Je kunt hem het beste omschrijven als een knuffelbeer, goedzak, lobbes of een oprechte vent met een klein hartje. Nu kunnen meer mensen zo worden omschreven, helaas lang niet allemaal, maar bij Rob Gort (van 18 december 1962) is er in elk geval niets aan gelogen. Gort is tevens verzorger/ masseur bij Kagia en de Lisserbroeker is daar ook niet weg te denken. Ondertussen al twaalf jaar verbonden aan de club en wat hem betreft komt er voorlopig geen einde aan de ‘verhouding’ met de tweedeklasser. Nu eens geen speler of trainer aan het woord, maar wel iemand van de club met een passie voor zijn vak en met een groot inlevingsvermogen.
Haren kammen?
Enkele dagen voor het telefonische onderhoud laat Gort wel weten niet gewoon te zijn met een interview. ,,Wat ga je mij vragen dan?”, ,,Moet ik mij voorbereiden en zo ja hoe?”, ,,Moet ik mijn haren kammen voor het gesprek?”
Gort neemt het gesprek uitermate serieus, maar de vragensteller stelt bovenal dat hij zichzelf moet zijn. Dan is het immers goed. Uiteindelijk volgt er een heerlijk, ontspannen onderhoud. Dan weer even met ernst, dan weer met een lach. Afijn, na bijna een uur vervolgen de betrokken personen met een goed gevoel de avond.
Lisser Boys
Heeft de verzorger/masseur zelf gevoetbald eigenlijk?
,,Zeker wel. Ik was een jaar of vijf á zes toen ik voor Lisser Boys uitkwam. Die club ging later samen met Sportclub Lisse en werd FC Lisse. Vanaf de B1 ben ik met een clubje gasten gaan ballen bij Kagia. Tot mijn dertigste heb ik gekeept, maar daarna was het klaar vanwege knieklachten. Er ontstond een relatie, mijn werkzame leven nam tijd in beslag en ik wist al lang dat ik nooit geld zou verdienen met keepen dus het was simpelweg mooi geweest. In die tijd had ik al interesse in het beter en fitter maken van mensen en met een maat ben ik een cursus in deze richting gaan volgen in Haarlem (Kollaart opleiding, red.). Vanaf dat moment ben ik gegrepen door het masseren en verzorgen en dat doe ik dus al de nodige jaren. Ooit had ik al besloten dat ik profvoetballer, boswachter of fysiotherapeut wilde worden. Voor de natuur interesseer ik mij nog steeds, maar ik werk dus uiteindelijk met mijn handen. In het dagelijks leven zit ik verder in de bloemenhandel.”
Georganiseerd en prachtige megelmoes
Hoe ben je onderdeel geworden van de staf als verzorger?
,,Voor mij is het begonnen bij FC Lisse 2. Bas Koster was mijn leermeester. Met hem liep ik mee en gaandeweg kon ik meer en meer op eigen benen staan. Ik heb een jaartje bij het eerste van DOSR mijn werkzaamheden verricht en daarna werd het als een soort van logisch Kagia, bij mij om de hoek. Met de fiets ben ik er met twee minuten dus ik speel zeg maar maar een boel thuiswedstrijden. Bij de oranjehemden zit ik nu al twaalf jaar en dat naar volle tevredenheid. Ik heb de club enorme stappen zien maken. Van een houtje-touwtje club naar een goed georganiseerde vereniging met een mengelmoes van geweldige mensen. Vooral in de laatste vier jaar is er een enorme inhaalslag gemaakt op de club. De passie voor Kagia van alle betrokkenen is waanzinnig groot. Ik voel me enorm op mijn plaats en gewaardeerd door wat ik doe. En is er eens iets dan spreken we daar direct over en verder. Maar dat gebeurt vrij weinig, de sfeer is top te noemen.”
Ruimte nodig
Zijn er zaken bij de club waar wel wat aan mankeert?
,,Dan kan ik enkel over de kleedkamers spreken. Dat heeft te maken met de tand des tijd. Het complex is verder dik in orde en de onderlinge verhoudingen ook. De kleedkamers zijn enkel verouderd en klein en dat is best lastig werken wanneer je met een man of zestien in zo’n hok zit. De club zit echter in een spagaat. Natuurlijk kan je investeren, maar er liggen plannen om het complex te verleggen dus dan ga je nu geen ingrijpende aanpassingen doen. Er zijn tal van gesprekken gevoerd en er liggen de nodige plannen, maar de gemeentelijke molen draait nu eenmaal niet altijd even snel. Er zijn zat complexen die kwalitatief veel minder zijn, maar soms kom ik ook bij clubs en kijk ik mijn ogen uit. Als voorbeeld noem ik DoCoS waar er grote kleedkamers zijn gebouwd onder de tribune. Dat is ideaal voor een trainer die zijn verhaal wil doen of een verzorger die de spelers topfit aan de start wil krijgen. Maar verder heb ik geen klagen over ons complex hoor. Het is er altijd gezellig omdat het vooral om de mensen gaat die er komen.”
Vertrouwenspersoon
Wat bevalt je het meest bij de club?
,,Het is vooral een no-nonsense vereniging waar de derde helft mega belangrijk is. Ik sprak al over de fijne mensen en de bereidheid om altijd een helpende hand uit te steken. Het is een relatief kleine club met korte lijntjes en als de schoen eens wringt dan is alles meteen bespreekbaar. Ik vind het ook enorm fijn dat ik binnen de groep niet enkel word gezien als de verzorger. Men neemt mij ook in vertrouwen en als ik vind dat het echt nodig is dan schakel ik anderen in om een probleem op te lossen. Ik ben echt een van de guys en dat bevalt me uitstekend. Voor die knapen is het ook fijn dat ze hun hart kunnen luchten. Voor zover mij bekend is ook de club tevreden over mijn inbreng. Natuurlijk heeft de club recht om mij op een zeker moment de deur te wijzen, maar vooralsnog is daar geen sprake van. Ik zie mezelf op dit moment ook niet snel ergens anders mijn werk doen. In reistijd heb ik sowieso geen zin meer.”
Fit maken
Waar ligt jouw grootste uitdaging?
,,Ik wil spelers zo snel mogelijk weer fit krijgen. Ze ballen allemaal even graag en blessures kunnen ze missen als kiespijn. Natuurlijk ben ik geen wonderdokter, maar ik streef er wel altijd naar om de boel weer spoedig fit te krijgen. Uiteraard loop ik ook wel eens voor Jan Lul het veld in. Soms zijn spelers even moe, proberen tijd te rekken of geven even de gelegenheid om iets te overleggen als het bijvoorbeeld niet loopt in het veld. Dat hoort er soms bij. Ze zien dit vanzelfsprekend ook op tv. Zelf word ik wel misselijk van dat doorrollen en dat schreeuwen om moord en brand. Ik heb zelf niets op met matennaaien. Het is trouwens absoluut waar dat er veel meer pijntjes zijn wanneer het qua punten innen niet goed gaat. In het jaar van ons kampioenschap in de derde klasse had ik doorgaans weinig om handen. Dat is geheel anders wanneer het minder loopt. Dan kunnen spelers al om hulp roepen als het haar door de war zit.”
Mietjes of bikkels
Spreek jij bij Kagia meer over mietjes of bikkels?
,,Daar hoef ik niet om heen te draaien. De meeste spelers zijn zonder meer uit het goede hout gesneden. Niet lullen, maar poetsen. Ze willen allemaal dolgraag spelen. Dat heb ik de voorbije maanden ook gemerkt nu alles zo ongeveer stil ligt. De honger naar de bal is onwijs groot. Of we een tijdrekker erbij hebben? Dan noem ik meteen Tom Hoejenbos. Dat is een speler die de situatie goed aanvoelt. Als het niet goed staat, wil hij wel eens een blessure faken om zo even gelegenheid tot overleg te geven. Ach, dat gebeurt bij elke club en dat is geen misdaad. De groep kan dat ook soms goed gebruiken. Hij kan ook wel eens een flinke discussie hebben met Tijs van der Schinkel. Die twee hebben een soort haat-liefde verhouding op het veld, maar daardoor voelen ze elkaar wel prima aan. Je mag elkaar best wel eens aanspreken, helemaal niets mis mee.”
Snottebelklassement
Zijn blessures bij jullie onderdeel van gesprekken?
,,Van een andere verzorger heb ik wel eens gehoord van een ‘snottebelklassement’. Dat heb ik bij Kagia ingevoerd. Op de slotavond van het seizoen worden spelers ‘in het zonnetje gezet’ met een beker of een medaille. Daarbij gaat het dus om spelers voor wie ik het vaakst het veld in moet rennen. Dat is als een zottigheidje begonnen, maar is een vastigheidje geworden. De spelers kunnen dat ook best waarderen, want een en ander gaat gepaard met een knipoog. De winnaars van de laatste jaren? Haha, Timo Sluymer, Rens Lamboo en Pascal Timmermans. Laat duidelijk zijn; dit zijn geen zalfjes hoor. Sterker nog; Pascal gaat zo ongeveer enkel van het veld af wanneer hij aan het infuus moet. Een ware bikkel. Extra sneu dat hij het veld moest verlaten, wel met een ernstige blessure, in onze kampioenswedstrijd tegen ZSGOWMS destijds.”
Tuincentrum
Voor jou is het ook afzien in tijden van corona?
,,Werktechnisch gezien heb ik het heel druk. In de bloemensector is het erg druk van januari tot en met april. Dus ik verveel me op dat gebied zeker niet. Helaas ligt het voetbal wel grotendeels op zijn gat. Gelukkig heb ik nog wel mijn contactmomenten via de app, een belletje en Facebook met mensen van de club, maar het is allemaal veel minder dan anders. Net als iedereen ben ik er klaar mee, maar ik hoop dat we op een dag weer kunnen opstarten. Mensenlief, wat mis ik de gang naar de club op dinsdag, donderdag en zaterdag. Ik heb een schat van een vrouw, Liesbeth, maar op zaterdag met haar in een tuincentrum lopen of tuinstoelen proberen aan te schaffen, nee dat is niet mijn ding. Voor die gasten is het allemaal nog erger. Onze Jens (doelman), 21, zit bij de selectie en Pjotr, hij wordt in de zomer 19, speelt in de JO19-1. Zij hebben heel veel last van de situatie. O had ik al gemeld dat ik een onwijs trotse voetbalvader ben? Nee? Nou hierbij. Het zijn topgasten en ik heb ook nog eens een topvrouw met wie ik al 32 jaar getrouwd ben. Dus in die zin kom ik wel door de corona heen, zeker zolang we gezond blijven.”
Geen schoolmeester
Ben je bang voor een blessuregolf straks?
,,Waakzaam zullen we zeker moeten zijn. Ik ben geschrokken van alle blessures in het betaald voetbal. Vooral door hamstringblessures vielen en vallen veel spelers weg. Dus enige bezorgdheid richting amateursporters is er zeker. Ik hoop dan ook dat ze zichzelf in de gaten houden en dat er waar dat kan gewerkt wordt aan het lichaam, de fitheid en conditie. Ik kan geen schoolmeester zijn want het is hun eigen discipline die ze moeten opbrengen. Het zijn naar mijn idee geen luie donders in elk geval.”
Polletje
Tenslotte Rob, wat was jij voor een keeper?
,,Een redelijke lijnkeeper, niets meer of minder. Maar ik heb wel genoten in die tijd. Keepen is het allermooiste om te doen. Je kunt een wedstrijd maken of breken. Je kunt ballen uit het kruis halen en de zege binnen halen voor jouw team. Een polletje kan daarentegen alles voor je verzieken.”
Rob, ik bedank je voor jouw input en openheid. De club kan trots zijn op je en thuis zal dat niet anders zijn! Nu ben je verlost van mij en kan je je weer gaan ontspannen.
,,Haha, nou heel graag gedaan hoor. Ik hoop dat het zinnig was en dat het een leuk verhaal zal worden op jullie site. En voor alle duidelijkheid; jullie team missen we ook enorm bij Kagia. Gelukkig blijven jullie actief en in de lucht. Dat vind ik een topprestatie in deze tijd. We zien elkaar hopelijk snel weer.”