Met haar 21 lentes hoeft Manon Plandsoen nog niet zo nodig uit huis. Met haar pa en ma en twee jongere broers, Mathijs (19) en Maurice (16) woont ze in een prachtige woning in Voorschoten. Haar relatie met Mitchell de Kroon, verdediger in de hoofdmacht van RCL, verloopt goed maar voorlopig studeert Manon nog en alles op zijn tijd. Op sportief vlak maakt ze grote stappen in het scheidsrechterkorps. Ondertussen is zij opgeklommen tot de vierde klasse mannen en recent, toen de bal nog rolde, was zij de scheidsrechter bij de clash in Zoeterwoude tussen Meerburg en SJZ. Volgens kenners was zij de beste van het veld. Reden genoeg om meer te weten te komen van Manon.
Heb je zelf gebald voordat je bent gaan fluiten?
,,Jazeker, hier bij Voorschoten’97. Vanaf tweedejaars C tot de senioren. Eerder mocht ik niet van mijn ouders omdat ik ook al op paardrijden, ballet en basketbal zat. Toch kwam het ervan omdat ik wel eens mee ging met Maurice en Mathijs, die voetbalde al bij de groengelen. Met een vriendin ging ik dan overpassen en dat vond ik al leuk. Omdat ik op een zeker moment gestopt ben met ballet en basketbal is het er toch van gekomen. Ook paardrijden kwam in het laatste jaar dat ik voetbalde te vervallen omdat ik het te druk kreeg met school. Het voetbal heb ik altijd leuk gevonden, maar het gezeur om me heen van de dames vond ik minder aangenaam en uiteindelijk kreeg ik dus interesse in het fluiten.”
Waar sta je met de studie?
,,Op de Hoge School in Den Haag ben ik net afgestudeerd voor Bouwkunde en ik doe nu HBO Finance & Control (Bedrijfseconomie). Ik wilde per se nog een opleiding volgen om zo meer en bredere mogelijkheden te hebben in de toekomst. Als me iets niet zou bevallen later kan ik dus altijd nog switchen. Gelukkig gaat leren me relatief makkelijk af, dat is eigenlijk al van jongst af aan. Dyslexie staat me niet in de weg.”
Wanneer is de interesse gekomen om scheidsrechter te worden?
,,Via een vriend van mij, Donovan Ton. Omdat ik veel op de club was, zag ik wedstrijden en ik richtte me steeds meer op de leidsman. Zo ben ik er in gerold en zo kon ik ook afstand nemen van het feit dat ik me regelmatig irriteerde over het gedrag van speelsters. Meiden trekken zich vaak persoonlijk iets aan en dan blijft dat door etteren. Ik ben een flapuit en dat hebben jongens ook en daardoor stappen ze ook veel makkelijker ergens overheen.”
Ging de overstap goed?
,,In de eerste fase kreeg ik te horen ‘meissie, dat is toch niets voor jou’. Dat sterkte mij eigenlijk alleen maar om wel te slagen. Ik kreeg geleidelijk aan steeds meer wedstrijden toegewezen bij Voorschoten’97 en het plezier voor mij werd zo enkel maar groter. Via de KNVB ging ik de cursus SO3 volgen en zo kwam ik voor het eerst voor een klus te staan bij de JO17 van Blauw Zwart tegen Ter Leede. Er volgden goede rapporten over mijn functioneren en ik kreeg een extra begeleider toegewezen omdat ze in mij een talent zagen. Dat bleek ook wel uit het feit dat ik best snel vierde official werd bij de meiden O15 van Nederland en de USA.
Ik vond het supergaaf om ook te mogen samenwerken met Lizzy van der Helm, een van de beste vrouwelijke scheidsrechters van Nederland. Dat gaf mij nog meer motivatie om te slagen. Overigens zie ik mezelf niet als een talent. Ik denk er zelf niet over na of ik goed ben of niet. Die beoordeling laat ik graag aan anderen over. Ik houd mij vooral bezig met verbeterpunten en probeer mij verder te ontwikkelen.”
Over de begeleiding. Waar sta je nu en wie wijst jou de weg, zeg maar?
,,Sinds dit seizoen heb ik een coach, Cees Bakker. Hij heeft lang in het betaalde voetbal gefloten. Die coach is aangewezen uit het OT (OntwikkelingsTraject). Hem kende ik al uit een toernooi georganiseerd door de KNVB anderhalf terug in Portugal. Dat was ook al zo’n gave belevenis en daar doe je heel veel ervaring op. Ondertussen heb ik al best wat oefeninterlands op mijn naam staan. Zo’n 25 denk ik waaronder ook nog met O19 en O16 in Portugal.
Op een zeker moment gaf men mij aan dat ik ook toe was aan mannenvoetbal en dat was ergens tussen mijn negentiende en twintigste. Zo floot ik vorig seizoen reserve tweede en derde klasse en ik bleef complimenten ontvangen.
Dat heeft gemaakt dat ik nu dus vierde standaardklasse (of reserve eerste klasse) fluit. Helaas werd het seizoen vroegtijdig afgekapt. Ik kwam tot nu toe tot SEV-Linschoten, KSD/Marine-Zwarte Pijl en Meerburg-SJZ.”
Hoe zit het met het acceptatievermogen tot nu toe van de heren?
,,Sommige gasten zijn eerst wat cynisch, maar als je zelf wat uitstraalt en er normaal mee om gaat, is de gedachte dat er een vrouw op het veld staat zo weg. Als de bal eenmaal rolt, zijn ze daar mee bezig. Het is zaak dat je er fit uitziet, anders moet je heel veel goedmaken. Daarnaast kan ik wel wat hebben, hoor.
Als er maar wel respect is over en weer. Bij de pascontrole vragen spelers soms mijn mobiele nummer. Daarbij denken ze origineel te zijn, maar dat valt best tegen haha. Ik kan er wel om lachen, maar naar mijn nummer kunnen ze uiteraard fluiten. Het uitdagen hoort er een beetje bij en ik kan zelf best gevat uit de hoek komen. Na bijvoorbeeld die pot in Zoeterwoude kreeg ik de complimenten en iedereen deed normaal. Er zijn ook steeds meer vrouwen in het voetbal gaan fluiten en het is geen bijzonderheid meer.”
Meerburg-SJZ is niet zomaar een potje. Knap toch dat je je staande hield?
,,Normaal krijg je anderhalve week van te voren te horen op welke wedstrijd je staat. Via de familieapp kreeg ik al gauw in de gaten dat deze derby sterk leeft. Bryan Hilders zit tegenwoordig bij SJZ nadat hij van Voorschoten’97 overkwam. Door zijn inbreng bij V’97 kreeg ik veel reacties. Alleen maar leuk toch? Mijn ouders waren er ook bij. Er is altijd wel een ouder bij. Mijn vader koppelt veel terug en is best kritisch op een gezonde manier. Mijn moeder is milder, maar die staat ook wat verder af van het voetbal en hoe het allemaal werkt. Ik vind de terugkoppeling altijd wel prettig. Nee, mijn broers komen nooit kijken. Wel hebben we het er thuis wel eens over, maar elk gezinslid heeft zijn eigen leven dus er gaan ook dagen voorbij dat we elkaar helemaal niet over voetbal spreken.”
Hoe ben jij tot nu toe door de corona heen gerold?
,,Toevallig zit ik met een blessure. Een lopersknie zoals dat heet. Ik ben helaas wat blessuregevoelig door mijn hypermobiliteit. Ik heb dus echter niets hoeven missen en mijn herstel vordert gestaag. Ondertussen mag ik weer rennen en doordat we een grote tuin hebben, kon ik veel oefeningen doen in de tuin. Ook kan ik bij Voorschoten’97 terecht dus wat dat betreft heb ik niets te klagen. Er staat nu niet heel veel druk op, maar mochten er signalen komen dat het voetbal weer kan worden opgestart dan zal ik de druk voor mezelf zeker opvoeren. Ik popel om weer te starten.”
Nog even terug naar het interlandvoetbal. Hoe beleef je die tripjes?
,,Op 22 september 2020 ben ik met het team Lizzy, Diana en Bianca nog mee geweest naar Letland voor de UEFA als vierde official. Een kwalificatieduel tussen Letland en Hongarije. Als team leggen ze je enorm in de watten. Het ontbreekt je aan niets en de toegewezen eigen kamer leek wel op een balzaal. Alles was voor handen. Onderling was het ook top en je leeft echt naar zo’n wedstrijd toe. Dit zijn ervaringen om te koesteren.”
Jouw grootste blunder tot nu toe?
Na lang aarzelen: ,,Ik struikelde eens over mijn veter en viel met mijn kont op de grond vlak voor de dug-outs. Dat leverde de nodige hilariteit op. Achteraf vond ik het zelf ook best grappig.”
Wat is voor nu jouw doelstelling?
,,Over vier jaar wil ik graag een FiFa-batch halen. Dan ben ik dus 25 jaar. Ik wil zover mogelijk komen en het is zaak om te blijven promoveren. Mijn lichaam is mijn grootste tegenstander denk ik. Dus daar blijft werk aan de winkel voor mij. In elk geval leef ik er voor. Normaliter ben ik elke dinsdag op Zeist en ik word prima begeleid door Paulides & Partners Fysiotherapie hier in Voorschoten.”
Terwijl Belle en Beest, de twee parkieten in huize Plandsoen, nadrukkelijk aanwezig zijn met vrolijke achtergrondgeluiden (,,maar nu ben ik het zat en pak ik een doek en leg die bij hun kooi neer zodat ze weten dat ze tot bedaren moeten komen”) gaan we naar het einde van het gesprek. De plicht roept voor Manon immers.
Hoe zou je jezelf willen typeren als scheidsrechter?
,,Ik laat zoveel mogelijk doorballen, zo blijft de gang erin. Verder ben ik gezellig met die gasten als dat kan en ben ik niet op mijn mondje gevallen als dat moet. Als ze gaan schelden of mij belachelijk maken dan schroom ik niet op te treden. En het woord met de ‘k’ wil ik simpelweg niet horen. Maar door de bank genomen hoef ik niet heel vaak nadrukkelijk in te grijpen. Ik kan balen als ik vind dat ik een mindere of slechte pot heb gefloten. Daar moet je echter niet te lang in blijven hangen, want er komt meestal snel weer een herkansing en dan moet je er weer staan. Enkel moet het niet vijf keer achter elkaar gebeuren want dan neemt het plezier af. Gelukkig heb ik die ervaring niet. Het fluiten vind ik oprecht heel leuk. Soms mis ik het voetbal nog wel, maar dan vooral om de derde helft. Die gezelligheid heb ik ook wel nodig, maar er staat heel veel tegenover. Dus ik ben een blije, jonge vrouw.”