donderdag, april 25, 2024
HomeIn de skyboxDick van der Bijl in de skybox: een (voetbal) leven in woord...

Dick van der Bijl in de skybox: een (voetbal) leven in woord en beeld

-

De redactie van LeidenAmateurVoetbal.nl zit niet stil. Nooit. Ons team is ook altijd op zoek naar noviteiten, nieuwe rubrieken en glaszuivere uitdagingen. Vanaf vandaag is de eerste ‘In de skybox’ geboren. Een nieuwe rubriek waarin de lezer in beeld en woord wordt meegenomen in het voetballeven van een plaatselijke held. In de eerste editie kwamen wij uit bij Dick van der Bijl, de huidige voorzitter van RCL. Zijn we er klaar voor? Daar gaan we!

 

 

 

 

 

 

 

Inspirerende aanvoerder met een gouden hoofd

‘De liefde voor RCL zit diep. De club heeft mij veel gebracht, dan mag ik als dank ook wel iets terugdoen.’ Dat zegt Dick van der Bijl. Hij werd op 10-jarige  leeftijd lid van de roodwitten in Leiderdorp, begon bij de pupillen, speelde bij de aspiranten en junioren, beleefde een prachttijd in het hoogste elftal en werd drie jaar geleden voorzitter van RCL. Tijdens de laatste Algemene Ledenvergadering is hij herkozen voor een nieuwe termijn van drie jaar. Hij heeft nooit de kleuren van een andere club gedragen. Trouw, heet dat. Komt men nog zelden tegen.

Dick van der Bijl: ‘Het spitten door een voetballeven van 45 jaar is een hele opgave, maar een prachtig moment om nog eens stil te staan bij wat het voetbal en RCL mij allemaal heeft gebracht.’

Dick van der Bijl vertelt beeldend over zijn kleurrijke voetballoopbaan, over het leiden van een vereniging als een bedrijf. Daarbij brengt Dick zijn kennis, expertise en knowhow mee,  opgedaan als human resource manager (met een staf verantwoordelijk voor het selecteren, aantrekken, beoordelen en opleiden van werknemers) in het bedrijfsleven, bij Heineken. De op een na grootste bierbrouwer ter wereld werd zijn eerste en enige werkgever. Loyaliteit? En of! Na 38 jaar in april 2018 afgesloten met een “groots en meeslepend” afscheid.

Dick van der Bijl: ‘Het spitten door een voetballeven van 45 jaar is een hele opgave, maar een prachtig moment om nog eens stil te staan bij wat het voetbal en RCL mij allemaal heeft gebracht.’

Voor een biertje is het deze donderdagmiddag nog te vroeg. De gastheer schenkt cappuccino en schildert met melk en vaste hand de letters RCL op de geurige godendrank. Wanneer voetballende dames komen bijpraten, zegt hij glimlachend: ‘Tover ik er ook nog een hartje bij.’ De toon lijkt gezet. Lijkt. De LAV-delegatie mag nog uit een smakelijk assortiment gebak een keuze maken. De enkele dagen eerder op de televisie uitgezonden film De Heineken Ontvoering (met Rutger Hauer als Freddy Heineken) doet herinneren aan een anekdote over de biermagnaat: bij het afsluiten van een mega-sponsorcontract wordt geprobeerd nog extra gelden los te krijgen. Waarop Heineken zijn zakdoek tevoorschijn haalt en scherp uithaalt: ‘Wil je die soms ook nog hebben?’ Er valt een dodelijke stilte. Hele deal afgeblazen? Nee hoor, Heineken was wel goed, maar bewaakte zijn grenzen.

De vette jaren

Wat weinigen weten is dat Dick van der Bijl in Indonesië is geboren, 16 november 1955. Hoe kwam dat zo? ‘Mijn vader werd aan het einde van de jaren ‘40 als dienstplichtig militair uitgezonden naar Nederlands-Indië. Daar waren de politionele acties aan de gang. Nederland wilde Indië met hand en tand behouden, Indië streefde met man en macht naar soevereiniteit. Oorlog. Nadat Nederland onder druk van de Verenigde Naties de strijd staakte en afstand had gedaan, is mijn vader daar blijven hangen. Hij vond Indonesië een mooi land en zocht en vond daar een baan in een uitgeverij.  Mijn moeder kwam na een drie weken durende bootreis ook naar Djakarta  en daar ben ik geboren.’ Dick, doopnaam Dirk, kwam in 1958 met zijn ouders Nienke en Koos terug naar Nederland. In 1963 maakte Dick het volgende opstel:

                                                    Voetbal

                        Juf wil weeten wat ik in de verknzie gedaan heb

                        nou dat is heel wat, weetje dat ik heel goed kan

                        voetbalen  mischien kom ik nog wel in het

                        nederlandselftal of op ercl en dat is niet mis

                        of op santos dat is niet mis want santos is

                        de beste klup van de weerelt en die ga ik

                        niet voor bij want die zijn zo sterk heb ik

                        ge hoort einde

                        ik ga heel goew met verkansie en dan ga ik

                        in een heel goot huis woonen

Voetballen wilde hij dus al op jonge leeftijd. Er is enige discussie geweest toen Dick dat liet weten. Binnen het christelijke gezin ging men overstag, op twee voorwaarden: lid worden van een protestantse club, dat betekent: niet voetballen op zondag. Dus meldde Dick zich aan bij RCL. Dat gebeurde met frisse tegenzin, want zijn vriendjes speelden bij UVS en LDWS. Vader Koos kwam sporadisch kijken naar zoon Dick; liet hij zich zien dan kwam hij na de rust, want dan hoefde er niet betaald te worden. Van der Bijl heeft met de beste spelers van RCL ooit gevoetbald. Aan namen geen gebrek: de geblokte Bram Brandt, Bas Ederveen, Koos Haneveld, Leo Holl, Sjoerd Teske, Wally van Haver, de Braatjes, Ruud de Groot, Ben Heemskerk, René Kammenga. Te veel om op te noemen.

In latere vlaggenschepen wierp Dick zich op als de gangmaker, ging voor in de strijd en wist – ook door zijn persoonlijkheid – het team naar een hoger niveau te tillen. Kappend, draaiend, dirigerend en wijzend inspireerde hij zijn strijdmakkers. Ooit  schreef het Leidsch Dagblad in koeienletters, dat de Leiderdorper over “een gouden hoofd” beschikt. Menigmaal ranselde hij het leer koppend tegen de touwen. Sieto Schalkers, het genie van de dubbele schaar, zegt dat hij nog weleens droomt dat Dick de bal met passes over veertig meter feilloos op je stropdas kon leggen. Dick kan genietend terugdenken aan gescandeerde kreten vanaf de tribune. Mooi vindt hij nog steeds de aanmoediging “Alle ballen op Bassie”. De kleine, technische baltovenaar Bas Ederveen steeg boven zichzelf uit en bezorgde menige verdediger een verloren weekend.

Hoogtepunten

Op zaterdag voetballen vond Dick wel prettig: ‘In mijn tijd stapte je niet op vrijdagavond, op die avond vond ik het niet moeilijk om op tijd naar bed te gaan om de andere dag zo fit mogelijk te zijn. Zaterdag was onze stapavond en gingen we naar de Koets-O-Theek. Daar zagen wij jongens ’s nachts nog aan de rol, die moesten zondagmiddag aan de bak. Daar zal het elftal blij mee zijn, dachten wij.’ Van der Bijl kan nog grinniken als hij aan de fameuze hoofdsponsor Steef Noorlander denkt die weleens na een gewonnen wedstrijd in de kleedkamer kwam, de knip trok en duizend gulden gaf met de woorden: ‘Verdeel dat even onder de jongens.’ Dat zijn bedragen waar nu in de top van het amateurvoetbal vrolijk om gelachen wordt. Dick komt op stoom, de temperatuur loopt op, tijd voor een biertje. Hi-Ha-Heineken.

‘Het Zilveren Molentoernooi van LFC hebben wij een paar keer gewonnen. Denk daar niet te min over. Altijd een paar duizend toeschouwers aan de Boshuizerkade. Daar kan je je nu niks meer bij voorstellen, maar voetbal was toen groot vermaak en de hoeveelheid televisiekanalen zeer beperkt. Daar speelden wij tegen zondagsclubs. Die kwamen wij verder eigenlijk nooit tegen en geloof me:  er was een heftig verschil tussen zaterdag en zondag.’ In die tijd schreef Dick verslagen voor de Leidsche Courant en het Leidsch Dagblad. ‘Dan belde Flip Massaar van LFC laat op de avond naar de redactie en vroeg ons bepaalde namen niet in het verhaal te vermelden, omdat die jongens al weken in de ziektewet liepen. Dat was wat ongemakkelijk als zo’n jongen had gescoord en op de foto stond. Prachtig, toch.’

Minstens zo prachtig is de herinnering aan de plaatopname van het supporterslied: RCL een club van klasse. Het pakkende wijsje geschreven door De Lenco’s, Nico de Jong en Rinus Wesselink, die iedere feestavond van RCL opluisterden, en gezongen door deze feestmakers en de selectie. ‘Toen wij in Weert bij Johnny Hoes aankwamen, waren ze nog bezig met de orkestband. Wij konden nog wel een uurtje Weert ingaan. Dat hebben ze geweten. Wij belandden in een soort van carnaval in Weert en toen wij met gesmeerde kelen terugkeerden in de studio zongen we de sterren van de hemel. ’RCL een club van klasse’ schalt voor de aftrap en na het laatste fluitsignaal in De Bloemerd. ‘Platenartiest,’ mijmert Van der Bijl. ‘Dat ben ik ook nog. Die ervaring pakken ze mij niet meer af.’

Een nieuw hoofdstuk

In 2011 stopt Van der Bijl met voetballen. Het is meer dan mooi geweest. Hij krijgt een afscheidswedstrijd die hem tot de dag van vandaag nog heugt. Hij is op 27 augustus van dat jaar precies 45 jaar actief voetballer geweest. Het elftal van toen (OldStars) treedt aan tegen een door Dick samengestelde selectie. Oude ploegmakkers die zijn afscheid graag kwamen opluisteren ook al waren ze soms al jaren niet meer actief op de velden. Ter gelegenheid daarvan komt er een boekje uit, stampvol foto’s. Vader Koos is ook aanwezig en verklaart trots te zijn op zijn zoon. Dat doet Dick veel: ‘Mijn vader is nooit zo van de complimenten geweest.’ Ik moest vaak van anderen vernemen dat hij best wel trots was op mijn voetbalprestaties. Na 38 jaar fulltime werken voor Heineken brak er een nieuw ‘anders actief leven’ aan. Afkicken. Cold Turkey. Dick zou Van der Bijl niet zijn wanneer hij niet  naar een invulling zocht voor de zeeën van vrije tijd. Hij schafte zich een racefiets aan en voltooide 7 keer de Toerversie van de Amstel Gold Race.

Meldde zich aan bij Tennisvereniging De Munnik en stortte zich op tennisles. Conditie? Top. Voldoening? Onvoldoende. Dan belt RCL. Er wordt een voorzitter gezocht met een voetbal- en RCL-hart. Twee harten in een boezem. Er volgen gesprekken over het leiden van een club anno de nieuwe tijd. RCL mag dan wel een amateurclub zijn, maar momenteel met een kleine 1300 leden heb je het over stevige begrotingen, over verantwoordelijkheden, over korte en lange termijn. Dick, met een decennialange ervaring in het bedrijfsleven op vele terreinen in de bagage, is de gedroomde preses voor iedere vereniging, de rol is hem op het lijf geschreven. ‘Ik ben weliswaar de aanvoerder van het bestuur, maar zonder de goede mensen om me heen, begin je ook niet veel.’

In 2018 wordt Van der Bijl met algemene stemmen gekozen als voorzitter. Een professional, een ambassadeur. Inmiddels  kan hij ook bestuurlijk lezen en schrijven met zijn mooie club medebestuursleden, die zich elk bewust zijn van hun taak. Dick is veel op de club aanwezig, praat met en luistert naar iedereen. Hij haalt graag feedback op de werkvloer. Ergens niet mee eens? Zeg het. Zijn er ideeën? Vertel ze. Er is geen drempel.

Consumentisme

Hij vertelt hoe net een nieuwe hoofdsponsor (Four IT) voor drie jaar is aangetrokken; hoe hij en het bestuur zich sterk willen maken om op 1 januari weer de traditionele Nieuwjaarswedstrijd te spelen; hoe hij en het bestuur het prachtige evenement van de Voetbalstart voor de jeugd maximaal in stand zal houden, hoe hij en het bestuur communicatie als een van de speerpunten zien en hoe hij en het bestuur dit seizoen een andere, geheel nieuwe inbreng van vrijwilligers verwacht te implementeren. Daarover vertelt Dick het volgende: ‘Het is lange tijd zo geweest dat men contributie betaalde, trainde en voetbalde en that’s it. Dat heet consumentisme. Dat kan niet meer, zeker niet bij een vereniging met de omvang van RCL. Er wordt meer van leden verwacht bij het runnen van de club.’

In de achterliggende jaren was er een vrijwilligersbeleid waarbij de mogelijkheid bestond om te verrichten werkzaamheden (commissiekamer, bar, keuken, wedstrijden fluiten, elftallen trainen, redactiecommissie etc.) af te kopen als je die niet wilde of kon verrichten. Dick: ‘Dat werkte niet. We hadden steeds meer leden die niks deden en sommigen betaalden dan ook nog niet. In het nieuwe systeem pakt een ploeg van een of meerdere elftallen de taken van de  dag op. Ze runnen de kantine, ontvangen de arbitrage en de bezoekende clubs en bedenk verder maar wat er komt kijken om een zaterdag geolied te laten verlopen. Wij van het bestuur hebben er alle vertrouwen in dat deze opzet zal werken. Sterker nog: het zal de binding met de vereniging verstevigen en mensen zullen ontdekken dat het bovendien ook leuk zal zijn. Wanneer wij dit op de juiste wijze binnen RCL communiceren, zal iedereen enthousiast zijn.’

Er wordt nog een biertje –  écht de laatste! – ontkurkt. Heerlijk Helder Heineken. Dick vertelt lachend dat hij regelmatig tegenstanders had die meer op “eenpersoonsdestructiebedrijven” leken. Gestrekte benen,  ellenbogen, je reinste aanslagen. Levensgevaarlijk. Toen hij als lichtgewicht debuteerde in het eerste elftal had hij in die jaren ploegmaat Hennie Rodenburg als “guardian angel”. ‘Als ik dan weer eens een enorme schop had gekregen, dan kwam Hennie langs om te vragen wie het gedaan had? Dan kon het 90 minuten duren, maar die kwam dan wel aan de beurt….’

Nog een “om nooit te vergeten anekdote”? Dick hoeft niet lang na te denken: ‘Dat ik ooit een opvolger zou worden van Dominee Honnef, is nooit in mij opgekomen. Het was in die jaren zeer ongebruikelijk dat een predikant voorzitter van een voetbalclub was. Hij was een fantastische voorzitter. Ik kende hem al wat beter, omdat mijn vader scriba (secretaris) van de kerkenraad was en hij dus nog wel eens bij ons over de vloer kwam. Hij bereed een Solex en droeg een lange leren jas inclusief een motorbril die tegenwoordig door de snelste jongens van de Moto GP wordt gedragen. Je moet weten dat hij nogal eens in het ziekenhuis lag. Desondanks wilde hij op de hoogte blijven van wat er in de vereniging gaande was. Op een keer werd de  dominee niet snel genoeg naar zijn zin op de hoogte gebracht van een uitslag. Belt hij mij vanuit het ziekenhuis. Het was zondagmorgen en ik lag nog in coma van een avondje stappen. Ik schuifelde naar de rand van het bed en daar meldt zich de dominee aan de telefoon. “Ik dacht dat je inmiddels wel terug uit de kerk was en wil graag weten hoe het gisteren is afgelopen?” Ik moest hem de boodschap van een 4-0 verlies overbrengen. Hoor ik “godverdomme nog aan toe” aan de andere kant van de lijn.’ Die ontboezeming werd onmiddellijk gevolgd door een reactie van zijn vrouw op de achtergrond: “Nou, nou, nou!” Mooi, hè?’

Foto’s: Archief Dick van der Bijl

Actuele foto’s: Hennie Kanbier

Fotobijschriften Dick van der Bijl

De JeugD

RCL 1

Specialties

Afscheid

Voorzitter

 

Dick van der Bijl: bevlogen, sympathiek, een luisterend oor voor iedereen en een man met charisma

Must Read