vrijdag, april 19, 2024
HomeUit de oude doosOude clubheldenOude clubheld: Rinus Duindam (DoCoS – Valken ’68)

Oude clubheld: Rinus Duindam (DoCoS – Valken ’68)

-

 

‘Q’ heeft zoveel doelpunten gescoord, dat hij de tel is kwijt geraakt

Bestemming: Valkenburg (ZH). Op bezoek bij: Quirinus Duindam, wonend in hartje dorp, dat 6145 inwoners telt. Ooit linksbenige voetballer, met een traptechniek om jaloers op te zijn. In zijn jonge jaren groenteteler die met een tuindersschuit de aardappelen, andijvie, sla en tomaten zelf naar de Leidse groente- en fruitveiling boomde, langs de klok voer, ondertussen de door hem zelf geteelde producten aan de handelaren ‘showde’, om er de beste prijs voor zijn baas mee uit te slepen. Decennialang was hij namens Sportbedrijf Leiden verantwoordelijk voor de voetbalvelden in de Mors. Quirinus is zijn doopnaam, wie zadelt in hemelsnaam een kind daarmee op? Het werd dus al gauw Rinus; bij Valken ’68 staat hij bekend als ‘Q’, een troetelnaam.

Met een tuindersboot als deze boomde Rinus in zijn jonge jaren de geteelde aardappelen, bloemkolen, tomaten en andere groente naar de groente- en fruitveiling in Leiden.

Vanuit Leiden is de afstand naar de woning van Rinus Duindam te belopen, daar hoef je zelfs niet voor getraind te hebben. Een kilometertje of zes, zeven. De route voert langs Naturalis, waar even verderop intensief wordt gebouwd en waar multinationals Leiden internationale allure geven, naam en faam. Tweemaal tweede afslag rotonde, een haarspelbocht naar links (kijk hier uit!) en men rijdt een andere wereld binnen. Terug in de tijd, lijkt het. Als vanzelf borrelen de tekst en muziek van Het Dorp naar boven, melancholisch door Wim Sonneveld gezongen. Of – meer voor de kenners – Mijn dorp in de Kempen ten gehore gebracht door de bronzen bariton van Louis Neefs. De romantische straat in het hart van Valkenburg waar Rinus huis en haard deelt met Rie, (geboren Hoppezak, inderdaad van de in toneel- en televisiekringen ‘wereldbekende’ grimeurs en verhuurders van kleding) is smal, tamelijk lang en bochtig. Een kant-en-klaar filmdecor voor een middeleeuwse productie.

Samen op de bank: Rinus en zijn Rie. Rie, geboren Hoppezak, wees de nodige aanzoeken af en koos voor Rinus. Ze zijn op weg naar 60 jaar huwelijkstrouw.

‘Rinus  is een straatje om op de fiets,’ zegt Rie. ‘Hij zal zo wel thuiskomen. Thee? Koffie? Of iets anders?’ Het wordt water. ‘Wat een drukte bij Valken ’68 en gezellig, man,’ komt de hoofdrolspeler van dit samenzijn enthousiast binnen. ‘Spelletjesmiddag voor jongens en meisjes, georganiseerd in samenwerking met de KNVB. Helemaal gratis. Je had die bekkies moeten zien.’ De grootste sportbond van Nederland trekt door het land om met  EURO2021 in het vooruitzicht met de campagne ‘Oranjefestival’ jeugd te werven. De spelers van Oranje en de Oranje Leeuwinnen zijn ook eens begonnen als jong meisje of jonge jongen bij een van de lokale amateurverenigingen. Hun voetbaldroom is immers ook ooit op deze manier gestart. ‘Heb je het bord buiten al gezien?’ vraagt hij.

Tijdens een feestavond van de familie Duindam, waarvoor ook het bestuur van Valken ’68 was uitgenodigd, werd Rinus verrast met een eigen straatnamenbord.

Omgeven door bloemenpracht hangt daar het straatnamenbord: Q.H.W. Duindamplein – Chef sportvelden Gem. Leiden 1970-1996 – Lijnentrekker v.v. Valken ’68. Hij is er terecht trots op. Het getuigt van waardering. Lijnentrekker klopt en klopt niet. Rinus deed en doet zo veel meer voor Valken ’68. Hij hoefde niet gestuurd te worden, hij ‘zag’ wat er moest gebeuren en voegde de daad bij het woord. Karel Caron, collega bij Sportbedrijf Leiden,  onder meer voormalig voetballer, oud-trainer, vertelt dat Rinus ‘multi-inzetbaar was en flexibel’: ‘Hij keek ook nooit op een uurtje meer.’

Als solist op de praatbank, met Puckie vertrouwd naast zich. Volgens Mireille, de poezenspecialist op de redactie, is Puckie een Europese korthaar. ‘Een gewone huis-tuin-en-keuken-kat, geen deftige raskat, maar wel heel lief.’

‘Vader vond ’t niets’

Duindam loopt statig, kaarsrecht,  kiest zijn woorden met zorg, moet soms nadenken om op een naam te komen. Wie niet? Hij verontschuldigt zich dat bepaalde herinneringen hem ontschoten zijn. Zoon Mark, zelf op-en-top Valken ’68,  voormalig 1ste elftalspeler, nu bedrijfsleider van Strandpaviljoen Willy Noord in Katwijk, regelde het interview en liet vooraf weten dat zijn vader en moeder ‘niet ernstig, maar enigszins met Alzheimer te maken hebben’. Daar is tijdens het gesprek niet veel van te merken. ‘Mijn vader vond het maar niets, dat ik bij DoCoS ging voetballen,’ vertelt Rinus, terwijl hij de poes Pukkie aait en Rie hem liefdevol gade slaat, samen op weg naar 60 jaar huwelijkstrouw.

Een DoCoS-team dat deelnam aan het Haring & Hutspot Toernooi ter gelegenheid van Leidens Ontzet. Staan v.l.n.r.: Matthieu van Marwijk, Bert Masurel, C. van der Krogt, Peter van der Kooy, Stan van der  Meel, S. Harteveld, M. Verburg, L.  Nederpelt, ?, Cock van Boheemen, Ton van Dinten, Hans Burghouwt; gehurkt v.l.n.r.: R. Röling, Cees Vriesekoop, E. Dubbeldeman, ?, Ruud van der Meel, ?, ?, Peter en Jos Reizevoort en…Quirinus Duindam.

‘Ik ben er nooit achter gekomen, waarom hij daar zo tegen was. DoCoS was en is een uitstekende club, rooms-katholiek zoals alles R.K. moest zijn. Zo was dat in die tijd nou eenmaal.’ DoCoS had maar één veld, niet zo’n beste doordat het de hele weekend bespeeld werd en door de week voor de trainingen. Piet van der Raadt, eens DoCoS, altijd DoCoS, zijn hele loopbaan keeper, later de gastheer aan de club verbonden, kan zijn leeftijdsgenoot nog scherp voor de geest halen: ‘Een prima kerel, die veel voor DoCoS heeft betekend. Een linkspoot en je weet: linkspoten zijn creatief.’

Rinus Duindam poseert onder het naar hem genoemde straatnamenbord, dat omgeven wordt door een bloemenpracht.

Het vlaggenschip heeft Duindam vooral vanaf de bank en langs de lijn gevolgd. ‘In het  1ste heb ik een paar keer gespeeld, ik viel dan in. Mijn kwaliteiten gingen niet verder dan het 2e. Ik vond dat prima.’ Bij hem ging het om het plezier in het spelletje. In de jeugd was Gerrit Noordman zijn leider, bij de senioren speelde hij met Willem Noordman, de broer van Gerrit. Namen die indruk op hem hebben gemaakt? Bij de vleet, een kleine greep: Bert en Piet Masurel, Bert Smit op doel, de gebroeders Wim en Theo Verplancke,  Piet Dubbeldeman, Gijs van Dam van de rijwielzaak aan het Noordeinde, de broertjes Joost en Jan van Marwijk.

Hier staat het Jeugdelftal van de Maand. Valken ’68 JO 17-1, in het oude jargon B-1, getraind door Mark Duindam (staand, uiterst links). Seizoen 2016-2017. Geen wonder dat deze B-1/JO 17-1 zo presteerde. Mark nam bij de trainingen en tijdens de wedstrijden zijn ervaring mee en deelde die met de jonge gasten.

‘Ach, Jan van Marwijk, een bijzondere voetballer,’ weet Rinus. ‘Hij liep geen meter te veel, levensgevaarlijk in de kleine ruimte. Hij had het talent om profvoetballer te worden, maar miste de ambitie.’ Jan deelde passjes uit alsof het pepernoten waren. Duindam moet er nog om lachen. Theo Verplancke, sterk op zowel het middenveld als verdedigend. Weer schiet hij in de lach: ‘In de jaren ’50 stond er aardig wat publiek langs het veld, zo’n anderhalve meter vanaf de zijlijn. Wanneer er een bal ingegooid moest worden, kon je alles horen wat er gezegd werd. Theo Verplancke moest het op een zondag ontgelden. Hij had in de gaten wie het op hem gemunt had. Op een gegeven moment ging de bal over de zijlijn, er moest ingegooid worden. In plaats van de bal naar een medespeler te gooien, gooit ‘ie hem tegen de schreeuwlelijk. De bal was zwaar en nat. Gele en rode kaarten bestonden nog niet, geloof ik. De scheids stuurde hem het veld uit. Theo onderging de beslissing gelaten, hij groette iedereen, de criticus in het bijzonder, met een handdruk.’

Nieuw avontuur

Omdat de vrienden van Rinus Duindam bij Valken ’68 gingen voetballen, vroeg hij – Valkenburger in hart en nieren – overschrijving aan. Het hoofdstuk DoCoS, dat hem van de Haagweg via de Kikkerpolder naar de Mors voerde, werd afgesloten, er kon aan een nieuw avontuur worden begonnen. ‘Het was thuis komen voor hem,’ zegt men bij Valken ’68. ‘De dorpse sfeer, het ons kent ons daar voelde en voelt hij zich prettig bij.’ Waar vind je een voetbalclub waar de voorzitter aan het hoofd gaat om bij voorbeeld met Kerstmis kransen te gaan bezorgen bij de vrijwilligers? ‘Nergens’, knikt Rinus. Hij komt op stoom: ‘Op het veld aan de Broekweg heb ik gespeeld, niet te vergelijken met het complex waar wij nu voetballen. Ik was linksbenig, met rechts kon ik er geen hout van. Ik scoorde aan de lopende band. Hoeveel? Ik ben de tel kwijt geraakt. Haha.’ Een ego is hij niet geweest, wil Duindam duidelijk gezegd hebben. ‘Ik gaf de ballen vaak zo voor, dat ze het voor het inkoppen hadden. Scherpe voorzetten, het woord assist kenden we toen nog niet.’

Rinus Duindam krijtte de lijnen. Ook stak hij de graskanten netjes af, wiedde het onkruid, bestraatte de paden en signaleerde snel wat er nog meer moest gebeuren.

Mark komt binnen, hij had graag de hele middag bij het interview willen zijn. Maar dat lukt niet, het is een drukte van belang in Strandpaviljoen Willy Noord nu de coronaregels versoepeld zijn. ‘Pa, heb je Cees al verteld over die mollen,’ vraagt hij. ‘Dat is een geweldig verhaal.’ De oud-‘veldenspecialist’ van Sportbedrijf Leiden: ‘Dat is inderdaad interessant. Wanneer je op een veld lijsters ziet zitten, weet je dat mollen aan het  graven zijn. Mollen kruipen onder de grond, ze verplaatsen aarde, dat  omhoog komt. Vandaar die molshopen. Wanneer aarde in beweging komt, komen wormen ook in beweging. Ze kruipen omhoog. Lijsters wachten op het moment dat wormen zich een beetje laten zien en happen toe.’ Kent Rinus het verhaal van de man die ook de velden bijhield en met een staalhard gezicht beweerde dat hij de mollenplaag had opgelost door ze ‘levend te begraven’?

Ondanks zijn gerespecteerde leeftijd maakt Rinus Duindam nog steeds zijn rondjes op de fiets. Het spijt hem dat Valken ’68 alleen maar kunstgrasvelden heeft. Daardoor is een deel van zijn vrijwilligerswerk weggevallen.

Hij moet er smakelijk om lachen. Bij Sportbedrijf Leiden heeft Rinus jarenlang de velden gekeurd. Tientallen voetbalvelden, 7 aan de Boshuizerkade, 7 in de Kikkerpolder, 3 bij Roodenburg in Noord en nog eens een stuk of 7 in de Mors. Stipt 8 uur begon hij zijn wekelijkse tournee. Soms was er sprake van enige wrijving. Duindam: ‘Wanneer het ’s nachts flink geregend of gevroren had, stonden de velden bij mijn keuring blank of was er door ijsvorming niet op te spelen. Ik keurde dus af. Het kon weleens voorkomen, dat later op de dag het water zijn weg min of meer had gevonden en het zonnetje het veld enigszins speelbaar maakte. Voetballers willen voetballen. Dus werd ik gebeld. “Rinus, wat maak je ons nou, het veld ligt er prachtig bij”, kreeg ik dan te horen. Dan moest ik tekst en uitleg geven. In de meeste gevallen was er begrip en kwam het wel goed. Iedereen wist dat ik ook een voetballiefhebber was.’

Er is weer gescoord, de spelers zijn uitzinnig. Aanvoerder Mark Duindam (rechts) volgt het schouwspel met tevredenheid.

Rinus is ook grensrechter geweest, assistent-scheidsrechter zegt men tegenwoordig. ‘Dat klopt,’ bevestigt hij. ‘Als grensrechter heb je geen eenvoudige taak. Meestal doe je het verkeerd. Tenminste naar het oordeel van de spelers. Vlag ik voor de overtreding van de één werd ik vernietigend aangekeken, vlagde ik voor buitenspel had ik het ook verkeerd gezien natuurlijk.’ Duindam heeft altijd naar eer en geweten gevlagd, maar werd weleens op de proef gesteld  wanneer door een beslissing van hem Valken ’68 de bietenbrug over ging. Zo weleens puntjes gesprokkeld voor de club? Geen antwoord. Er komt een foto op de tafel, Rinus duwt het kalkkarretje en trekt lijnen. Een precies werkje, hij weet dat velden moeten voldoen aan bepaalde afmetingen. Hij week daar geen centimeter van af.

Na de gewonnen finale nacompetitie tegen Lyra op neutraal terrein bij Wilhelmus rennen Frank Duindam en Floor van Duijn juichend en zwaaiend met de vlag langs de enthousiaste meegereisde supporters.

Iconen Frank en Mark

Rie Duindam – geboren Hoppezak – vertelt graag dat ze ‘zo’n 16 jaar’ in het bowlingcentrum van Menken heeft gewerkt, als ‘jong ding’ horecaervaring opdeed bij Avifauna, ‘één gulden voor een uur’. Veel jongens hadden een oogje op ‘die leuke meid’ en wilden afspraakjes met haar maken. Heel wat jongens heeft ze, kritisch als zij was, afgewezen. Het werd dus Quirinus uit Valkenburg, die iets had wat andere jongens misten. Hij alleen mocht haar naar het altaar geleiden. Puckie aaiend kijkt hij met een verliefde blik naar zijn nog steeds aantrekkelijke donkerogige vrouw. Rie neemt resoluut het woord, ze wil graag kwijt dat haar vader Gerard in 1917 zijn bijzondere bedrijf begon met de verhuur van toneelkostuums en pruiken. Hoe de naam Hoppezak steeds meer rondzong en nu wel met 80.000 kostuums en 3000 pruiken het grootste gespecialiseerde bedrijf in de branche is. Na vader Gerard kwam broer Wim (met de flamboyante snor) aan het roer en na diens overleden wordt de zaak nu aan de Pieterskerkgracht geleid door André, de derde generatie.

‘Hoppezak smeert je nooit een Hobbezak aan,’ laat Rie wervend opschrijven. ‘Wanneer voetbalclubs straks weer feesten organiseren, kun je er een thema aan geven. Piraten, zeemannen, Hawaii, noem maar op, voor alle dames en heren zijn er uiteenlopende uitdossingen, inclusief accessoires.’ Genoeg reclame gemaakt. Er valt plots een stilte, dan komen de zonen Frank en Mark ter sprake, die  jarenlang in de hoofdmacht van Valken ’68 speelden.

De helaas veel te vroeg overleden Frank Duindam, jarenlang een stevige maar faire voetballer in het vlaggenschip van Valken ’68. Trapvast als geen ander.

En hoe! Hun namen schallen nog steeds op Sportpark ’t Duyfrak. Ze worden bestempeld als ‘iconen’, zoals je ze zelden nog bij verenigingen aantreft. Frank overleed op 6 maart 2008. Het volgende werd toen in het clubblad opgetekend:

  In memoriam Frank Duindam (38)

          Donderdag 6 maart overleed op jonge leeftijd de pure clubman

          en oud-selectiespeler Frank Duindam. Frank droeg vanaf de

          jongste jeugd, vaak samen met zijn broer Mark, het shirt van

          zijn club en was daarnaast een actief verenigingsman, o.a.

          als organisator en sponsorwerven.

          van zijn achttiende tot zijn vijfendertigste met tussenpozen

          maakte de balvaste en kopsterke aanvaller deel uit van de

          selectie. Hij maakte in die periode zo ongeveer alle

kampioenschappen en promoties van de club mee. In 2005

          nam hij afscheid, maar bleef actief in het lagere senioren-

          voetbal. Dinsdag jl. werd de vader van een dochter en een

          zoon plotseling onwel en opgenomen in het ziekenhuis. Het

          verlies van Frank is binnen Valken ’68 ingeslagen als een bom.

          De gedachten en het meeleven gaan uit naar Angelique, de

          kinderen Amber en Stan, vader en moeder Rinus en Rie, broer

          Mark en de verdere familie. (Daniël Klein)

Piet van de Raadt (86): ‘Ja, ik herinner mij Rinus Duindam nog heel goed. Een prima vent. Ik stond op doel en Rinus speelde op links, hij was een echte linkspoot en behoorlijk snel. Ik weet nog dat zijn voorzetten loepzuiver waren. Dat alles speelden zich af in junioren en de 1ste jaren bij de senioren. Net als hij stond ik sporadisch in het 1ste elftal. Overigens geen drama. Wat ik niet precies voor de geest kan halen is of Rinus mee ging op sportkampen van de NKS in Vught. Het moet bijna wel. Gerrit Noordman trad op als jeugd- en kampleider. De namen van Wil Kok, Ad Omtzigt en Jantje Groenewegen kent hij nog wel. Dat waren feestfiguren. ’s Avonds in de tent hebben we wat afgelachen. Nee, foto’s van elftallen van de kampen werden niet gemaakt. Wat dat betreft leven wij nu in andere tijden, met die digitale camera’s. Doe Rinus de groeten van mij.’

Karel Caron: ‘Wat een man, Rinus. Erg aardig en sociaal in de omgang. Een uitstekende kracht van Sportbedrijf Leiden, waar ik ook werkzaam ben geweest. Een ‘losbol’ was hij niet, maar serieus. Hij stond voor zijn werk. Rinus deed altijd meer dan in zijn functieomschrijving stond. Rinus was verantwoordelijk voor veel velden, zoals anderen dat ook waren. Hij voelde zich er ook persoonlijk verantwoordelijk voor dat ze piekfijn werden onderhouden. Het waren ZIJN velden. Ook kon hij enthousiast uitweiden over de geur van gras. Begin met hem niet over mollen die velden ruïneren, hij weet er alles van. Rinus zou op het onderwerp mollen kunnen promoveren. Rinus Duindam sprong ook vaak bij als beheerder van Vijf Meihal, waar toen onder andere topbasketbal gespeeld werd door Parker en later Elmex. Iedere thuiswedstrijd was de uitverkochte hal gevuld met uitzinnige supporters, die onder meer door onze Rinus wat in toom gehouden moesten worden. Omdat Rinus ook vrij bekend was bij de voetbalfans die ook wild enthousiast waren voor het basketbal, lukte hem dat vrij behoorlijk. Verder was Rinus belast met het bijhouden van de grasvelden en de borders van het zwembad De Vliet. Ook dat deed hij op z’n Rinus, dus puik.’

Jaap Janssen (voorzitter Valken ’68): ‘Er valt enorm veel over Rinus  te vertellen, een vrijwilliger van Valken ’68, die van onschatbare waarde is. Iedere vereniging is afhankelijk van goedwillende mensen die op ieder moment klaar staan voor hun  club. Rinus is zo’n man. Zeer veelzijdig in zijn werkzaamheden: het krijten van de lijnen op de velden, de graskanten netjes afsteken, onkruid wieden, het bestraten van de paden en verder alles wat er op zijn pad komt.

Rinus Duindam staat wijd en zijd bekend als de ‘mollenspecialist’. Hij weet ze te traceren, onschadelijk te maken en af te voeren. Voorzitter Jaap Janssen huldigde de mollenspecialist en overhandigde hem een gouden mollenklem.

Rinus is geen drukke prater, Rinus laat het liefst zijn handen praten en daar zijn wij zeer blij mee.  Rinus als mollenvanger heb je met hem besproken, neem ik aan. Ook in het dorp was dit bekend. Rinus heeft bij veel mensen de tuin kunnen redden door de mollen snel te vangen en uit te schakelen. Dat leverde Rinus hier en daar natuurlijk wel een flesje jenever op. Voor wat, hoort wat! Voor al zijn vrijwilligerswerk is Rinus benoemd tot Erelid van Valken ’68. Hij was daar zeer van onder de indruk en zeer trots dat hij deze titel kreeg.’

Rinus Duindam is geen prater, hij liet zijn handen praten. Jaap Janssen is een vlotte en amusante spreker. Hier spreekt hij Rinus toe en benoemt hem tot Erelid van Valken ’68. Rinus is onder de indruk en trots op de hoge onderscheiding.

Foto’s: Rinus, Rie en Mark Duindam en anderen

Actuele foto’s: Mark Duindam

Must Read