Oude Clubhelden
Edwin (Jan) Kluivers, Hoofd Jeugdopleiding Valken ’68:
‘Al die jochies dromen van Barcelona, dat is toch prachtig’
,,In mijn paspoort staat Johannes, Hermanus Kluivers, roepnaam Jan. Maar iedereen noemt mij Ed of Edwin. Waarom? Omdat veel jongens al Jan heten.” Edwin Kluivers (52) is thuis gekomen, hij heeft bij Valken ’68 als Hoofd Jeugdopleiding zijn definitieve bestemming gevonden. De HJO’er, geboren in de Gortestraat, een smal langgerekt straatje, dat ingebed ligt tussen de Geerestraat en het Levendaal en het Plantsoen, voor de Tweede Wereldoorlog volgestouwd met arbeiderswoninkjes. Een rasechte Leidse Glibber, met VOETBAL (in hoofdletters geschreven) als direct en onuitwisbaar DNA. De ambitieuze Valkenburgse vereniging koos enkele jaren geleden voor Kluivers als hoofd van de kraam- en schatkamer vol jeugdige talentjes. De samenwerking beviel zo goed, dat Edwin onlangs een doorlopend contract heeft ondertekend. ,,Voor het leven”, zeg maar, en dat in coronatijd.” Over vertrouwen gesproken. ,,Valken ’68 is geen partycentrum voor uitgebluste of volgevreten trainers die nog een graantje willen meepikken”, aldus voorzitter Jaap Janssen. ,,Toen kwamen wij uit bij Edwin en kozen bewust voor hem. Edwin is de juiste man op de juiste plek bij de snelgroeiende jeugdafdeling van Valken ’68.”
Een gouden toekomst
,,Valken ’68 groeit als kool”, zegt de kleine, tanige man, die het 2-koppige gezelschap van LeidenAmateurVoetbal opwacht. Edwin Kluivers. ,,Wij zijn op twee na de grootste voetbalvereniging van Katwijk.” De club maakt een bloeiperiode door, waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Sportpark ’t Duyfrak van Valken ’68 vormt het middelpunt van de min of meer nieuwe, kinderrijke wijk in Valkenburg, gemeente Katwijk. Geen wonder dat de jeugd de weg naar de geel-roden moeiteloos weet te vinden. Er is een brug die ’t Duyfrak verbindt met Oegstgeest. En kijk: de jongens en meisjes fietsen een stukje ‘om de hoek’ en kunnen bij Valken ’68 een balletje trappen.
Wanneer straks Vliegveld Valkenburg wordt omgetoverd tot Valkenbos, met 5000 woningen, komt er een derde golf nieuwe leden aan. Als het gezegde ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ klopt (en die klopt!), wenkt er voor Valken ’68 een gouden toekomst. Op de ontwikkelingen die gaan komen wil – nee: moet – de vereniging voorbereid zijn. Edwin Kluivers is een van de steunpilaren die invulling en uitvoering moet geven aan het door het bestuur, onder aanvoering van voorzitter Janssen, en hemzelf ontwikkelde jeugdplan.
Bekende namen
,,Voetbal is mijn leven”, vertelt ‘krullenbol’ Kluivers. Op straat was hij, net als zoveel van zijn vriendjes, verliefd geworden op voetbal. Elk vrij moment werd aangegrepen om te ‘metzen’ (matchen) in de buurt, een partijtje te spelen. ,,Poten en dan: 3 tegen 3, 4 tegen 4, 5 tegen 5. Stenen of kleren dienden als doelpalen, 3 corners penalty. Als er eens bij hoge uitzondering geen jongens waren om mee te voetballen, geen nood: dan in je eentje de bal tegen de muur schieten, aannemen en supersnel, afwisselend links en rechts terugschieten. Ontelbare keren. Een betere leerschool bestond (en bestaat) er niet. ,,Er was niet veel anders voor ons, jochies van 6, 7 en 8 jaar in die tijd”, laat hij noteren.
Het voetballeven begon dus, samen met maatjes als Polman en Schlagwein, in de Gortestraat. Op het veld debuteerde hij bij Lugdunum. Tot de C’tjes, om vervolgens over te stappen naar buurman UVS. Hij had dat ‘iets’, waar iedere trainer van gecharmeerd is. In Engeland waar de grootste voetbalcompetitie ter wereld gespeeld wordt dat ‘it’ genoemd. Er is geen goede vertaling voor te vinden. Kluivers deed ‘dingen’ met een bal die tot uitroepen als ‘aaah’ en ‘oooh’ leidden. Daar tegenover stonden ook complete off days, dat gebeurt vaker bij dit type spelers.
Zelf vond hij zijn prestaties op het veld ‘niet om over naar huis te schrijven’: ,,Ja, ik kan aardig voetballen, was snel, had een redelijke trap, maar verder… oh toch, ik kon niet tegen mijn verlies.” Het was geen verrassing dat de Leidenaar de jeugdselectieteams haalde op het veld – ook van de KNVB – en in de zaal, dat hij doordrong tot de herenselecties bij onder andere Lugdunum, UVS, UDWS en ZLC. Edwin voetbalde met de nog steeds bekende namen, Cees de Roode, Ger Nagtegeller, Ben de Roo. Overal kwam hij ‘een soort’ familie tegen: Gijsman, de la Rie en Fred Filippo. ,,Filippo, van Freds vader Freek heb ik nog les gekregen op de Ambachtsschool aan de Haagweg.”
Verzamelaar van diploma’s
De leergierige Edwin wilde meer, zich verdiepen in het voetbal, in de technische en tactische strategieën, een wetenschap is dat, waar nog dagelijkse dikke boeken over verschijnen. Hij besloot te beginnen met het behalen van trainersdiploma’s bij de KNVB. Het werd een hele rits, onder meer: Trainer/coach Senioren 3 en 2, Trainer/Coach Jeugd 3 en 2, Trainer/Coach UEFA-B, Hoofd Opleiding-B. Of de diploma’s thuis aan de muur hangen? Waarschijnlijk niet. De in Leiderdorp wonende verzamelaar van diploma’s loopt er niet te koop mee, noch doet er interessant mee. Veel liever brengt hij de opgedane kennis, aangevuld met zijn eigen ideeën en ervaring over in de praktijk. Dit zei hij in een interview met het Leidsch Dagblad: ,,Ik doe mijn werk op de achtergrond, maar ben wel degelijk aanwezig.”
Bij Valken ’68 is hij op maandag, woensdag, donderdag en zaterdag aanwezig. ,,Op verzoek en ongevraagd vertel ik over de uniforme speelstijl die wij voor teams en vooral de selecties willen doorvoeren. Om dat doel te bereiken is het zaak dat de trainers die met de jeugd werken, het daarmee eens zijn.”
Ergens in het CV van Edwin Kluivers komt de naam van René Meulensteen voor. Edwin veert op: ,,Meulensteen, een geweldenaar, met een voetbalcarrière die hem overal in de wereld bracht. René is een aanhanger van de Wiel Coerver-methode, wiens kennis hij verwerkte in een cursus en als docent aanbood.” Ook voor die cursus is Kluivers geslaagd. In een zin samengevat komen de opvattingen van Coerver/Meulensteen neer op: ,,Voetbaltechniek inpassen in alle lagen van de vereniging.”
Spin in het web
,,Hoe krijg ik de jeugd die niet meer op straat speelt op het voetbalveld?” Deze vraag hield hem voortdurend bezig, ook toen hij trainer was van de senioren van Lugdunum (kampioenschap en periodetitel), Hazerswoudse Boys (huzarenstukjes: achterstanden wegwerken en winnen), Rohda ’76 (verdriet over Edwins vertrek), FC Rijnland (jeugd door selecteren naar hogere regionen) en later als jeugdtrainer bij UVS, Voorschoten ’97, Lugdunum, en Hoofd Jeugdopleiding bij Alphense Boys, Blauw-Zwart, ARC.
,,Natuurlijk weet ik ook dat de jeugd een ander en drukker leven heeft, dan toen ik zo jong was”, merkt hij op. ,,Gamen bestond nog niet, om een cowboyfilm te zien ging ik naar de REX. Nu kijken ze thuis naar Netflix.”
Kluivers wist wel wat er moest gebeuren: ,,Allereerst de jongens en meisjes overtuigen van het samen plezier hebben van voetballen. Vriendjes ontmoeten en vriendjes maken. Voetballen moet een feest zijn.” Hij vervolgt: ,,Zorgen voor een goede sfeer bij wedstrijden en op trainingen, warmte, en het organiseren van activiteiten. Op die manier weten ze onderdeel van de club te zijn, van een gemeenschap.”
Oftewel: voetballen doe je met elkaar, gamen doe je alleen. Dat vindt Kluivers ‘een eenzaam tijdverdrijf’ en dan heeft hij het nog niet over het sociale aspect en het leren omgaan met winnen en verliezen. Hij ziet zijn taak bij Valken ’68 als die van een ‘spin in het web’, als ‘verbinder’. Het denken en doen binnen de organisatie van de club op een lijn brengen. Bij Blauw-Zwart begon dat bij de Kabouters, de jongste leden, die elders Ukkies werden genoemd en bij Valken ’68 Minioren werden gedoopt. ,,Wat betreft de communicatie zijn er appgroepen, coördinatoren, trainers en leiders worden via de app op de hoogte gehouden over tal van zaken. Omdat ik zo vaak op de club ben, zijn er volop mogelijkheden om persoonlijk bij te praten.”
Multifunctioneel
Op deze zaterdagmorgen, vlak voor Kerstmis, wordt een groot clubtoernooi gehouden, het jaar afsluitende Kersttruien Toernooi. Het complex is versierd, buiten staan kramen met warme chocolademelk, broodjes en andere lekkernijen. Het is een drukte van belang, de sfeer uitbundig. De kantine is gesloten. Toch vindt daar het interview plaats.
De aanwezige Kerstman lijkt enigszins op jeugdvoorzitter Michael Sloos. Bij hem kunnen scheids- en grensrechters en trainers en vrijwilligers een smakelijk amandelbrood in ontvangst nemen. Clubvoorzitter Janssen schuift aan. Hoewel niet meer actief als directeur van zijn bedrijf in bloemen, maakt hij zich toch zorgen over de vrachtwagen die de overtocht naar Engeland niet kan maken. Er wordt eigen gebakken appeltaart met vers geklopte slagroom geserveerd door oma Peterina en cappuccino door opa Rens.
Janssen is zo mogelijk ook elke dag aanwezig op Sportpark ’t Duyfrak. Hij vertelt over de kleedkamers die gerenoveerd zijn, over de lichtmasten die begin februari worden geplaatst en het 4e veld dat er gaat komen. Verder over de ingrijpende plannen, die op iets langere termijn uitgevoerd moeten worden. ,,Er komt een nieuw gebouw, 3 hoog, multifunctioneel, we gaan de grond in, een miljoenenproject”, vertelt hij op nuchtere toon. Een echte ondernemer.
Hij voert daarover besprekingen op niveau met de wethouder, roemt de wijze waarop de gesprekken plaatsvinden. ,,Katwijk is een sportminded gemeente.” Valken ’68 en gemeente begrijpen elkaar. Het huidige complex wordt al voor meerdere doeleinden, naast het trainen en voetballen, gebruikt. Door de week is de buitenschoolse opvang er actief, een dartsclub is er gevestigd en de wandelclub heeft ’t Duyfrak als begin- en eindpunt. Janssen: ,,Hier wordt in maart een verkiezingslokaal gevestigd.” Nu en straks wil Valken ’68 maatschappelijk bezig zijn. Er is geen wijkgebouw in ’t Duyfrak, daarvoor kan het nieuwe complex dienen, met inclusief een huisartsenpraktijk.
Met de uitvoering van de voetbalvisie houdt Janssen, al 23 jaar voorzitter, zich niet bezig. Daar zijn mensen als Kluivers, de trainers en coördinatoren verantwoordelijk voor. In hen heeft de vroegere 1ste elftalspeler van KRV (nu FC Rijnvogels) en selectiespeler van Valken ’68 het volste vertrouwen. Hij signaleert de ‘gedrevenheid en passie’ van de mensen, proeft de sfeer en ziet dat die goed zijn. De voorzitter wordt ongeduldig, hij moet weg. Ook hij gaat Kerstkransen brengen bij vrijwilligers. Dat tekent de familiale sfeer bij Valken ’68. Op weg naar de LAV-auto, dat is nog een hele wandeling, zegt Edwin de jeugd als ‘kweekvijver’ te zien, de toekomst van de club. Het trainersvak vindt hij meer een ‘ervaringsvak’: ,,Bij elke club waar ik speelde of gewerkt heb, heb ik het nodige geleerd. Die kennis draag ik in mijn rugzak mee. Die kennis aangevuld met wat ik theoretisch en praktisch heb geleerd met de cursussen die ik met succes heb gevolgd, draag ik graag over.”
Begin januari beginnen de jeugdtrainingen weer. ,,Dan gaat de carrousel weer draaien”, glimlacht hij. Onderweg neemt hij de aanstormende kleinzoon Mellow op de arm. Hij kan al aardig ballen, een talentje. ‘Hallo Edwin,’ en ‘Dag trainer’, wordt er enthousiast geroepen. ,,Ik ken ze allemaal en zij kennen mij allemaal.” Edwin Kluivers glundert. ,,Ze dromen allemaal van Barcelona, da’s toch prachtig.”
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Valken ’68 in 2018 verscheen een fraai boekwerk met daarin een interview met voorzitter Jaap Janssen. Een stukje uit het interview met hem.
Vraag: Als ik je ploeggenoten van vroeger spreek, hoor ik vooral dat je moeite had met het accepteren van leiding in het veld.
Jaap Janssen: ,,Dat zit in de aard van het beestje, is nog steeds zo. Ze zeggen weleens dat ik de meest geschorste speler van Valken ’68 ben. Ik kan niet tegen onrecht. Ik herinner mij een wedstrijd bij De Sleutels in Leiden, om het kampioenschap, onder Van Harskamp (de trainer, CM). Hij zette mij op de bank en zei: “Je weet wel waarom.” Ik zag hoe boezemvriend Relis Bol die middag de hele tijd voor z’n donder werd geschopt. Ik zat me op te winden, we stonden 1-0 achter en ik moest erin. Binnen twee minuten had ik al een waarschuwing (kaarten waren er nog niet), want de eerste de beste Leienaar die ik tegen kwam was die jongen die tegen Relis had lopen schoppen, dat had ik mij al voorgenomen. We wonnen die wedstrijd nog met 2-1, dat streelt me wel. De trainer gaf na afloop in de kleedkamer iedereen een hand, maar mij sloeg hij over. Hij zei alleen: “Jij hebt geluk gehad.” En dat had ik ook.’
Foto’s: Hennie Kanbier