De voetbalclubs in onze regio drijven op vrijwilligers. Zonder al die mensen die zich de hele week onbezoldigd inzetten, zouden onze clubs simpelweg niet bestaan. Nederland is een echt vrijwilligersland. Ruim 40% van alle inwoners is actief betrokken bij de één of andere organisatie. In Europa zijn er maar twee landen waar procentueel meer vrijwilligers actief zijn: Denemarken en Oostenrijk.
Steeds meer zijn vrijwilligers niet alleen maar belangrijk, maar bepalen ze of een club bestaansrecht heeft. In de voorbije jaren zijn (ook in Leiden en omgeving) diverse clubs ten onder gegaan, omdat er geen kader meer beschikbaar was. Het gevolg daarvan was, dat veel voetballers verkasten naar clubs in de regio die wèl over een goede en goed bezette organisatie beschikken: RCL, Meerburg, FC Oegstgeest, ASC, Valken’68 en Voorschoten’97. Deze clubs zagen hun ledenaantal sterk groeien in de afgelopen tien jaar. Landelijk is sprake van een trend. Verenigingen in de steden hebben het vaak moeilijk, terwijl clubs in de buitengebieden floreren.
Onlangs kwam het werk van de vrijwilligers prominent in het nieuws, toen Minister Marjolein Faber de voordracht voor de onderscheidingen van een aantal COA-medewerkers weigerde te tekenen. Onbedoeld effect was, dat het onderwerp ‘vrijwilligers’ hierdoor extra in de spotlight kwam te staan. Voor alle mensen is het belangrijk om ‘gezien’ te worden, maar voor vrijwilligers geldt dat nog eens extra. Zij leveren in hun vrije tijd een bijdrage, waar ze ook nog eens niet voor betaald worden. Dat maakt dat het extra belangrijk is om systemen in de lucht te houden, die ervoor zorgen dat deze bijzondere groep mensen waardering ervaart voor hun inspanningen. Alle reden derhalve, om eens binnen de Leidse regio te kijken hoe de vlag ervoor staat.
Eerst even wat algemeenheden. Grofweg worden voetbalvrijwilligers geëerd via de KNVB, via de gemeente of via hun club. De KNVB kent vijf ‘algemene’ onderscheidingen. Naast de waarderingsspelden in zilver en goud, kunnen mensen Lid van verdienste, Bondsridder of Erelid worden. Naarmate de duur en de zwaarte van het vrijwilligerswerk oplopen, komen mensen in aanmerking voor een zwaardere onderscheiding. Voor de zilveren speld is tien jaar bestuurslidmaatschap de ondergrens, terwijl iemand pas Erelid van de KNVB wordt na ‘het zeer langdurig uitoefenen van een combinatie van zware functies op een buitengewoon onderscheidende wijze met een grote positieve impact op de KNVB en het Nederlandse voetbal’. In de afgelopen 45 jaar werden slechts tien mensen benoemd tot Erelid van de KNVB. Zij maakten allen ooit deel uit van het KNVB-bestuur. De laatste benoeming was die van Michael van Praag in 2019. Voorbeelden van ’prominenten’ die tot Bondsridder werden benoemd, zijn Hans Van Breukelen, Giovanni van Bronckhorst, Leo Beenhakker, Arjan Robben en Ruud Gullit. Zij leverden als voetballer of trainer een belangrijke bijdrage aan het voetbal. En werden daar overigens vorstelijk voor betaald. Internationals met meer dan 100 caps worden automatisch Bondsridder.
Naast deze ‘algemene’ onderscheidingen, kent de KNVB een aparte lijn voor scheidsrechters. Afhankelijk van de duur van hun inzet komen zij in aanmerking voor de waarderingsspeld in zilver (tot 20 jaar trouwe dienst), goud (vanaf 20 jaar) of worden zij ‘scheidsrechter van verdienste’. Deze laatste categorie heeft minstens 30 jaar de fluit gehanteerd!
Via de gemeenten in Nederland lopen diverse soorten decoraties. Grofweg gaat het om ‘Koninklijke onderscheidingen’ en ‘overige decoraties’. De lintjes op Koningsdag vormen de bekendste onderscheidingen. Het Nederlandse decoratiestelsel ken liefst 100 verschillende medailles. Heel veel van die officiële onderscheidingen hebben een militair karakter. Maar ook het kruisje dat de wandelaars van de Nijmeegse Vierdaagse krijgen, is een Koninklijke onderscheiding. Mensen die zich verdienstelijk maken voor de Nederlandse samenleving, worden in naam van ‘De Orde van Oranje Nassau’ gehuldigd. Deze categorie kent zes rangen. De meeste mensen die een lintje krijgen worden benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Mensen die lange tijd vrijwilligerswerk doen en zo een bijdrage leveren aan de samenleving komen in aanmerking voor deze onderscheiding. Hoewel de onderscheiding heel erg lijkt op de Ridder-onderscheiding, is hij in het echt net iets kleiner. Mensen die ‘Lid’ worden hebben zich vaak op lokaal niveau verdienstelijk gemaakt. Ridders in de Orde van Oranje-Nassau hebben daarentegen vaak landelijk impact gemaakt. Deze wordt zelden uitgereikt aan vrijwilligers in de voetbalwereld. Nederlandse sporters bijvoorbeeld die medailles hebben gehaald op de Olympische Spelen kunnen benoemd worden tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De overige rangen (Officier, Commandeur, Grootofficier en Ridder Grootkruis) worden toegekend aan mensen uit de politiek, bedrijfsleven en de universitaire wereld die (inter-) nationaal van grote betekenis zijn geweest. Dit kunnen ook buitenlanders zijn. Voorbeelden van dragers van het Ridder Grootkruis zijn Kofi Annan, Prins Claus, Winston Churchill, Ruud Lubbers, Mark Rutte en Lech Walesa.
De allerhoogste onderscheiding binnen het Koninkrijk der Nederlanden is de Militaire Willems-orde. Personen komen in aanmerking voor de Militaire Willems-Orde als zij zich in de strijd hebben onderscheiden ‘door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw’. Er zijn op dit moment maar drie levende dragers van deze orde: Gijs Tuinman (de huidige Staatssecretaris van Defensie), Roy de Ruiter en Marco Kroon. Door allerlei verwikkelingen rond deze laatste (Marco Kroon), liep de Militaire Willems-orde behoorlijk wat imagoschade op.
De meest toegekende onderscheiding voor (voetbal-) vrijwilligers, ‘Lid in de Orde van Oranje Nassau’, moet via de gemeente worden aangevraagd. Dit jaar (2025) werden in Nederland rond Koningsdag 3.400 lintjes uitgereikt, dat is gemiddeld 10 per gemeente. Daaronder zat zeker een groot aantal voetbalvrijwilligers.
Onder de gemeentelijke categorie ‘overige onderscheidingen’, valt een grote groep erkenningen die van plaats tot plaats verschilt. Veel gemeenten kiezen een ‘vrijwilliger van het jaar’ of reiken ‘awards’ uit voor uiteenlopende soorten steunpilaren. Voor alle soorten erkenningen geldt dat minimaal twee dingen nodig zijn. Ten eerste moet iemand zich zo verdienstelijk hebben gemaakt, dat hij of zij in aanmerking komt voor een onderscheiding. Dat is nog wel logisch. Ten tweede geldt, en dit is bijna net zo belangrijk, dat er iemand moet zijn die dit ‘ziet’ en een aanvraag indient. Er zijn in het verleden ontelbaar veel mensen geweest die ruimschoots aan de criteria voldeden, maar de pech hadden dat er nooit iemand was om het initiatief te nemen een erkenning aan te vragen. Dit is ook vaak een dilemma bij het aanvragen. Op het moment dat iemand een onderscheiding ontvangt, krijgen heel veel mensen op datzelfde moment géén onderscheiding. Daarmee is een ongelijkheid geschapen, die niet altijd gelijke tred houdt met de feiten.
Naast de KNVB-onderscheidingen en de decoraties die via de gemeentes lopen, hebben de meeste clubs hun eigen stelsel. De meest voorkomende titels zijn ‘Erelid’ en ‘Lid van verdienste’. Sommige van die toekenningen zijn officieel in de statuten van de clubs vastgelegd, terwijl andere (niet statutaire) titels worden gelegaliseerd via de Algemene Ledenvergaderingen. Een goed voorbeeld hiervan is de titel van Erevoorzitter, die slechts zelden wordt toegekend. Voorbeelden hiervan zijn Dick Barnhoorn (De Sleutels en GHC), Peter van Kesteren (Foreholte), C.M. van der Burg (RCL), Phil Verstraaten (Lugdunum) en John Kriek (Voorschoten’97).
In onze regio kennen veel clubs hun eigen titels. Bij vv Koudekerk kiezen ze een vrijwilliger van het jaar en wordt de ‘Ome Sjors bokaal’ uitgereikt. Bij Valken’68 staan 15 Ereleden op de site, naast nog eens 17 Leden van verdienste. Daarnaast kiezen de Valken sinds het seizoen 1999/2000 een ‘Vrijwilliger van het jaar’. Het vorig seizoen viel deze eer ten beurt aan een duo: Mandy Doldersum en Silvia van der Plas. Bij Foreholte krijgen alle 24 Ereleden met een foto en een omschrijving aandacht op de website. Hulde! Dit geldt ook voor de 39 Leden van verdiensten van de Voorhoutse club uit 1932. RCL uit Leiderdorp heeft sinds haar oprichting in 1926 slechts drie Ereleden benoemd, naast nog eens 26 Leden van verdienste. De lat ligt hoog in Leiderdorp!
De zes Ereleden van TAVV staan niet alleen op de website vermeld, maar worden ook geëerd met een naambordje op het complex. Iets dergelijks is ook aangebracht bij Voorschoten’97, waar voor de ‘legendarische scheidsrechters’ een ‘Referee lane’ met de namen van de betrokken clubfluiters in het leven is geroepen.
In historisch opzicht neemt ASC uit Oegstgeest een bijzondere positie in. De club werd al in 1892 opgericht en behoort daarmee tot de oudsten van het land. Voorlopers Ajax en Sportman fuseerden op enig moment tot het ASC, zoals wij dat vandaag nog steeds kennen. ASC heeft liefst 6 Erevoorzitters, waarvan de eerste al in 1918 werd benoemd (Dhr. A.J. van der Lijke). Daarnaast kent de club 69 Ereleden en 46 Leden van verdienste. Bij ASC ontvingen ook nog eens 19 leden de verenigingsspeld. Deze wordt sinds 2008 uitgereikt en is daarmee betrekkelijk jong. Op de website van ASC staan alle gedecoreerden genoemd onder het hoofdstuk ‘Tabula Honoris’ (wat in het Latijn zoiets betekent als ‘Ereraad’).
Bij fusies en verhuizingen raken de lijsten met Ereleden en Leden van verdienste vaak in de vergetelheid, hoewel de decoraties ‘van rechtswege’ meegaan naar de nieuwe club. Zo zijn de gedecoreerden bij SVLV, Randstad Sport en SV Voorschoten nooit goed vastgelegd, waardoor fusieclub Voorschoten’97 in feite op nul startte. In de 28 jaar waarin de fusieclub in Voorschoten nu bestaat, werden 21 Ereleden, 2 Leden van verdienste en 1 Erevoorzitter benoemd. Andere clubs zijn iets ‘zuiniger’ met decoraties. Zo kende het 125-jarige Quick Boys ‘slechts’ 16 Erelidmaatschappen toe in al die jaren.
Niet op iedere site zijn alle club-gedecoreerden terug te vinden. Ook zijn er clubs die (tijdelijk) geen website hebben, zoals LFC. Volgend jaar keert deze club weer terug op Sportpark De Kikkerpolder in Leiden. Zij delen het complex dan met Lugdunum, dat haar gedecoreerden zeer nauwgezet heeft bijgehouden. Op de website van Lugdunum staan niet alleen de Ereleden (7) en Leden van verdienste (35), maar ook alle leden die een KNVB onderscheiding ontvingen (in totaal 18) en zij die in aanmerking kwamen voor een Koninklijke onderscheiding (7).
Afijn, onze regio kent ontzettend veel mooie clubs, met nog veel meer mooie vrijwilligers. Zij vormen samen de hoeksteen van onze voetbalsamenleving. Of ze nu gedecoreerd zijn, of niet. Dat kunnen wij niet vaak genoeg zeggen.
Ronald Vermeulen krijgt een Koninklijke Onderscheiding
Vrijdag 25 april was het lintjes dag in het algemeen in Nederland en in het bijzonder ook in Leiderdorp. Via burgemeester Tjarda Struik kwam het bericht van de Koning dat het hem heeft behaagt om onze secretaris Ronald Vermeulen te benoemen als Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Dit als verdienste voor onder andere onze Scheidsrechtersvereniging, medeoprichter van de Stichting Vrienden van het Oude Dorp in Leiderdorp en inzet bij LCKV Jeugdvakanties. Naast familie en bekenden was onze vereniging goed vertegenwoordigd door leden/donateurs om hem te feliciteren.
Door Peter Kadiks werd namens de vereniging een bos bloemen aan Ronald uitgereikt.
Ook via de SV Leiden trainingsgroep app stroomden de felicitaties binnen.
Wijlen Gerda van der Meer was de initiatiefnemers van de voordracht.
Bron: SV Leiden