Oude clubhelden- Het ‘kleine ventje’ van 12 jaar woonde in de Surinamestraat. Hij begon zijn voetballoopbaan bij Roodenburg, aan de overkant van de Willem de Zwijgerlaan, in de E3, en viel al meteen op. Hij kon hard hollen, had gevoel voor de bal en beschikte over een stevig schot. Een belofte. Dat vonden medespeler Jan Ouwerkerk (‘Hij schopte er wel 100 in per seizoen’) en jeugdtrainer Aad Riethoven ook, ze raadden hem aan te gaan voetballen bij De Sleutels, aan de andere kant van de stad. Daar zou hij zich beter kunnen ontwikkelen. Zo gezegd, zo gedaan, maar gewacht tot hij er zich rijp voor voelde. De voorspelling kwam uit, Peter Boot, de held in dit verhaal, speelde 14 jaar in het 1ste van De Sleutels (GHC na de fusie met VCL) bij de club van voorzitter en voormalig doelman Dick Barnhoorn, de ‘stiefbroer’ van Peter.
In het Wapen van Voorschoten zit Peter Boot (63) achter een dubbele espresso. Een kolossale gele tas, met de zelfs voor een bijziende duidelijk leesbare bedrukking (‘Hallo Jumbo’), houdt hij naast zich als een kostbaar kleinood. Verstandig, in de tas een veelheid aan met zorg bewaarde relikwieën uit voorbije tijden, presentatiegidsen, vergeelde foto’s die stuk voor stuk een verhaal vertellen, krantenknipsels waarin de stevige opkomende middenvelder van weleer wordt geroemd om zijn nimmer aflatende inzet op de groene mat.
Gegarandeerd een 7 ½ tot 8, elke wedstrijd. ‘Een betrouwbare kracht,’ is te lezen, ‘fel maar fair, die je een speler beter niet de opdracht kan geven hem tweemaal negentig minuten uit de wedstrijd te spelen. Missie bij voorbaat mislukt, weekend vergald.’ Geen verkeerde recensie voor een man die buiten de lijnen de rust van een dichter uitstraalt.
Peter Boot, 1 meter 96, 68 kilo schoon aan de haak toen, een ideale verhouding. Dat is en voelt fit. Terwijl de architectonisch zeer geslaagde medewerkster van het Wapen de 1ste van een naar later zal blijken, 4-tal goed getapte gele rakkers charmant aanreikt, gaan Peters ogen over het ondanks de coronacrisis tot de laatste plaats gevulde terras. Waar zal hij beginnen, lijkt hij zich af te vragen. ,,Weet je wie daar op zijn fiets springt?” Antwoord wacht hij niet af: ,,Dat is Willem van Luyck, met CK, hij speelde voor SV Voorschoten, heeft mij ooit tweemaal door mijn stokken gespeeld. Daar droom ik nog weleens van. Eerder speelde hij jarenlang bij Sparta.”
Daar wil de pennenlikker van deze website het zijne van weten. Hij schiet verrassend snel uit zijn rieten stoel, trekt zich niets van de looplijnen (corona) aan en weet de voormalige topvoetballer staande te houden. Van ver moet Boot zien, dat de getructe oud-profspeler meerdere malen ‘ja’ knikt, een elleboog geeft en huiswaarts keert. ,,Klopt helemaal, wat je zei, Peter. Ik mag hem bellen, ik heb zijn telefoonnummer genoteerd. Bedankt.”
De verslaggever van LeidenAmateurVoetbal (LAV) hijgt nog lichtjes na. Het is zaterdagmiddag, Peters echtgenote Jolanda is aan het werk als gastvrouw in een verzorgingshuis. We hebben en nemen de tijd. ,,Ik speelde in de C1 van Roodenburg en werd getraind door Frans van der Zeeuw, een wereldvent met kijk op het spelletje, die ook nog geweldig kon omgang met ons, jongens die aan puberen waren.”
Hij vervolgt: ,,Het ging best lekker, met John van de Wetering in de ploeg; John heeft nog bij Rijnsburgse Boys in het 1e gestaan. Toch heb ik er maar kort in gespeeld. Hoe dat kwam? Iemand van de elftalcommissie vond dat zijn eigen zoon in de hoogste C hoorde, terwijl niemand het daarmee eens was. Die man had kennelijk zoveel macht, dat zelfs het protest van Van der Zeeuw kansloos was.”
De vader van Peter kwam in opstand, ook tevergeefs. Tot zijn 18e droeg Peter de kleuren van Roodenburg. Toen vertrok hij naar de Voorschoterweg, naar De Sleutels, waar ‘stiefbroer’ Dick Barnhoorn, een zwager, oom en neef al actief was. Het voelde meteen als een warm bad. Een fantastische periode in Peters voetballeven nam een aanvang. Onder trainer Mat Keereweer, die later ook VWS (Van Wijk Sport), Stompwijkse Boys en MMO onder zijn hoede zou nemen, kwam de jonge Boot tot bloei. Nog een hilarische herinnering aan zijn jeugdtrainer Aad Riethoven van Roodenburg: ,,Aad was op jonge leeftijd al kaal, dat is tegenwoordig modern, toen niet. Hij schaamde zich rot en had een toupet laten aanmeten. Bij een partijtje deed Aad enthousiast mee, ging helemaal op in het spel, bij een hoge voorzet kwam hij aangesneld, ging de lucht in en kopte de bal én zijn toupet tegen de touwen. Dat was gillen, om nooit te vergeten.”
‘Stiefbroer’
Peter Boot is geboren in een arbeidershuisje aan de Leidse Zuidsingel (nu wonen er yuppen), waar het leven goed was, met de orgeldraaiers Mink en Van Putten als buren, de deur altijd open stond en waar de gouden regel ‘waar aan tafel plaats is voor 9 kan een 10e ook aanschuiven’ gold. Dick Barnhoorn is vanuit Huize Boot getrouwd. Hoe zit dat? ,,Dick heeft geruime tijd bij ons in huis gewoond. Een onbezorgde jeugd heeft hij niet gekend, de voogdijraad heeft hem ondergebracht in een kindertehuis in Voorschoten, waar hij 10 jaar is gebleven.”
Elders op deze website is het interview met Dick (‘De mooiste tijd had ik bij De Sleutels’) te lezen, waarin hij zijn jeugdjaren openhartig uit de doeken doet. Peter: ,,Dick heeft vanaf zijn 16e jaar keihard gewerkt en daarnaast 38 jaar De Sleutels, na de fusie met VCL (Vliet Combinatie Leiden), als voorzitter leiding gegeven aan GHC (Groene Hart Combinatie). Ook Bart van Leeuwen (UVS) en Phil Verstraaten (Lugdunum) zijn lang voorzitter geweest, maar Dick met 38 jaar het langst. Wij zijn altijd vrienden geweest, hebben samen veel voor De Sleutels/GHC gedaan, als actief lid en als bestuurders. Dick en ik zijn stiefbroers, geen echte broers dus, voor ons maakt dat geen verschil, Dick en ik zijn gabbers.”
Het is niet vreemd dat de in Voorschoten wonende Peter al voor dag en dauw een brok in zijn keel krijgt of een traantje moet wegpinken. Rond half 6 rijdt hij (voor velen is het dan nog nacht) naar zijn werk, onderweg passeert Peter het sportpark aan de Voorschoterweg waar hij zoveel herinneringen heeft liggen, voetbalplezier heeft beleefd, waar hij samen met anderen menig feestje organiseerde, sprekers ontving en er als 1ste elftalleider voor zorgde dat alles om en rond de wedstrijd als een zonnetje liep.
,,Het wordt me nog altijd te veel, gas geef ik dan”, vertelt hij. Omdat er thuis wordt verbouwd logeerden Peter en zijn geliefde in het Bastion Hotel: ,,Vanuit onze kamer had ik zicht op de velden. Toen barstte ik in janken uit.” Het gaat hem nog zo aan het hart dat de club niet meer bestaat, dat de velden er verwaarloosd bij liggen en dat de club er met de gemeente financieel nog niet uitgekomen is. Waar ontelbaren jarenlang hebben gevoetbald en de club veel heeft betekend voor de buurt, wordt een en ander onderdeel van een groots project dat 10-tallen miljoenen kost. Dan is 40.000 euro voor de afwikkeling van afspraken met sponsors toch een behapbaar bedrag, zegt men in kringen van de club.
Wat een kans voor sportwethouder Paul Dirkse (D66) om dit slepende probleem op te lossen. Volgens Peter zou de kwestie Gemeente-GHC ‘anders en allang zijn opgelost’: ,,Jan Duivesteijn was directeur van het Gemeentelijk Sportbedrijf, een fijne vent, bij wie sportbestuurders altijd terecht konden. Dick en Duivesteijn konden geweldig met elkaar opschieten.” Zou Jan Duivesteijn kunnen helpen voor een oplossing te zorgen? Boot haalt de schouders op en zegt: ,,Moet je Dick vragen. Trouwens, hij zal dit interview ook wel lezen.”
Trainers
Naast de begeleiding van het 1ste elftal is Peter Boot lid van de PR-commissie en organisator van de strijd om de Piet Boot Bokaal. Als begeleider zorgt hij voor de formulieren, legt de kleding klaar, zorgt voor thee en doet verder alles wat voor een goede verzorging nodig is.’ Dit staat te lezen in de Presentatiegids Seizoen 2001-2002. In de gids van het seizoen daarop staat ook nog vermeld dat hij verantwoordelijk is voor het materiaal en de ontvangst van het arbitrale trio. Lachend voegt hij er aan toe: ,,Naar de uitwedstrijden zorgde ik voor kratjes bier, cola, een fles vieux en bacardi. Op de heenweg werd er in de bus niet gedronken, geen druppel. Dan gaf de trainer zijn laatste instructies.”
,,Maar terug naar huis, gewonnen of verloren, werd het altijd gezellig.” In zijn loopbaan heeft Boot de nodige trainers meegemaakt, hij kent de namen van het hele gezelschap nog: Mat Keereweer, Hans Verkuylen, Dennis Olman, Thijs Balkhoven, (weer) Mat Keerekeer, Jan van Bemmelen (‘Wereldvent’), Eelco Fielemon (‘Al jaren sportinstructeur in een gevangenis’), Henny de Haas (‘Na 3 tappies of 2 flesjes was ‘ie al dronken’), Bert Kort, Arno Lancel en Hennie Beerenfenger (‘Mijn laatste trainer, toen ik op mijn 34ste stopte met voetballen’). Allemaal geselecteerd op hun gevoel voor de cultuur van de club. Wat is de cultuur van de club?
Peter: ,,Gezelligheid vonden wij belangrijk, het kwam voor dat presteren op de 2de plaats. Verder wilden wij herkenbaar zijn als een saamhorige echte Leidse familieclub.” Onder Eelco Fielemon beschikte De Sleutels over een ‘zware technische staf’, er moest gepresteerd worden, maar dat kwam nogal eens in botsing met niet zo nauw genomen discipline. Over trainer Henny de Haas: ,,Hij leefde niet voor het voetbal, Henny had het met zijn fabelachtige talent tot het Nederlands Elftal kunnen brengen.”
Scheidsrechter Frans Derks
Roemrucht zijn de gezellige avonden die De Sleutels/GHC organiseerde. Daar was het trio Dick Barnhoorn, Trudy Hamerling en Peter Boot verantwoordelijk voor. De kantine stroomde vol, er werd gedanst, gepraat en gelachen. Bandjes, bekende Leidse zangers en disc-jockeys zorgden voor passend amusement. Schalen met kaas, worst en warme hapjes gingen in hoog tempo rond. De barbrigade leverde topprestaties. Het liep ook vol wanneer de club gastsprekers uitnodigde, Kees Jansma, de scheidsrechters Dick Jol en Frans Derks.
,,Dick belde die bekende mensen gewoon op, vertelde over zijn ‘cluppie’ en vroeg of ze een avondje wilde komen. En ze kwamen.” Over Frans Derks: ,,Ook hij werd ‘gewoon’ door Barnhoorn gebeld en ja hoor, hij zou ook komen. Dick wilde wel zekerheid over de kosten, hij vroeg: ,,Wat wilt u als onkostenvergoeding hebben?” Niets, zei Frans: ,,Zet maar een collectebus neer op de bar, daar kunnen de leden, sponsors en genodigden hun bijdrage in doen voor het goede doel. Maar als in mijn ogen het bedrag te laag is, dan zal ik de aanwezigen wel even de oren wassen.”
Ruim 100 mensen hingen die avond aan de Vliet aan zijn lippen. Anekdotes schudde hij uit zijn mouw, over de oorlog (‘Ik heb mijn vader op zijn sterfbed beloofd nooit en te nimmer een Duitse ploeg te laten winnen’), KNVB, zijn korte broekjes , haarlengte en voorzitterschap van onder meer FC Dordrecht en NAC. ,,Bij de telling van Trudy, Peter en Dick na afloop, in het bijzijn van Frans, was er een bedrag opgehaald waar zelfs Frans Derks van verbazing achterover sloeg”, herinnert Peter zich. Het is toen nog laat geworden, Frans hield van een glaasje, maar reed ’s nachts probleemloos naar Breda in zijn klassieke Amerikaan. Het bedrag, liet hij later weten, is geschonken aan het Kankerfonds. Frans Derks is onlangs overleden. Dat hij 89 jaar was, verbijsterden vriend en vijand. De flamboyante scheidsrechter oogde als hooguit 70 jaar.
Dat prachtige shirt
Zittend op het terras in de eeuwenoude Voorschotense Voorstraat is opvallend weinig over de voetbalprestaties van Peter Boot gesproken. Wonderlijk? Nee, eerder interessant. Boot praatte graag, veel en het liefst over De Sleutels/GHC sprak prijzend over zijn op 64-jarige leeftijd overleden vader (‘Op 11 juli vierden we mijn verjaardag, op de 18e overleed hij’) en zijn moeder die bijna 90 is geworden en heel realistisch ‘Er komt ook voor mij een einde aan’ opmerkte, zijn twee jong overleden zusjes, waardoor hij ‘enigst kind’ werd, over Feyenoord (‘Rotterdammers strijden om elke bal’), over zijn afbouwen in het 2e en bij het vriendenteam en over zijn ontslag, 2 dagen voor Kerstmis, na een dienstverband van tientallen jaren en door een omscholing en zijn flexibele instelling het snel vinden van een nieuwe uitdagende baan, over de vrouwen van De Sleutels die landelijk speelden, de ontmoeting bij UVS tegen Borussia München Gladbach (0-6), over de wedstrijd van de trainers van De Sleutels tegen een team van roddelblad Story.
En ten slotte: over het shirt van GHC. Rood-wit-blauw, met de shirts van Heerenveen en Willem II, het mooiste van het land. Heeft hij nog zo’n shirt? Nee! Dick Barnhoorn gebeld, heeft het shirt ook niet meer. Schande! Daar zal LAV iets aan doen.
Nadat Peter met een ‘ie, wie, waai, weg’ de laatste bitterbal van het bordje heeft gescoord, nog even een wedje. Wie wordt de nieuwe bondscoach? De vooruitziende blik van de LAV-reporter gaat richting Ten Cate (‘Mooie leeftijd, veel ervaring opgedaan bij Barcelona en het Midden-Oosten’). Peter Boot: ,,Wat zetten we erop? Flesje wijn? Top! Noteer maar: Frank de Boer, een geweldenaar, hij is de aangewezen man om met deze ploeg, die qua talent en leeftijdsopbouw veel potentie heeft. Met die mannen kan hij doelgericht bouwen richting het EK in de zomer van 2021. Doe maar een fles Côte du Rhône, na een klein half uur in de koelkast is ‘ie’ op zijn best. Je kent mijn adres. Let niet op de rommel. Mijn huis wordt verbouwd door Hans van Eijgen, speelde ook in het 1ste van De Sleutels, was trainer en leider van het 2e, we kennen elkaar al 43 jaar. Een vakman.”
Foto’s en scans: Collectie Peter Boot en Els Bavelaar.
Actuele foto’s: Hennie Kanbier
Note redactie: interview recent opgenomen, nu geplaatst