Hoe een ooit behendige en intelligente voetballer van zich doet spreken in de Leidse politiek
Voetbalminnend Leiden kent Abdelhaq Jermoumi. Hij viel op om zijn atletische vermogen en zijn pijlsnelle sprints. Bovendien een voetballer met een mooie stijl. Door zijn positieve uitstraling lag hij goed in elke groep. Abdelhaq trainde de jeugd van Roodenburg en één jaar de hoofdmacht van de club uit Noord. Na een tournee langs Roodenburg, RCL, FC Zoetermeer, LDWS/UDWS werd GOL Sport het eindstation van zijn actieve loopbaan.
Op dat moment had een andere loopbaan al een aanvang genomen: zijn inzet voor hen die het – om welke reden dan ook – minder getroffen hebben in het leven. Evenals talrijke andere arbeidsmigranten had vader Jermoumi één opdracht meegegeven aan zijn kinderen: ‘Ik zorg voor een dak boven jullie hoofd, ik zorg ervoor dat er elke dag brood op de plank komt. Aan jullie de taak om het beter te krijgen dan wij.’
Abdelhaq, de nummer twee van de vijf kinderen, heeft de woorden (‘Zeg maar opdracht’) in zijn oren geknoopt en waar gemaakt. Hij weigert, wat mensen graag willen, een ‘rolmodel’ genoemd te worden, nog minder om vleiend als ‘troetelmarokkaan’ te worden aangesproken. ‘Ik ben een gerespecteerd Nederlandse Marokkaan, die een bijdrage aan de maatschappij wil leveren,’ zegt hij in het Stadskantoor, het tijdelijke Stadhuis aan de Bargelaan. Vanaf 2014 is hij namens de PvdA gemeenteraadslid en sinds 2019 voorzitter van de fractie. Voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart was hij de lijsttrekker. Nu onderhandelt hij met GroenLinks, D66 en CDA. Deze partijen willen voor de komende vier jaar een coalitie vormen. Eind mei moet er een akkoord zijn bereikt. Wordt Abdelhaq Jermoumi de nieuwe wethouder Sport? Zelf zegt hij – tactisch – geen ja of nee: ‘Eerst de inhoud, dan de poppetjes.’ Algemeen is politiek Leiden van mening dat zijn sterren gunstig staan. Abdelhaq glimlacht.
Avontuur
In 1978, op 4-jarige leeftijd kwam de in Oujda geboren Abdelhaq Jermoumi met zijn vader, moeder, broertje Jamal en oudere zus Rachida naar Leiden. In de sleutelstad zou het gezin nog uitgebreid worden met twee kinderen. Voor de analfabete ouders van Abdelhaq moet het een cultuurschok zijn geweest. Oujda is een stad in het noordoosten van Marokko, op loopafstand van de Algerijnse grens en een uurtje rijden ten zuiden van de Middellandse Zeekust, met 560.000 inwoners de 8ste stad van het land. Leiden telde toen 1/5 van dat aantal. Zijn ouders volgden de neven van vader Jermoumi, die aan de Haarlemmerstraat tegenover het vroegere zwembad De Overdekte een bloeiende slagerij hadden. Jermoumi is een belijdende moslim. Graag had LeidenAmateurVoetbal hem tijdens de Ramadan geïnterviewd, dan zou de reporter solidair met hem zijn geweest en ook niets gedronken of gegeten hebben. Volgend jaar misschien.
Een eerdere afspraak moest de voormalige voetballer/trainer afzeggen. Hij had een uitnodiging ontvangen naar Rabat te komen. Daar speelde zijn zoon Diyae (2004) een wedstrijd tegen Spanje O20. Of dat een probleem was? Niet dus.
Via Casablanca reed Abdelhaq naar Rabat, waar zijn aanwezigheid voor de talentvolle Diyae een volkomen verrassing bleek, die echter niet kon voorkomen dat Spanje met 2-0 aan het langste eind trok. Over Diyae (hij heeft een contract bij Ajax en speelt opvallend sterk in O18, met Mohamed Ihattaren als teamgenoot) en zijn 11-jarige broertje Lyad, hij voetbalt bij Sparta, later meer.
Thuis in Leiden
Leergierig, geïnteresseerd, zo ontpopte Abdelhaq zich. Het vingertje ging vaak omhoog, als teken dat hij iets wilde vragen. Soms mengde hij zich ongevraagd in een gesprek en werd dan terecht gewezen met de woorden: ‘Even je beurt afwachten en lúisteren’. Dat laatste heeft hij ter harte genomen, hij doet dat nog steeds. Heel jong al keek hij naar het Journaal op de televisie. Dat kunnen luisteren maakt hem bij uitstek geschikt bij debatten in de gemeenteraad en tijdens overleggen en vergaderingen. Jermoumi staat bekend om zijn kalmte en terughoudendheid, vaak ver te zoeken bij politici. Hij maakt er graag gewag van dat mensen om hem heen ervoor zorgde zich snel thuis te voelen in de Merenwijk – voor dit deel van de stad zal hij later veel en belangrijk werk doen – en in Leiden.
‘Mensen die me vooruit hielpen, zal ik nooit vergeten en altijd dankbaar blijven,’ vertelt de politieke voorman. Hij prijst een zekere ‘juffrouw Anneke’, die hem drie jaar les gaf, buurtvriendjes, met wie hij elke dag een balletje trapte en vooral ook zijn ouders. ‘Vader werkte hard, maakte uren, dat wil je niet weten.’ Onder meer bij een conservenfabriek en later bij schoonmaakbedrijf Cemsto, geen bedrijven die bekend staan om goedgevulde loonzakjes. Wat is zijn drive? ‘Als kind al zag dat het leven niet voor iedereen makkelijk is. De plek waar je opgroeit, bepaalt nog te veel de kansen die je krijgt in het leven.’ Hij ziet nog steeds mensen die niet kunnen lezen of schrijven, hun huur niet kunnen betalen. ‘Ik wil zorgen dat mensen die het nodig hebben een steuntje in de rug krijgen.’ Dat motiveert hem zich elke dag weer in te zetten voor de stad en de Leidenaars.
Alles wat Abdelhaq heeft geleerd en nog altijd leert, draagt hij ook over op zijn twee zonen. Dat doet hij samen met Hanan, een vakantieliefde die zijn vrouw werd. Zelf stak Jermoumi al jong de handen uit de mouwen. Tijdens de middelbare schooltijd bezorgde hij kranten, ging bollen pellen en borden wassen in een Noordwijks restaurant.
Warme herinneringen
Terug naar de hobby die een belangrijk deel van zijn leven beheerst. Dat hij bij verschillende voetbalclubs heeft gespeeld en niet is doorgebroken naar hogere regionen zijn gepasseerde stations. Van iedere stopplaats heeft hij genoten en koestert hij warme herinneringen. ‘Landelijk heb ik wel gevoetbald,’ corrigeert hij. ‘Met RCL A1, onder Ruud Fortman, een voortreffelijke trainer, die ons betere voetballers en betere mensen maakte. Ruud was tactisch en technisch sterk, hij legde alles op een prettige en rustige manier uit. Wij gingen voor hem door het vuur.’
Het weekend stond in het teken van voetbal. Zaterdag bij RCL en zondag in een ander shirt. Hoe kan dat? ‘Dan werd ik gebeld door vrienden, ze misten nog een paar spelers, of ik kon meedoen. Spelerskaarten werden niet gecontroleerd door de scheidsrechter. Hahaha.’ Er zijn nog meer namen die Abdelhaq per se genoemd wil hebben: Leo Holl en Wim Eilander. Met hen heeft de Merenwijker ook vruchtbaar samengewerkt. Toen Abdelhaq met een paar vrienden overstapte naar FC Zoetermeer, waar driemaal per week werd getraind, was het vervoer nog even een dingetje: ‘Wij kregen een niet bepaald nieuwe Ford Fiësta. Daar pasten precies vier personen in en zo kachelden wij naar Zoetermeer.’ In verhalen-van-toen ontbreekt zelden de naam van Frans Stouten, de suikeroom van het Leidse voetbal.  Jermoumi gaat glimmen: ‘Frans, een ontzettend aardige man. Je moet hem een beetje kennen, hij en ik klikten vanaf het eerste moment.’
Frans haalde de Nederlandse Marokkaan (of Marokkaanse Nederlander, kijk maar) over naar LDWS (later UDWS). ‘Een heerlijke tijd, er was altijd wel wat te doen en Frans trok gul de portemonnee voor voetbalschoenen voor de jongens, die dat niet konden betalen. Dat laatste was mooi meegenomen, als jonge gast had je een chronisch tekort aan geld.’ Frans vanuit Barcelona waar hij op vakantie is: ‘Abdelhaq was een uitstekende voetballer, die als prof zou zijn geslaagd wanneer hij zich honderd procent voor het voetballen had gegeven. Maar Appie had meer en andere interesses, ook als vrijwilliger. Hij koos voor de politiek en doet het daar heel goed. Ik zou best de zaakwaarnemer van zijn zoons willen zijn, tenminste als vader dat goed vindt.’ Waarom heffen moslims hun armen ten hemel wanneer ze het veld opkomen of een doelpunt hebben gemaakt? ‘Dat zijn gebaren van dankbaarheid,’ legt hij uit. ‘Wij danken Allah dat wij mogen voetballen, dat we succesvol mogen zijn. Dat en meer hebben wij aan Hem te danken.’
Prachttijd bij Gol Sport
Jarenlang heeft Abdelhaq Jermoumi zich ingezet voor de Ittihad Moskee aan de Willem de Zwijgerlaan. Ittihad betekent eenheid. De Moskee heeft niet alleen een religieuze functie, ook een sociale. Het bestuur van de Moskee, waarin Abdelhaq zitting had, brengt graag mensen bij elkaar. ‘Klopt,’ beaamt hij, ‘we leidden mensen rond, organiseerden lezingen, debatten, cursussen, onderwijs in Arabisch, Marokkaans en Nederlands, en hadden ook veel aandacht voor de jeugd. Tijdens de Ramadan kwamen er wel zestig/zeventig jongeren.’ Jermoumi ontmoette ooit Ibrahim Sezer, ook een gelovig Moslim. Sezer was de oprichter van GOL Sport, een voetbalclub voor Turken en Marokkanen.
‘Jamal en ik hadden er een prachttijd met de trainers Jouke Sjaardema en Johan Abspoel, ‘kaaskoppen’ die wisten hoe om te gaan met voetballers uit een andere cultuur. Wij zaten in een goede lichting met Hayder Bayrak, Hassan Durmusoglu, Aydin Narin, Kemal Boz en Ben Bensaga. Zij waren technisch zo vaardig, zo slim.’ En net zo snel als Abdelhaq? ‘Nee, ik was absoluut de snelste van allemaal, ik sprintte met de bal aan mijn voet iedereen eruit.’
In slechts één plakboek is dat stukje uit zijn voetbalverleden terug te vinden. Daarin wordt inderdaad zijn loopvermogen de hemel in geprezen. Pijlsnel. De doelman kon de bal hoog, hard en ver uitschieten, het leer was voor de rappe Jermoumi. Omdat Turken en Marokkanen toch bijvoorbeeld in emotioneel opzicht verschillen, had GOL Sport bedacht om twee ‘woordvoerders’ aan te stellen. Eén voor de Turkse leden en supporters en één voor de Marokkaanse gemeenschap. Een doordachte zet ter voorkoming van mogelijk uit de hand lopende verschillen van mening. Kemal Boz werd de ‘ombudsman’ voor de Turken en – hoe kan het anders? – bij Abdelhaq Jermoumi konden de Marokkanen terecht. Jermoumi spreekt liever over ‘brugfuncties’ voor Kemal en zichzelf. Dat GOL Sport niet meer bestaat, lijkt een kwalijke zaak, maar is dat niet: ‘GOL Sport bestond om Turken en Marokkanen een voetbalthuis te geven. Dat is gelukt. Toen de club werd opgeheven waaierden de leden uit naar andere clubs. De integratie was geslaagd.’
Nog steeds denkt Abdelhaq aan de gezelligheid van GOL Sport, het lekkere eten, de onderlinge sfeer. ‘En de barbecue. Zomer of winter, er werd gebarbecued. Rookpluimen aan de Boshuizerkade? Barbecue bij GOL Sport, de hele buurt wist dat.’ Het sportieve hoogtepunt bij deze club? ‘Dat zou de promotie naar de 3e klasse zijn. Dus niet. Stompwijkse Boys ging met één punt meer met de promotie aan de haal.’
Diyae (Ajax) en Lyad (Sparta)
‘Over twee jaar moet Diyae in de ArenA staan,’ vertelt de terecht trotse vader van de 018-verdediger van Ajax. Die wens en verwachting lopen in de pas met het contract dat werd getekend bij de landskampioen. Ajax én Abdelhaq hebben er alle vertrouwen in, dat Diyae een nog betere speler gaat worden. Binnen de Amsterdamse gelederen wordt hij vergeleken met niet-misselijke namen als Noussair Mazraoui, Sergino Dest en Devyne Rensch. De om zijn bouw, kracht, traptechniek en snelheid bewonderde Diyae wordt binnen de befaamde Ajax-jeugdopleiding beschouwd als een aanvaller die wedstrijden zou kunnen beslissen. De opleiders veranderden van mening over de meest renderende plek binnen het elftal voor hem en transformeerden hem tot rechtsback, ‘toevallig’ ook de plek van Mazraoui, Dest en Rensch.
Bij Ajax 018 heeft hij zo zeer van zich doen spreken, dat hij tot een van de aanvoerders werd benoemd. In de Keuken Kampioen Divisie debuteerde Diyae tegen Jong Utrecht. Een sterke entree. De komende paar jaar moet de zoon van Abdelhaq verder groeien en een vaste plaats in het vlaggenschip hebben veroverd. De ‘hogere machten’ bij Ajax noemden de jeugdige Leidenaar op de website ajaxshowtime.com ‘het paradepaardje’ en ‘het verdedigend vernuft’ van de jeugdopleiding. Dan te bedenken dat er in de ArenA noch op De Toekomst gestrooid wordt met complimenten.
Lyad kijkt op tegen zijn ‘grote broer’, ze verschillen dan ook van leeftijd. Toch meent papa Abdelhaq dat Lyad ‘een even groot talent’ is als Diyae. Omdat Jermoumi gepokt en gemazeld is in de wereld van voetbal, mag men er gerust van uitgaan dat hij gelijk heeft en dat straks op het veld uitbetaald zal zien. De 11-jarige Lyad staat al vijf jaar bij Sparta onder contract. Lopen de zonen naast hun (voetbal-)schoenen? Heeft Diyae al een dure auto onder zijn kont? Hoe zit dat allemaal? Wie vader Abdelhaq Jermoumi ook maar een beetje kent, weet dat er geen sprake kan en zal zijn van ‘divagedrag’. Eerder het tegendeel. Ajax heeft Diyae een jaarkaart voor de trein gegeven, met Lyad wordt volgend seizoen een halen/brengen-regeling getroffen en wordt er gecarpoold met een andere ouder. Hun voetbalactiviteiten mogen het gezinsleven niet ontwrichten. De zonen wonen nog thuis en dat zal voorlopig zo blijven.
Moeder Hanan maakt elke dag stapels boterhammen klaar, die in de trein, in de auto of in de pauze op school met smaak worden opgepeuzeld. Dat Lyad net als zijn broer ooit de overstap naar Ajax zal maken, staat nog in de sterren geschreven, maar is zeker niet uitgesloten. Dat heeft ook te maken met het feit dat vader Abdelhaq al zijn hele leven een fanatiek fan van Ajax is en een meer dan goede (lees: gezonde) relatie met de club heeft. Geen hanky-Panky, maar wederzijds vertrouwen.
Dat wij, Nederland, ‘de wereld’ (vrij naar Louis van Gaal) nog veel van vader Abdelhaq en de broertjes Diyae en Lyad zullen horen, staat zo vast als een huis. Het is een cliché, dat is waar, maar pin LeidenAmateurvoetbal daar maar op vast.
Een algemene bijdrage van Raymond Keur, oud-voorzitter van VV Roodenburg, aan het interview met Abdelhaq Jermoumi, die deze rijkgeschakeerde, complexe club onder zijn leiding kenmerkt:
Het was 15-20 jaar geleden een hele stap om een allochtoon, een Noord-Afrikaan, als trainer aan te stellen. Om het in kantine-termen te omschrijven: De allochtoon had geen ervaring met het geven van training, hij voetbalde graag en ging ervanuit dat een ‘kaaskop’ hen zou begeleiden. Hoe het verenigingsleven in elkaar stak, daar had men veelal geen notie van. Veel verenigingen stonden niet in de rij om een allochtoon aan te stellen, het paste niet in hun clubcultuur.
Roodenburg gaf jonge mannen wel de mogelijkheid om ervaringen op te doen als trainer. Ze leerden training geven en hoe spelers zich moesten wapenen tegen intimidatie. Ze leerden menig weekend hoe als leidinggevende om te gaan met discriminatie, vooroordelen en agressie, over en weer. Een aantal jongeren kreeg de kans en men pakte die ook op, omdat men zich verantwoordelijk voelde voor hun gemeenschap.
Brahim Lakhal, Abdelhaq Jermoumi, Nourdin Essaoui, Lotfi Omrani waren trainers van het eerste uur. Voor allen was het daarnaast goed voor hun CV.
Na zijn trainersperiode was Ab ook een graag geziene scheidsrechter. Zijn rust, overwicht en gepast relativeringsvermogen gaven hem het noodzakelijke gezag op het veld. Ook en juist in de vaak met emoties geladen wedstrijden in ‘de kelder van de competitie’.
Per Crispijn, trainer UDWS (onder meer):
‘Wanneer ik aan Abdelhaq Jermoumi denk, zie ik een uitermate correcte man voor mij, mijn verlengstuk in het veld. Abdelhaq was aanspreekbaar voor iedereen, had ook een voorbeeldfunctie voor de andere spelers van de selectie. Hij sloeg geen training over, luisterde goed en met name de Marokkaanse jongens keken tegen hem op. Niet zo vreemd overigens, hij had gestudeerd of studeerde nog. Een student tussen de bouwvakkers. Abdelhaq had een natuurlijk overwicht, een vanzelfsprekend gezag. Hij scoorde niet veel, technisch begaafd en een man die nooit opgaf. Abdelhaq heb ik 4/5 jaar onder mijn hoede gehad. Hij is een jaar gestopt en ging toen naar Roodenburg. Oh ja, ik heb hem nooit een biertje zien drinken. Misschien deed hij dat stiekem. Haha.’
Paul Goulmy (voorzitter Leidse Sport Federatie/LSF):
‘Als wij kijken naar het coalitieakkoord laat onze ‘brandbrief’ – denk ik – het beste zien waar wij de komende vier jaar voor staan. Ik stel voor dat jullie deze actuele brief plaatsen bij het interview met Abdelhaq Jermoumi. De LSF zal altijd in haar wensen de belangen van de sport in het algemeen behartigen, maar weet dat voetbal hier (natuurlijk) een belangrijke rol in speelt. Leuk (en goed) trouwens dat jullie een artikel over hem schrijven. Ik weet dat Abdelhaq zeer begaan met is de sport in Leiden. De prestaties van zijn zonen zijn natuurlijk fantastisch.
Foto’s: Archief Abdelhaq Jermoumi, Ajax, e.a