Bart Janssen (100) kan niet wachten tot de bal weer gaat rollen bij UVS

Op de website van UVS kwam onze redactie een alleraardigst interview tegen met een verstokte blauwwitter. Een donateur die al vanaf 1945 verbonden is aan de club. Tja, hoe mooi kan iets zijn? Dus voor de liefhebber hierbij ook op onze website het verhaal met dank aan de archiefgroep van Uit Vriendschap Saam.

Op 4 januari werd Bart Janssen, geboren en getogen Kooi-bewoner, 100 jaar. Het UVS-bestuur liet een prachtige bos bloemen brengen bij deze donateur, die al sinds 1945(!) trouw zijn contributie betaald. Het werd meer dan hoog tijd voor een nadere kennismaking met deze hondstrouwe supporter. Via dochter Margriet werd meneer Janssen telefonisch benaderd, maar hij liet zijn dochter weten daar niet veel voor te voelen. Hij wist niet zo veel meer, zei hij bescheiden. Tien minuten later belde hij Margriet terug; hij vond het eigenlijk toch wel een leuk idee zo’n interview.

Besloten werd om dat te doen ten huize van dochter Margriet in Leiderdorp waar het Fred Beerenfenger en ondergetekende snel duidelijk werd dat er met het geheugen van de honderd-jarige nog niks mis is. Heel monter en met veel details vertelt hij over zijn jeugd, zijn vrouw, zijn werkzame leven, zijn hobby, maar vooral over al zijn bezoekjes aan de wedstijden van UVS. Beginnend op het terrein aan de Kanaalweg, via de Wassenaarseweg (“Ik heb daar in 1938 nog gewerkt aan de nieuwe tribune”) naar de Kikkerpolder in 1962. Janssen volgt UVS 1 al 77 jaar op de voet!

                        Clubtrouw? Het verdwijnt meer en meer, maar voor Bart Janssen is er maar 1 club..

Maar ook uitwedstrijden werden niet gemist. In het begin samen met zijn vrouw Co op de fiets. “Dat waren soms best wel flinke eindjes. We zijn weleens naar Elinkwijk gefietst in Utrecht”. Een fietstochtje naar Gouda (ONA uit) op zondagmiddag staat ook nog sterk in de herinnering. “Op de terugweg kreeg Co een lekke band en ik had die keer helemaal geen gereedschap bij mij. Co is toen bij mij achterop gaan zitten en ik reed met één hand aan het stuur en in de andere hield ik de fiets van Co vast. We kwamen veilig thuis hoor”.

Later maakte de fiets plaats voor de auto. “UVS heeft mij heel veel benzine centjes gekost”, vertelt hij lachend. Maar vorig jaar kreeg hij problemen met zijn ogen en moest hij op zijn 99ste zijn Nissan Micra aan de kant zetten, want zijn rijbewijs werd tot zijn spijt niet verlengd. Een scootmobiel kwam daarvoor in de plaats. Vanuit de Atjehstraat, waar hij nog volledig zelfstandig woont, reed hij vervolgens om de veertien dagen naar de Kikkerpolder tot het virus-monster het voetbal stopte. Nu gaat hij elke zaterdag naar de markt, koopt daar een bloemetje en gaat dan op visite bij dochter Margriet en schoonzoon Hen Starre, maar kan eigenlijk niet wachten tot het moment als hij op zaterdagmiddag weer langs de zijlijn van UVS kan plaatsnemen.

Zelf gevoetbald heeft hij ook. In de dertiger jaren van de vorige eeuw bij TONA aan het Zwarte pad in de Kooi. TONA bestond voor het grootste deel uit werknemers van de Verenigde Touwfabrieken aan de Zijl. “Piet Kantebeen is daar nog trainer geweest. Ik was rechtshalf en best wel snel. Toen keeper Henk Brijer overstapte naar UVS vroeg hij mij of ik mee wilde. Ik heb er nu nog spijt van dat ik het toen niet gedaan heb. In die tijd kreeg ik ook kennis aan een meisje en ik vond het leuk als ze een keertje kwam kijken. Toen ik haar vroeg zei ze: ’Nee, ik mag niet kijken naar jongens in een korte broek’. We kregen toch verkering en later ging ze altijd mee naar UVS. Ze werd nog fanatieker dan ik. Als iemand een UVS’er onderuit haalde liet ze vanaf de tribune luid en duidelijk merken dat zoiets niet kon. We hadden een vaste plaats bij de harde kern met Koos Bronsgeest, Jan Neuteboom, Leen den Os, Jan Peper en dan vergeet ik er nog wel een paar.

                                        Bart Janssen zet de verslaggever van dienst aan het werk

Heel gezellig en er werd vaak gezongen. Maar toen Co problemen kreeg en in een rolstoel belandde konden wij de tribune niet meer op. We hebben toen een vaste plaats opgezocht in de buurt van het scorebord. Als ik soms wel eens niet zo veel zin had om te gaan was het Co die dan zei; kom op meegaan!”

In 2012 overleed zijn vrouw na een huwelijk van 69 jaar. Het echtpaar kreeg twee kinderen, een zoon en een dochter.

Eén van de drie zoons van Margriet en Hen speelde bij RCL en verhuisde als jeugdspeler naar UVS, tot genoegen van opa èn oma.

De vader van Erik en echtgenoot van Margriet, Hen Starre, verhuisde mee naar de Blauwwitten en werd eind negentiger jaren ook enige tijd jeugdleider. Erik had talent en speelde drie jaren in de A1, de regionalen die toentertijd op hoog landelijk niveau speelden. Het betekende voor opa Bart en oma Co dat het hele weekend een UVS-tintje kreeg. Zaterdags naar Erik en op de zondag naar het eerste kijken. En ook hier hebben we het over de uit- en thuiswedstrijden. Dochter Margriet raakte ook in de ban van voetbal en was jarenlang ook een trouwe bezoeker in de Kikkerpolder.

Na de Lagere school ging Bart aan de slag als loopjongen bij de wijnhandel Kuperus op de Hogewoerd, waar hij op de fiets met een rieten mand de bestellingen rondbracht. Hij maakte later de overstap naar de dekenfabriek van Wijk aan het Levendaal. “Kijk, ik heb er nog een souvenir aan overgehouden!” en steekt zijn linkerhand in de lucht. Er ontbreken twee vingers.

Dat zou hem later nog van pas komen, hoe gek dat misschien ook klinkt. Toen in 1940 de oorlog begon was Bart al 18 jaar. Na de eerste relatief rustige jaren werd het vanaf 1942 een stuk onveiliger. Jonge mannen werden opgeroepen voor de Arbeidseinsatz en konden naar Duitsland worden gestuurd en daar tewerk worden gesteld. De vader van Bart gaf hem in 1943 het advies om snel te trouwen met Co. Wellicht verkleinde dat de kans voor

Bart om opgestuurd te worden. Bart twijfelde geen moment en vertrok ‘s middags naar het stadhuis en ging in ondertrouw met Co Pelt. Een dag later met de trein naar Den Haag om papieren in orde te maken en het jonge stel trouwde daarna op de kortst mogelijke termijn. Bart had van zijn vader een pak gekregen en Co had haar mooiste jurk aangetrokken. Uiteindelijk ontkwam hij niet aan de Duitsers. Met alle papieren op zak moest hij zich melden bij het arbeidsbureau voor mogelijke uitzending. De procedure was bijna afgerond toen de ambtenaar plotseling zag dat zijn linkerhand vingers miste. Hij werd prompt afgekeurd en kon vertrekken. Bart ging kijken of hij aan werk kon komen bij de gaarkeukens, die aan de bevolking karige maaltijden uitdeelde. “Het was vreselijk om van die hele magere kinderen te zien. Het eten werd gebracht naar uitdeelposten waar ik samen met een collega verantwoordelijk was voor de distributie. Op een dag hebben we kinderen de tonnen laten leeg schrappen, maar dat werd vechten. Ouderen pikten dat niet. We haalden later na afloop die tonnen naar binnen en lieten daarna kinderen de tonnen leeg schrapen. Een vreselijke tijd”.

                                      Bart Janssen met de Schaeffer pen gekregen van Bart van Leeuwen

Schoonzoon Hen rommelt vervolgens wat in een laatje en komt dan met een aantal mooie tekeningen op de proppen. Bart blijkt een creatief talent te verbergen. Zonder cursus heeft hij zichzelf leren tekenen. We herkennen snel een prachtig portretje van kleinzoon Erik. “Ik was huisschilder, maar ik kon ook aardig op paneeltjes schilderen. Ik heb zelfs een tijdje van die kleine paneeltjes geschilderd en verkocht aan een kunsthandel in Amsterdam. Kreeg ik vijftig gulden voor vijftig paneeltjes. Best een aardig bedrag voor die tijd, maar ze wilden liever nog iets grotere paneeltjes hebben, maar daar had ik geen zin in.”

In 1995 ontving Bart Janssen uit handen van erevoorzitter Bart van Leeuwen een mooie Schaeffer pen als waardering voor zijn vijftig jarige donateurschap. Bart heeft de pen al die jaren netjes bewaard in het doosje, maar bekent er nog nooit mee te hebben geschreven.

“Waarom niet, geen idee, ik denk dat ik het zonde vond van zo’n dure pen.”

Terukijkend op de UVS historie komen we natuurlijk ook terug op de verloren wedstrijd in 1968 voor twintigduizend toeschouwers op het RCH terrein om het landelijk amateurkampioenschap tegen DCG. “Ja daar was ik ook bij. Met de trein naar Haarlem en toen met de bus naar Heemstede. Zonde hè toen. Het water stond in mijn schoenen die middag. Alleen maar regen daar. Trouwens het is toch eigenlijk een schande dat Leiden geen club heeft op het hoogste amateurniveau. Er zijn zoveel studenten in de stad. Daar moeten toch goede voetballers onder zijn? Gerard Désar was toch ook student toen hij bij UVS kwam voetballen! Désar vond ik trouwens de beste voetballer uit al die jaren. Wally van Schooten als snelle linksbuiten vond ik ook heel goed. Tonnie Kantebeen, de broer van Piet, had een geweldig hard schot. Die moet ik ook noemen. Ik wil weer graag naar de Kikkerpolder. Eerst even de kantine in voor een balletje gehakt en dan naar de wedstrijd kijken.”

Tot die tijd kijkt hij zoveel mogelijk voetbalwedstrijden op de tv met Ajax als favoriet, op één meter afstand van de buis vanwege zijn oog-probleem. “Eerst nog een staaroperatie in februari. Daarna zie ik het hopelijk allemaal weer heel goed. Ik kan niet wachten.”

Wij hopen Bart Janssen weer snel te kunnen begroeten op het UVS terrein!

Simon van Meijgaarden

Fred Beerenfenger

Redactie
Redactie
Voor iedere liefhebber van het Leidse regiovoetbal.Leidenamateurvoetbal - sinds 2010

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!