Rolstoelridder Piet Daalman: ‘Op mijn 70ste bombardeerden ze me tot Pupil van de Week, dat is Kagia-humor’

Rolstoelridder Piet Daalman: ‘Op mijn 70ste bombardeerden ze me tot Pupil van de Week, dat is humor, dat is Kagia-humor’

Oude Clubhelden

Er zijn bestuurders en bestuurders, doorgaans allen uit het goede hout gesneden. Ze zetten zich in voor de goede zaak, kijken niet op een uurtje, laten kritiek van zich afglijden, omdat ze ervan genieten wanneer alles goed reilt en zeilt. Er zijn ook bestuurders van de buitencategorie, Eredivisie, zeg maar. Champions League, ook goed. Zij presteren boven gemiddeld en doen dat een reeks van jaren. Vaak zelfs bijna een leven lang. Ze cijferen zichzelf weg, het gaat immers om de leden van hun cluppie, om saamhorigheid, sociaal bezig zijn en het meegeven van een stukje opvoeding. Piet Daalman past feilloos in het profiel hors  concours.

Het levensmotto van ervaringsdeskundige Piet Daalman

De Erevoorzitter en Lid van Verdienste van vv Kagia, ook geridderd door Koningin Beatrix, heeft zich in zijn lange leven (in november wordt hij 78 jaar) op tal van terreinen gemanifesteerd, zich ingezet voor zijn gezin, verenigingen en maatschappelijke ondernemingen en organisaties, kortom: voor de medemens. Gerda, met wie Piet meer dan 50 jaar getrouwd is, heeft een advies voor de verslaggever van LeidenAmateurVoetbal: ‘Je kunt beter vragen wat hij niet heeft gedaan, dan heb je alles sneller op een rijtje.’

‘Ridder’ Piet Daalman. ‘Het heeft H.M. koningin Beatrix behaagd….’
Onder de titel De Rolstoelridder liet Piet Daalman zijn levensverhaal door Jennifer Heijtel optekenen. Dit boek zou verplichte lectuur moeten zijn voor iedereen die bij tegenslag het hoofd laat hangen.

Daalman kijkt de liefde-van-zijn-leven een tikje verlegen aan. Hij krijgt niet graag veren, hoeft ook geen applaus, laat hem maar zijn ‘dingetjes’ doen. Wat Piet Daalman uniek maakt, is dat hij zich voor duizend-en-een zaken heeft ingezet ondanks (of dankzij) de uitermate beroerde start van zijn leven. Geboren aan het einde van de Tweede Wereldoorlog…

Nee, wij verplaatsen ons naar de gezellige woonkamer van het Echtpaar Daalman-Wijs, waar de warmte zich tweeledig laat voelen. Het is er behaaglijk, 23 graden, de sfeer bij het binnenkomen en tijdens het interview kunnen in één woord gevat worden, amicaal.

De bolide van LeidenAmateurVoetbal zet koers richting Lisserbroek, onderdeel van de 150.000+ inwoners tellende Haarlemmermeer, met Schiphol als kloppend economisch hart. De lange Lisserweg, met links veel nieuwbouw in verfrissende architectuur en rechts de onmetelijke polders. Tweemaal linksaf en daar wonen de Daalmannetjes sinds 1967. Ze kijken uit op een plantsoen met vijvertje en een verscheidenheid aan uitbundig getinte bloemen.  Een paradijsje, wat een weelde. De omschrijving ‘klein Keukenhof’ misstaat niet.

Meer dan 50 jaar geleden werden Gerda en Piet verliefd op elkaar. Ze zijn dat nog steeds.

Hier heerst een aangename rust, kwinkeleert gevogelte en wordt er hartelijk gegroet. Familie? ‘Nee, buurtjes.’  Ik ontmoet Gerda en Piet voor het eerst. Een première die ik niet snel zal vergeten. Het lijkt alsof we elkaar al ‘eeuwen’ kennen. Piet, geboren in Kudelstaart, Gerda afkomstig uit Beverwijk. Samen neergestreken in een dorpje, waar het altijd zondag leek, zo stil was het er. Dat is voorbij, het is er een levendige gemeenschap.

Trots op zijn Gerda, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkind. Ook in de krant.

Verdriet en treurnis

Piet beweegt zich voort in een rolstoel. Hij begint zijn aangrijpende verhaal: ‘Mijn vader kwam in 1944 terug uit Duitsland. De bezetters hadden hem en tienduizenden andere mannen daarheen gestuurd in het kader van de Arbeitseinsatz.  Hij overleed in september van dat jaar, drie maanden later werd ik geboren.’ Moeder Daalman en de twee zussen van Piet keken uit naar de komst van de baby, een jongetje. ‘Mijn geboorte zou, ondanks de dood van mijn vader en de hongerwinter weer geluk brengen. Een Gods geschenk.’

Van zijn 4e tot zijn 15de jaar verbleef Piet in Sint Maartens Kliniek in Nijmegen

Het liep totaal anders. De nieuwe wereldburger bleek zwaar lichamelijk gehandicapt te zijn. Links had hij een kort stompje, rechts een normale hand, maar met drie vingers. Verder twee kromme beentjes met korte bovenbeentjes. ‘Er heerste een sfeer van verdriet en treurnis in het gezin. Een uitzichtloze situatie, die moeder met pijn in het hart deed besluiten haar Pietje op vierjarige leeftijd in de Sint Maartenskliniek, een door nonnen geleid orthopedisch instituut in Nijmegen, te plaatsen. Daar verbleef hij tot zijn vijftiende, dus elf jaar. ‘Mijn moeder heeft indertijd die loodzware beslissing uit liefde genomen.’ Uit liefde? Kom nou! Piet: ‘Ja, uit liefde, haar besluit om mij honderdvijftig kilometer van huis in een inrichting te plaatsen, heeft haar pijn gedaan, schuldgevoelens achtervolgden haar. Zij gaf door mij in Sint Maarten onder te brengen voorrang aan mijn toekomst en mijn welzijn. Hoe ik dat weet? Op haar sterfbed heeft zij mij alles verteld en uitgelegd en zag dat het goed was. Ik kon mij in de wereld staande houden, sterker: ik kon mij, ondanks mijn handicaps, manifesteren op veel verschillende terreinen en gebieden.’

Mei 1998. Piet Daalman ontvangt een koninklijke onderscheiding, uitgereikt door burgemeester Jan van Houwelingen. De eerste kleindochter is even blij verrast als oma Gerda en opa Piet.

Geen slachtoffer

Gerda en Piet zijn gelukkige mensen. Dat stralen ze ook uit. Daar zit geen centje toneelspel bij. Het gaat goed met hen, met hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkind. En Piet zegt ‘trots’ te zijn, trots op zichzelf en trots op wat hij voor anderen heeft kunnen betekenen.  ‘Ga eens na, de eerste vijftien jaar verlopen niet zijn zoals het in feite hoort. Je bent ver van huis, er is nauwelijks contact met het thuisfront en waar je verblijft word je gepest. Dat heb ik al als kind weten te overleven en verwerken. Vraag mij niet hoe. Of vraag het maar wel. Mijn antwoord: ik heb me nooit teruggetrokken in een hoekje, heb zoveel mogelijk aan alles meegedaan en ik ben altijd voor mezelf opgekomen. Ik ben geen slachtoffer.’

Achter zijn bureau vol paperassen. Stukken lezen, plannen maken, mensen bellen

Het ‘voor mezelf opgekomen’ blijft hangen en krijgt een vervolg van de gastheer: ‘Ik wilde niet meer terug naar de nonnen, dat stond vast. Ik was aan het puberen, de strakke discipline stond me steeds meer tegen. Was je te laat, moest je wel veertig paar schoenen poetsen. Kreeg je ergens de schuld van, ook als dat ten onrechte was, werd je bij de andere jongens voor lul gezet. Onrechtvaardigheid, ik kan er niet tegen. Ik moest onder die druk vandaan, vrij zijn en mijn eigen mening naar voren kunnen brengen, die ruimte was er nooit.’

Maart 2009. Een afscheidsinterview in het Witte Weekblad. Piet met Lizzy op schoot. Lizzy is 14 jaar, doof en enigszins blind.

Piet wist zijn moeder te overtuigen. ‘Ik belandde in een andere wereld, die compleet nieuw voor mij was.’ Dat betekende: spelen met buurjongens en meiden, appels en peren pikken en voetballen. Zijn ogen glinsteren: ‘Voetballen deden we in de poort. Ik stond op doel, want hardlopen was er voor mij natuurlijk niet bij.’ Pietje wordt Piet, hij bloeit op, gaat werken bij Dam-Chips, rijdt groente uit op zijn inmiddels gemotoriseerde driewieler, trotseert de pijn, veroorzaakt door het zware werk. Hier laat Piet Daalman zich al als doorzetter kennen, hij legt de basis voor een loopbaan die alom bewondering oproept.

Piet Daalman bij zijn aantreden als voorzitter van vv Kagia

De Trompertjes

Verdeeld over twee periodes is Daalman twaalf jaar voorzitter geweest van vv Kagia. Hij kijkt daar met veel genoegen op terug. Hij roemt de samenwerking binnen het bestuur. ‘Wanneer de organisatie als een fluitje loopt,’ vertelt hij, ‘sluiten de rijen zich, kun je op elkaar vertrouwen.’ Tijdens zijn ‘regeerperiode’ werd Kagia getroffen door een flinke brand, met een grote schade aan kantine en kleedkamers als gevolg. ‘Op zulke momenten heb je elkaar keihard nodig. Voor de wederopbouw moest er op creatieve wijze geld ingezameld worden. Iedereen zette de schouders eronder en onder meer met het bakken en verkopen van tienduizend oliebollen werd de klus geklaard.

Hoe oud/jong zou Piet Daalman hier kunnen zijn? Hij denkt zelf een jaar of 18/19.
60 jaar vv Kagia. Ter gelegenheid daar wordt er een sponsorloop georganiseerd. Opbrengst – houd je vast: 41.000 gulden.

‘Hoho, ik ben nog niet klaar,’ voegt Piet er aan toe, ‘vrijwilligers, stuk voor stuk vaklui, hebben vele avonden en weekends in de herbouw gestoken, een voorbeeld van zelfwerkzaamheid.’ Anekdote: ‘Gerard Trompert die een stukje verderop woonde, deed op zaterdag in alle vroegte het hek open. Daardoor hoefden wij geen omweg naar de club te maken. Tijdens de rust van wedstrijden trokken de nodige Tromperts – het is een grote en nogal aanwezige familie, die altijd naar Richard Trompert, de doelpuntenicoon, kwamen kijken –  naar Gerard om bij hem een koppie thee te drinken en daarna weer terug te gaan voor de tweede helft. Dat was traditie. Op een dag is het hek dicht en Gerard nergens te bekennen. Wat bleek? Gerard lag dood in het bad, met zijn kleren aan. Tragisch.’ Dat gebeurde enkele jaren geleden. Sindsdien moeten Daalman en de Kagianen uit de buurt een omweg maken om op het complex te komen.

Een joint op z’n tijd

December 2014. Eind november heeft Piet zijn zeventigste verjaardag gevierd. De club wil dit kroonjaar niet zomaar voorbij laten gaan. Hij wordt die dag officieel aangesteld als Pupil van de Week. De jarige glundert, dit soort humor kan hij waarderen. ‘Ik mocht aanwezig zijn bij de wedstrijdbespreking, schudde de hand van de scheidsrechter en de grensrechters, gaf hun de wedstrijdbal en volgde de wedstrijd naast de dug-out in mijn scootmobiel .’

Piet Daalman, hier met kleinzoon Milo, viert zijn 70ste verjaardag als Pupil van de Week

 

In zijn schamele vrije tijd behaalde Piet Daalman talrijke diploma’s en certificaten.

Precies zoals dat gaat bij de ‘echte’ Pupilletjes van de Week is er na de wedstrijd een flesje chocomel en een patatje. Bij dit feestje betrekt opa Piet  zijn kleinkind Tibo. Zo wordt het voor beiden een dag om nooit te vergeten. Artrose, hoe zit dat met de artrose? Gerda kijkt bezorgd naar haar man, die vaak veel  pijn heeft, maar ‘nooit chagrijnig’ is. ‘Dan ligt hij nachtenlang wakker. Zo vervelend voor hem.’ Piet grijnst en zegt: ‘Wanneer het weer zo ver is, steek ik voor het slapen gaan een joint op. Die haal ik bij Happy Days, een coffeeshop. Dat is toegestaan.’ Dat helpt. Zoon Peter wilde thuis wiet kweken, in porties van vijftien gram. Ook dat mag wettelijk. Dat ging niet door, te veel gedoe. Nu koopt Daalman zijn spul, vier euro per stuk.

Na 11 jaar namens Haarlemmermeerse Aktieve Politiek (HAP) verlaat Piet de gemeenteraad. Ook de oppositiepartijen bedankten de ‘sociaal bewogen’ Daalman.
Aan tafel met de hier niet zichtbare leden van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer. Wanneer hij in functie is als gemeenteraadslid gaat hij gekleed in kostuum.

Sociaal bewogen

In de jaren ’90 van de vorige eeuw stapt Daalman in de politiek. Haarlemmermeerse Actieve Politiek (HAP) krijgt een sociaal bewogen man in haar midden. Een nieuwe wereld gaat voor hem open. Hij wil zich inzetten voor a-l-l-e Haarlemmermeerders, jong, oud, rijk, arm. Piet, bekend bij iedereen, wordt met voorkeurstemmen gekozen. Hij krijgt de portefeuilles Verkeer, Vervoer en Sociale Zaken toebedeeld. Die zijn hem op het lijf geschreven. Het toenemende verkeer en vervoer vragen om creatieve oplossingen; van Sociale Zaken lijkt Daalman veel, bijna alles te weten. Hij heeft als leidinggevende maar liefst twintig jaar tal mensen begeleid richting vast werk, hield zich vierentwintig jaar bezig met de pensioenvoorziening en een eigen Pensioenfonds voor de WSW. Namens ABVA-KABO nam hij deel aan CAO-besprekingen, deed aan voorlichting en schoolde zich met tal van cursussen bij. Als raadslid reisde hij onder andere naar Hannover, Brussel, Kopenhagen.

Een blije foto, geschoten in 2008, toen Piet afscheid nam van de gemeenteraad. Hij werd driemaal met voorkeurstemmen gekozen.

‘Om met eigen ogen te zien hoe daar problemen werden aangepakt.’ Vermoeiende exercities, in de rolstoel, zijn ‘klotelichaam’ verfoeiend, soms relativerend afgewisseld met ‘foutje van de natuur, niet erfelijk’. Een tweede termijn heeft Piet niet volgemaakt, hij moest een zware beslissing nemen. Hij stopte zijn tijd vretende gemeenteraadswerk. Het lichaam protesteerde steeds meer. Hij kreeg een daverend afscheid aangeboden. Ook (of zelfs) zijn politieke tegenstanders kwamen woorden te kort voor alles wat Piet had gepresteerd. In een vuistdik plakboek zijn alle kaarten, brieven en e-mails geplakt, die gewag maken van respect, doorzettingsvermogen en dank.  Hij wordt een voorbeeld (zelfs ‘rolmodel’) genoemd voor een ieder die het hoofd laat hangen bij tegenslag. Hun ‘misère’ is niets vergeleken bij wat Piet Daalman tot de dag van vandaag moet doorstaan.

Voetbalfamilie

Zoon Peter werd op zijn achtste lid van Kagia en bleef dat tot de dag van vandaag. Kleinzonen Milo en Tibo voetballen bij de club, Mike en Dion, ook kleinzonen, zijn lid van Lisse. Kleindochter Esmee speelt bij de beloften van Telstar. Gerda is lange tijd leidster van het meidenvoetbal bij Kagia geweest. Kagia is de constante factor, die als een rode draad door het leven van Piet en zijn Gerda loopt. Toen het tweetal WijsPak, een loonpakbedrijf begon, werd er ingepakt in de kantine van Kagia. ‘Huur hoefde niet betaald te worden, Piet beloofde nieuwe gordijnen,’ weet Gerda. ‘Het was reuze gezellig met die meiden en we verdienden er nog een centje mee.’

Het feest kan beginnen. Gerda en Piet, 50 jaar getrouwd. Het Gouden Paar werd in een limousine naar de kantine van Kagia gereden.

Waar werd hun 50-jarig huwelijk gevierd? Wat een vraag! In de kantine van Kagia, natuurlijk. De Erevoorzitter en het Lid van Verdienste van Kagia en de Vrijwilliger van het Jaar van Lisserbroek, is nog altijd actief voor Kagia.

Bestuurslid Mark Scholte: ‘Als bestuur zijn wij blij met gevraagde en ongevraagde adviezen van Piet.’

Bestuurslid Mark Scholte: ‘Piet is een man van de club. Iedereen kent Piet en iedereen gaat aan de slag als Piet wat vraagt te doen. Hij blijft ons als bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren.

VV Kagia viert haar 60ste verjaardag

Ook zet hij zich in voor de PR-commissie. Wekelijks is hij supporter van ons eerste elftal. Zijn lied Ik heb je lief mijn Kagia wordt regelmatig door Kagianen in de kantine gezongen en iedere trainingsavond van de selectie komt hij langs voor een bakkie en een praatje. Piet heeft een groot hart en is een voorbeeld voor heel veel Kagianen.’

Lisserbroek kiest Piet Daalman als Vrijwilliger van Jaar. Hij deelt deze verkiezing met iedereen die zich ook op vrijwillige en niet vrijblijvende wijze inzet voor de maatschappij.
Op de melodie Waar de blanke top der duinen schreef Piet het Kagia Clublied. Wanneer wordt het traditie dit lied voor en na de wedstrijd van het vlaggenschip ten gehore te brengen?

Bert Glas, ook zo’n Kagiaan waar de club al jaren op bouwen kan: ‘Een dag niet gelachen is een verloren dag, is een lijfspreuk van Piet. Ik kan nog smakelijk lachen wanneer hij danste in de rolstoel. Hij verloor altijd de wielen, tot grote hilariteit. Ik denk aan vroeger, aan de Jeugdkampen. Wij monteerden een camera op een aanhangwagen en reden zo door Loon op Zand. Als mensen vroegen wat we deden, riep Piet: ‘Wij filmen voor Gewest tot Gewest.’ Dat was lachen. Piet is trots op zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen en achterkleinkind. En wij van Kagia zijn trots op Piet.’

 

 

Bert Glas, bestuurslid Onderhoud, dollend met Piet Daalman: Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd.

Tussen alle bedrijven door verzorgt Piet (‘met anderen, hè’) al zeventien jaar het Mariakerkhof bij de Willibrordus Parochie in Lisse. De kerk is al twaalf jaar gesloten en nu een dokterspost. Het kerkhof is gebleven. Kagianen zorgen elk jaar voor volop bloembollen (‘gratis’).  Resteert nog een interessante vraag: Hoe hebben Gerda en Piet elkaar leren kennen? Even pauze. Eerst worden de glazen gevuld. Dan zegt Gerda lachend: ‘Waar gaan die leuke beentjes naar toe?, vroeg Piet toen hij mij zag. Dat was in Leersum, in het revalidatiecentrum. Ik was daar met mijn twee gehandicapte broers en Piet ook. Ik was meteen verkikkerd op hem. Op zijn prachtige haar en zijn leuke gezicht.’ Zo kwamen de twee in gesprek. Gerda: ‘Piet heeft mij toen naar huis gebracht. Daar deed hij zijn jas uit en zag ik zijn handicap. Er veranderde niets. We werden verliefd en zijn dat nog steeds.’

Terugrijdend naar de ‘grote stad’ Leiden denk ik aan wat Youp van ’t Hek eens vertelde. Hij ging in het ziekenhuis op bezoek bij een goede vriend, die er ernstig aan toe was. Bij het weggaan zei hij: ‘Als ik God was, maakte ik je beter.’ Een paar minuten later kwam Youp terug, verontschuldigde zich voor wat hij had gezegd: ‘Weet je, als ik ècht God was, had je deze handicap niet gehad.’ Ik wou dat ík deze woorden had bedacht, ik had ze tegen Piet gezegd. Maar zo, via Youp is het ook goed én gemeend vanuit het hart.

‘Ik heb me nooit teruggetrokken in een hoekje, heb zoveel mogelijk aan alles meegedaan en ik ben altijd voor mezelf opgekomen. Ik ben geen slachtoffer.’

Jan van Bemmelen (foto hieronder) had van maart 1994 tot en met juni 1996 de selectie van vv Kagia onder zijn hoede. De trainer bewaart de prettigste herinneringen aan de club en Piet Daalman: ‘In mijn trainersperiode bij Kagia was Piet als voorzitter net opgevolgd door de vorig jaar overleden Herman Brouwer (all time topscorer van Kagia). Piet is een geweldige en ondanks zijn handicaps altijd een positieve, humorvolle, sociale man geweest en gebleven. In die periode had Piet ‘de Club van 50’ opgericht om zo wat meer zaken voor de selectie te kunnen organiseren, een etentje, hapjes en drankjes na trainingen, busvervoer, enzovoort.

Je begrijpt dat ik snel lid werd gemaakt, tegen Piet zeg je geen nee. Een anekdote: ik had een zweepslag in de kuit en moest de training aan mijn assistent Ronald Scholten overlaten. Ik zat vanuit de kantine de training te bekijken. Piet kwam bij me zitten in zijn scootmobiel. Opeens zegt hij: ‘Jan, even lachen, jij neemt mijn scootmobiel en rijdt het veld op om aanwijzingen te geven.’ Zo gezegd, zo gedaan. Na eerst oefenen hoe zo’n ding werkt ben ik het veld opgereden. Grote hilariteit. Wie had de grootste pret? Piet. En wanneer Piet lacht, berg je dan maar. Piet Daalman, fenomeen en clubicoon, bovenal een aimabele kerel, een voorbeeld voor iedereen. Ik heb in ieder geval van hem geleerd dat je tegenslag moet relativeren, met een positieve blik naar vandaag en morgen moet kijken. Ik vind het een eer om hem (een beetje) te kennen. Wat dat betreft is het jammer dat wij elkaar erg weinig zien.’

Foto’s: Collectie Piet Daalman e.a.   Actuele foto’s: Gerda Wijs

Eindredactie: Hennie Kanbier

Piet Daalman en de verslaggever van LeidenAmateurVoetbal zijn beiden goed bij stem, ze zingen 2-stemming het clublied van Kagia.
Hoe kan een club een voormalige en inmiddels Erevoorzitter het beste eren? Door een deel van het complex naar hem te vernoemen.
Het bestuur van de personeelsvereniging Keerpunt 74 van de AM Groep. Er werden negen activiteiten per jaar georganiseerd, zoals zeevissen, kienavonden (met 250 leden in de zaal) Piet is er 24 jaar actief geweest.
                                            Voorzitter Piet Daalman te midden der kampioenen

In het seizoen ’18-’19 werd Kagia kampioen van de derde klasse. LAV was erbij en maakte een sfeerimpressie waarin Piet Daalman uiteraard ook voorkwam. Nog eens genieten?

YouTube player

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!