Jordy Boutier (Leidsche Boys) over: Eenzame jeugd, huisje-boompje-beestje, ondernemerschap en de begrafenis van een kerngezonde club
In maart bestaat Leidsche Boys 100 jaar. Reden voor feest, zou je zeggen. Klopt, maar ook voor een rouwdienst, voor de kraaienmars. De club zal op zijn honderdste verjaardag ten grave worden gedragen. Dat zal op een indrukwekkende wijze gebeuren, vertelt Jordy Boutier. De 32-jarige rasechte Leidenaar vertelt openhartig over zijn passie voor Leidsche Boys, zijn eenzame jeugd, zijn grote ommekeer, ondernemerschap en over de begrafenis van Leidsche Boys, zijn kerngezonde voetbalclub.
Tijdens het drie uur durende interview in zijn tot in de puntjes gerenoveerde en van vele moderne snufjes voorziene woning neemt Jordy af en toe een pauze, een time-out. Het wordt hem dan even te veel. Hij ademt diep, wendt de blik naar het puntgaaf gestucte plafond en vervolgt zijn monoloog.
Het gaat dan over het knulletje van een jaar of vier/vijf, dat de scheiding van zijn ouders bewust meemaakte, een vechtscheiding met veel geruzie en slaande deuren. Ook laat Jordy, soms met verstikte stem weten, dat het mollige ventje dat hij toen al was, een paar jaar later ‘gedwongen’ zou gaan keepen. Graag had hij in de spits gelopen, maar door gebrek aan conditie was die positie onbereikbaar. Vaak miste hij thuis de veiligheid en de geborgenheid die zo vanzelfsprekend hoort te zijn, zeker voor kinderen van die leeftijd.
‘Liefde ontbeerde ik,’ kan hij nu analyserend laten weten. Bij Leidsche Boys voelde Jordy zich direct thuis. ‘Kom erbij, we gaan lekker voetballen,’ waren de vaderlijke woorden van Henk de Faber, zijn eerste trainer, die samen met ‘ome’ Daan Gijzenij, een historische rol heeft gespeeld in de eeuweling. De Faber werd een tweede en derde vader voor Boutier jr., voor zowel Jordy als talloze andere spelers (en hun families) van Leidsche Boys. Verrassing, hij tilt een stukje van een sluier op: ‘Wanneer wij op de honderdste verjaardag de club gaan begraven, zal dat gebeuren zoals wij afscheid hebben genomen van Henk de Faber.’
Een kleine driehonderd bij Leidsche Boys betrokkenen begeleidden Henk naar het einde van zijn aardse bestaan. Er staan tranen in Jordy’s ogen, hij neemt een slokje water en zegt: ‘Indrukwekkend is het woord dat past bij dat moment. De laatste gang van Leidsche Boys zal minstens ook zo zijn.’ Dat voorspelt wat.
Een vast contract
Jordy Boutier leeft zich voetballend uit bij Leidsche Boys, vindt daar de zo noodzakelijke afleiding, inspanning en ontspanning. Reist op twaalfjarige leeftijd mee naar Manchester, in het kader van de uitwisseling die Leidsche Boys heeft met de Trinity High School. Er worden daar vriendschappen gesloten die tot de dag van vandaag nog springlevend zijn. Een paar jaar later gaat het mis.
Mag ik dat opschrijven, vraag ik de gastheer? ‘Ja, doe maar,’ klinkt het. ‘Wie weet kunnen anderen daar lering uittrekken.’ Jordy is zeventien jaar. Hij gaat niet naar school, hij heeft geen baan, geen discipline, hij drinkt als een tempelier en heeft een schuld met de nodige nullen, voor de komma. Overdag ligt hij in bed, ’s nachts leeft hij. Nou ja: leven, zeg maar overleven. Moeder Boutier ziet het aan, is radeloos, voor haar is er maar een uitweg: zij zet Jordy op straat. ‘Daar stond ik met vijf vuilniszakken met spullen. Waar moest ik naar toe?’
Jordy belde in arren moede zijn vader. Pa Victor Boutier, volgens zoonlief ‘een begenadigd voetballer’, zette de deur wagenwijd open. ‘Kom binnen.’ Dat verbaasde Jordy in hoge mate. Van een echte vader-zoonrelatie was tot op dat moment nooit sprake geweest. Daar was geen tijd voor, pa werkte zich een slag in de rondte. ‘Wij hebben toen voor het eerst met elkaar gepraat, uren. Ik heb alles verteld, er alles uitgegooid.’ Er gebeurde een wonder: ‘Mijn vader ging naar de bank om mijn schuld te regelen. Daarvoor had hij gezegd: ‘Luister jongen, jij komt hier wonen, maar wel op mijn voorwaarden. Wanneer jij je daar niet aan houdt, sta je direct weer op straat.’
Jordy, vernoemd naar de zoon van Johan Cruijff, spreekt van een ‘wonder’, van ‘een grote omslag, een niet verwachte ommekeer, die mijn verdere leven heeft bepaald’. Niet dat alles meteen gladjes volgens de gebaande paden verliep, maar er kwam wél structuur in zijn leven. Hij had banen, korter en langer. Bij een ICT-bedrijf in Alphen aan de Rijn sloeg hij een weg in die hij nu nog – en succesvol! – gaat. ‘Ik was onzeker in die periode. Op een dag moest ik bij de directie komen. Ik dacht: ‘Oh God, ze vinden mij niet goed genoeg, ik moet eruit.’
Het tegenovergestelde gebeurde, ze waren blij met mij, ik kreeg een vaste aanstelling, heb daar negen jaar gewerkt en legde de basis voor een eigen bedrijf.’ Wat was het eerste wat je na dat feestelijke bericht deed? ‘Ik belde mijn vader op en riep: ‘Pa, ik heb een vaste baan, het contract is getekend.’ Vader en zoon waren op dat moment zo gelukkig en trots als een mens maar kan zijn.
Huisje-boompje-beestje
Waar Jordy nu is aanbeland heeft hij aan vader Vic te danken, en meer nog aan zichzelf. Zonder psycholoog, coach of welke hulpverlener dan ook, heeft hij zich ontworsteld aan zijn verslavingen en zijn talenten ontwikkeld. ‘Ik ben nieuwsgierig, wil alles weten en uitzoeken, niet uit boekjes of via cursussen, maar door zelf te doen. Ik ben een autodidact. Gooi mij maar in het diepe. De IT past naadloos bij mijn karakter. Ik heb altijd al een voorliefde voor techniek en IT gehad.’ Computers? ‘Nee, joh, ik ben geen nerd, ik ben wél creatief en leef me uit in het bouwen van websites. Daar begon ik al mee toen ik twaalf jaar was.’
Voor Leidsche Boys maakte Jordy een website die het begin van het einde van het aloude clubblad inluidde. ‘In plaats van met een stel mensen een blad vol te pennen, te drukken en te verspreiden, kon ik nu alles op de site zetten.’ Als een ware redacteur verzamelde hij
uitslagen en verslagen, bracht de berichten van het bestuur, de wedstrijdprogramma’s en het laatste nieuws. Alles sneller (en veel goedkoper) dan het gedrukte clubblad. Vader Victor is groos op zijn intelligente en ideeënrijke telg. Anno nu woont Jordy samen met de charmant ogende Samantha en bonusdochter Djazz en hun gezamenlijke zoon Jake.
Huisje, boompje, beestje, dat heeft hij gemist, daar verlangde Jordy naar. Hij is begin dertig, heeft nog een heel leven voor zich, zit boordevol plannen, aan ideeën geen gebrek. Eindelijk, hij vond de rust, de veiligheid en geborgenheid van een eigen warm gezin. ‘Binnenkort gaan we naar Disneyland in Parijs,’ straalt Jordy, ‘ik kijk er nu al naar uit hoe Samantha, Djazz en Jake daar zullen genieten, ik niet minder. Begrijp je?’ Nou en of. Met vader Victor gaat Jordy al een paar jaar een weekend naar Manchester. Aan de uitwisselingen met de Trinity High School hebben de Boutiers een vriendschap voor het leven overgehouden. Brian Maguire zorgt dan voor de kaartjes voor voetbalwedstrijden van United en City. Jordy roemt de gastvrijheid van Brian.
Webprepare.nl
Jordy vertelt dat hij voor het ondernemerschap is geboren. ‘Ik heb het moeilijk met gezag, ik ben best wel eigenwijs, eigenzinnig.’ Dat zijn geen negatieve eigenschappen, meent de interviewer. Boutier jr. maakt dagen van tien uur, vaak ook in het weekend. Hoewel rust een plek in zijn hoofd heeft gevonden, staat hij toch voortdurend aan. Hij denkt aan (de uitvoering) van orders die lopen, plant zijn werkzaamheden en onderhoudt nauw contact met klanten voor wie hij websites met webshops bouwt. Daarnaast wil hij de partner van Samantha zijn, de vader van Djazz en Jake en hun ook de volle aandacht geven.
Webprepare bouwt websites voor bedrijven, liet Jordy al eerder weten. ‘Websites zijn mede door de doorgaans bijbehorende webshops marketing- en verkoopinstrumenten, die ook uitstekend werken om de naamsbekendheid verder uit te breiden,’ legt Jordy uit. Waarom voor bedrijven? ‘Die zien websites als onderdeel van hun marketing- en verkoopstrategie. Ondernemers onderkennen het belang en de steeds weer nieuwe mogelijkheden van het medium. Over de kosten van een website hoeft nauwelijks onderhandeld te worden, men weet hoeveel werk, creativiteit en vakmanschap het vereist, ook wat de kosten zijn. Websites lenen zich ook voor snelle contacten, voor het uitbrengen van offertes. Websites zijn niet meer weg te denken. Met een website is een bedrijf 24 uur paraat, zeven dagen per week.’
Het gaat zo goed met Webprepare dat Boutier ‘uitstekend in de opdrachten’ zit. Dat neemt niet weg dat de jonge ondernemer geen ‘nee’ zegt wanneer iemand problemen ondervindt met zijn computer. Wanneer hij in de gelegenheid is, zal hij helpen en voor een oplossing zorgen. Service, weet je. De eigen website van Jordy’s Webprepare is een bezoek meer dan waard, het is je reinste visitekaartje. Webprepare is ook een officieel leerbedrijf, omdat Boutier als geen ander weet hoe hij jonge talentvolle ICT’ers en webbouwers verder op weg kan helpen en hoe hen te coachen. ‘De man heeft zoveel ervaring en is zo creatief,’ wordt er door kenners prijzend gezegd. De denker en doener die Jordy is, weet niet goed raad met zulke lovende woorden. Met: ‘Wat wil je drinken?’ verandert hij snel van onderwerp.
In maart: Het grote slotfeest
Het onontkoombare moment komt stap-voor-stap genadeloos dichterbij, het definitieve laatste fluitsignaal van de 100-jarige voetbalvereniging Leidsche Boys. Verdriet aan de Vliet. Dan te bedenken dat de club volgens de criteria van ‘Voetbal Vitaal’ een doodzieke patiënt is, maar in werkelijkheid springlevend is. Het is waar, Leidsche Boys telt niet de door de gemeente vereiste 450 leden, heeft niet één standaardelftal in alle leeftijdsgroepen. Wat Leidsche Boys wel heeft: een werkzaam bestuur, voldoende vrijwilligers, een prachtige kantine en complex en voldoende geld op de bank. Een huurachterstand? Leidsche Boys weet niet wat dat is. Daar is genoeg over gezegd. Nu gaat het om een waardige afsluiting van een tijdperk.
Er komt een slotfeest, georganiseerd door ouwe-getrouwen van de club. Een greep uit de namen van de Commissie Slotfeest: René Koot, John Streur, Mike Doesburg, Michel van den Broek, Erwin Nieboer, Danny Koolen, Fred van der Leek, Percy Klaver en ‘onze’ Jordy Boutier. Het gezelschap komt binnenkort bijeen in Café ’t Brandewijntje van Inge en Robert de Roo. Daar worden de plannen die er niet om liegen verder vorm gegeven en de taken verdeeld. Eerst de financiën.
Jordy: ‘Sportwethouder Paul Dirkse, die wij – eerlijk is eerlijk – niet altijd even correct hebben aangesproken, zag hoe wij het einde van Leidsche Boys als een drama beleefden. Hij beloofde dat de gemeente de portemonnee zal trekken om er een waardig feest van te maken in de stijl van de club. Dat is een hele opsteker, als je bedenkt dat wij de leden van toen en nu een grootse dag willen bezorgen. Bij voorkeur helemaal gratis. Hapjes, drankjes, optredens, helemaal voor niets. Of dat lukt hangt af van het bedrag dat de gemeente wil schuiven. Wij zijn bij Dirkse en Rik van der Geest, het hoofd van de afdeling Sport van de gemeente op bezoek geweest en met een professionele Power Point Presentatie laten zien wat wij beogen. Er is een begroting onderweg, waarin ook de kosten voor beveiliging, koeling, catering, personeel, locatie zijn opgenomen. Het is het afwachten op een antwoord.’
Voor jong en oud
In grote lijnen komt het slotfeest er als volgt uit te zien: Om iedere doelgroep aan zijn trekken te laten komen, dus jong en oud, beginnen de feestelijkheden om twee uur ’s middags, de bel voor het laatste rondje zal om 01.00 uur klinken. Jordy: ‘Mensen op leeftijd kunnen gewoon een borreltje komen drinken, rustig een babbeltje maken, zonder zich in het feestgedruis te hoeven storten.’ Door de dag heen zijn er natjes, droogjes, optredens van bekende Leidse artiesten. Mike Doesburg, die jarenlang met mede-pachters Danny Koolen en Stefan Zonneveld, de kantine heeft gerund, gaat zorgen voor een band met zo’n vier- tot vijfhonderd liedjes die de mensen bij de Boys hoorden, ze dus herkennen en volop kunnen meezingen. Op een groot beeldscherm zullen doorlopend foto’s worden vertoond, de geschiedenis van Leidsche Boys. Jordy Boutier wil het voorlopig hierbij laten.
Niks, we willen meer weten. ‘OK, springkussens, suikerspinnen, schminken. ’s Avonds vuurkorven rond het veld en ook muziek verzorgd door JTJ Music. JTJ staat voor Tonny de Jong, Jordy van den Broek en mijzelf. Voldoende zo?’ Wordt er ook nog gevoetbald? Jordy sluit niets uit en vervolgt: ‘Kijk, het uitgangspunt is tweeledig. Wij willen leden, oud-leden en iedereen die Leidsche Boys in zijn hart heeft gesloten de mogelijkheid bieden om het tijdperk Leidsche Boys op een waardige manier af te sluiten.’ Veel meer mensen dan er gedacht wordt missen Leidsche Boys, de club betekende veel in hun leven. ‘Met het slotfeest krijgt het verdriet en het gemis een plaats.’
Denker, dromer en doener
Jordy Boutier heeft veel in zijn nog korte leven meegemaakt. Voelt en vindt zichzelf geen slachtoffer toen hij de verkeerde afslag leek te nemen, in plaats van rechtdoor te gaan. Allemaal verleden tijd. Tegenslagen heeft hij op voorbeeldige wijze zelf overwonnen. Hij is uitgegroeid tot de man van de drie D’s: Denker, dromer, doener. Met de begrafenis van Leidsche Boys, op eenzelfde wijze als waarop enkele jaren geleden ‘oer-boy’ Henk de Faber ten grave werd gedragen, wordt het boek waarvan het eerste hoofdstuk in 1922 werd geschreven, definitief gesloten. Wanneer dit allemaal achter de rug is, staan hij en vele andere ex-Leidsche Boys-voetballers weer op de velden, in het tenue van Sporting Leiden.
De culturen van beide verenigingen groeiden sneller naar elkaar toe dan gedacht. Opeens klinkt er enig gepruttel. Met op luide toon geroepen ‘Oven aan’ begint ‘kok’ Jordy aan het avondeten. Moet er niet aan knoppen gedraaid worden? Niet nodig, met het roepen van de opdracht, gaat in dit geval de oven aan het werk. Het horloge van Jordy kan ook ‘praten’. Het is werkelijk zo! Wanneer de jonge vader de LAV-reporter uitlaat, roept hij: ‘Speel Sky Radio’. En verdraaid, prettige klanken vullen de kamer. Het moet niet gekker worden.
Foto’s: Collectie Jordy Boutier, JW Sportfotografie, Webprepare, Archief LeidenAmateurVoetbal, Johan Kranenburg
Actuele foto’s: Kim van der Ploeg