zaterdag, april 27, 2024
HomeZaterdag3e Divisie, hoofdklasse en eerste klasseBart Jansen ziet veel kansen en voordelen bij ROAC

Bart Jansen ziet veel kansen en voordelen bij ROAC

-

Eerder in de week kwam eersteklasser ROAC naar buiten met nieuws over de opvolger van Gidon Reinders Folmer die de club na dit seizoen de rug toekeert. De Rippers zijn uiteindelijk uitgekomen bij Bart Jansen, die daarmee minimaal drie stevige concurrenten achter zich liet. De in Hillegom woonachtige oefenmeester kende de club al langere tijd en popelt om straks aan de gang te gaan bij de paarswitten die de thuiswedstrijden spelen op het Hertogspark.

Jansen was van 2014 tot en met 2017 trainer van Pancratius in Badhoevedorp en zat tot het einde van het vorige seizoen op de bank bij DSOV. In zijn eerste jaar bracht hij de ploeg uit Vijfhuizen van de tweede naar de eerste klasse. In het huidige seizoen hoeft hij zich even niet te bekommeren om een opstelling, want de trainer koos bewust voor een sabbatical. Even afstand nemen, tijd voor het gezin inruimen, hier en daar een wedstrijdje meepakken en de batterij opladen. Die is weer vol en Jansen begon het trainersvak ook weer te missen. Buitenom de genoemde clubs werkte hij geruime tijd in Amerika. Hij maakte daar letterlijk en figuurlijk veel vlieguren en met zijn ervaring opgedaan overzee en in Nederland maakt hij zich nu gereed voor een avontuur bij ROAC.

Afgelopen dinsdag kwamen de club en Jansen tot een akkoord en aan beide kanten heerste een overtuigend goed gevoel voor wat betreft de samenwerking na het lopende seizoen. Onze redactie nam contact op met de trainer en kwam een hoop meer te weten. ,,Het contact is in eerste instantie gelegd door Hein Leliveld, de trainer die hier met succes heeft gewerkt. Hij vroeg mij of ROAC iets voor mij zou zijn. Ik kende die club al omdat ik er tegen gespeeld heb in de tweede klasse C met DSOV. Destijds maakten zij op mij een gedegen en goede indruk. Ik was dus zeker meteen geïnteresseerd naar deze club. Hein kende ik ook al langer en van hem kreeg ik louter positieve verhalen mee. Het is dus bijzonder aangenaam dat we elkaar gevonden hebben.”

Het trainersavontuur voor Jansen begon pakweg dertig jaar terug. ,,In die jaren kwamen veel Amerikanen over naar Europa in de zomer en via trainingskampen kwam ik daarmee in aanraking. Er werden dan toernooien gespeeld op diverse locaties en ik kreeg het idee om ook eens die kant op te gaan om mij meer te verdiepen in de voetbalwereld daar. Ik rondde mijn studie af en ben daar eerst zes maanden heen gegaan. Ik heb daar zelf gespeeld, maar rolde ook het trainersvak in. Dat waren echt hele mooie tijden en het is ongekend hoe vaak ik in een vliegtuig gezeten heb. We speelden ontzettend veel wedstrijden en fysiek gezien kon dat eigenlijk niet. Spelers waren af en toe compleet kapot. Enkel pakten we de bus voor een wedstrijd vijf uur verderop. Dat was daar dan goed te doen. In Amerika wordt voetbal gezien als een elitesport, terwijl het in Nederland een volkssport is. De verschillen in opvatting zijn enorm. Wel heb ik een enorme ontwikkeling gezien. In 2011 ben ik teruggegaan naar Nederland. Op dat moment waren er al vijfentwintig trainers uit Nederland werkzaam op de plek waar ik als laatste zat. Amerika is een fantastisch sportland met een geheel andere status. Het is een ervaring die mij dierbaar is en mij heel veel geleerd heeft.”

De trainer van straks ROAC sprak al over vlieguren en inderdaad ging hij in die tijd kriskras door het land. Hij spreekt over Albuquerque, Connecticut, New Jersey (zat hij het langst) en Phoenix. Hij werkte er bijna dag en nacht op uiteenlopend niveau. Niemand zal het hem ooit nog kunnen afnemen. Zoals gezegd keerde hij ruim tien jaar geleden terug naar het land van de polders. ,,Ik werkte bij een sportschoolketen (SportCity, HK) en ik ben vestigingsmanager geweest in Woerden en Amsterdam. Daar kwam op een zeker moment een club bij om te trainen en vanaf 2017, onze dochter kwam ter wereld, ben ik me veel meer gaan focussen op het trainersvak hier. Bij de genoemde clubs kom ik nog steeds graag omdat we ook prima uit elkaar zijn gegaan. Nu ben ik dus in de gelegenheid om ROAC te gaan zien in de tweede seizoenshelft en dat is een groot voordeel. Ik kom straks veel meer beslagen ten ijs.”

De klus die ‘ROAC’ heet, ziet hij nu al zitten. ,,Naast het genoemde voordeel heb ik de gevoerde gesprekken als bijzonder aangenaam ervaren. Ik durf nu al te zeggen dat het een hechte club is met een geweldig mooi dorpskarakter. Het hele dorp staat achter de club en het is ook een voordeel dat het een omnivereniging is. Daardoor is er enorm veel betrokkenheid onderling. Ik heb ROAC in de jaren dat ik tegen hen speelde zien spelen als een echt team met echte mannen. De mouwen omhoog en dat spreekt mij aan. De voorhoede van destijds was daarnaast echt puik voor een tweedeklasser met Thijs van Seggelen, Dick Heemskerk en Martijn van Trigt.  Ik heb ook gezien en inmiddels gehoord dat niet alles even gepolijst is, maar het is aan mij straks om elementen toe te voegen. Er zijn spelers die nog aan boord zijn en die de club van de vijfde of vierde naar de eerste klasse hebben gebracht. Natuurlijk zit er een houdbaarheidsdatum op, maar door gesprekken die ik al voerde met wat spelers kon ik opmaken dat de ‘oudjes’ en de ‘youngsters’ elkaar juist prima aanvullen. De meer ervaren jongens proberen de jongeren klaar te stomen voor de toekomst en andersom is er veel respect. Er komt een erg interessante lichting aan en daar is deze club uiteraard bij gebaat.”

De opvolger van Reinders Folmer beseft zich waar hij in stapt. ,,Dit is niet een vereniging waar veel spelers van buitenaf komen aanwaaien. Er wordt niet betaald, maar de randvoorwaarden zijn wel uitstekend. De kracht zit vooral in het hart van de club. Het lijkt mij ook dat je hier prettig kunt werken, omdat er niet meteen sprake is van moord en brand als het minder gaat. Natuurlijk weet ik dat het tot nu toe moeizaam gaat gezien de stand, maar het seizoen is zeker nog niet verloren. Het spreekt voor zich dat ik hoop dat het eersteklasserschap behouden blijft, maar ik maak er ook geen drama van als dat onverhoopt niet lukt. Dan gaan de schouders er massaal onder om weer terreinwinst te pakken. Ik weet hoe lastig het is om uit de tweede klasse te komen en het is een fantastische prestatie geweest van deze dorpsclub om dit niveau te halen. Ook in deze klasse hielden ze goed stand, maar nu is het even wat minder. Er zijn echter ook pas acht wedstrijden gespeeld.”

Afsluitend: ,, Voor straks zie ik het ook als voordeel, zeker dus niet het enige, dat we vanaf dag 1 weten met wie we het zullen moeten doen. Ik heb meegemaakt dat ik met 70 tot 80 spelers sprak tijdens een seizoen omdat ze weg wilden of juist wilden komen. In die zin past deze club dus meer bij mij. Volledige focus op de groep zonder allerlei randzaken. Het duurt nog even, maar laat ROAC maar komen.”

Hennie Kanbier
Hennie Kanbier
Alle activiteiten, hoofdredacteur en eigenaar van Leidenamateurvoetbal.nl sinds 2011. Voetbalgek, dol op voetbalstatistieken. Tevens journalist bij Leidsch Dagblad, Hennie@leidenamateurvoetbal.nl

Must Read