks wisselde de LBA van voorzitter die zijn secretaris moest meenemen als notulist. Meteen in het eerste jaar gebeurde dat.
Nu 10 jaar nam de secretaris afscheid van de club, hij wilde weer gaan studeren, klimmen op de maatschappelijk ladder. Hij rondde, op 42-jarige leeftijd, de VWO met succes af en vervolgde een avondstudie HBO, een opleiding van 4 jaar: Arbeidsmarktpolitiek en Personeelsbeleid. Ook die studie werd op 46-jarige leeftijd met succes afgerond. Er kwam een grote baan bij het Ministerie van Defensie vacant, Hoofd van de afdeling Burgerpersoneel bij de Koninklijke Landmacht.
De voetballoopbaan mocht dan zijn gestrand, het werkzame leven van Lau Zitman is er een geworden, geplaveid met hoogtepunten. En dat voor een jongen uit een eenvoudig arbeidersgezin.
Hij heeft een nieuwe fiets gekocht (“Nee, geen e-bike”), bij Unicum tennist hij, waar zijn balgevoel een groot voordeel is en heeft er zitting in de kluscommissie. Verder is Lau secretaris van de Vereniging van Eigenaren van het complex waar hij woont en speelt bridge. Een druk baasje. ,,Absoluut, ik moet bezig zijn en blijven, zeker nu ik alleen ben. Maar ik kom altijd weer alleen thuis, hè. Aan de buitenkant ben ik de enthousiaste Laurens, maar de binnenkant kent men niet. Ik wel.”
Lau Zitman: ,,We gingen in mijn tijd op de fiets naar de training in De Leidse Hout. Op een gegeven moment had Bart Ouwerkerk een motorfiets gekocht en ging daarmee naar de training. Isaäc van Weerlee mocht mee achterop. Helaas, op de Morssingel stopte de motor ermee en Isaäc moest duwen. Hij had nog nooit zo zwaar getraind.”
Vraag je aan Lau naar zijn beste herinnering, luidt zijn antwoord: ,,De geweldige saamhorigheid en gezelligheid die er tussen de spelers en hun vrouwen en vriendinnen was.”
En: ,,Mensen zijn jaloers op mij: ik kan eten wat ik wil en ik kom geen grammetje aan.”
Foto’s van toen: Collectie Laurens Zitman.
Scans en actuele foto’s J.P. Kranenburg.