Voormalig-UVS-voorzitter Bart van Leeuwen:
‘Ik een hotemetoot? Kom nou, ik ben een echte Leienaar met blauw/wit bloed, die al een leven lang met beide benen op de grond staat’
Maar liefst 27 jaar stond Bart van Leeuwen aan het roer van UVS (Uit Vriendschap Saâm). Als de langst zittende voorzitter van de in 1914 opgerichte voetbalvereniging trad hij op als ‘primus inter pares’, vrij vertaald: eerste onder zijn gelijken. Bij hem geldt: wat je ziet is wat je krijgt. Bart is altijd gelijk gestemd, kent iedereen bij naam en toenaam en op weg naar de leeftijd der zeer sterken is hij nog altijd actief in een bont scala gremia. ‘Ze willen me nog niet kwijt,’ klinkt het glimlachend.
De hoogste tijd om in woord en beeld te wandelen door het leven van een ambitieus mens, ooit tot eigen verbazing (en misprijzen) aangesproken en behandeld als een ‘hotemetoot’: ‘Oh, wat een verkeerd beeld van mij. Ik ben een gewone, maar wel echte Leidenaar, die zijn hele leven met beide benen op de grond heeft gestaan en nog staat en bij wie het blauw-witte bloed van UVS door de aderen stroomt.’
De afgelopen jaren is de in 1934 geboren Bart van Leeuwen door een diep dal gegaan. Hij is daar nog niet voor de volle honderd procent uit geklauterd, wel bekent hij ‘op de weg terug te zijn’. Dat tekent zijn karakter, zijn wilskracht. ‘Het zal echter nooit meer worden wat het is geweest.’ Na enkele jaren als mantelzorger zijn vrouw Tiny intensief te hebben verzorgd, staat hij er na haar overlijden in de finale van zijn leven alleen voor.
Bart spreekt warm over zijn dochter Joyce, haar man Hans en de kleinzonen Marc en Luc, en zoon Hans, zijn vrouw Birgitte en kleindochter Sascha (‘Zij behaalde onlangs haar Master Communicatiewetenschappen’, glimt de trotse opa), die hem omringen met alle mogelijke denkbare steun. De overgang naar het alleen-zijn zou te groot zijn, die weg moet geplaveid worden met stenen der geleidelijkheid. Langzaam maar zeker ging de borst weer vooruit, het hoofd omhoog, sprankelden de ogen en nam Van Leeuwen steeds iets meer zelf de teugels in handen. ‘Ik heb de regie weer terug, nog niet helemaal, kan ook niet na een huwelijk van 64 jaar, maar ik ben op de goede weg.’ De afspraak met de ‘ambassadeur van UVS’ werd door de ziekte van Tiny, het opeens zo ‘andere’ leven van Bart en corona voortdurend vooruit geschoven. Is de tijd nu rijp?
Midvoor bij DoCoS
In de hal van zijn dubbele appartement aan de rand van Leiden, die Tiny en hij decennia geleden als eerste bewoners betrokken, vallen de etsen (of zijn het litho’s?) van de kunstenaars Sierks en Roodenburg met afbeeldingen van herkenbare Leidse gebouwen, poorten, molens op. Dat is smullen voor elke ‘glibber’, dus ook voor de LAV-verslaggever. ‘Ik zei toch dat ik een echte Leienaar ben,’ zegt Bart, alsof ik zijn woorden in twijfel had getrokken.
Op de tafel waaraan het prettig praten en schrijven is, ligt het Leidsch Dagblad van deze maandagmorgen, op de sportpagina. Sportlust ’46-TerLeede 1-1. Luc en Marc, kleinzonen van Bart, acteren in de hoofdmacht van Ter Leede. Ik lees: Vijf minuten voor tijd werd Marc met rood naar de kleedkamer gezonden. Tweede gele kaart. Voor de rust liep Marc tegen geel aan (harde charge). Terecht volgens de steunpilaar van trainer Niek Oosterlee. ’De tweede klopte niet,’ vertelt hij de verzamelde pers. ‘Ik riep iets tegen een medespeler. De scheidsrechter dacht dat ik het tegen hem had.’ Jaja. Opa Bart, die elke uit- en thuiswedstrijd van ‘zijn’ Marc en Luc bezoekt, vond ook – ‘objectief gezien’ – dat de arbiter ten onrechte geel trok. ‘Daar is niets meer aan te doen,’ verzucht hij, ‘Marc krijgt een wedstrijd aan zijn broek.’
Het gesprek golft heen en weer. Er wordt gelachen, er valt een traan. Bart herpakt zich, ogenschijnlijk eenvoudig. ‘Een stukje verder op, richting De Vink, lag het veld van DoCoS, tegenover de Houtzaagmolen de Heesterboom bij Houthandel Noordman, levenslange sponsors van de club. Ik heb in DoCoS gevoetbald en hoog, hè, in het eerste.’ Dan blijkt dat Bart stond opgesteld als midvoor, een positie die nu niet meer bestaat. Met Bert Smit op doel, de broers Wim en Theo Verplancke, Leo van Teylingen, Frans Kersten, Bert Masurel en Ton Verhoeven. ‘Ik maakte oorlog in de zestien. Op dat moeilijk bespeelbare veld van toen kon ik als lichtvoetige speler uitstekend uit de voeten. Als kwikzilver was ik, technisch sterk, geen bikkelaar.’
Piet Biegstraaten, een toonbeeld van deugdzaamheid leidde de vereniging, die destijds op zondag pas vanaf twaalf uur mocht voetballen. ‘Ja, we moesten eerst naar de kerk,’ bevestigt Bart. ‘En weet je, dat Piet Masurel, broertje van Gerard en een goochelaar aan de bal, overstapte naar UVS? Dat was wat in die tijd. Als katholiek ging je niet naar een wat toen ‘neutrale’ club heette. Ondenkbaar.’
Vader en zoon
Van het rood en wit van DoCoS belandt Van Leeuwen bij het blauw en wit van UVS. Hoe ging dat? ‘In de tijd dat UVS aan de Wassenaarseweg speelde, was ik al bij elke thuiswedstrijd. Hans, zo dol op voetbal dat hij er altijd een bij zich had, luisterde met rode oortjes naar wat ik vertelde over de prestaties van UVS. ‘Ik wil ook bij UVS voetballen, pap, mag ik?’ vleide hij. Ja hoor, jij mag.’ Op een zaterdagmorgen stappen vader en zoon naar UVS. Hans huppelt opgewonden naast ‘pap’. Eenmaal bij UVS stuurt Cor Schreuder, leider van het eerste elftal, senior en junior door naar Dirk Bakker, die zich met de jeugdzaken bezighoudt. Dirk kijkt eens naar het frêle ventje en vraagt naar zijn leeftijd. ‘Acht-en-een-half, meneer Bakker.’
Die vraag hebben ze niet verwacht. Op deze leeftijd kan je nog geen lid van UVS worden. Ach en wee. Zodra Hansje negen jaar is, moet hij maar terugkomen, dan zal UVS hem aannemen. Bart: ‘De wereld van Hans stortte in. Ik kon hem niet troosten.’ Hans stapt naar DoCoS, die niet moeilijk doet en gaat spelen in een leuk elftalletje. Hans heeft talent, speelt tot zijn twaalfde bij DoCoS, haalt het Jeugdplan van de KNVB, wordt gescout door Fred Blankemeijer van Feyenoord en warm welkom geheten op Varkenoord door Johan Boskamp, de jeugdtrainer van de club in Rotterdam-Zuid.
Een paar jaar later komt alles toch goed met UVS. Hans haalt de regionalen van Feyenoord, met jongens als de Blommetjes (ook uit Leiden), Sjaak Troost en Joop Hiele. Studeren aan het Atheneum en vier maal trainen per week is een onhoudbare combinatie. Trainer Leo Beenhakker is het daar mee eens. Hans vertrekt bij Feyenoord en sluit zich aan bij UVS. ‘Bij Dirk Bakker schrijft hij zich in als lid.’
Mr. Bart van Leeuwen, notaris
Wanneer op 28 februari 1998 de klok 00.00 uur slaat, heeft de handtekening van mr. Bart van Leeuwen geen bevoegdheid meer. Op die dag en dat uur eindigt zijn carrière als notaris. Op 1 september 1950 treedt Bart in dienst bij Willem Sijtzo Jongsma, notaris, gevestigd aan Rapenburg 31 in Leiden. Hij wordt daar administrateur, maar merkt al snel dat het ‘vak’ van notaris hem ligt. Op 32-jarige leeftijd, inmiddels vader van Joyce en Hans, begint Van Leeuwen zijn studie aan Universiteit Leiden, is jarenlang kandidaat-notaris, vestigt zich – dat is een Koninklijk Besluit – in 1980 als notaris in Noordwijkerhout.
De geboren Leidenaar staat al snel bekend als ‘een sociaal notaris’, zoals hij later het predicaat ‘een sociaal voorzitter’ krijgt. Hij is zeer gevoelig voor deze aanduidingen, Bart is immers trouw, altijd recht door zee. In het Leidsch Dagblad van 29 juni 2002 zegt hij: ‘Ja, ik ben trouw. Ik hecht eraan om na te komen wat ik heb afgesproken. Trouw kun je zijn op veel gebieden. Als bestuurder ben ik trouw aan mijn club en in het notariaat moet je altijd zorgen dat je betrouwbaar bent voor mensen. Ik ben trouw aan de regels. Daar heb ik ook een eed voor afgelegd, ook die moet ik trouw blijven. Trouw is ook goed voor stabiliteit. Ik ben 44 jaar getrouwd, heb 49 jaar in het notariaat gezeten en ben 22 jaar voorzitter van UVS. Vertrouwen, geborgenheid en stabiliteit vormen voor mij de basis van het leven.’
Freek Filippo sr
‘Als het aan jou gevraagd zou worden, zou jij dan nee zeggen tegen een bestuursfunctie?’ De vraag wordt gesteld door Freek Filippo sr., een van de iconen die UVS heeft voortgebracht. De zelden om een woord verlegen zittende Bart heeft even geen tekst. Er valt een stilte, dertig seconden duren dan lang. ‘Ik sta echt niet te dringen om een bestuursbaantje,’ zegt Bart dan, ‘ik heb het druk genoeg, maar als ze het me zouden vragen, sta ik daar niet direct onwelwillend tegenover.’ Piet Kruit leidt dan het bestuur, de leraar Duits kijkt vooruit. Binnenkort zijn bestuursmutaties op handen. Freek Filippo is een van de pionnen op zoek naar gekwalificeerde vervangers. Bart is er daar een van. Zo gaat het balletje rollen. Er volgen gesprekken met de eminente Kruit, de gentleman representant van UVS, die in Bart zijn opvolger herkent. Binnen UVS wordt over Bart gesproken als de ‘positivist, bruggenbouwer, diplomaat’; ‘polderaar’ zou ook op hem van toepassing kunnen zijn, dat woord bestond toen nog niet, wel ‘hij is van het overlegmodel’.
25 jaar ‘kapitein’ van UVS
Na een ‘stage’ van twee jaar als vicevoorzitter, wordt Bart van Leeuwen in de Algemene Ledenvergadering unaniem gekozen tot voorzitter, de vierde voorzitter van UVS na de Tweede Wereldoorlog, na Wondergem, Nienhuis en Kruit. Hij zal die functie 25 jaar bekleden, tot oktober 2006. In november van datzelfde jaar ontvangt Bart van Leeuwen de Gouden Gedenkspeld van de gemeente Leiden, met deze onderscheiding wordt niet gestrooid. Om die te ontvangen moet er wel ‘iets’ gepresteerd zijn. In de tjokvolle kantine van UVS worden de verdiensten van de inmiddels ex-voorzitter gememoreerd: ‘U heeft zich op onovertroffen wijze ingezet voor de belangen van UVS en haar sociale omgeving.’ En: ‘Onder uw voorzitterschap is UVS de grootste en meest vooraanstaande Leidse voetbalvereniging gebleven, die traditioneel hoog is blijven spelen.’
Verder: ‘U bent erin geslaagd UVS zeer regelmatig in de belangstelling te plaatsen door onder andere het organiseren van grote evenementen, zoals voetbalwedstrijden en -toernooien met prominente deelnemers en gasten.’ In zijn dankwoord betrekt Bart zijn Tiny, zijn bestuursleden en de vele vrijwilligers. Zonder hen zou hij nooit de voorzitter zijn geworden, die een kwarteeuw het schip UVS met inzet en stuurmanskunst bestuurde, de club door menige branding leidde en veilig de haven binnen loodste. De KNVB, bekend met zijn verdiensten speldt hem de Gouden Bondsspeld op.
Bart en ik gaan richting de klok van 17.00 uur. De pensionado heeft drie uur in zijn agenda vrijgemaakt voor dit interview. Het wordt nog even aanpoten. Een tweede sessie van die duur zit er op korte termijn niet in, Bart is nog druk: bij de Kamer van Koophandel, stichting Houtzaagmolen d’Heesterboom (‘Deze in 1804 gebouwde molen behoort in de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg’), de Rotary. De vrijdag houdt hij vrij om te sporten, zaterdag staat hij langs de lijn bij Ter Leede. ‘Verder zijn de mensen mij nog niet vergeten. ‘Ik word nog geregeld geraadpleegd of uitgenodigd ergens een vorkje te prikken. Daar zeg ik nooit nee tegen, ik ben een Bourgondiër en ontvang graag bezoek in mijn nederige stulp.’
Terugkijkend op de hoogtepunten van zijn langdurige UVS-voorzitterschap, doet hij een kleine greep in ‘de doos van Pandora’: Het binnenhalen en/of binnenboord houden van grote sponsors als Verkuylen, Het Motorhuis en Zorg en Zekerheid. De oprichting in 1979 van Stichting Vrienden van UVS, het Unicef-toernooi in 1982 met prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven en de wereldberoemde komiek Danny Kaye, de wedstrijd in 1988 tegen het Nederlands elftal (10.000 mensen in de Kikkerpolder).
‘UVS is mij altijd al sympathiek geweest. Omdat ik vind dat UVS een goed geleide vereniging is, voetbaltechnisch en prestatief.’ Hans Neuteboom, jarenlang dé kracht achter het fraaie en zeer informatieve clubblad, noteerde deze uitspraak in 1980. ‘Dat geldt nog steeds,’ vindt de voormalige notaris. ‘Al die waarden van toen, zijn nog steeds van kracht. Dat onderscheidt UVS van andere (voetbal)verenigingen.’
Het is jammer dat Bart niet elke week bij UVS de wedstrijden kan volgen. Dat heeft alles te maken met zijn kleinzonen Marc en Luc de Kruijs, die bij Ter Leede in het eerste elftal spelen, met succes. Bart bezoekt alle uit- en thuiswedstrijden van de voetbalclub uit Sassenheim. ‘Ik kan veel,’ zegt hij grappend, ‘mezelf in tweeën splitsen lukt echter niet. Haha.’ Wel is hij elk jaar rond 1 april aanwezig bij de viering van de oprichting van UVS. Gezellige bijeenkomsten en dito ontmoetingen met talloze voetbalvrienden, spelers, bestuursleden, sponsors en vrijwilligers. Ook volgde hij onlangs de met 0-2 verloren bekerwedstrijd in het kader van de districtsbeker van UVS tegen studentenvereniging Antibarbari (vrij vertaald ‘Het boek tegen de onbeschaafden’) uit Rotterdam.
Hans van Leeuwen, oud-speler en oud-trainer van UVS, die menige triomf vierde in de Kikkerpolder en als ‘Mister UVS’ werd bejubeld, volgt de verrichtingen van zijn neven Marc en Luc op de voet, geeft ze gevraagd en ongevraagd adviezen waar nodig en nuttig. Daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Hans heeft immers een enorme staat van dienst. Vader en zoon samen weer langs de lijn in de Kikkerpolder? Deze vraag wordt door de voormalige voorzitter en oud-notaris enigszins cryptisch beantwoord, hij haalt een uitspraak van Vondel aan: ‘De tijd ten langen leste, keert de zaken nog het beste.’ Door de Meester in de Rechten himself vrij vertaald: ‘Door tijdsverloop veranderen de problemen.’
Omdat er in de redactie van LAV ook kenners zijn van het werk van de grootste dichter des vaderlands, is het geen verrassing dat er nóg een inspirerend citaat van Vondel aangehaald kan worden, namelijk: ‘Waar mensen elkaar de hand reiken, ontstaat een nieuw begin.’
‘Waar mensen elkaar de hand reiken, ontstaat een nieuw begin.’
Februari 1952. Het begin van een levenslange liefde. Bart van Leeuwen: ‘Tiny was 16 jaar, ze werkte bij de LOI, en ik 18. Samen met Cor Schreuder, mijn vriend, ging ik dansen bij Henny Boes in Het Witte Huis in Oegstgeest. Als dansend vertelde Tiny dat zij was gebracht, Cor en ik waren op de fiets. Om 11 uur werd het laatste walsje gespeeld door The Rhytme Club van Theo Wisse. Tiny stapte resoluut op mij af, ik mocht haar thuis brengen. Wij zijn 64 jaar getrouwd. Het 60-jarig huwelijk hebben wij in Restaurant Woods uitbundig gevierd. Ik ben zo blij dat Tiny dat nog heeft kunnen meemaken.’
foto’s: Collectie Bart van Leeuwen, Archief UVS e.a.
Reactie Dick Barnhoorn:
Mooi verhaal met en over Bart. Heb veel met Bart, te maken gehad in ons beiden voetballeven. Ik heb nog met Bart, samen gevoetbald bij L.v.v. De Sleutels [ jammer dat ik hier niets over terug lees ] dit was nog op het veld aan de Boshuizerkade, wat De Sleutels [zaterdag ] deelden met ZLC [zondag] op dat toenmalige veld, bouwt met op dit moment de nieuwe sporthal. Na het actieve voetballeven zijn we beiden het vrijwilligerswerk in gedoken. Bart, als voorzitter van UVS en ik als die van De Sleutels en later bij GHC. Bij vele evenementen kwamen wij elkaar dan tegen, kampioenschappen, jubileums, KNVB vergaderingen of bij het o zo gezellige sportcafé, elke laatste vrijdag van de maand. Zo af en toe komen we elkaar nog wel eens tegen, en praten we nog over die goede tijden uit het Leidse voetbal. Bart, het gaat je goed en fijn om te lezen dat je na het overlijden van jou Tiny, langzaam aan de draad weer oppakt. Geniet van je dierbaren om je heen, en blijf gezond! Sportieve groet; Dick Barnhoorn.