Arjan Brugmans is bij Sporting Leiden en diverse andere Leidse clubs, maar ook daarbuiten voor velen geen onbekende. De Leidenaar is bezig aan zijn laatste wedstrijden als verzorger en legt de spons dan weg en bergt de watertas op. Verdwijnen van het podium doet hij echter niet. Brugmans was nooit te beroerd LAV te helpen bij een toernooi en nu kregen we de kans iets terug te doen. Vragen hoefden er niet gesteld te worden. Brugmans liet zelf geen stilte vallen en sprak met passie over zijn werkzaamheden en meer.
,,Op mijn vijfde zo ongeveer begon het voor mij bij toen nog VV Leiden. Ik vond het spelletje leuk vanaf dag 1, maar ik wist al gauw dat ik geen topper was. Ik doorliep diverse teams en al op mijn vijftiende ging ik de jeugd trainen, toen heette dat team nog de E5. Ik merkte al gauw dat ik mijn papiertje wilde hebben om meer en uitgebreider trainingen te kunnen geven. Op een zeker moment ben ik stage gaan lopen onder Henk Buijn. Dat was toen de trainer van de D1 met spelers als Erik Bakker, Kevin Hamelink, Ramon Escudero en meer spelers die het eerste haalden. Die groep bleef tot de A-jeugd bij elkaar. Zelf kwamen er een boel taken op mijn pad. Begeleider, verzorging en het werken met het individu. Een hoogtepunt was zeker het jaarlijkse toernooi in Roeselare in België. Speelden die knapen in een heus stadion. We werden een keer tweede en dit alles werd destijds mogelijk gemaakt door Simon Hamerling. Een toptijd.”
Op een zeker moment kwam GHC op zijn pad. ,,In het eerste jaar werden we fluitend kampioen. Om meer uitdaging te krijgen besloten we oefenduels te gaan spelen tegen hoofdklassers en BVO’s. We wonnen onder meer van Excelsior. Ook wilden we tegen Feyenoord (B1, met toen Leroy Fer en Georginio Wijnaldum) gaan spelen bij een algehele afgelasting. Ik heb toen de hele vrijdagavond naar teletekst zitten kijken of alles eraf ging zodat wij wel konden spelen tegen mijn favoriete club. Helaas werd het zo’n feest niet en daar baal ik nu nog van. Het jaar daarna werden we de A1. Het ging toen wat minder, mede door het vertrek van Andrew Bontje, Hamerling en Omar Hamdi. Aan het einde van het seizoen zijn we naar Barcelona geweest voor een internationaal jeugdtoernooi. Overigens zijn we er twee keer geweest, maar helaas zijn we weg geregend. Dus moesten we die gasten op een andere manier bezighouden. Beregezellig al met al. Vanaf dat moment zijn de wegen van Henk en mij gaan scheiden, maar we spraken wel af ooit nog met elkaar te gaan samenwerken. Het is er nog niet van gekomen, maar het gaat op zeker nog gebeuren zodat het cirkeltje rond is.”
In die tijd kreeg Brugmans verkering en naar nu blijkt werd het zijn vrouw. Wel had dat als consequentie dat Leiden werd ingeruild voor Leidschendam als woonplaats. De huizen in Leiden waren simpelweg te duur. ,,Terugkomen in het Leids voetbal bleek toen lastig en zo kwam SEV op mijn pad via mijn buurman. Vervolgens ben ik in contact gekomen met Frank Dobbe, toen de hoofdtrainer. Hij vroeg mij om trainer te worden van een opleidingsteam. Helaas stond er in augustus een andere groep voor mijn neus dan ik verwacht had. Ik had ambities en het werd niet zo’n leuk seizoen. Een jaar daarna werd mijn tweede dochter geboren en mijn vrouw werkte op zaterdag. Ik kwam dus in de knel met mijn tijd. Dobbe had toen echter het idee om mij hersteltrainer te maken. Zo rolde ik daar in via een opleiding in Papendal. Dat heb ik met succes afgerond en daar heb ik veel van geleerd. Twee jaar ben ik vervolgens hersteltrainer geweest bij SEV 1. De verzorgster stopte en toen werd ik voor die functie gevraagd en de opleiding werd mij op een presenteerblaadje aangeboden. Aan het einde van het seizoen had ik een gesprek met Denis Luhulima en uiteindelijk werd er gekozen voor een andere verzorger voor 1. Ik mocht het tweede gaan doen. Dat viel me wel wat tegen. Juist toen kwam Peter van der Tuin in de lucht namens VV Leiden. Ik heb het tweede seizoen bij SEV 2 afgemaakt, maar als een boer met kiespijn. Uiteindelijk kon ik weg en zo kwam ik weer in Leiden terecht.”
Vervolgend: ,,Ik kwam in gesprek met Peter en hoofdtrainer Cees van Tongeren. Mijn start was in het tweede omdat de te vroeg overleden Lau Honsbeek nog bij het eerste zat. Ik had veel respect voor hem en ik zou pas doorschuiven als Lau ermee zou stoppen. Ook weer een geweldige tijd trouwens. In het eerste jaar gingen we op trainingskamp naar Albufeira. Daar kwam uit dat Lau zou stoppen en zo kreeg ik mijn kans een half jaar later als verzorger van 1. Het ging allemaal in goede harmonie. In the meantime was het al Sporting Leiden en ik heb genoten van Cees. Wat een geweldige liefhebber. Met hem had ik erg veel leuke en open gesprekken over voetbal en meer. Na Cees kwam Francis Janse, maar door corona was dat snel voorbij. In die tijd hadden we, naar mijn idee, voor promotie kunnen gaan naar de tweede klasse. Helaas weten we hoe het afliep. Vervolgens kwam Huig Jan Heeringa. In die tijd kwamen er ook jonge gasten door. Het eerste seizoen was een gemiddeld seizoen. Vorig seizoen was een afknapper, mijn grootste dieptepunt. Het ging fout en er gebeurde het een en ander. Huig, Cor Varkevisser en Rene van Giezen vertrokken helaas tussentijds. Ik bleef wel bij de club, maar vond het wel lastig.”
Nu werkt Brugmans met Ronald Mink als hoofdtrainer. ,,Hem ken ik natuurlijk al lang en ik heb diep respect voor het gegeven dat hij het heeft opgepakt. De groep viel uit elkaar, maar hij heeft er hoofdzakelijk voor gezorgd dat er weer een selectie kwam. Wel noodgedwongen met veel jonge gasten en dat heeft tijd nodig. De prestaties zijn niet denderend geweest in de eerste tijd, maar de groep groeide en het vertrouwen kwam terug. Echt hulde voor Ronald dat hij de club zo geholpen heeft. Er staat nu een leuke groep. Geen gezeik, geen gemor en er wordt massaal getraind. De gezelligheid is ook weer volledig terug. De groep gaat er alles aan doen om erin te blijven.”
Brugmans had en heeft het naar zijn zin, maar in december kwam er ‘iets’ op zijn pad wat zijn wereld op zijn kop zette. ,,Ik kon opeens vrachtwagenchauffeur worden. Eerst zat ik bij de politie en later heb ik voor mezelf gewerkt in de CV Techniek, maar dat was het niet helemaal voor mij. Mijn pa werkt bij de RVE Plantenhandel in Rijnsburg als chauffeur. Hij gaf aan dat er chauffeurs werden gezocht. Mijn vrouw wilde eerder niet dat ik dat vak in zou gaan omdat de kinderen te jong waren. Nu zijn ze ( Zahra, Julia en Ayden) 18,14 en 10 en ging de deur wel open. De twee jongste spelen overigens bij Sporting. Afijn, in februari heb ik gestart met het rijbewijs en dat ging heel snel. Ondertussen rijd ik al op België, maar ik probeer nog wel zoveel mogelijk op de club te zijn. Maar goed, het brood moet ook op de plank komen. Ik moet nu nog 1 rijbewijs halen en daarmee zou ik op Duitsland kunnen gaan rijden. Al met al valt dat niet meer te combineren. Ik heb dat bij voorzitter Wim Pikaar aangekaart en hij begreep het volledig dat ik moet gaan stoppen als verzorger. Wel wil ik het netjes afmaken dit seizoen.”
,,Ik weet echter ook dat het lastig zal zijn om weer terug te keren als je er volledig uit bent. Dat wil ik eigenlijk niet. Ik wil graag betrokken blijven bij de groep. Ik sprak daar over met Paul Pikaar, de nieuwe trainer. Daar kwam uit dat ik alsnog blijf, maar dan meer op zaterdag om wat klusjes te doen. Het regelen van de pupil van de week, omroepen en meer van dat soort taken zodat ik nog wel betrokken blijf. Ik zal er zeker niet altijd bij zijn, want die verplichting kan ik niet aan. Ook waren er wat andere clubs geïnteresseerd, maar ook hen heb ik eerlijk verteld hoe de vork in de steel zit en zo is het goed voor mij. Ik heb mijn fijne gezin, een heerlijk vak en Sporting hoef ik niet vaarwel te zeggen. Hoe mooi is dat?
Dagen na ons onderhoud komt Brugmans weer in de lucht. ,,Mag ik nog een anekdote kwijt.” Tuurlijk, Arjan, kom maar door met die nabrander.
,,Ik was assistent-trainer van Henk van VV Leiden D1. Op een zaterdag was Henk er niet i.v.m. zijn werk wij speelden tegen DoCoS. Ik nam het van Henk waar op dat moment.
DoCoS en Leiden D1 speelden hoofdklasse op dat moment en waren echt aan elkaar gewaagd. Wij begonnen die wedstrijd echt heel goed. De avond voor de wedstrijd belde Henk mij op en gaf de opstelling door. Dus ik op zaterdag voor die groep. Weet het nog goed, binnen no time stonden we met 2-0 voor en we speelden DoCoS helemaal van de mat. Mijn vader, die ook lang trainer geweest is, stond achter de dug-out. Af en toe fluisterde hij me wat in. Ik weet nog goed dat het rust was en we naar de kleedkamer gingen. Ik liep de kleedkamer in en dacht alleen maar dit moet heel snel 4, 5 tot 6-0 kunnen worden. In de rust gaf ik aan bij de jongens ‘we moeten vol druk gaan spelen, alles eraan doen om die goals te maken. Ik had nog niet heel veel ervaring maar ik wilde het liefst met 7 spitsen gaan spelen. Voor ik het wist in de 2e helft stonden we met 3-2 achter. Het enige dat ik dacht was ‘ik word afgemaakt als Henk dit hoort’. Gelukkig maakten wij nog de 3-3 en na de wedstrijd kreeg ik eerst mijn vader op bezoek. Het eerste wat hij zei: ,,Wat deed jij dan? Waarom zo nadrukkelijk op zoek naar die hogere score? Had gewoon blijven voetballen dan hadden ze ook nog wel gescoord.” ‘s Avonds thuis ging de telefoon. Mijn moeder riep me, Henk aan de telefoon. Die tocht van mijn kamertje naar de telefoon was hels hahahaha.
Henk: ,,En ar hoe is het gegaan?
Ik: ,,3-3″
Henk: ,,Oh netjes, niet verkeerd.”
Ik: ,,Ja zeker, maar was wel klote, we stonden 2-0 voor.”
Henk: …………
Ik: ,,Ben je er nog Henk?”
,,Nou toen kreeg ik van Henk wel effe de volle laag hoe dit had kunnen gebeuren en na mijn uitleg was hij niet blij maar gaf mij wel heel veel stof tot nadenken mee waardoor ik echt heel veel leerde. Soms hebben we het er nog over en dan lachen we erom maar die zaterdagavond was het even doorbijten hahahaha.”
Arjan Brugmans
26-07-83
Geboren Leidenaar, opgegroeid in de Stevenshof
Note redactie: de niet onbekende en altijd goedlachse Wim Boting zal Brugmans opvolgen als verzorger bij Sporting Leiden..