Lang was de zondagtak van Sporting Leiden het afgelopen seizoen het lelijke eendje in de derde klasse. Keer op keer werd kansloos verloren en soms konden er amper genoeg spelers opgetrommeld worden. In de laatste fase echter begon de ploeg de rug te rechten en werd er zelfs knap gelijk gespeeld tegen VSV dat op dat moment derde stond. Toen hadden oer Sporting Leiden spelers, FC Rijnland spelers zo men wil, Koos Habraken en Mark Cerdijn zich al pal achter de selectie gesteld en de touwtjes in handen genomen. Die samenwerking zal komend seizoen voortgezet worden. Habraken gaat de cursus TC 3 doen en wordt trainer, terwijl Cerdijn zijn assistent wordt. Good old Ronald Mink zal als leider gaan functioneren. Dit trio moet een selectie op poten gaan zetten dat in de derde klasse een rol in de middenmoot moet gaan spelen.
Habraken (op archieffoto nog als speler bij de fusieclub): ,,Dat moet zeker kunnen. Goede spelers als Mo Abassi en Jim Pracht hebben al aangegeven te blijven en dat geldt eigenlijk voor een groot deel van de selectie. In Jeffrey Smeele hebben we een bekende en prima nieuwe kracht. De potentie was en is er zeker. In de weken voordat we moesten stoppen merkte je dat het zelfvertrouwen groeide. Ja, zelfs de trainingsopkomst was uitstekend, en dat voor Sporting haha! Als ik de geluiden zo hoor van de jongens pakken we de draad weer op waar we gebleven waren.”
Al in de tijd dat hij de kleuren van de Morsclub verdedigde bleek Habraken vaak het verlengstuk van de trainer op het veld en werd hem regelmatig gevraagd of het trainerschap niets voor hem was. ,,Toen Sporting in de winterstop zonder trainer kwam te zitten hebben Mark en ik de zaak opgepakt. Mark was al bezig met zijn trainersdiploma en ik ga beginnen met mijn TC 3 opleiding. Dat gebeurt onder andere door Stefan Luykx hier op de club. Aan hem hebben we natuurlijk een hele goede. Mark en Ronald en ik hebben een warm kloppend hart voor de vereniging. Met z’n drieën zetten we onze schouders eronder en we zijn er heilig van overtuigd dat we een leuk seizoen kunnen gaan draaien.”
Afsluitend: ,,Dat Sporting zondag bestaansrecht heeft gaan we met de groep bewijzen. We kunnen trouwens altijd goede voetballers erbij hebben. Zelf heb ik een drukke zaak en voetballen op zaterdag is onmogelijk. Dat laatste zal voor meer voetballers gelden. Waarom zouden ze niet bij de gezelligste vereniging van Leiden komen ballen?” Helemaal objectief is deze opmerking wellicht niet voor andere Leidse clubs, wel duidelijk. Het enthousiasme van de nieuwe trainer is bijna tastbaar.
