Oude clubheld: Jan Nonkes
In het voetbal kan een balletje raar rollen. Dat gebeurt met de regelmaat van een Zwitsers uurwerk. Bij Jan Nonkes – wie kent hem niet- nog te veel mensen, jammer genoeg, is dat ook het geval geweest. Zijn zoon Ian (de voornaam is een eerbetoon aan de Engelse voetballegende Ian Rush), die in RCL 4 een vaste waarde is, voetbalde eerder bij de Leiderdorpse club met Tim van Luxemburg. Tim ging studeren en sloot zich aan bij LSVV ’70 (Leidse Studenten Voetbal Vereniging, opgericht in 1970), dat in Kikkerpolder II op verfrissende, zeg ‘andere’ wijze de edele voetbalsport bedrijft.
Bij LSVV ’70 deed zich een probleem voor. De trainer beschikte niet over de juiste papieren om de vierdeklasser te mogen trainen. De KNVB deed moeilijk, dreigde met boetes. Regels zijn regels. Tim herinnerde zich nog helder dat de vader van Ian het diploma Coach 2 met klinkende cijfers had behaald. ‘Ian, zou jouw papa misschien….?’ Lang verhaal kort: de contacten werden supersnel gelegd, het klikte al na de eerste bak koffie, waarna de samenwerking met gele rakkers werd beklonken. Top, Jan Nonkes aan het roer bij LSVV ’70, met Freek Jansen (je weet wel die van Voetbal International) naast zich in de dug-out. Wie is de in Drenthe geboren, in Friesland getogen en in Leiden bij onder meer het LUMC en Alrijne als leidinggevende op de afdelingen Cardiologie en Intensive Care werkende Jan Nonkes? Hij is een held op meer dan één front. De Leiderdorper danst op twee sportieve bruiloften: Bij LSVV ’70 en de RCL OldStars.
Straatvoetbal, de beste leerschool
Tot en met de D’tjes gaf Jan Nonkes (66) training bij RCL. Aan teams waarin Ian niet onverdienstelijk meedraaide. ‘Tot hier en niet verder,’ tot die conclusie kwam hij. ‘Het elftal met je eigen zoon begeleiden en trainen is op een zeker moment een combinatie die schuurt.’ Voor Ian veranderde er weinig, hij haalde de C1, B1 en A1, met senior langs de lijn, die geen enkele bemoeienis wilde hebben met opstellingen, tactieken en dergelijke. Bij een andere club dan RCL jonge gasten beter maken, optimaal laten functioneren in het collectief en tegelijkertijd spelvreugde bijbrengen, dat zag Jan als zijn missie.
Hij zocht en vond niet de geringste verenigingen waar met graagte gebruik werd gemaakt van zijn expertise en aanpak. Wat maakte Jan tot de ideale coach om mee te bouwen aan de toekomst van – pak ‘m beet – onder meer ASC, Quick Boys en Voorschoten ’97? Voor het antwoord gaan we terug in de tijd. De op 8 december 1954 in Zuidlaren geboren Nonkes had vanaf zijn kleuterjaren drie hobby’s: voetbal, voetbal, voetbal. Hij had er aanleg voor, werd een talent genoemd. Alle tricks & trucs deed hij op straat op. Hoeveel maal hij eerst een tennisballetje en later een iets groter exemplaar tegen muren kickte, daar springt zelfs een Japanse telmachine van op tilt. Ontelbaar.
Ook zijn de partijtjes 1 tegen 1, 2 tegen 2 en ga zo maar voort, niet te tellen. Dat voetballen op straat de beste leerschool is, daarvan is Jan het beste bewijs. Op 17-jarige leeftijd stond Jan in het 1ste van Zwaagwesteinde. Bij het horen van de naam Zwaagwesteinde moet er onder de talrijke voetbalkenners een paar belletjes gaan rinkelen: Radio, zondagmiddag, half 5, AVRO’s Sportrevue, presentator Tom Schreurs schakelt over naar Henk Oostinga voor de sportuitslagen District Noord. Zwaagwesteinde speelde 13 seizoenen in de 1ste klasse. Inmiddels in de 2de klasse.
Tiener Jan Nonkes gold als een ‘vleugelflits’, op de flanken van het vlaggenschip ontwikkelde hij zich als een ‘bloedsnelle haas’, die strooide met loepzuivere assists op hoofden of in de voeten. De club was gek met hem, de supporters bevolkten de tribunes bij thuiswedstrijden en reisden mee wanneer er uit gespeeld moest worden. Ze wilden niets van de ‘voetbaltovenaar’ missen. Wie nu nog durft vol te houden dat Noorderlingen zelden hun emoties tonen, zouden moeten praten met het publiek dat toen op de banken stond te juichen. Zwaagwesteinde deed alles om Nonkes op zaterdag om half 3 bij de aftrap te laten zijn. Dat was nog een heel gedoe. Op zaterdagmorgen volgde hij een opleiding, de club haalde hem op met de auto en Jan zorgde zelf voor zijn voetbaltas, met daarin de gepoetste zwarte voetbalschoenen, een lichte broodmaaltijd en drinken.
Jan Nonkes en de Gezondheidszorg
Wanneer de ouders van Jan het platteland verlaten en verhuizen naar Zwaagwesteinde (pa Nonkes gaat een Spar winkel in kruidenierswaren uitbaten) is voor de latere trainer het moment aangebroken om zich op zijn toekomst te richten. Profvoetballer worden, kruidenier misschien? De keuze wordt hem in de schoot geworpen. Jan Nonkes: ‘Mijn vader heeft maar kort in de winkel achter de toonbank gestaan en de boodschappen zelf bij de mensen thuis bezorgd. Hij kreeg een baan in een ziekenhuis in Leeuwarden.’
Vader Nonkes vertelde gloedvol over zijn facilitaire werkzaamheden, nam zoonlief regelmatig mee, zorgde voor ontmoetingen met verpleegkundigen en artsen. Jan werd dus als het ware richting een carrière in de medische zorg geduwd? ‘Van duwen is nauwelijks sprake geweest,’ merkt hij op. ‘Ik groeide stap voor stap in die richting, was onder de indruk van wat er allemaal in een ziekenhuis gebeurde. Zo ontlook de liefde voor dat vak. Roeping? Geef het een kwalificatie.’ De idee om in de sport – in welke functie dan ook – een goede boterham te verdienen en geluk te vinden, bleef knagen en deed hem eerst nog besluiten bij CIOS in Overveen een toelatingsexamen te doen. Tijdens een 2-daagse moest hij bewijzen in 12 sporten een dikke voldoende te halen. Hij viel af: turnen en zwemmen bezorgden hem minnetjes. Verder zorgde Cambuur voor enige verwarring. Hij werd benaderd, bekeek de voorstellen, besprak die met zijn vader en nam een besluit. Het werd ‘nee, bedankt’.
10 Jaar Quick Boys
Een prachtige carrière maakte de inmiddels gepensioneerde Jan Nonkes in de medische wereld. Na onder meer de opleidingen Verpleegkundige A koos hij voor de specialisaties Cardiologie en Intensive Care. Populair gezegd: 2 takken van sport in de gezondheidszorg, die waard zijn om veel dieper op in te gaan. LAV zou zelfs bereid zijn daar een 3-daags symposium voor te organiseren. Dat is echter te ver van zijn doelstellingen. Dat Jan daar boeiend over vertellen kan zal niemand verbazen. Over het Volendamse vuurwerkdrama in de plaatselijke kroeg ’t Hemeltje. Slachtoffers werden ook naar het LUMC vervoerd, daar door Jan en zijn team opgevangen en behandeld.
Maar laten wij ons focussen op zijn loopbaan als coach/trainer, de periode voordat Nonkes zich verbond aan LSVV ’70. De passie die hij voor zijn roeping als gespecialiseerde verpleegkundige had, zette hij ook in als kundige kenner van het ‘spelletje’. Nonkes’ 1ste job als trainer was die bij de vrouwen van Zwaagwesteinde. Vervolgens werkte hij, in niet-chronologische volgorde, bij Valken ’68 (hoofd jeugdopleiding), ASC, Voorschoten ’97, weer ASC (‘Daar sleepten wij na lange tijd weer eens grote beker binnen’) en 10 jaar (!) bij Quick Boys. Bij deze clubs nam hij de hoogste jeugd onder zijn hoede. De A-selecties, de jeugd die over niet al te lange tijd zou doorstromen naar de senioren, om bij gebleken kwaliteit de selectie nieuwe impulsen te geven. Aan al deze clubs bewaart hij de beste herinneringen. Hoewel?
Jan Nonkes vertelt: ‘Bij verschillende verenigingen trof ik eilandjes aan. Laat ik geen namen noemen. Er liepen lieden rond die zich belangrijker vonden dan de club en maar niet begrepen dat zij passanten waren.’ Ook is het voorgekomen dat hij een bestuur niet kon overtuigen dat kleding belangrijk is. ‘Dat geeft uitstraling, naar mijn mening. Wanneer wij uniform gekleed bij een club aankomen, sta je bijna al met 1-0 voor.’ In zijn visie werkt het bovendien resultaat bevorderend. ‘Resultaat geeft plezier’, zou een door hem bedachte slogan kunnen zijn. Bij Quick Boys heeft de geboren Fries een heel lange periode gewerkt, 10 jaar is ongekend lang, zeker voor een club als Quick Boys. ‘Klopt,’ vindt Nonkes ook.
‘Voor een trainer geldt dat ‘ie in het potje moet passen en bij Quick Boys was dat het geval. Qua cultuur zijn er geen grote verschillen tussen Katwijkers en Friezen, dat zal de sleutel zijn geweest.’ Dat Jan met de B1 en A1 van Quick Boys uitstekende resultaten boekte, heeft uiteraard bijgedragen aan het steeds weer verlengen van het contract. Hoe wist Jan voldoende tijd te vinden tussen zijn drukke werkzaamheden door om trainingen te geven, elftallen te begeleiden bij wedstrijden en de studie trainer/coach van de KNVB met succes te bekronen? ‘Door goed te plannen en te werken met prettige collega’s,’ klinkt het dan. ‘Wanneer je wilt toewerken naar die stip aan de horizon, vind je tijd.’ Met het behaalde diploma Trainer/Coach 2, een pittige opleiding met veel praktische en theoretische opdrachten, mag Jan tot en met de 2e klasse KNVB trainingen geven. ‘Dat is redelijk hoog,’ stelt hij nuchter vast. Waar staat de trainer in de groep? Een trainer mag en kan immers geen ‘allemansvriend’ zijn, is Nonkes’ opvatting: ‘Er moet een balans zijn. De trainer staat zowel binnen als buiten de groep.’
LSVV ’70, een cultclub?
De 2-benige voetballer van weleer (Jan acteerde toen, net als zoon Ian nu, in het 4e van RCL) arriveert – hij is inmiddels de 60 jaar gepasseerd – via de vriend van zoon Ian bij LSVV ’70. Met ‘het kleine neefje’ Football Factory is LSVV ’70 de 2e studentenvoetbalvereniging van Leiden. Een ‘andere’ club is LSVV ’70, een club waar beschaafd wordt geprotesteerd, waar de trainer door een speler wordt geadviseerd ‘mij vooral te bellen wanneer je spelers te kort komt, maar bel niet zo vroeg’, en waar bij de wekelijkse bespreking het team wordt geprikkeld met de opmerking: ‘De tegenstander van zaterdag kan er niets van, dat geldt trouwens ook voor jullie.’ Zo’n club waar relativeren tot een kunst is verheven. Freek Jansen, die bij LSVV ’70 bijna alles doet: ‘Waar hebben we het over? Voetballen? Nou en? 4e klasse!’ Nog een: Een club waar de jaarlijkse algemene ledenvergadering zelden wordt gehouden. ‘Niet nodig, alles loopt toch op rolletjes.’
Om nieuwe leden te scoren, bijvoorbeeld tijdens de El Cid Week, profileert de vereniging zich als volgt: ‘LSVV ’70 is een absoluut unieke voetbalclub, een sieraad voor het amateurvoetbal, dé parel van het Westen. Dat heeft alles te maken met de subcultuur. Bij LSVV ’70 neigen we er namelijk naar om het voetbal niet al te serieus te nemen. Het doel is om lol met elkaar te trappen en het voetbal is daar slechts een middel voor. Slechts tijdens hun eigen wedstrijden zal je LSVV’ers op een bepaalde focus kunnen betrappen. Toch hoeft het niveau van de spelers daar niet onder te lijden. Waar andere clubs zich verliezen in ingewikkelde positiespelletjes beseft LSVV ’70 dat dit niet het verschil gaat maken op amateurniveau.
In het lagere amateurvoetbal gaat het bijna nergens over, behalve jezelf enigszins fit houden, genieten van de onvervalste voetbalhumor en gewoon lekker een balletje trappen met je vrienden. En winnen is mooi meegenomen. LSVV ’70 heeft hiervoor teams op alle niveaus, soorten en maten. Het 1ste herenteam speelt A-categorie en wordt geleid door levende legendes: coach Jan Nonkes en assistent Freek Jansen.’
Op sterven na rood
De spanning wordt alsmaar opgevoerd, om uit te komen bij Jan Nonkes. Bij wie anders? Jan is de (stille) factor van formaat. Hij kent de studentenwereld. Gepokt en gemazeld als hij is, spreekt Jan de taal van studenten, verstaat hij de studentenhumor, begrijpt hij hun instelling en is hij zo flexibel om elk ‘van het padje zijn’ op te vatten als een ‘vuiltje dat even weggeblazen moet worden’. Freek Jansen: ‘Jan is de enige Nederlander die een kast van Ikea zonder gebruiksaanwijzing in elkaar kan schroeven.’ Jan is – zeggen ook stemmen binnen de vereniging – de vanzelfsprekende opvolger van de legendarische Wim Mugge, die LSVV ’70 minimaal 24 jaar heeft getraind.
Nu is Wim de clubwatcher van LSVV ’70 en schrijft hij wekelijks de wedstrijdverslagen voor LAV. Het Leidsch Dagblad vergeleek hem met Sir Alex Ferguson (27 jaar manager van Manchester United) en Guy Roux (44 seizoenen bij het Franse Auxerre), noemde hem een soortgelijke icoon, weliswaar op bescheiden niveau. Of Jan Nonkes zo lang aan de club verbonden zal blijven, moet – blijf realistisch! – betwijfeld worden. Waar bij andere voetbalclubs de trainer na 3 jaar vertrekt, omdat het medicijn is uitgewerkt en van chemie met de selectie geen sprake meer is, is hiervan in de relatie LSVV ’70 – Jan Nonkes geen sprake. Hij is het 4e seizoen LSVV ’70-seizoen ingegaan, bagatelliseert zijn inbreng (bescheidenheid?), maar verklaart het zeer naar zijn zin te hebben in Kikkerpolder II.
In zijn smakelijk ingerichte doorzonwoning, omgeven door veel groen, gaan de mondhoeken omhoog wanneer uw verslaggever voorleest uit het Jubileumboek LSVV ’70 – 1970-2020 – 50 jaar op sterven na rood. Op pagina 7 legt Jan de Wit namens de commissie Jubileumboek uit, waarom niet de sterren worden bejubeld, ook niet de noeste laatste man, maar… ‘Het is de matig presterende, iets te zware, luidruchtige en brakke cultheld die centraal staat bij LSVV ’70.’ Het in maart 2021 met veel terecht klaroengeschal gepresenteerde boek moet een grootse viering van de halve eeuw vervangen, met ‘geen dank aan die verdomde corona’ werden alle festiviteiten rücksichslos geschrapt. De titel van het boek geeft het rood van het tenue aan, maar ook het financieel rood staan dat enkele malen gevaarlijk bijna het einde van het gezelschap betekende. Steeds weer meldde zich een sportieve mecenas die de knip trok en LSVV ’70 uit het tijdelijke lijden verloste.
Toen Messi even clubloos leek stuurde het LSVV ’70-bestuur na ruggenspraak met Jan Nonkes hem per ijlbode een ‘voorcontract’. In Leiden zou hij welkom zijn. Over het salaris viel te onderhandelen. Een aanbod dat de voetbalgoochelaar niet kon afwijzen. Er kwam geen reactie uit Catalonië. Jan Nonkes bleek niet teleurgesteld. De club werd versterkt met drie jonge honden uit de eigen opleiding: ‘En 2 groeibiljantjes van buitenaf,’ vult Jan aan. Het bestuur spreekt van ‘wij hebben goud in handen’, Jan blaast minder hoog van de toren. Hij weet als geen ander dat ‘hallelujah en kruisig hem’ een flinterdun lijntje is. De verse krachten moeten nog rijpen, krijgen wel kansen wanneer de hoofdmacht het laat afweten. Na 2 officiële wedstrijden (verlies tegen Woubrugge, winst tegen Warmunda, 3 hoekschoppen, 3 doelpunten) zegt hij ‘op de goede weg te zijn’.
Morgen- op het moment van schrijven- is het woensdag 6 oktober, een extra drukke dag voor Jan Nonkes. ’s Morgens neemt hij de oldtimers van RCL onder handen, ’s avonds is het sterrenteam van LSVV ’70 aan de beurt, met na afloop het traditioneel gezellige samenzijn, wat bij LSVV ’70 ‘bieren’ betekent. Zaterdag de studentenderby LSVV ’70-Football Factory (‘Van die lui van het Bio Science Park hebben we nog nooit verloren’). Jan wil afronden, hij moet zich ook mentaal opladen voor de dag die komt. Nog een quote over Renate Jansen van het Nederlandse vrouwenelftal, met wie Jan bij ASC nauwe contacten onderhield? Het ‘nee’ klinkt zo resoluut, dat verder aandringen zinloos is. Waar staat de hoofdmacht bij de winterstop? Achteruit lopend blijft het LAV-duo aandringen op een of meer krachtige uitsmijters. Blijft het 4e klasse dit jaar? Is er angst naar de nieuwe 5e klasse te tuimelen. ‘ERUIT,’ met een relativerende knipoog.
Olaf McDaniel, lid van het RCL WF-Team:
‘Hoe werkt de voorzichtige maar doortastende aanpak van Jan Nonkes?’
MCDaniel (op de foto onderaan in RCL tenue): Walking Football werd bij RCL gestart toen het nieuwe complex van de club in 2018 werd geopend. Op dat moment waren er in Nederland enkele 10-tallen WT-teams, nu zijn dat er 100-den. Het is een sport die razend snel om zich heen heeft gegrepen voor de groep – overwegend mannen – van midden 50 tot in de 70 jaar. Ja, helaas overwegend mannen, want het vrouwenvoetbal is pas van de laatste 10-15 jaar voor de leeftijd van nu 5 tot zeg 30. Dus dat is voor het WF nog een gemiste kans. Hoe train je oudere mannen, van wie een deel vroeger heeft gevoetbald, een deel niet en van wie de meerderheid de conditie de afgelopen decennia over het algemeen maar matig op peil heeft gehouden? Dat vereist een voorzichtige, maar doortastende aanpak, want stilstand is achteruitgang.
Jan Nonkes is, naast Herman Zandstra, een van de 2 trainers van de RCL WF-groep. Jan staat elke woensdagochtend voor een groep van zo’n 15-20 WF’ers, het hele jaar door. En hij is erin geslaagd om trainingsmateriaal te ontwikkelingen (en aan te passen) om een gevarieerd programma aan te kunnen bieden, waarin conditieopbouw gelijke tred houdt met de verdere ontwikkeling van de technische en tactische voetbalkwaliteiten. Wat ondanks het feit dat het ‘walking’ is, wordt er veel (bijna) hardgelopen en is een potje toch intensiever dan je op het 1ste gezicht zou denken. Voetbaltechniek is de grootste uitdaging, want de onderlinge verschillen zijn groot.
Nonkes heeft daarvoor een breed repertoire aan werkvormen om allen stapje voor stapje vooruit te helpen. Soms moet hij met verbazing constateren dat oefeningen die hij probleemloos aan de jeugd voorlegt vele malen herhaald moeten worden voor de toch wat stoffige cerebrale opnamecapaciteit van zijn groep ouderen. En ja, soms lopen dat soort oefeningen totaal in de soep, tot ieders hilariteit. In ‘het potje’, de klassieke afsluiting, komen de tactische aspecten aan de orde. Door het kleine veld en het relatief grote aantal spelers (minder dan een kwart voetbalveld met 12 spelers) zijn zorgvuldige opbouw en positiespel belangrijke voorwaarden voor succes. Jan Nonkes beheerst het allemaal en brengt de groep vooruit. Die vooruitgang merken we tijdens de toernooien, waarin we in het begin kansloos werden weggetikt en we nu vaak kunnen strijden voor de podiumplaatsen.
WF is niet allen een leuke en nuttige fysieke bezigheid, maar het brengt ook teamgeest en kameraadschap. En dankzij de trainingen van Jan Nonkes wordt het plezier op effectieve wijze gemengd met een toenemende kwaliteit van het spel zelf.
Freek Jansen, het gezicht van LSVV ’70:
‘Jan Nonkes is vol humor en heeft oog voor de mens achter de voetballer’
Toen Sir Wim Mugge afzwaaide, was het voor ons even zoeken. Dit waren wij niet gewend, LSVV ’70 zonder Wim Mugge. Dat bestaat niet. Gelukkig is dat ook niet het geval, want Wim zien we nog vaak, tot blijdschap van iedereen. Maar wekelijks kom Wim er niet langer bij zijn. Aangezien ik zelf toch nog wel graag met regelmaat wil voetballen, gingen wij op zoek naar een nieuwe trainer. Via Tim van Luxemburg kwamen wij in contact met Jan Nonkes. Het bleek een schot in de roos. Jan is in alles wat we bij LSVV ’70 in een coach zien. Allereerst, hij is vol humor, het belangrijkste. Maar daarnaast beschikt hij over een flinke dosis relativeringsvermogen, een noodzakelijk goed in de georganiseerde chaos bij LSVV ’70.
Bovendien beschikt Jan over een groot sociaal vermogen. Hij is razend populair bij iedereen, kan met iedereen goed opschieten en hij heeft ook oog voor de mens achter de voetballer. Aangezien de voetballer bij LSVV ’70 niet veel voorstelt, maar de mens des te meer, is dat een prettige eigenschap. Dat Jan daarnaast tot slot ook nog over veel technisch en tactisch vermogen van het spelletje beschikt, is een prettige bijzaak. Als Jan iets zegt over voetbal, snijdt het hout.
Het klopt altijd, eigenlijk is hij na Wim Mugge de 2e visionair van voetballend Leiden en omgeving. Met Jan en Wim, geregeld zien we ze ook samen langs de lijn, is het sowieso genieten. Maar Jan is dus onze coach en persoonlijk ben ik daar heel blij mee, aangezien ik mijn kicksen tijdens corona van de wilgen heb geplukt, en inmiddels toch nog maar een seizoen volledig mee wil voetballen. Met Jan langs de lijn kan ik dat gedeelte met een gerust hart loslaten. Jan is in een paar jaar tijd een echte LSVV ’70’er geworden en we koesteren hem enorm. Hopelijk blijft hij nog lang betrokken bij ons.
Foto’s: Archief Jan Nonkes en anderen
Actuele foto’s: Hennie Kanbier