‘Een scheids die uren onderweg is om te fluiten geef je toch een broodje kroket’

Oude clubhelden: Gerard, Martin en Jan Volwater

Op tal van voetbalvelden, in sportkantines, bij toernooien of tijdens andere sportevenementen hebben ze van zich doen spreken. Actief voetballend, als vlagger razendsnel flitsend langs de lijn of als leidsman de diagonalen lopend zoals het in de KNVB-boekjes zo helder wordt omschreven. Gerard, Martin en Jan Volwater. Een trio voetballiefhebbers – liever: voetbalfanaten – zoals men zelden nog tegenkomt. Bij menigeen staan ze bekend als Kwik, Kwak en Kwek, de wereldberoemde stripfiguren, ooit in de Walt Disney Studio’s (Hollywood) bedacht.

De voetbalwereld kent Gerard Volwater als Bambi. De spelers van de selectie van Roodenburg lieten voor hun leider een jack maken met op de rug de bijnaam. Sympathiek.

De mannen hebben ook bijnamen die reeds lang hun échte voornamen in het vergeetboek deden belanden. Gerard is Bambi, Martin wordt koesterend Flappie genoemd en Jan is Mack gaan heten. De helaas veel te vroeg overleden vierde broer Ronald werd treffend Mini Mack gedoopt.

Martin (Mart of Flappie) Volwater is de rustigste van de Drie Musketiers. Hij floot of vlagde wel drie wedstrijden op één dag.

De heren, inmiddels enigszins op leeftijd, zijn om uiteenlopende redenen wel en niet meer op zaterdag en/of zondag op of langs de groene mat te bewonderen. Hoe zit dat? Het interview vindt op twee verschillende locaties plaats. Gerard (ook wel kort ‘Geer’, wie naar zijn vrouw Wilma luistert) en Martin (met ’Mart’ wordt hij door zijn Carla aangesproken) ontmoet de verslaggever van LeidenAmateurVoetbal in de Leidse Formosastraat; Jan in zijn met klokken behangen appartement aan de Houtschans in Leiderdorp. Twee levendige sessies. Eén gesprek met de Drie Musketiers lukt niet tot stand te brengen, dus ook niet de zo gewenste foto met de armen om elkaars schouders. Om dat voor elkaar te krijgen moet zwaarder geschut in stelling worden gebracht, Het Familiediner van de EO lijkt daarvoor het meest geschikt.

Op de step met vriendjes in Achthoven. Gerard Volwater als snelheidsduivel.

Drie broers,  drie karakters

Gerard is zojuist thuis gearriveerd. Hij is een -manusje-van-alles bij Roodenburg. Als lid van de schoonmaakploeg zorgen hij, kleinzoon Radley en Johan van der Bogaerd, Bram Pardon, Maarten van Kooperen, Ger Schoonderwoerd den Bezemer en Bart Kok dat het er bij de club in Noord zo Pietje Precies mogelijk uitziet. De mannen trekken de lijnen, gaan als Miep Kraak op maandagmorgen door de kleedkamers, ruimen lege flesjes en sigarettenpakjes op.

‘Jochie’ Jan Volwater op zijn zondags

Gerard doet de was, inclusief zijn eigen kleren, die hij daar laat drogen. Zoals vandaag. Martin heeft in de comfortabele bank plaats genomen en bekijkt de wisselende taferelen met een verrassende nuchterheid. Martin is de rustige Volwater, niet van zijn stuk te brengen. Jan, waar LAV later aanlegt, is ‘iets’ onrustiger, hij praat veel, gebaart uitbundig en laat geregeld een luide lach horen. Zijn credo: Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Gerard houdt het midden. Een andere levensles: Neem iedereen zoals hij is. Gerard, de oudste van de drie heeft duidelijk iets, waaraan de leider is te herkennen. Autoriteit door zijn optreden. Weet ook wat er gezegd en opgeschreven mag worden. Hij waakt ervoor dat reputaties worden beschadigd. Dan is hij bij LAV aan het juiste loket.

Gerard (Geer, ook wel Bambi) Volwater, een serieuze blik. Gerard stond zijn hele voetballoopbaan op doel. Waarom? ‘Ik kon niet voetballen.’

Calvin Rijsdam, de 21-jarige kleinzoon van Gerard, voetbalt in de hoofdmacht van Roodenburg en geeft training aan de jeugd. Ricardo Onderwater, ook 21 jaar, die in dezelfde klas van het Da Vinci College als Calvin heeft gezeten, speelt in MMO 1. Ricardo en Jan zijn maatjes, vrienden, spreken dezelfde voetbaltaal.

Calvin Rijsdam, de kleinzoon van Gerard Volwater, speelt in het eerste van Roodenburg. Ook geeft Calvin training aan de jeugd.

Dat verbaast niet, de Volwaters hebben kijk op het spelletje. ‘Ik ben Ricardo’s manager,’ grinnikt Jan LAV praat dus met drie broers, drie karakters, het beetje stijfkoppig zijn ze alle drie, maar ze delen één passie: voetbal.

Vrijwilligers van Roodenburg, altijd paraat voor hun club. Van voor naar achter: Gerard Volwater, Johan van de Bogaerd, Maarten van Kooperen, Bart Kok, Bram Pardon; op rechts: Gerards kleinzoon Radley en Ger Schoonderwoerd den Bezemer.

Voddenboer Gijzenij

Van Gerard is de uitspraak dat een scheidsrechter op een persoonlijke wijze ontvangen behoort te worden. Dat waren ze bij Roodenburg volmondig met hem eens. Sindsdien is Bambi niet alleen begeleider van het vlaggenschip, maar ook gastheer van het eerste elftal. Hij heet de arbiter welkom, brengt hem via de bestuurskamer naar zijn eigen kleedkamer, schenkt een kopje koffie, met/zonder gevulde koek. ‘Dat wordt heel erg gewaardeerd is mijn ervaring,’ vertelt hij. Wil jij echt niks  anders drinken dan water, vraagt hij. Nee, water is Ok. ‘Als je maar niet opschrijft dat jij bij ons alleen maar water hebt gekregen,’ waarschuwt hij.

Jan Volwater kon als scheidsrechter uit verschillende tenues kiezen. Daarmee liep hij vooruit op latere ontwikkelingen. Nu hebben scheidsrechter rekken vol kleding. LAV kiest voor ‘helemaal in het zwart’.

‘Om terug te komen op de scheidsrechter, het komt voor dat ze na een wedstrijd wel een koppie thee krijgen, maar eigenlijk zijn  ze toe aan iets eetbaars. Kijk, zo’n man komt misschien uit Den Haag of van verder weg, is uit en thuis uren onderweg, dan kun je hem op zijn minst een broodje kroket aanbieden. Dat doen wij.’ Dan vertelt Geer met een schaterlach dat hij is gaan keepen omdat hij niet kon voetballen. ‘Weet je van wie ik mijn eerste voetballenschoenen heb? Van voddenboer Gijzenij van de Oude Vest. Gratis. Daar werkte mijn vader, hij mocht ze meenemen.’ Keepen deed Gerard in een zijn ‘overhempie’. Gijzenij had al een Kringloopwinkel, toen niemand nog aan dat fenomeen dacht of zo noemde.

De rapporteur van de KNVB adviseerde om bij een lichte overtreding zacht te fluiten, bij een zware overtreding vooral lang en snerpend te blazen. Volgens Jan Volwater was de man ‘van het padje’.

Buren haalden bij hem een koelkast, stoelen, tafels, die kostten een grijpstuiver. Een trainingsbroek voor Bambi? Ook van Gijzenij. Hoe komt hij eigenlijk aan de grappige bijnaam Bambi? Hij weet het nog precies: ‘Ik ben in Achthoven geboren. Daar voetbalde RCL. Met een jaar of 2/3 liep ik van huis tot aan het hek van  RCL.

Hier voelt Jan Volwater zich het lekkerst, in de kleedkamer, waar hij zich rustig kan voorbereiden op weer een stevige pot.

Daar liepen, hoorde ik later, jongens als Henk Fakkel en Koos de Boer. Ze zagen mij staan en riepen: ‘Daar staat Bambi.’ Sindsdien heet ik zo. Wist ik veel wie Bambi was. Later heb ik de film in Trianon gezien. Zielig verhaal, ik huilde tranen met tuiten.’ Veel namen zijn hem ontschoten, die van Rini van der Zwart en Leo van der Berg heeft hij onthouden. Eén van  zijn leiders heette Willem Rietveld, die veel RCL heeft betekend. Over vader Tinus en moeder Neeltje kan hij het nodige vertellen. Geer houdt het echter op moeder die kleren in de Rijn waste.

De familie Van der Geest (Van der Geest Autoschadebedrijf, sponsors). Het 2de elftal van RCL. Staand v.l.n.r.: Wim Nobbe, Marco Barendse (overleden), Loek Favre, Tim ?, Alewijn Moraal, Johan van Osnabrugge, Gerard Volwater (Bambi), Ron Sterk (geblesseerd), Jan Nonkes (trainer); gehurkt v.l.n.r.: Jeroen Blokhuizen, Dick van der Bijl, Paul Dijkman, Richard Ederveen, Hans Kolenbrander, Sieto Schalkers.
Roodenburg zaterdag 2 – 1996-1997. In dit seizoen liep Gerard Volwater op hoge snelheid langs de lijn. Staand v.l.n.r.: Ron Hoogendam, Remco Hommerson, Jacco van Staalduinen, Marc Ravensbergen, Jeroen Philipse, Jeroen de Faber, Hendrik van Amsterdam, Maurice de Roode, Eric van Maanen, Prem Gharbaran, Jan Lovink (trainer); gehurkt v.l.n.r.: Gerard Volwater (grensrechter), Tjeerd den Os, Björn van Reeden, Robert Brandt, Patrick van der Wiel, Remco Kapaan, Delshad Amin, Robert Pattiapon, Jan van der Wiel (elftalleider).

‘Aan de wandel, Flappie’

Over kleren gesproken, Flappie – vernoemd naar het droevige liedje van Youp van ’t Hek of de ballonnenclown van De Efteling? Martin kreeg een echt tenue. Daarvoor gingen zijn moeder en hij naar Wout Bergers Sport aan de Haarlemmerstraat. ‘Daar kon je nog een beetje over de prijs praten. Riep mijn moeder: ‘Wout, wat moet dat kosten?’ Dan kwam hij erbij staan, keek wat we kochten en zei dan: ‘Doe er maar tien procent van af.’ Iedereen blij, mijn moeder vooral, had ze toch maar mooi voor elkaar gekregen.’ Mart moet glimlachen: ‘Later hoorde ik dat wanneer je van RCL was altijd korting werd gegeven.’

Gerard Volwater: ‘Ik heb nooit het eerste elftal gehaald, ik had altijd betere keepers voor mij.’

Terwijl Bambi bleef keepen – het overhempie inmiddels vervangen door een zwarte trui – ging Flap het veld in. Hij begon in C en stoomde op naar A, om in de Senioren zijn wekelijkse partijtje te spelen. Niks prestatie, louter plezier. In zijn voetbalperiode viel Flap op door zijn rust. Hij stond niet bekend als een druktemaker. Schreeuwen naar spelers deed hij niet. Foeteren wanneer een aanval op niets uitliep, het kon hem niet opwinden. Hij hoefde niet in militaire, doorgaans een vervelende onderbreking van waar je mee bezig bent. Waarom geen soldatenkloffie? Flap schiet uit zijn slof: ‘Ik was te scherp. Haha.’ Een naam die Flappie nooit vergeten zal is die van Ab Pruis. ‘Hij woonde aan de Lindenlaan,’ vertelt hij. ‘Bij hem verzamelden wij wanneer we uitspeelden. Bij slecht weer konden we allemaal binnenkomen om te schuilen.’

Martin Volwater: ‘Als pensionado kun je in een zwart gat belanden. Daar kruip ik nu uit. Ik ga wandelen en kan al een beetje koken, eieren bakken en koken. Haha.’

Nu hij een pensionado is, heeft Mart met het beruchte ‘zwarte gat’ te maken. Voetballen, vlaggen en fluiten zijn er niet meer bij. Er moet toch wat gebeuren. ‘Eerlijk gezegd ben ik een beetje lui,’ klinkt het dan eerlijk. Hij krijgt het advies om te leren koken (‘Begin gewoon met een eitje te bakken’). Of ga wandelen met mensen van jouw leeftijd die ook altijd gevoetbald hebben. Waar? Elke donderdag bij Roodenburg. Jan Lovink regelt dat. Flap denkt na, dan zegt hij met enige aarzeling: ‘Ja, ik denk dat ik Jan eens zal bellen.’ Geregeld. Plompverloren valt de naam van Phil Verstraaten, tientallen jaren bekleedde hij de functie van voorzitter bij Lugdunum. ‘Wist jij dat niet?’ vraagt Gerard stomverbaasd, ‘Phil heeft jarenlang bij RCL gevoetbald.’ Waarom is hij dan overgestapt naar de Kikkers? Gerard: ‘Dat weet ik niet, vraag het hem zelf maar.’ Maar Phil woont geloof ik de meeste tijd van het jaar in Spanje. Gerard: ‘Bestaan er geen telefoons meer dan?’

Jan ‘Mack’ Volwater roffelde er bij diverse korpsen lustig op los.

‘Houthakker’ Mack

Toen een KNVB-rapporteur Jan Volwater als scheidsrechter moest beoordelen, gaf hij het volgende advies: ‘Bij een lichte overtreding zacht fluiten, bij een zware overtreding hard, doordringend en aanhoudend fluiten.’ Volgens de geblokte Leiderdorper moet de man op dat moment ‘van het padje’ zijn geweest. Hij kan er nu om lachen, toen even niet. In de wedstrijd tegen Spijkenisse moest hij van de trainers/leiders Japie Anker en Jan  de Lange niet vlaggen maar invallen en werd op de als ‘levensgevaarlijk’ bekend staande George Ades gezet. ‘Zit hem op de hielen, geef hem geen centimeter de ruimte, volg hem desnoods naar de WC,’ luidde de opdracht van Japie en Jan. Hij voerde de instructie vlekkeloos uit: ‘George heeft de volle negentig minuten niet gehaald, dat begrijp je. Toen Spijkenisse bij ons op bezoek kwam, herkende hij mij nog en hoopte dat ik niet opgesteld zou worden. Wat dat betreft kon ik hem geruststellen.’

Trommelaar Jan Volwater blijft thuis volop oefenen. ‘Ze noemen me een houthakker, ’t zal aan mijn reet roesten, wat men vindt.’

Twee anekdotes uit het avondvullende repertoire van Mack. Natuurlijk hij voetbalde, vlagde en floot, maar in feite is Jan een ‘amuseur’, iemand die aan tekst niets tekort komt en graag voor de gulle lach gaat. De feestartiesten De Lenco’s en De Rijnsons noemt hij dan ook ‘mijn beste vrienden’. Helaas is Lenco’s drummer Nico de Jong – van wie hij ooit les kreeg – niet meer onder ons, Jan betreurt dat nog elke dag. ‘Er waren mensen die vonden Nico geen drummer maar een houthakker, mij ook trouwens. ’Een beste vriend is ook Dick van der Bijl. De huidige RCL-voorzitter stond hem in cruciale momenten terzijde en sleepte hem door menige crisis. ‘In geval van nood kan ik Dick bellen, ook ‘s nachts. Daar ben ik hem dankbaar voor.’

Jan Volwater: ‘Ik wil alleen op de foto met mijn vriend van MMO, Ricardo Ouwerkerk. Trouwens, wat schuift dat?’

Jan is ook muzikaal, Op Volle Toeren-liedjes zingt, fluit of neuriet hij feilloos mee. Als trommelaar bij de Leiderdorpse Drumband (onder leiding van Bert Jägel) en later bij De Rijntamboers (met dirigent Jacques Kriek) en Con Bravura (met Mandy van der Wal voor de groep) heeft hij ontelbare uren muziekplezier beleefd. Daar kwam een einde aan toen Con Bravura fuseerde met Tamarco. Daar voelde Mack zich niet thuis, geen binding weet je wel en hij stopte. Op de door hem zelf betaalde trommel wordt nog regelmatig geroffeld, want trommelaar blijft Jan tot in zijn graf. Geen hard feelings overigens wat Tamarco betreft. Ze doen het goed en hebben nu ook een zitorkest.

De droom van iedere voetballer: ooit op een voetbalplaatje te worden afgedrukt en geplakt te worden in een heus album. Ricard Ouwerkerk is dat gelukt. Nu gaat hij de vriend van Jan Volwater stappen maken bij MMO.

Hoogtepunten in zijn loopbaan als grensrechter? ‘Excelsior, die van de KeukenKampioen, tegen RCL, Ajax van Tonny Bruins Slot en Feyenoord met trainer Mario Been. Onvergetelijk.’ Weer schaterlachend: ‘Ik ben op mijn hoogtepunt gestopt.’ Evenals Gerard en Martin vlagde of floot Jan wel drie wedstrijden op één dag. Bij toernooien wel meer. Flappie had nog eens een wedstrijd geleid en ging samen met de voorzitter van de tegenpartij naar de bestuurskamer om de ontmoeting administratief af te wikkelen: ‘De voorzitter kreeg een biertje en ik niet. Demonstratief gaf hij het flesje aan mij door en zei: ‘De scheids heeft uitstekend gefloten.’ Het bestuurslid – nee, ik noem geen naam – gaf geen krimp. Nee, zo ga je niet met mensen om.’

LAV-verslaggever Cees Mentink wil weten hoe Gerard Volwater een strafschop wist te stoppen ‘met zijn kont’.
Rens van der Zwet maakte deel uit van het keepersklasje van Gerard Volwater bij Warmunda. Nu staat Rens onder de lat in het eerste van de club. Negen jaar verzorgde Gerard bij Warmunda de keeperstraining. ‘Een heerlijke periode was dat,’ zegt hij.

Dan moet Gerard (73) nog vertellen over hoe hij ooit een strafschop ‘met zijn kont’ heeft gestopt en over de voetbalvorderingen van kleinzoon Calvin Rijsdam bij Roodenburg,  Martin (68)  over een tijdje hoe het wandelen hem vergaat, en Jan (66) of hij daadwerkelijk Ricardo Ouwerkerk heeft weten op te stuwen naar een spelbepalende niet meer weg te denken plek in MMO, de club die het talent zegt ‘nooit te zullen verlaten’. Deze en andere verhalen, ze moeten wachten tot een volgende keer, wanneer Dick van der Bijl, Jan Lovink of wie dan ook erin  is geslaagd van Kwik, Kwak en Kwek een drie-eenheid heeft weten te smeden, zoals Walt Disney dat ooit heeft bedoeld.

Vrienden voor het leven. Ricardo Ouwerkerk en Jan Volwater. Ricardo verhuisde van RCL naar MMO in Hoogmade. In dit gezellige dorp woont zijn bloedmooie Romy. ‘Hier ga ik nooit meer weg,’ straalde de talentvolle voetballer.

Foto’s: Archief LeidenAmateurVoetbal e.a.

Actuele foto’s: Wilma Volwater, Romy van der Pouw Kraan, Ricardo Ouwerkerk, Hennie Kanbier, Johan Kranenburg.

Dick van der Bijl, (voorzitter RCL): ‘Leuk en tevens een goede zaak dat LeidenAmateurVoetbal een artikel wijdt aan het illustere drietal Volwater. Dat verdienen Gerard, Martin en Jan. Zij hebben veel gedaan bij zowel RCL als Meerburg. Meestal in de rol van scheidsrechter en grensrechter. ‘Gouwe ouwen’ klinkt  wel van  deze tijd, maar is een beetje veel Popie Jopie. ‘Gouden mannen’ is juister. Ik wens iedere vereniging zulke gepassioneerde vrijwilligers toe.’
Sieto Schalkers (links), het slangenmens, bij elke tegenstander gevreesd om zijn 3-dubbele schaar: ‘Ik heb goede, ook hilarische herinneringen aan de Volwaters. Samen met anderen kan daar een boek over geschreven worden dat als broodjes over de toonbank zal gaan. Een anekdote uit het grote repertoire: ‘Op een donderdagavond gingen we na de training huiswaarts. Het sneeuwde die avond heel hard. Toen we de kantine uitkwamen zagen we een oranje bolletje boven de sneeuwrand uitkomen. Wat bleek, het was de helm van Gerard die vergeten was het slot van zijn brommer te halen en er overheen was gekukeld en in een diepe slaap was gevallen. We hebben hem uit de sneeuw bevrijd en weer met een paar koetsiertjes in de kantine opgewarmd.’ Prachtige tijden. Toen gebeurde er nog eens wat. Haha.’
Voetbaltrainer Jan Nonkes (o.m. RCL, LSVV ’70): ‘Gerard Volwater, wie kent Bambi niet. Hij heeft een liefesrelatie met Roodenburg en RCL. Onalngs sprak ik hem nog, Gerard als begeleider van Roodenburg 1 en ik als trainer van LSVV 1. In de lange periode dat hij en ik bij rcl waren, hebben samen veel opgetrokkewn. Gerard was er altijd, heeft veel teams (jeugd en senioren) begeleid, als leider, scheids- en grensrechter. Gerard mopperde soms wat en had zijn opmerkingen, maar was nooit kwaad. De derde helft was ook altijd belangrijk voor hem. Komt hij nog steeds op ee brommertje aangesjeesd?’
Jan Lovink over Gerard Volwater en kleinzoon Calvin Rijsdam: ‘Een man als Gerard wil je graag – in het bestuur of als trainer bij een team – in jouw vereniging hebben. Wanneer anderen hun partij op zaterdag hebben gespeeld, is het Gerard, die op zondagmorgen vroeg er voor zorgt, dat hun tenue weer gewassen is. Datzelfde geldt voor het trekken van de lijnen op de grasvelden. Vrijdagmiddag is hij vaak nog lang in de weer, ook om de lijntjes op het veld te zetten. En zonder die lijnen kan er op zaterdag niet gespeeld worden. Calvin is net als zijn opa een sociaal iemand, een vrijwilliger die er staat voor zijn club. Twee keer per week traint Calvin een jeugdteam, op zaterdag begeleidt hij zijn jongens en meisjes en soms draait hij een kantinedienst. Gerard en Calvin, zulke vrijwilligers zorgen er voor dat een vereniging draaiend kan worden gehouden.’

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!