Deuren kantines gaan definitief weer open!

Het kabinet gaat de corona-maatregelen vanaf 1 juli verder versoepelen. Onder meer sportkantines mogen vanaf die dag weer open, zo laat het Algemeen Dagblad vandaag weten.

Het Outbreak Management Team (OMT) zou verder groen licht hebben gegeven voor  versoepelingen. Het kabinet zal hierover woensdag een definitief besluit nemen. Waarschijnlijk voor het betaalde voetbal weinig beweging. De KNVB hoopt toch dat er al in augustus oefenduels gespeeld mogen worden, om in september de competitie te kunnen aanvangen. Tot nu toe is gemeld, dat er voor 1 september geen wedstrijden mogen worden gespeeld.

Kantine

Voor het amateurvoetbal komen er wel versoepelingen. De kantines mogen vanaf 1 juli weer open, meldt het AD. Ook sportscholen, sauna’s en casino’s mogen hun deuren weer openen. Verder mag het maximum aantal gasten in de horeca verhoogd worden naar honderd personen.

Meeste mutaties bij Alphense Boys (za), Lugdunum en FC Boshuizen (zo)

Vorige week plaatste onze redactie de finale versie van de overschrijvingen. De transfers werden door onze redactie op een rij gezet aan de hand van de gegevens vanuit de clubs. Onze redactie zette een en ander in en overzicht en kwam tot de conclusie dat drie clubs er bovenuit staken voor wat betreft het aantal verschuivingen. Let wel, bij alle clubs werden ook de eigen jeugdleden meegerekend die doorstromen naar de selectie. Uiteraard is niet zeker of zij de hoofdmacht halen, maar dat is ook niet altijd een zekerheidje bij spelers die overkomen van een andere club. Het gaat in elk geval om de absolute getallen en gebaseerd op datgene wat een club heeft doorgestuurd.

Vijf clubs gaven geen spelers door die gestopt of vertrokken zijn en dat waren in willekeurige volgorde: Kickers’69, Zwammerdam, LSVV’70, Meerburg en Roodenburg. Zonder uitzondering dus clubs die uitkomen in de vierde klasse. Vooral bij Zwammerdam en LSVV’70 veranderde er weinig en dat is ook het geval bij SJC (za) dat de vierde klasse A aanvoerde bij het staken van de competitie.

De navolgende clubs zagen de nodige spelers vertrekken (tien of meer). Ook nu in willekeurige volgorde: Katwijk, Foreholte, SJC (hoofdklasse), VVSB, Ter Leede, FC Lisse, Noordwijk, Quick Boys, Teylingen, Lugdunum, Sporting Leiden (za) en Alphense Boys (za).

Bij ‘inkomend’ en boven de tien zijn dit de volgende clubs: Alphense Boys (za), FC Boshuizen (za), Football Factory, Hazerswoudse Boys, Koudekerk, Voorschoten’97 (zo), AVV Alphen, Lugdunum, Teylingen, DOSR, Kagia, DoCoS, FC Boshuizen (zo), FC Rijnvogels, Alphense Boys (zo), Katwijk en Rijnsburgse Boys.

De top 10 op een rijtje: 

Alphense Boys (za): 26/19= 45 (lees: 26 gekomen, 19 vertrokken)

Lugdunum: 28/13=41

FC Boshuizen (zo): 23/9=32

Teylingen: 12/14=26

Kagia: 19/7=26

Katwijk: 13/12=25

Koudekerk: 20/5=25

FC Boshuizen (za): 15/8=23

ASC: 15/7=22

Voorschoten’97(zo): 17/5=22

Column: ‘Hamsterwoede’

Mijn wenkbrauwen gaan fronsen als ik bij  verenigingen weer een rits namen ontwaar in de lijst der overschrijvingen. Een bekende Leidse voetbaluitspraak is die van “het vreemdelingenlegioen is weer aangevuld“. Een uitspraak voor clubs die jaar in, jaar uit een rits spelers aantrekken en die via de achterdeur weer hetzelfde aantal zien vertrekken.

Het binnenhalen van tal van spelers kan om meerdere redenen gedaan worden.
1) de club wil op niveau blijven presteren en vers bloed is welkom.
2) als vereniging kiezen we voor een coach, die zijn vriendjes meeneemt.
3) er is geen sfeer in de club en na een jaar komen de aangetrokken spelers daar achter en zoeken hun heil ergens anders.
4) het gaat niet om de spelers, maar  de manager krijgt er een kick van als hij met zijn geraffineerde overhaal tactiek spelers weet te paaien en helaas bestaat een team maar uit 11 spelers en vertrekken de teleurgestelde spelers, die in de “mooie praatjes “ getrapt zijn weer na een jaar.

Tegenwoordig zie je nog weinig teams, waarvan de spelers jarenlang met elkaar optrekken. Spelers zijn onrustig geworden. Zij zijn op zoek naar hun “eigen ik“. Hoe goed ben ik eigenlijk? Oorzaak?

Misschien evalueert de coach niet met spelers waarin zij zich kunnen verbeteren?
Een glad praatje, een klasse hoger kunnen spelen, de centjes, het zijn allemaal redenen om het ergens anders te proberen. Zeker jeugdspelers zijn kwetsbaar in deze. De vraag, die zij zich zelf niet stellen is: gaat deze trainer mij beter maken? Zij of hun familie denken dat ze op weg zijn naar de top, doch het ravijn gloort. Een belangrijke rol speelt de trainer in dit proces van aantrekken van spelers. Wanneer er zoveel spelers binnenkomen dan vraagt dat nogal wat van de persoonlijkheid van de coach. Omgaan met al die spelers, gaat het hem lukken?

De beschikking hebben over veel spelers geeft de ene coach een prettig gevoel. We hebben nu concurrentie en de spelers moeten mij maar aantonen op de training, dat ze een basisplaats verdienen. De meeste spelers zijn niet gekomen om te gaan spelen in het tweede elftal. Om ze te  paaien, dient er beloofd te worden. Toch heeft een coach al een idee, hoe zijn basiself er zal uitzien. Voor het geval van schorsingen of blessures is het goed dat hij wat achter de hand heeft. Zoveel mogelijk spelers dienen speelgerechtigd te worden gemaakt, dus draaft Jan en Alleman op in de bekerwedstrijden voor aanvang van de competitie. Zodra alle namen het wedstrijdformulier gepasseerd zijn, begint de echte selectie en valt menig naam af.

De belofte van een plaats in het team onder de 23 en opgesteld worden in doordeweekse oefenwedstrijden moet de pijn doen verlichten. Naarmate het seizoen vordert neemt de motivatie van deze spelers af. ‘Geen echte kans gehad, de trainer ziet het niet in mij zitten en ziet mij niet staan. Ik ben er klaar mee en nu is het tijd om hem te laten staan.’

De trainer, die dus veel spelers krijgt en echt met zijn spelers begaan is, moet dus een people manager zijn, die alle spelers gemotiveerd moet zien te houden. Dat vraagt communicatieve – sociale en motivatie vaardigheid. Of de trainer dit bezit, wordt na een seizoen duidelijk. Om zijn kwaliteiten te beoordelen is er maar een maatstaf : het aantal vertrekkende spelers na een seizoen. Is dat laag, dan staat er een trainer, die je met een groep zijn gang kan laten gaan. Vertrekken er veel, dan zegt dit iets …..

De trainer, die met zijn vriendjes hopt van club naar club, is niet de man die een stevig fundament bij een vereniging neerlegt. Is zijn dienstverband ten einde, dan vertrekt de trainer en neemt zijn “onderdanen “mee naar zijn volgende klus. Een ander probleem dat zich in zo’n groep gaat voordoen is de verhouding tussen alle spelers en de gekomen vriendjes van de trainer. Die vriendjes gaan alleen maar mee als ze zeker zijn van een basisplaats. De trainer traint en coacht immers het tweede elftal niet.

Het gevolg is dat veel aangetrokken spelers, die net zo goed zijn als de vriendjes, toch niet aan de bak komen. Teleurstellingen liggen op de loer. Ook hier zal je meemaken dat na een seizoen veel spelers vertrekken. Mits de trainer aan iedereen kan uitleggen om welke redenen hij heeft gekozen voor een bepaalde opstelling.
Zo niet, dan is menig “talentvol jeugdvoetballer “ klaar. Want een jaar niet op niveau spelen is haast niet meer in te halen. Met ‘klaar’ versta je, dat het in de meeste gevallen niets meer wordt, omdat het talent niet verder ontwikkeld is.

Het moraal van dit verhaal. Haal alleen spelers, die het team kunnen versterken. Haal je teveel, dan lijdt je aan “hamsterwoede “ en we hebben net geleerd, dat in Coronatijd je niet moet hamsteren. Getalsmatige spelers verdwijnen naar de reservebank of stoppen, teveel ingeslagen etenswaren gaan naar de voedselbank!

Jan Lovink

Houssin Bezzai nadrukkelijk aan de slag bij de KNVB

In de voorbije dagen kwam in de landelijke pers de naam van Houssin Bezzai regelmatig voorbij en bepaald niet zonder reden. Uiteraard wil ook LAV hier aandacht aan besteden. Bezzai speelde de voorbije jaren voor Lugdunum en is al jaren een van onze Ambassadeurs!

Houssin Bezzai is per 1 maart 2020 aangesteld als programmamanager racisme en discriminatie bij de KNVB. Het is een van de actiepunten die voortkomen uit het aanvalsplan tegen racisme en discriminatie ‘Ons voetbal is van iedereen’ dat 8 februari werd gelanceerd. Bezzai (41) is oud-speler van onder meer Sparta Rotterdam en TOP Oss. Tijdens en na zijn voetballoopbaan werkte hij aan diverse maatschappelijke projecten.

Functie

Als programmamanager racisme en discriminatie is het de taak van Bezzai om de verbindingen tussen clubs en andere partijen die betrokken zijn bij het aanvalsplan tegen racisme en discriminatie in goede banen te leiden. Hij volgt alle ontwikkelingen in de aanpak tegen racisme en discriminatie op en rond de voetbalvelden, is de spil van het geheel en behoudt het overzicht.

Bovendien zal Bezzai goede voorbeelden in beeld brengen van een succesvolle aanpak door clubs, trainers of scheidsrechters. Eén van de belangrijke zaken die Bezzai oppakt, is dat hij aan de slag gaat met spelers uit het betaald voetbal om een antiracisme en -discriminatieteam te vormen en betaald voetballers te betrekken bij het aanvalsplan.

Werken aan de toekomst

Door te luisteren, de dialoog aan te gaan en samen te werken, moeten we met z’n allen tot oplossingen komen. ,,Toen ik werd benaderd voor deze functie, ben ik gelijk in het diepe gesprongen”, vertelt Bezzai. ,,De gebeurtenissen bij FC Den Bosch – Excelsior waren voor mij heel herkenbaar. Tegen Ahmad Mendes Moreira werd misschien iets anders geroepen dan vroeger tegen mij, maar ook toen was het te vaak raak. Als speler probeerde ik daarboven te staan, maar nadat ik was gestopt als voetballer veranderde dat. Ik werd ouder, kreeg kinderen en hoopte dat zij niet hetzelfde hoeven mee te maken. Die gebeurtenis bij FC Den Bosch – Excelsior maakte indruk en heeft zeker iets met me gedaan. Nu kan ik zelf een bijdrage leveren in de strijd tegen racisme en discriminatie in de voetballerij.”

Racisme en andere vormen van discriminatie horen duidelijk niet thuis in de samenleving, niet in het voetbal en niet daarbuiten. ,,We kunnen het verleden helaas niet veranderen, maar we kunnen wel werken aan de toekomst. Niet vanuit de slachtofferrol, maar vanuit kracht. Binnen een jaar willen we al meer bewustwording creëren en het gesprek zijn aangegaan met voetballers, trainers, bestuurders, supporters, scheidsrechters en andere betrokkenen in het voetbal. Door te luisteren, de dialoog aan te gaan en samen te werken, moeten we met z’n allen tot oplossingen komen. Dit aanvalsplan vormt daarvoor het startschot.”

Bron: KNVB