In 2025 is het 80 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd. Ondanks alle rampspoed die zich tussen 1940 en 1945 voltrok, werd in de Leidse regio ‘gewoon’ gevoetbald. Er waren kampioenen, degradanten en meeslepende derby’s. Maar het was oorlog. Veel clubs verloren jonge spelers. Er werden terreinen geconfisqueerd door de Duitsers. En al die jaren werden geen interlands afgewerkt door Oranje. Nu het thema ‘oorlog’ in 2025 wereldwijd weer zo actueel is, is een regionale terugblik op voetbal tijdens WO2 op zijn plaats.
Voetbal is toch een bijzonder fenomeen. Hoe groot de ellende in een gebied of een land ook is, de competitie zal vrijwel altijd doorgang vinden. Er passeerden in de historie verschillende oorlogen, natuurrampen en pandemieën. Maar sinds de oprichting van de KNVB in 1889 gebeurde het maar twee keer dat de competitie op het hoogste niveau werd afgebroken. De Hongerwinter en Corona waren de beide boosdoeners. Tussen 1918 en 1920 veroorzaakte de Spaanse griep veel ellende. De aandoening kostte alleen in Nederland al 38.000 levens. Maar ondanks alle ontwrichting, bleef de bal ‘gewoon’ rollen.
Anders was dat bij de recente Coronapandemie. Het seizoen 2019-2020 werd na 8 maart 2020 definitief afgebroken vanwege het oprukkende virus. Er werden geen kampioenen uitgeroepen en de nationale bekerfinale werd afgeblazen. In het seizoen dat volgde (2020-2021) startte de competitie wel, maar vanaf oktober werden alle amateurs naar huis gestuurd. Het betaalde voetbal werd wel voortgezet, maar voor lege tribunes.
In de Hongerwinter in het seizoen 1944-1945 werd überhaupt geen competitie afgewerkt. Dat was niet vanwege de erbarmelijke omstandigheden in het land, maar omdat de Duitsers een samenscholingsverbod hadden afgekondigd. De bezetter zag een voetbalwedstrijd als een ongewenste samenkomst van mensen, waardoor het spelen van voetbalwedstrijden verboden werd.
Over voetbal en oorlog gesproken. Bijzonder is het verhaal van de Engelse en Duitse soldaten aan het front in de Eerste Wereldoorlog. Op Kerstavond 1914 staakten zij het vuren, kropen ze uit hun loopgraven en speelden ze op het ‘middenterrein’ een potje vriendschappelijk voetbal tegen elkaar. Na het laatste fluitsignaal schudden ze elkaar de hand, waarna ze weer terugkeerden naar de vuurlinie. De volgende dag werd het bloedbad hervat. Deze bijzondere gebeurtenis vond plaats in de buurt van de Belgische plaats Mesen, waar een monument nog steeds aan dit ‘wonder’ herinnert. Ook nu zijn er weer bijzondere voorbeelden. Op dit moment worden competities afgewerkt in de Oekraïne, Israël, Libanon en Zuid-Soedan. En dat terwijl dagelijks oorlogsbeelden uit deze gebieden via de TV onze huiskamer binnenstromen.
Afijn, in de Tweede Wereldoorlog werd dus ‘gewoon’ gevoetbald in onze regio. Maar de bezetting had grote gevolgen voor de clubs en de mensen. Ten gevolge van de mobilisatie werd een noodcompetitie ingesteld. In Voorschoten werden de velden van SVLV aan de Margrietlaan geconfisqueerd door de Duitsers, voor wedstrijden en trainingen van militairen. Een voorstel om de komende en gaande Duitse militairen op te nemen in de vereniging, werd tijdens de ALV van 26 oktober 1940 met 6 stemmen voor en 13 stemmen tegen verworpen. Vanwege het verlies van haar velden, kon SVLV alleen nog maar uitwedstrijden spelen.
Op last van de Duitsers werden alle voetbalbonden opgeheven en onder de nieuwe ‘Nederlandsche Voetbalbond’ gebracht. Dat betekende dat de Katholieke verenigingen in Leiden en omstreken niet langer meer in hun ‘eigen’ Katholieke bond speelden. In de naam van de nieuwe NVB ontbrak de koninklijke ‘K’. Die letter werd pas na de oorlog weer toegevoegd. SVLV huurde vanaf 1942 een stuk weiland van 11.000 vierkante meter achter boerderij De Gouden Leeuw. Er konden weer thuiswedstrijden worden gespeeld! Op de Horstlaan, op slechts paar honderd meter van het ‘noodveld’, stortte in 1943 een marinevliegtuig neer.
Bij Randstad Sport stond een aantal bestuursleden niet ongewillig tegenover de bezetter. Aan de ingang van het complex aan de (huidige) Prins Bernhardlaan, werd een bord geplaatst met de tekst ‘Verboden voor Joden’. Deze ingang bestaat anno 2025 nog steeds, maar is nu het wandelpad tussen de nummers 38 en 40 op de Wijngaardenlaan.
De derde club in Voorschoten, vv Beresteyn, verdween als gevolg van de oorlog. In 1944 legde de Duitse Wehrmacht beslag op Huize Beresteyn, waar het ‘Opleidingsinstituut Wullings’ was gevestigd. De spelers van Beresteyn waren allen student aan dit instituut. De gebouwen werden op enig moment teruggegeven, maar vanwege het samenscholingsverbod in de Hongerwinter kon toen niet worden gevoetbald. Het instituut kwam de klap niet te boven en werd na de oorlog opgeheven. Beresteyn was in 1903 samen met Ajax en Sportman (het huidige ASC) oprichter van de Leidsche Voetbalbond!
In Leiden verloor DoCoS in de oorlog veel leden. Het aantal voetballers daalde van 150 (1939) naar 95 (1944). Ook UVS werd flink getroffen. In 1944 werden de tribune, kleedkamers, kantine en verdere opstallen door de bezetter gevorderd en gesloopt. ASC bestond in 1942 precies 50 jaar, maar vond het niet passend om dit uitbundig te vieren. Dat het leven gewoon doorging, was ook een feit. Het eerste van de club werd in het jubileumjaar kampioen van de 3e klasse, maar promoveerde niet. Naarmate de oorlog vorderde, nam de druk op de vereniging toe. Over de bevrijding in 1945 wordt in de clubhistorie vermeld: ‘het leven kan zich langzaam gaan herstellen, gelijk een genezende ziekte’.
In de oorlogsjaren had KRV, dat later opging in FC Rijnvogels, het heel moeilijk. Aanvankelijk werd er nog wel gevoetbald, maar op een gegeven moment werd de ellende zo groot dat er niet meer gespeeld kon worden. De houten keet werd geplunderd en veel bomen werden gekapt om verstookt te worden. VV Leiden werd nota bene kort na het uitbreken van de oorlog (op 15 juli 1940) opgericht. Ook Hazerswoudse Boys werd in de oorlog (in 1943) opgericht. In Sassenheim werd voor een zacht prijsje een bollenloods gekocht, die als kleedkamer dienst moest gaan doen. Het hele gevaarte werd op Tweede Paasdag met een tractor naar haar bestemming in Hazerswoude vervoerd. Kort daarop nam de veldwachter, op bevel van de bezetters, de boeken van Hazerswoudse Boys in beslag. Dat was om te zien of daarin geen kwalijke dingen over de bezetters werden gezegd.
Op sommige velden in de regio werden mijnen geplaatst, om voetbalactiviteiten tegen te gaan. Bij Quick Boys werden alle kleedkamers en doelen weggehaald. Direct na de bevrijding werd een officiershut gekaapt en op het terrein van Quick Boys gezet. De club kwam meteen weer tot leven. Op 6 juni 1945 speelde Quick Boys alweer een wedstrijd tegen een team van de Royal Air Force. Het duel werd door duizenden mensen bijgewoond.
Na de bevrijding kwam Nederland weer tot bloei. Er ontstond een grote mate van saamhorigheid, die onder andere resulteerde in de oprichting van uiteenlopende verenigingen. Op 5 augustus 1945 werd Warmunda opgericht in Café De Zon. Die oprichting kwam onder andere voort uit de goede contacten tussen Engelse militairen en Warmondse voetballiefhebbers. Nadat een stuk weiland was gehuurd van boer Heemskerk, kon de bal gaan rollen.
In de regio werden in de naoorlogse jaren veel voetbalclubs opgericht: SJZ (1945), Weteringse Boys (1945), Oranje Groen (1945), Altior (1945), Lisser Boys (1945), De Sleutels (1946), Aarlanderveen (1946), MMO (1946), SVOW (1946), NSV’46 (1946), Rijpwetering (1946), VNA (1946), Woubrugge (1946), Bernardus (1947), Stompwijkse Boys (1947), VVOA (1947), VNL (1948) en TAVV (1949) zagen allen het levenslicht.
Anno 2025 moeten wij onze vrijheid koesteren. En bewaken. En eens temeer kunnen wij vaststellen dat voetbal in tijden van voorspoed en tegenspoed altijd zal bestaan. De rollende bal laat zich niet stoppen. Voetbal is niet slechts ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’, maar een pure hoofdzaak. Waarvan akte.