Oude Clubhelden: Henk de Cler jr
,,Het voetbal in Leiden zit in een duikvlucht, het peil is bedenkelijk laag, publiek komt nauwelijks meer kijken en dat begrijp ik best”, dat zegt Henk de Cler, een telg uit een Lugdunum-geslacht. ,,Wanneer er niets verandert stelt het voetbal hier over tien, nee: vijf jaar helemaal niets meer voor. Dan is het afgelopen en uit. Volgens mij is er maar één oplossing: een megafusie.”
Krasse taal van een voetbalveteraan, die al veertig jaar in de ban is van het balletje. Hij vertelt zonder blad voor de mond over zijn grote liefde, zijn club, zijn tijd als speler en trainer, zijn vader Henk sr. en moeder Greet, broer Tim, zijn mooie partner Thea en hun kinderen, opa Dick (Wetselaar), zijn toekomst als ondernemer, zijn plek in het voetbalwereldje en vooral over de mega-fusie die Leiden op de voetbalkaart moet zetten.
Wanneer uw LAV-reporter na een gesprek van ruim vier uur rond middernacht de terugweg in de mist richting warme stal onderneemt, glimlacht een nog kakelfrisse De Cler, tikt tegen de autoruit en neemt hij afscheid met: ‘Begin bij de De Clers niet over hun passie voor voetbal…….’ De laatste woorden verstommen in dit vroege uur, ze verdwijnen in het universum. Over zes uur zet Henk koffie voor zichzelf, verlaat om half zeven op kousenvoeten het huis dat in diepe rust is, om met veel vakmanschap een stucklus ter hand te nemen. Mister Corona, de onzichtbare vijand, heeft geen vat op hem gekregen. Dat is maar goed ook, de ZZP’er heeft het druk, heel druk.
Minder, minder, minder
Verkeert het voetbal in Leiden zich echt in een reddeloze staat? ,,Reddeloos is het niet, bedroevend wel! Ik heb dit al eerder aangekaart, ook bij jullie, maar ondanks de fusie van vv Leiden en FC Rijnland, de opheffing van Leidsche Boys, Gol Sport en het einde van GHC, kan ik geen opwaartse lijn zien, er liggen nog steeds clubs aan het infuus. Hun situatie verslechtert sneller door corona, geen competities, geen kantine-inkomsten.” Hoe denkt de doorgewinterde ‘Kikker’ de patiënt op te lappen? Heeft hij een medicijn? Henk gaat er recht voor zitten. ,,Volgens mij is er maar een oplossing, een megafusie. Alle bestaande verenigingen gaan samen, onder een nieuwe naam”, hij schuift zijn stoel achteruit en wacht op een reactie.
Poeh, over een out of the box gedachte gesproken. Suikeroom Frans Stouten heeft zich ook wel eens uitgelaten over een fusie, niet van twee verenigingen, maar van drie of vier. Wat De Cler voorstelt gaat veel verder. Voordat er gereageerd kan worden, onderbouwt de zelfstandige ondernemer zijn voorstel. ,,Clubs hebben te kampen met minder sponsorgelden, minder vrijwilligers en – op DoCoS en UVS na – minder leden.” Hij roept besturen op serieus over een dergelijk fusieplan na te denken, over hun schaduw heen te springen en alleen aan het belang van het voetbal in Leiden te denken. Is er een tussenfase denkbaar? Eerst het samengaan van FC Boshuizen, Roodenburg en Lugdunum.
,,Je noemt nu drie verenigingen die het moeilijk hebben, waar weinig volk op af komt.” Kort door de bocht voegt hij eraan toe: ,,Driemaal niks blijft niks.” Hoe zullen clubs als Football Factory en LSVV’70 tegen zo’n fusie aankijken? Hij noemt ze kleine verenigingen, vreemde eenden in de Leidse voetbalbijt, die zich in de marge op een geheel eigen, gezellige wijze met voetbal bezighouden. Nee, het gaat Henk de Cler om UVS, DoCoS, FC Rijnland, FC Boshuizen, Roodenburg en Lugdunum. Hij ziet het helder voor zich: ,,Sla de handen ineen, breng ervaring, kennis en visie bij elkaar en er staat een vereniging op niveau.” Poeh, poeh. Henk komt op stoom: ,,Het publiek krijgt heerlijk voetbal voorgeschoteld en komt naar het stadion. Ja, stadion, met staan- en zittribunes, een mooie kantine waar het gezellig is.”
Henk houdt niet op: ,,Maak één complex met voetbalvelden, alle ruimte voor rugbyclub DIOK en voor mijn part nog een sport erbij, een groot sportcentrum.” Voor de voetbaltak moeten bekende oud-voetballers worden ingezet, vindt De Cler. ,,Met namen die iedereen kent, die bij Leiden horen als de markt, de Burcht en 3 oktober.” Hij somt er meteen een rits op: Alfons Groenendijk, Erik Falkenburg, Wim Rijsbergen, Randy Wolters, Ricardo van Rhijn en broer Tim natuurlijk.” Hij noemt ze ‘ambassadeurs’ en mannen met een netwerk van heb-ik-jou-daar.
Groot Leiden?
Zijn conclusie: ,,Het wordt een mega-operatie, dat weet ik ook wel, maar denk eens in: er stapt geen Leidse voetballer meer zoals nu gebeurt naar RCL in Leiderdorp, naar Voorschoten ’97, Meerburg in Zoeterwoude of ASC in Oegstgeest. In Leiden vinden ze alles wat hun voetbalhart nodig heeft.” Heeft hij ook aan de financiering gedacht, dit is een miljoenen verslindend project? Henk zucht: ,,Er komen accommodaties vrij, daar kan de gemeente de broodnodige huizen bouwen, voor groen zorgen en noem maar op. Een en een is drie.”
Gelukzalig kijkt Henk naar zijn Thea, hij ziet het helemaal voor zich, lichtmasten, echt gras, publiek dat in drommen naar het stadion komt, Leiden telt weer mee als voetbalstad. Sponsors? Ze stromen toe, iedereen wil deel uitmaken van de voetbalgemeenschap. Luchtfietserij van Henk de Cler? Een utopie? Hij schudt nee: ,,Leiden telt 120 duizend inwoners, andere steden van deze omvang hebben BVO’s, zijn elke week op de televisie. Ik hoop dat men binnen verenigingen hierover wil praten, in overleg met de gemeente en de Leidse Sportfederatie een commissie met sterke mannen en vrouwen wil samenstellen. Wanneer wij allemaal de schouders hieronder zetten, wie weet komen er nog meer ideeën op de tafel. The sky is the limit, zeg ik altijd.” Hij mompelt iets, bijna onverstaanbaar: ,,De clubs moeten niet aan de eigen naam blijven plakken, brand elkaar niet af.” En dan: ‘Groot Leiden’ zou een direct aanspreekbare naam zijn voor de club.”
Jacht op pa’s record
Dan te bedenken dat er voor het interview ten (riante) huize van Henk de Cler een onderwerp op de agenda staat: Het wel en wee van Henk de Cler als voetballer en trainer. De 3-jarige Mason, de liefdespeuter van Thea en Henk, vraagt aandacht. De kleine, blonde krullenbol draagt volop speelgoed aan en babbelt er vrolijk op los. Hij leek geboren te zijn met een voetbal in zijn handjes, hij speelde al volop voetbal, op zijn eigen manier. ‘Leek en speelde’, niks geen voetbal meer? ‘Precies, opeens was zijn interesse weg,’ aldus papa Henk, hij maakt zich geen zorgen, komt goed. Henk heeft uit een eerdere relatie een dochter (Jade) en zoon (Colin).
Thea bracht dochter Jady en zoon Levi mee en samen hebben ze Mason. Colin voetbalt bij DoCoS, Levi bij UVS. ,,Toen ik een jaar of vier was, werd ik lid van Lugdunum. Nu, 40 jaar later ben ik nog steeds lid van Lugdunum. Lugdunum is mijn club en zal dat altijd blijven, ook al gaat de club op in een groter geheel.” Jammer wanneer de meer dan 100-jarige club verdwijnt? ,,Ja, Lugdunum is een vereniging met een prachtige historie. Nee, want er is een nog groter belang dan Lugdunum alleen, namelijk de toekomst van het voetbal in Leiden. Ik zei het al: spring over je schaduw heen om een grote club mogelijk te maken en het voetbal op een zo hoog mogelijk niveau te brengen en te houden.”
De in het Stuyvesanthof geboren en later naar de Nassaustraat verhuisde De Cler trapte zijn eerste balletjes op een veldje achter de flat, Henk sr. stond op doel. Hij maakte deel uit van het Beatrixschoolelftal en de Kooiboys, een buurtteam. Op elk vrijheid moment werd er op straat gevoetbald met jongens als Jack Honsbeek, Menno Ooijendijk en Wesley Slingerland van Roodenburg. Van Lugdunum A1 stroomde Henk regelrecht door naar het 1ste. Hij leek de aanval in te zetten op zijn vader, die 500 wedstrijden in de hoofdmacht speelde, een record. Het was junior niet gegund.
Eigenzinnig
De Roomburgbewoner, die (overbodig) benadrukt ‘verslaafd te zijn aan voetbal’, heeft een eigen kijk op de wijze waarop de jeugd enthousiast gemaakt moet worden voor voetballen: ,,Trainen, trainen en nog een trainen. Niet 2x per week dat is te weinig, beter is 3x en het liefst 4x. Zo maak je ze net als ik verslaafd. Een gezonde verslaving, hè. Voetballen met elkaar is zo goed, het is een sociale sport, je leert winnen en verliezen.” De Cler weet dat het als een cliché klinkt: ,,Daarom is zo waar en zo klaar als een klontje.”
Hij is al tientallen jaren bevriend met mannen die hij voetballend heeft leren kennen, met wie hij stapt, op vakantie en uit eten gaat. Over trainingen, trainingsmethoden heeft hij eigen opvattingen. Hoe bereidt hij zijn trainingen voor? ,,Ik bereid niets voor, ga niet de avond ervoor van alles bedenken. Is niet nodig. Op tijd naar de training komen, er voluit tegenaan gaan, dat is de enig juiste spirit die ontstaat wanneer iedereen er zin in heeft.”
Al trainend automatismen erin slijpen? Ook daar is De Cler geen voorstander van: ,,Hoe meer en langer er met elkaar gespeeld wordt, komen die vanzelf.” Met een bepaalde tactiek de wedstrijd ingaan? ,,Ook niet. Na 5 minuten weet ik hoe de tegenstander ons wil gaan bespelen. Ik geef dan mijn aanwijzingen, die vaak goed en soms ook niet goed uitpakken. Tijdens een wedstrijd kan er zoveel gebeuren, blessures en rode kaarten, dat kan je vooraf niet calculeren. Trouwens, laten ze zelf op ontdekkingsreis gaan.”
De Cler trainde en coachte mannen met wie hij zelf had gespeeld, botste dat niet? ,,Weer nee, ze wisten van mijn gedrevenheid, kenden mijn aanpak, accepteerden dat ik ze soms verrot schold. Geen centje pijn.” Slapeloze nachten wanneer het tegenzit? ,,Ik weet dat er trainers zijn die daar last van hebben. Ik slaap als een roos naast Thea. Haha.” De zichzelf eigenwijs en eigenzinnig noemende De Cler stopte vorig jaar als assistent van Robert Escudero. ,,Moest stoppen”, maakt hij ervan. ,,De eisen van de KNVB worden voortdurend aangescherpt en dat is in mijn nadeel. Ik heb geen trainerspapieren, ik wilde nooit op trainerscursus, was altijd assistent van iemand die wel zijn diploma’s had behaald.”
Als ‘papierloze’ coach heeft Henk vooral samen met Henk Kersten, met wie hij kon lezen en schrijven, de nodige successen geboekt. Een paar voorbeelden uit een lange rij:
· April 2015 – Lugdunum – Oosterheem 17-0. ‘Met 9 goals meer had Lugdunum periodekampioen geworden, voor VVSB.’
· Seizoen 2016-2017. Kampioenschap 3e klasse en uitgeroepen tot de Leidse Sportploeg van het Jaar. ‘In de 2de klasse wonnen we de eerste 7 wedstrijden, we waren oppermachtig. Daarna bakten we er geen hout meer van en degradeerden weer.’
· 2017-2018-2019: De Zijl Cup, het sterk bezette Zaalvoetbaltoernooi, georganiseerd door Partycentrum De Zijl en Webprepare (Dick Bakker en Jordy Boudier).
Lugdunum bereikte ook nog eens tweemaal de finale van de toen nog Koetshuis De Burcht LAV Cup. Van FC Rijnvogels en FC Boshuizen werd nipt verloren.
Gescheurde kruisbanden
De carrière als voetballer heeft De Cler op 42-jarige leeftijd in 2019 definitief afgesloten. Hij had eigenlijk al veel eerder moeten stoppen. Van beide knieën zijn de kruisbanden gescheurd. Van opgeven wilde hij niet weten en opereren al helemaal niet. Voor de revalidatie staat een periode van 9 maanden. Als zelfstandig stukadoor kan hij niet zo lang uit the running zijn. Kort en goed: Hij zat op de bank en tot zijn eigen verbazing moest hij aan de bak als speler. Op zondag speelde hij (en nog steeds) als veteraan bij de ‘Kikkers’. Door personele problemen – spelers haakten af, afzeggingen, blessures, vakanties – werd de spoeling steeds dunner en zette Roberto Escudero hem in tegen Be Fair en Blauw-Zwart. ,,Ik heb Roberto toen niet in de kou laten staan. Hem laten vallen kon ik niet. Hij moest noodgrepen toepassen.” Henk heeft Roberto, tegenwoordig trainer van FC Boshuizen, hoog staan: ,,Ik vind Roberto een uitstekende trainer, hij is gedreven, steekt erg veel tijd in de groep. Roberto gaat nog ver komen als trainer.” Had hij mee kunnen gaan naar FC Boshuizen? ,,Roberto zei dat Frans Stouten me zou bellen, maar dat hoefde niet voor mij.”
Maar hoe zit het met die gescheurde kruisbanden? ,,De gescheurde kruisbanden van mijn linkerknie, is een bedrijfsongeval geweest”, legt de goaltjesdief uit. ,,Dat is een lijdensweg geworden. Ik stortte van de steiger. Voor de wedstrijd NAC (met Jeffrey van As) tegen het Surinaams elftal liep ik met de spelers mee naar de dokter en de fysiotherapeut. Ruud Gullit die zijn arm had gebroken, kwam na mij. Men dacht dat ik bij de voetballers hoorde. Daar ben ik goed behandeld, mocht ik na enkele behandelingen en een spuit voetballen.” Een paar weken later, ik had een uitstapje naar UVS gemaakt, werd een oefenwedstrijd tegen Katwijk gespeeld. Daar heb ik de volle 90 minuten in het veld gestaan, tot woede van de UVS-fysio; hij wilde niet dat ik speelde.” De kruisbanden rechts gingen aan flarden toen Henk tijdens een wedstrijd met GHC een verkeerde beweging maakte en krak hoorde.
De Cler vindt zich niet meer de scherpe Henk van weleer, kan ook gezien zijn leeftijd niet. De honger naar de bal is er nog steeds wel. Hij etaleert zijn kunstjes bij de veteranen van Lugdunum. Daar hebben oudgedienden elkaar gevonden. Wim Oppelaar, Patrick Heijmans, Houssin Bezzai, broer Tim. Dit team werd ongeslagen kampioen, maakte per bus een triomftocht door de stad en liep tijdens de Taptoe van 2018 glorieus te paraderen.
Henk kan ‘dagen’ praten over de wedstrijden die hij met andere ogen dan de gemiddelde kijker volgt, over zijn ontmoetingen met Louis van Gaal, die hij regelmatig ontmoette toen Tim bij AZ een prachtige periode in zijn voetballoopbaan doormaakte, over zoon Colin die – hij zegt het met alle objectiviteit – een talent is, over de talrijke shirts en trofeeën van Tim die ‘ergens’ zijn opgeslagen, zijn eigen babyvoetbalschoentjes die vader Henk en moeder Greet koesteren als een relikwie en over het sterrenbeeld Tweeling van zijn smakelijk geboetseerde Thea en de Vis (‘die overal tussendoor zwemt’) ‘Nog meer weten?’ vraagt hij het schrijfgrage LAV-bezoek. Ja natuurlijk. ,,Okay, maar laten we dat later nog eens doen. Dan kom je wat eerder en ga je wat later weg, en drink je rode wijn in plaats van water. Afgesproken?’ Afgesproken!
Foto’s en knipsels: Collectie Henk de Cler
Actuele foto’s: Thea de Mooij, Elly Bavelaar e.a.