Regeren is vooruitzien en dat geldt zeker bij de Leiderdorpse voetbalclub RCL. De meiden en vrouwen moeten weer naar de top van het amateurvoetbal en daar zijn vakbekwame trainers voor nodig. Met Jaclyn Leiwakabessy voor Jong RCL vrouwen en Benny Bensaid voor de vrouwen selectie moet het gaan lukken.
V.l.n.r. Bert Siera (bestuurslid Technische Zaken) Jaclyn Leiwakabessy, Gert-Jan van Egmond (assistent trainer/coach van het talententeam), Dick van der Bijl (voorzitter), Benny Bensaid, Gerard Hoogenboom (technisch coördinator vrouwen- en meisjesvoetbal), Arnold Staal (penningmeester), Rodney Lemmers (fysiek trainer en verzorger) en Shahroch Ramez (assistent-trainer RCL selectie).
(Foto: Gert Jan van Heyningen)
De 44-jarige Jaclyn Leiwakabessy uit Leiden speelde zelf altijd op hoog niveau met onder meer de huidige bondscoach van de Oranje Leeuwinnen Sarina Wiegman. Ze beëindigde vorig seizoen haar carrière in het tweede team van RCL en viel op door haar overgave en inzet met sublieme hoogstandjes. De technische staf van de vrouwen en meiden van RCL strikte Leiwakabessy die nu bezig is met de Trainer Coach 3 opleiding. De link naar de meiden van Jong RCL vrouwen is dan ook snel gelegd. Onder haar bezielende leiding krijgt Jong RCL vrouwen een team dat prestaties gaat neerzetten.
Aan het roer van de rood-witte Hoofdklasser op de Bloemerd komt de gedreven Benny Bensaid. De 44-jarige Rotterdammer heeft actief gespeeld in de jeugd van het Nationale team van Tunesië, Katwijk, Capelle en ARC. Hij is nu trainer-coach bij de jeugd van Stolwijk en de vrouwen van WVC. “Vertrouwen en respect met ultieme samenwerking dragen bij aan de ontwikkeling van inzet maar ook van reflectie”, aldus Bensaid die het TC 2 diploma in de pocket heeft. Het organisatietalent en motivator wil dolgraag met het vlaggenschip van de Racing weer in de Topklasse acteren.
Voor de RCL vrouwen en meiden, inclusief technische- en medische staf, en niet te vergeten de trouwe toeschouwers breken in het nieuwe seizoen gegarandeerd weer spannende momenten aan.
Met dank aan: Gert-Jan van Heyningen, Leiderdorps Weekblad