Robin ‘lange’ Holverda: ‘Met meer ambitie en meer discipline had ik misschien net zo’n carrière als mijn ouwe kunnen hebben’
In december 2021 overleed Wout Holverda, een uitstekende voetballer, een sympathieke kerel. De sportambassadeur van Leiden, die zijn lange loopbaan bij Roodenburg begon, op hoog niveau voetbalde, met de eenmalige selectie voor het Nederlands Elftal als uitschieter. Zijn dood zorgde voor ellelange In Memoriam in alle denkbare media. De voetballer Wout Holverda, de gewone jongen, met krulletjeshaar en altijd met een ontwapende gulle lach, met honderden wedstrijden in de Eredivisie op zijn naam, was een dankbare figuur om te belichten.
Het feit dat Wout, die de laatste negen jaar van zijn turbulente leven leed aan Alzheimer, zijn hersens ter beschikking had gesteld aan de wetenschap wekte in eerste instantie verbazing (‘Wat is dat nou?’), maar toen duidelijk werd dat Holverda had laten vastleggen dat zijn brein na zijn dood en na intensief onderzoek misschien het antwoord zou kunnen geven op de vraag: ‘Waardoor wordt Alzheimer veroorzaakt?’, werd algemeen als een grootse daad gezien. Niet eerder in de wereld werd een dergelijk onderzoek uitgevoerd.
Wie het leven van Wout Holverda het dichtst meemaakte, is zijn zoon Robin. De laatste jaren van vader Wouts leven heeft hij als een roller coaster ervaren. Een periode die hem diep heeft geraakt, nog altijd de nodige vragen oproept en hem als zoon van Wout en vader van het prachtige anderhalf jarige kereltje Riff, anders in het leven doet staan. Robin Holverda hield een verzoek voor een interview met LeidenAmateurVoetbal (LAV) vriendelijk maar gedecideerd af, met de woorden: ‘Ik ben er nog niet aan toe, er moet nog veel op een rijtje worden gezet. Later, misschien.’ Het is eind april, maanden na het droevige en veel te vroege afscheid van Wout, laat Robin weten ‘er nu aan toe te zijn’. Om eraan voorzichtigheidshalve aan toe te voegen: ‘Laten we het proberen.’
Stress
De 1 meter 97 lange Robin Holverda komt mij tegemoet gewandeld. Op zijn aanraden heb ik de auto geparkeerd bij Quick Boys. Daar is het gratis. Dat scheelt de nodige euro’s. Katwijk weet ook inmiddels dat een sluitende begroting zonder parkeeropbrengst niet meer haalbaar is. Zelfs op zondag geldt er betaald parkeren in dit door-en-door christelijk dorp. Robin woont in een knus huisje, vlakbij de duinen, op een steenworp afstand van het strand.
Vader Wout noemde hem ‘lange’. Niet dat hij schrikbarend mager is, maar zelf vindt Robin dat de huidige 82 kilootjes opgeschaald kunnen worden. Hij heeft weinig trek in eten, vertrouwt hij mij toe, stress is de oorzaak. Wij lopen over een zanderig pad, horen het ruisen van de zee, meeuwen krijsen. Verder heerst er een-en-al rust. Een prettige omgeving voor een inspirerend gesprek. Soepel pakt hij de twaalf treden van de trap, hij oogt ontspannen, hij is dat ook. Verrassend voor iemand die wordt geplaagd door ADHD. Robin weet waarom LAV de reis naar de kust heeft ondernomen.
‘Ouwe’ Wout (‘Met alle respect, hè’) overleed in december 2021. Haalde de kwikzilverige spits in zijn voetbalcarrière wekelijks de kolommen van de kranten, de televisie met flitsende beelden, toen hij afscheid van deze wereld had genomen, was het diezelfde Wout die midden in de belangstelling bleef staan. Om heel andere redenen. Hij had bij leven reeds zijn hersens gedoneerd aan de wetenschap. Sluipmoordenaar Alzheimer had toegeslagen, zijn leven verwoest. Kwam dat bij Holverda omdat hij ontelbare kopduels was aangegaan, met het hoofd zoveel had gescoord? Men had het vermoeden van wel, maar van vermoedens wordt men niet wijzer, zeker niet in de wetenschap.
Artsen, neurologen in het bijzonder, haalden hun schouders op bij dergelijke vragen. Zij wisten het niet. Holverda junior heeft het hele proces van de beginnende dementie, voor het eerst merkbaar tijdens een vakantie in 2013 bij broer René in Spanje, tot en met het definitieve einde van vader Wout meegemaakt.
Hij weet als geen ander hoe de makkelijk scorende spits van weleer steeds meer de weg kwijtraakte, afhankelijker werd, afwisselend radeloos, redeloos en op het laatst reddeloos was. Robin ontpopte zich tot de liefdevolle zoon, 24/7 beschikbaar, altijd aanwezig en opkomend voor hem, waar nodig en nuttig.
Persoonsverwisseling
‘Je hoeft niet bang te zijn,’ roept Robin. ‘Ze doen niemand kwaad.’ Die ‘ze’ zijn de vier flinke viervoeters Dizzel, Spike, Wout en Choco. Inderdaad, ongevaarlijk voor de poezenliefhebbers van LAV. Ze komen aangeslenterd, ruiken even, inderdaad ‘goed volk’ en gaan door met frunniken aan knuffels, een balletje naar elkaar schuiven en het verplaatsen van speelgoed dat her-en-der ligt verspreid. Beste beestjes. Twee turven hoog komt Riff parmantig aangestapt. Wanneer hij iets te enthousiast wordt begroet, zoekt en vindt hij snel de bescherming bij zijn pappa. Riff wordt op de arm genomen, krijgt zijn eerste Maria-kaakje van Verkade van de middag en kijkt vorsend naar de verse vreemde visite.
Het eerste wat opvalt is de prachtig grote foto op tafel, een doordringend kijkende Wout Holverda. Versierd met de clubdas van Sparta, met daarvoor twee brandende waxinelichtjes. Ontroerend. Om stil van te worden. ‘Wanneer ik ’s morgens opsta steek ik als eerste de lichtjes aan en zeg goede morgen tegen pa.’ Hé, wat is dat? We spraken over Wout als ouwe en als vader, nu opeens is het pa. ‘Dat klopt. Pas de laatste jaren ben ik mijn vader pa gaan noemen,’ vertelt hij. ‘Pa en ik waren altijd al dikke mik. Naarmate het slechter met hem ging, werden wij anders. Wij beiden, we werden intiemer met elkaar. Dat hoefde niet altijd in woorden gezegd te worden, het uitte zich ook in een gebaar, een blik.’
Er valt een stilte, heel even maar. Robin kijkt op en zegt: ‘Er leek op het laatst een persoonsverwisseling plaats te vinden. Moeilijk om te begrijpen, laat staan om het uit te leggen.’ Robin denkt na en waagt het dan: ‘Het was alsof ik steeds meer zijn plaats ging innemen, dus de vader werd, en hij het kind. Kun je dat vatten? Wanneer je een proces als Alzheimer niet als ik zo dichtbij hebt meegemaakt, is dat moeilijk.’ Hij zucht en bijna fluisterend: ‘Vader wordt de zoon, de zoon wordt de vader. Ik heb de verantwoordelijkheid gevoeld en opgepakt.’ Op slag verdwijnt de ernst en straalt hij richting Riff: ‘Hij heeft opa niet gekend, toch geeft hij opa elke ochtend een kusje, op de foto.’ Riff kijkt op, loopt naar zijn pappa, krijgt (weer) een kaakje en geeft mij ook een stukje.
Achtbaan
Het woord roller coaster is al gevallen. Vertaald wordt het achtbaan, een attractie die op geen Kermis ontbreekt. Toen ik Robin belde, onthulde hij ‘het leven een achtbaan te vinden, al een hele tijd’. Wie zijn verhaal hoort, zal niet verbaasd zijn. Enkele jaren geleden raakte hij gewond bij een bedrijfsongeval. Tijdens werkzaamheden maakte Robin een smak, de gevolgen waren ernstig. Werken? Onmogelijk! Hij laat zien waar de botten door het vel steken. Altijd helse pijn, die hij weigert te bestrijden met paracetamol. Hij is antimedicijngebruik. De natuur moet zijn werk doen, luidt zijn credo. Robin hoopt binnenkort geopereerd te worden en daarna weer aan de slag te kunnen gaan. ‘Ik ben arbeidsongeschikt verklaard. Tegen dat besluit heb ik protest aangetekend. Ik wil en kan nog werken, minstens een jaar of dertig.’ De zaak loopt.
Intussen gaat het slechter en slechter met pa. Hij vraagt steeds meer aandacht. Een paar inmiddels bekende voorbeelden. ‘De ouwe ging ’s nachts met de honden aan de wandel, weg was hij, gewoon zoek. Dan de Regiotaxi die had hem hier in de straat afgezet en was weggereden. Na een tijdje hoor ik dat hij allang thuis had moeten zijn. Ze hadden hem gewoon afgezet, niet gebracht tot de deur. Pa was het spoor bijster. Op het Kasteel moest ik bij hem blijven, anders ging hij aan de wandel.’
Tegenover deze angstige situaties, staat een groot geluk: de geboorte van Riff.’ Achtbaan/Roller coaster. Volgens het woordenboek luidt de betekenis: Een zeer uiteenlopende mengeling van frappante ervaringen, diepte- en hoogtepunten, hevige emoties. Je hoeft geen geleerde te zijn om tot de conclusie te komen, dat Robin Holverda de afgelopen jaren de diepste emoties heeft doorgemaakt.
De voetballer
Je zal Holverda heten en de zoon zijn van een meer dan geweldige voetballer. Dat lijkt een goudgerande garantie voor een zonnige toekomst, binnen of buiten de wereld van het voetbal. De naam Holverda opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Vergeet dat maar. Ja, Robin loopt stage bij Sparta, maar als het erop aankomt leggen ze een andere speler vast. Geen nood, hij gaat naar de MTS, studierichting: autotechniek/autoschade. Wanneer blijkt dat de toekomst op dit vakgebied weinig rooskleurig is, besluit hij stukadoor te worden. Dat wordt een succes, hij blijkt een vakman. De liefde voor voetbal blijft, een carrière spookt door zijn hoofd.
Robin heeft onmiskenbaar talent. Hij etaleert zijn kunde bij clubs in Leiden en Voorschoten. Wanneer hij zijn dag heeft en de trukendoos opent, klinken er kreten van verrukking in en rond het veld. De linkspoot met een sublieme balbehandeling laat het publiek genieten van weergaloze hoogstandjes. Zulke momenten worden afgewisseld met off days, of door ‘meningsverschillen’ met grens- en scheidsrechters. ‘Ik kan niet tegen onrecht,’ verklaart hij. ‘Wanneer een vlagger of scheids tot driemaal toe een in mijn en andere ogen een verkeerde beslissing neemt, zeg ik daar iets van. Soms een beetje direct, opvliegerig. Daardoor liep ik tegen schorsingen aan. Niet leuk voor mij en zeker niet voor het elftal.’
Verder heeft de jonge Holverda zo zijn rituelen. Op zijn shirt moet 11 staan: ‘Met 9 als rugnummer, raak ik geen pepernoot.’ Met het klimmen der jaren leerde de boomlange Holverda steeds beter eerst tot tien tellen en zich dan pas uit te spreken. Iedereen in de voetbalwereld van Leiden en omstreken kent Robin Holverda. Hij voetbalde in de tenues van in willekeurige volgorde: Lugdunum, DoCoS, Leidsche Boys, GHC, Voorschoten ’97, haalde de hoogste regionen, maar brak nooit door. ‘Eigen schuld, dikke bult,’ analyseert hij achteraf. ‘Ja, ik had talent, ja, ik was klaar om naar grotere clubs te gaan.’ Er zijn gesprekken geweest met Rijnvogels; Ruud de Groot vroeg hem naar SJC te komen. Kansen genoeg dus. Dan volgt het bekende ‘maar’: ‘De ambitie was er wel, maar niet in voldoende mate. Het ontbrak mij aan discipline en mentaliteit. Ik vond dat er naast het voetballen nog zoveel leuke, gezellige dingen te doen waren. Avondjes stappen bij voorbeeld. Werken aan een voetballoopbaan en gezellig aan de bar zitten gaan niet samen.’
Nu weet Robin wat hij toen had moeten doen: ‘Mezelf een flink schop onder mijn kont geven.’ Hij kijkt weer liefdevol naar kleine Riff en zegt: ‘Wanneer hij echt kan voetballen en er zin in heeft daarin zover te komen als zijn opa of verder, zal ik hem alle steun geven die ik in mij heb. Ik ken de voetangels en klemmen en wat er gevraagd om hoog niveau te halen.’
Warme herinneringen
Desondanks zijn er tal van momenten geweest dat hij van het voetballen heeft genoten. Het is geen toeval dat die wat hij noemt ‘hoogtepunten’ steeds met zijn ouwe waren. Wout en Robin stonden in Oud-Sparta opgesteld in een wedstrijdje tegen gedetineerden in de gevangenis van Scheveningen, waar trainer Eelco Fielemon een functie heeft. Hij mocht meedoen met de Oud-Internationals tegen JAC, ter gelegenheid waarvan weet Robin niet meer. ‘Stond ik naast mijn vader, Peter van Vossen en Simon Tahamata.’ Wout en hij namen een paar jaar met een team van Sparta deel aan het Andro Knel Toernooi bij NAC en pakten de beker.
‘Weet je waar ik ook warme herinneringen aan heb? Mijn vader kwam regelmatig naar mij kijken, zag wat er goed ging en wat er beter moest. In de rust gaf hij in de kleedkamer zijn mening. Soms luisterden we niet genoeg, dan zei de trainer: ‘Jongens, dit is Wout Holverda, topvoetballer geweest. Hij heeft verstand van voetballen, hij heeft zinnige dingen te zeggen.’ Daar staken we toch wat van op.’
Er komt een glimlach op het gezicht van Holverda junior, hij mompelt ‘kuitenknijper’ en legt uit dat pa na een wedstrijd naar de kantine kwam om na te praten en een bitter lemon te drinken: ‘Het was altijd druk bij de bar, het stond soms rijen dik. Wanneer hij lang moest wachten kneep hij de mensen voor hem in hun kuiten. Ze keken om en hij stapte dan met een brede grijns naar voren.’
In de jaren ’80 van de vorige eeuw speelde Wout de sterren van de hemel, onder trainers als Barry Hughes en Bert Jacobs. De tijden van Europa Voetbal in Leipzig en Moskou. Toen was er sprake dat hij een klapper zou maken en voor Olympique Marseille zou tekenen. Bordeaux werd ook genoemd. ‘Dat is toen niet doorgegaan, mijn moeder was in verwachting van Melissa.’ Ook is er sprake geweest van een uitstapje naar Cyprus, maar daar weet Robin niets van. Wat weinigen weten of is ontgaan: Wout is ook een poosje trainer geweest, onder meer als assistent van Paul van der Zwaan bij VVSB.
Hoewel Robin Holverda zijn handen vol heeft als huisman en dag en nacht optrekt met Riff, vindt hij toch tijd voor iets bijzonders: hij maakt prachtige tekeningen van dieren (vogels, honden). Hij weet niet van wie hij dat talent heeft geërfd. Aan ideeën is er geen gebrek. Zo denkt hij na het schrijven van een boek over zijn vader, een biografie. Pa mag niet in de vergetelheid raken. Dat vraagt allemaal om een strak plan, een gedegen voorbereiding. Bij het weggaan kan Robin niet nalaten te vertellen wat zijn vader nog eens over hem zei: ‘Robin is zo mager, hij kan een koprol maken in een TL-buis.’ Hij kan er nog steeds hartelijk om lachen.
Foto’s: Collectie Robin Holverda, J.P. Kranenburg, Cees Mentink e.a.
Robin Holverda: ‘Wanneer Sparta verloren had, had iedereen zwaar de pest in. Mijn pa niet. Hij zei dan lachend: ‘Dat ben ik straks toch weer vergeten.’ Hij moest dan schateren van het lachen.’ Zo wil Robin zijn ouwe blijven herinneren: Altijd opgewekt, nooit chagrijnig en tevreden tot het eind van het leven.