‘Toen een teamgenoot brak het veld opkwam en later stond te braken, hield het voor mij op’
Adrie Kortekaas komt uit Voorhout, zijn goedlachse Tiny uit Zoeterwoude. Een harmonieus stel, dat onlangs de 51ste huwelijksverjaardag vierde. Adrie stond ‘op doel’ bij Foreholte, later bij Meerburg. Tiny hield haar conditie op peil bij Dansgroep Meerburg, vervolgens als trommelaar bij De Rijntamboers en tot op de dag van vandaag houdt zij haar conditie op peil bij MBvO (Meer Bewegen voor Ouderen). Samen fietsen ze elk jaar een aantal niet te tellen kilometers door stad en land. Op bezoek bij Adrie en Tiny Kortekaas in hun doorzonwoning, zo licht alsof het altijd zomer is, gelegen in een lommerrijke laan. Een en al groen, zonder de uitstoot van stikstof van auto’s, brommers of scooters. Rust. Vrij naar Stef Bos: ‘Wie van de stilte houdt is nooit alleen.’ Het is er een bron van inspiratie, een ideale omgeving voor een levendig gesprek.
Edwin van der Sar
Toen Adrie overstapte van Foreholte naar Meerburg – de reden komt later aan de orde – was de gelauwerde doelman Edwin van der Sar nog een iel broekie dat zijn eerste wankele schreden zette in de voetbalwereld. Keeper Adrie heeft zijn collega Van der Sar niet aan het werk gezien op het complex van de Voorhoutse voetbalvereniging. De huidige directeur van Ajax kwam nooit belangstellend naar de verrichtingen van zijn dorpsgenoot en oudere collega kijken.
‘De kwaliteiten en ambities van Edwin en mij lagen mijlen ver uit elkaar,’ lacht Adrie, terwijl de zonnestralen door de Luxaflex piepen. ‘Onze enige overeenkomst is dat wij beiden uit Voorhout komen. Verdere vergelijkingen gaan niet mank, veel sterker: ze zijn in geen velden of wegen te bekennen.’
Adrie is de 7e uit een gezin van 12 kinderen, twee meisjes en verder allemaal jongens. Zoals de meeste gezinnen in de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw hadden de Kortekazen het niet breed. Vader werkte op het land, moeder sneed ’s morgens 100 boterhammen (‘Je moet goed eten,’ luidde haar lijfspreuk) en was de hele dag in touw om de menagerie draaiende te houden. ‘Ik bracht ’s ochtends de krant rond, de Telegraaf, ik had een behoorlijk grote wijk,’ weet hij zich nog helder voor de geest te halen. ‘Dat was niet altijd leuk, hoor, voor dag en dauw met een pakket kranten op sjouw.’
Ook bracht het gezin weekbladen bij abonnees zoals de Margriet, Panorama, Revue en nog een waarvan de titel niet te binnen wil schieten. Maakt niet uit. Adrie: ‘Wij keken met z’n allen uit naar Kerstmis en Oud en Nieuw. Waarom? Dan gingen wij langs de deuren om Prettige Kerstdagen en Gelukkig Nieuwjaar te wensen. Daarbij gaven wij een kaartje af. Vader liep dan met ons mee en stak het geld dat wij kregen in zijn zak.’ Deze traditie van Kerst- en Nieuwjaarswensen wordt nog steeds in ere gehouden. Dat is een typisch Nederlandse traditie. Nog iets uit de vroege jeugd van Adrie: ‘Het hele gezin pelde bollen, onze moeder deed daar volop aan mee. Thuis? Nee, bij de bollenboer.’
Braken in de bosjes
Mooie herinneringen aan een voorbije tijd. Maar LeidenAmateurVoetval beschouwt deze verhalen en anekdotes als een warming-up, er moet gevoetbald worden. ‘Ik begon in de B1,’ steekt Adrie van wal. ‘Eerder kon ik me niet aanmelden, de club had nog geen C’s, D’s, laat staan E’s. Als je belooft niet te gaan lachen, kan ik zeggen dat ik in het begin als spits werd opgesteld. Dat wil ieder jochie, doelpunten maken. Maar ik had al gauw door dat je als speler veel moest lopen in het veld, het liefst sneller dan je tegenstanders. Daar werd ik verschrikkelijk moe van.’
Er gaat een luide lach door de met smaak ingerichte kamer waar de 6-jarige Golden Retriever Fenna die vandaag komt logeren, enigszins verbaasd van opkijkt. De dan al voor zijn leeftijd tamelijk lange en stevige Adrie vraagt met succes om de plaats tussen de palen. Het begin van een loopbaan die 40 jaar met ups & downs zal duren. De echte top heeft Adrie in die decennia niet bereikt. Hij miste, zegt hij, de ambitie om alles en iedereen daarvoor opzij te schuiven. Des te meer heeft hij van zijn sportieve hobby genoten. Hoe zit dat met die overstap van Foreholte naar Meerburg?
‘Dat is een interessant verhaal,’ belooft de huidige Leiderdorper. ‘Ik speelde in het 2e elftal, een team waar het niet zo nauw genomen werd met het komen trainen. Ook werd er door de nodige jongens op zaterdag uitgegaan terwijl ze de andere dag eigenlijk fris en fruitig moesten knallen. Dan lieten ze verstek gaan bij voorbeeld. Maar nu komt het: tijdens een wedstrijd kwam een van de spelers al brak het veld op en tijdens de wedstrijd stond ‘ie’ in de bosjes te braken. Dan houdt het voor mij op. Ik heb de wedstrijd uitgespeeld en daarna mijn lidmaatschap opgezegd. Natuurlijk hield ik ook van stappen, maar daar mag mijn elftal niet onder lijden.’
Toen kwam Meerburg op Adrie’s pad. Hoe zat dat? Voorhout en Zoeterwoude liggen nogal uit elkaar. ‘Klopt. Mijn broer Hans wist dat Meerburg op zoek was naar een keeper voor het 2e. We hebben een avondje gepraat en ik zei “top, ik kom”. Dat is een goede beslissing gebleken. Meerburg was en is nog steeds een prima voetbalclub.’
Saté van Van der Drift
De transfer van Foreholte naar Meerburg werd in de kranten kort-en-krachtig afgedaan. Het clubblad besteedde er des te meer aandacht aan. Dacht Adrie de concurrentie aan te gaan met de goalkeeper van het 1ste, Peter van der Heijden? ‘Ach, natuurlijk denk je daar aan. Maar Peter was een vaste waarde, een constante, betrouwbare sluitpost. Het 1ste en 2e elftal vormden de selectie. Dat betekende dat ik driemaal per week moest trainen en op zondag voetballen. Dat vraagt veel van een speler, zeker voor mij, ik werkte zaterdags de hele dag.’ Dan zegt Tiny: ‘En op maandag ging je vissen, ik zag je nauwelijks. Toen zei ik tegen je: “Weet je wel dat wij ook drie dochters hebben?” Dat heeft Adrie aan het denken gezet.’
Tiny en Adrie woonden in die tijd in Leiden Zuid-West, hij runde een filiaal van drankenhandel Klerks. Hij kijkt liefdevol naar zijn Tiny: ‘Alles wat je zegt is waar. Geen speld tussen te krijgen. Maar weet je dat ik na elke training even langs ging bij Petit Restaurant Van der Drift aan de Hoge Rijndijk? Daar haalde ik saté, de lekkerste van de stad. Wat hebben wij daarvan gesmuld.’
Gelukzalig knikt Tiny instemmend, maar houdt het graag bij het onderwerp, 3x per week trainen en op zondag thuis en uit spelen. Dat komt nog ter sprake, blijf lezen. In 1979 vertrok 1ste keeper Peter van der Heijden naar FC Den Haag. Een aderlating voor Meerburg, enigszins verzacht door de vergoeding van 3.500 gulden die de Haagse club betaalde. Maar hoe verder? Zou Adrie Kortekaas – wat voor de hand lag – doorstoten naar de hoofdmacht? Niet dus. We pakken het prachtige door Jan Zandbergen geschreven boek De roemrijke geschiedenis van RKVV Meerburg erbij. Daarin staat geschreven dat de Technische Commissie in eerste instantie kiest voor Willem van Wieringen als opvolger van Peter van der Heijden. Hij levert niet wat men hoopt en wijst Reinier Bruins aan. Adrie denkt na, hij peinst en zegt dan: ‘Dat speelde zich wel allemaal 40 jaar geleden af, ik kan me daar niets meer van herinneren. Echt niet.’
Wel heeft Kortekaas met een zekere regelmaat op de reservebank van het 1ste gezeten en is hij ook enkele keren ingevallen. In het boek van Jan Zandbergen staat een foto van het 1ste elftal met Adrie als keeper. Seizoen 1980-1981. Met mannen die bij Meerburg nog steeds tot de verbeelding spreken: Bert de Ruiter, Han Paulides, Peter Romijn, Cees de Rooij en de broertjes Peter en Paul van der Heijden. Dat Paul van der Heijden een bekwaam dierenarts werd, weet ook Adrie. Meerburg stond toentertijd ingedeeld in de Haagse regio, moest aantreden tegen clubs als Archipel, Celeritas en RKAVV. Dat vond Meerburg niet prettig vanwege de hoge reiskosten en de lage entree-inkomsten bij de thuiswedstrijden. De KNVB had begrip voor de argumenten en deelde de Rijndijkers meer in de buurt in. Derby’s als bij voorbeeld tegen SJZ waren aantrekkelijk voor de penningmeester. Er stonden dan 1000 tot 1500 supporters langs de lijn, die entree betaalden en in de rust en na afloop een biertje met iets “hartigs” erbij namen. Kassa!’
Jonge van Harteveld
Het seizoen 1978-1979 wordt triomfantelijk afgesloten. De hoofdmacht keert na 7 jaar terug in de KNVB, 4e klasse. Het 2e met Adrie op doel doet het ook goed met een aantal grote namen: Thijs de Witt, gezegend met een linkerbeen die inspireert tot de yell ‘Thijs de Witt, Thijs de Witt, een kogel en hij zit’, verder Joep Duindam, Nol Hagenaars, Mick Harte en coach Jan Janmaat. In het seizoen 1981-1982 degradeert Meerburg 2, om een jaar later de beslissingswedstrijd tegen ROAC ’79 met 5-1 te winnen en het verloren gegane terrein terug te winnen. Een beetje als Volendam die ook degradeerde en meteen weer promoveerde. Het gesprek lijkt chaotisch te verlopen, van hot naar haar. Niet voor Adrie en de LAV-verslaggever.
Adrie: ‘Toen Tiny en ik meer dan 50 jaar geleden trouwden, kwamen we ’s avonds thuis en wilde ik Tiny over de drempel dragen. Staat er een klant voor de deur. Wij woonden boven de zaak. Vraagt de klant om een fles Jonge van Harteveld. Klantvriendelijk als wij waren hebben wij – Tiny in sneeuwwitte trouwjurk, ik in jacket met hoge hoed – die fles gehaald en na betaling meegegeven. Daarna tilde ik Tiny op en droeg haar over de drempel.’
De Puch en puur plezier
De keeper van weleer komt op stoom en vertelt dat hij Tiny op Dansschool Casteleijn heeft leren kennen. De “heren” die aan de ene kant van de zaal zaten moesten een “dame” ten dans vragen. Een eenvoudige keus voor de “heer”, het werd Tiny. Het was meteen Bingo tussen de twee. Hij bracht haar eerst op de Puch naar huis, later op een Zündapp. Een prachtige tijd, vinden ze nog steeds. Haar arm om zijn middel en zingend naar Zoeterwoude.
Dan doet Adrie een bekentenis: ‘Ik vond voetballen belangrijker….’ Hij kan de zin niet afmaken. Tiny roept verschrikt: ‘Belangrijker dan mij?’ Nee, natuurlijk niet: Voetballen vond hij veel belangrijker dan die populaire bromfietsen van toen. Gerustgesteld nestelt Tiny zich weer behaaglijk op de bank. Maar later moeten er sportieve keuzes gemaakt worden. Adrie haalt het vlaggenschip niet, hij kan het aantal trainingen per week terugbrengen en toch in het tweede elftal blijven keepen.
Een gewetensvraag: Keepers worden vaak “eigenaardig” gevonden, “eenlingen” binnen de groep. Voelt hij dat ook zo? ‘Beslist niet. Ik heb mezelf nooit eigenaardig gevonden, trouwens niemand in het elftal vond mij eigenaardig. Ja, ik kreeg apart training, maar trainde ook met de groep mee. Voor mij was keepen en trainen puur plezier.’
Graag wil hij nog kwijt hoe het komt dat hij tot de selectie heeft gebracht. ‘Bij Foreholte werden elk jaar clubkampioenschappen gehouden. Wij deden daar met een vriendenteam aan mij, ik stond als gewoonlijk op doel. Het ging hartstikke lekker. Na afloop vroeg iemand van de Technische Commissie of ik even mee wilde komen. In de bestuurskamer werd mij gevraagd om bij de selectie te komen. Ik was hen opgevallen en zou een versterking zijn. Daar moest ik over nadenken, je weet ik had helemaal geen ambities.’ Adrie zei “ja”, het verdere verloop van zijn voetballoopbaan is bekend. Was Foreholte boos dat je overstapte naar Meerburg? ‘Ik geloof het niet. Later heb ik er nog vaak gespeeld. Geen kwaad woord, in de 3e helft hebben we met elkaar nog een biertje gedronken.’
Kunstgras
In zijn 40-jarige loopbaan als keeper heeft Adrie Kortekaas nauwelijks ernstige blessures gekend. Dat is best bijzonder voor een “Torwachter” die zich toch voor de voeten van tegenstanders moet werpen of in de lucht ballen onschadelijk moet maken. Voor hem geen probleem. ‘Maar toch….’ Arie aarzelt. Kom op Arie, vertel! ‘Het 1ste kunstgras voelde aan als beton. De bovenlaag was kei- en keihard. Ik dook en sprong alsof ik op natuurgras bezig was. Fout! Ik kreeg pijn in mijn heupen, hevige pijn. Daar heb ik iets tegen gedaan met gewatteerde kleding. Dat hielp, niet geweldig, maar toch. Ik heb nog steeds pijn in mijn heupen.’
Het doek viel echt, toen Adrie knieproblemen kreeg. ‘Op het ziekenhuis konden ze niet vinden wat er aan de hand was. Ook niet op foto’s. Ik heb toen zes weken op krukken gelopen, ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Op een dag komt een dokter, die dacht het euvel te kunnen verhelpen. Hij ging met zijn volle gewicht op mijn knie zitten. Ik gilde het uit van de pijn en gaf hem een hengst voor zijn kop. De dokter stond op, ging weg, ik heb hem nooit meer gezien.’ Hoe liep het af? ‘Er kwam een andere dokter, hij constateerde een gescheurde meniscus. Had ik weken voor Jan met de korte achternaam op krukken gelopen.’
Hij speelde nog competitie met de veteranen (‘Met ingepakte knieën’) legde een biljartje (libre, 1 ½) en heeft nog elf jaar keeperstraining gegeven. ‘Ik was hoofd keeperstrainer, dat ben al gauw wanneer er maar één is,’ grapt hij. Kortekaas is ook nog elf jaar penningmeester geweest. In het 1ste jaar wilde de Belasting de boeken controleren. Dat gaf een probleem. De boekhouding was niet op orde. Een schoenendoos vol bonnetjes moest worden uitgespit, ook op BTW. Een helse klus, die Adrie tot volle tevredenheid van de Inspecteur heeft uitgevoerd. Voor alle verdiensten voor Meerburg werd Adrie Kortekaas benoemd tot Lid van Verdienste. Voorzitter Jos Zilverentand reikte de Oorkonde uit. Komende week is Adrie weer op de club. Hij doet nog steeds de inkoop voor de kantine, samen met Cees van Rooij, ook zo’n door en door Meerburger.
Alsof ze het voelden dat alles nu wel was doorgenomen en doorgesproken kwamen de poezen Jet en (Rooie) Sien binnengestapt. ‘Het loopt tegen vijven,’ zegt Tiny. ‘Etenstijd voor die rakkers.’ Op de achtergrond klinkt Auf Wiederseh’n in strikt danstempo, alsof het afgesproken werk is.
Foto’s: Collectie Adrie Kortekaas
Actuele foto’s: Tiny Oostdam