ADO als eindstation
Ruim tien jaar geleden eindigde zijn carrière als profvoetballer. ADO was zijn eindstation. Een gekneusde rib strooide roet in het eten in het seizoen dat ADO in de nacompetitie streed om een plekje in de eredivisie dat toen niet werd gehaald. Het jaar daarna wel, maar toen was Leonard ‘uitgebald’ en verzorgde samen met Jeffrey Hus met veel plezier het ADO Journaal. De inmiddels 45-jarige Leonard van Utrecht blikt er met voldoening op terug. “Een mooie tijd, geweldig publiek en vooral veel voetbalhumor. Spelers en publiek waren één. Een goeie groep waar ik nog steeds een warm gevoel bij heb. Het was toen nog in het Zuiderpark en de club was er een van de stad”.
Noordwijk
Inmiddels is Van Utrecht alweer een tijdje actief aan de Duinwetering in zijn geboorteplaats Noordwijk. Daar liggen zijn roots. Als speler van het vierde (www.pensionadas.nl) – een ouwe jongens-krentenbrood elftal met o.a ex-prof Bram Marbus – maar ook als trainer van de B 1 waarin zijn zoontje Thijmen speelt. Zelf strikte Leonard de eerste veters als speler van de E7 om jaren later uiteindelijk het rood-witte vlaggenschip te mogen bemannen. “Het ging via een omweg want ik heb in de juniorentijd tweeënhalf jaar in Amerika gewoond. Maar zijn talenten werden al op jonge leeftijd door de trainers Ruud Dubbelaar (‘De Keizer’) en Erik Knuyt op juiste waarde ingeschat. De kwamen er in het eerste seizoen als senior uit “al speelde ik zowel in het eerste, het tweede en het derde alvorens ik een jaar later een vaste basisplaats in het eerste had”. Aan zijn beide jeugdtrainers bewaart hij de beste herinneringen. “Die hebben mij gevormd en ik moest zowel links als rechts goed kunnen schieten”. Dat kwam hem later als vleugelspits goed van pas want in zijn profloopbaan in binnen- en buitenland heeft hij beide vleugels bemand. Ook in het Nederlands amateurelftal. “Een mooie tijd met leuke trips naar Aruba, Bonaire en Nieuw Zeeland” blikt hij met genoegen terug. “Hoeveel doelpunten hij in z’n loopbaan heeft gescoord? “Vraag het me niet, ik ben een man van het heden en niet van het verleden. Dat heb ik niet bij gehouden”.
Mensenmens
Talenten in de amateurvoetballerij blijven voor het spiedende oog van scouts nooit onopgemerkt. Cor Pot van het Rotterdamse Excelsior was de man die hem naar Woudestein lonkte waar hij zijn debuut tegen Veendam maakte. De uitslag? “Joh, dat weet ik niet meer. Dat onthoud ik allemaal niet”, lacht hij. Wat hij wel heeft onthouden en wat zijn credo is, is de interesse in de medemens. Als tekenend voorbeeld haalt hij Rinus Israel aan die in de tijd van Leonard trainer van de Haagse ‘ooievaars’ was. “Wij begrepen elkaar en konden lezen en schrijven met elkaar. Rinus was eerlijk. Een mens achter de trainer en dat sprak mij aan. Ook als ik in een mindere periode zat, was hij oprecht tegen mij”, schetst Leonard zijn voormalige trainer. “Velen zullen hem zo niet kennen maar hij was een mensenmens”, prijst Leonard IJzeren Rinus van weleer. Van Utrecht heeft bij hem ongetwijfeld inspiratie opgedaan voor zijn verdere maatschappelijke loopbaan.
Italië
Na een paar seizoenen Excelsior verruilde Leonard het zwart-rood van de Rotterdammers voor het geel-blauw van Cambuur. Frits Korbach stond er aan het roer. Op een gegeven moment – het was al laat in de avond – werd Leonard door de VVCS gebeld. “Heb je interesse om in de Serie A in Italië te gaan voetballen?” “ Ik dacht aan een grap maar het bleek uiterst serieus te zijn. Ik hing op maar hij belde weer terug”. “Bij Padova zoeken ze een spits uit Nederland”, klonk het serieus. “Ze hadden Bombarda en Sion van FC Groningen op het oog” weet Van Utrecht maar toen we voor de beker tegen FC Groningen speelden, viel ik op door mijn goede spel en speelde mij in the picture van een Italiaanse voetbalmakelaar die toen nog smalend door de VVCS als ‘Pizzabakker’ werd bestempeld. Het bleek echter Mino Raioli te zijn, die later een groot voetbalmakelaar zou worden. Na veel gesteggel met de VVCS die als gevolmachtigde een transfer naar Padova mogelijk moest maken maar niet mee werkte, ben ik zelf naar Italië gegaan en heb de zaak rond gemaakt. Een geweldige beleving die twee seizoenen in prachtige stadions en spelen tegen toppers zoals Maldini, Battistuta, Ruiz Costa en Baresi”. Aber das war einmal. Zijn profcarrière eindigde dus bij ADO, de club die hij nog steeds volgt en met ex-teamgenoot Raymond Atteveld nog regelmatig contact heeft. “Mijn laatste wedstrijd speelde ik tegen Volendam. Toen merkte ik ook wat een geweldig publiek ADO heeft. Er werden inzamelingen gehouden en knuffels op het veld gegooid. Dat deden zij ook bij een uitwedstrijd tegen Telstar toen het dochtertje van de Telstarspeler Bryan Tevreden was overleden. Men zegt wel eens ‘daar heb je die Hagenezen weer’ maar ze zijn dus wel degelijk uit het goede hout gesneden. “Het is vooral ook een humoristisch en trouw publiek” weet hij uit ervaring.
Toekomst
Op sportief gebied heeft Leonard de doelstelling voor ogen om een eigen team bij Noordwijk onder zijn hoede te mogen nemen. “Ik ga voor het trainersdiploma 1, 2 en 3. Of het nu de A 1 wordt of het tweede, als ik maar een eigen team heb”. Ook als rechterhand van Oscar Alkemade, de nieuwe trainer van de A-selectie voor het komende seizoen wil hij graag zijn diensten bewijzen. Op maatschappelijk gebied is zijn focus gericht op een eigen bedrijf dat hij aan het opstarten is. Na voorheen bij het Johan Cruyff College als directeur MBO voor topsporters werkzaam te zijn geweest, bij Sports 3D (digitale instructies en training) en vervolgens een groothandel in sportkleding te hebben gerund is dit zijn missie. “Sporters op menselijk en mentaal gebied begeleiden, dat vind ik mooi. Ik heb het zelf ervaren hoe belangrijk dat is”. Zijn bedrijf gaat niet voor niets de toepasselijke naam Human Sport Spirit dragen. Human, de mens. De mens achter de sporter waar Leonard zoveel waarde aan hecht. Humor, pijn en emoties. Ervaringen in het leven van een profvoetballer.
Belangrijk
Wat hij verder in het leven belangrijk vindt? “Er zijn als vader voor mijn twee kinderen. Daarnaast sportief en gezond bezig zijn. Tennissen, hardlopen, fietsen en kitesurfen”. Als geboren en getogen Noortukker heeft hij iets met de zee; “Het is heerlijk om er langs te wandelen. Het is genieten”. Hij geniet ook nog na van zijn korte, maar gezellige ADO periode. Van het moment dat hij als Sinterklaas verkleed de trainersruimte binnenstoof en Rinus Israel een hand pepernoten in het gezicht smeet. “De onvervalste Amsterdamse GVD was een te verwachten reactie”, glundert Van Utrecht nog na bij het ophalen van deze anekdote. De man die bewondering heeft voor Johan Cruyff, en Zinedine Zidane, ADO af en toe nog bezoekt en vooral ook volgt – “Ik hoop niet dat ze degraderen” – en met mannen zoals Raymond Atteveld, Ferry Bodde en Romeo Castelen samen heeft gespeeld, is ook fan van Swansea Town. Waarom? Omdat Johan van Zweden, een echte ADOman, daar ook belangen heeft. Oude liefde blijkt nog steeds niet te roesten. “Voetbal is en blijft leuk”. Daarom trapt hij nog z’n balletje in Noordwijk 4. In het team waarin hij volgens eigen zeggen het mooiste doelpunt uit z’n carrière maakte. Een rush vanaf eigen helft tot aan de punt van de zestien om vervolgens met buitenkantje rechts de bal over keeper in het lege doel te stiften. Of waren die andere momenten mooier? In zijn beste wedstrijd ooit, AC Milan-Padova speelde hij twee keer de Franse international Desailly door de benen waarna de getergde verdediger aan Leonard een doodschop uitdeelde. “Twee keer is genoeg was het antwoord dat ik kreeg”. Momenten die nog steeds op het netvlies staan na een kleurrijke voetballoopbaan.