Voorschoten’97 vormt al meer dan 25 jaar hèt voetbalbolwerk van Voorschoten. Alle leden dragen hetzelfde groen en geel en zingen bij gelegenheid hun fameuze clublied zonder melodie: “Op zaterdag en zondag, dan is het altijd feest. Dan wordt er weer gevoetbald, op Sportpark Adegeest’. De fusieclub brengt wekelijks meer dan honderd teams in het veld en behoort daarmee tot de grootste verenigingen van Nederland.
Hoe anders was dat vroeger. In de tijd waar naar Wim Sonneveld verwees in zijn legendarische lied ‘Het Dorp’, was voetbalminnend Voorschoten in tweeën gesplitst. De Katholieken zaten sinds 1925 bij SVLV, terwijl de neutralen in 1932 Rouwkoop oprichtten. Die laatste club veranderde haar naam in 1969 in Randstad Sport, terwijl de zaterdagtak van Randstad in 1982 verder ging als SV Voorschoten.
Het bestaan van meerdere clubs binnen de gemeentegrens leverde mooie derby’s op. Als zich weer een dorpsclash aandiende, dan was de spanning de hele week voelbaar. Op de scholen, in de kroegen, op het werk en op de weekmarkt: overal was de derby hèt onderwerp van gesprek. De pastoor van de plaatselijke Laurentiuskerk beloofde tijdens de zondagse preek dat de spelers in de hemel zouden komen, als ze van de neutralen zouden winnen. En was het pleit uiteindelijk in het voordeel van één van beide ploegen beslecht, dan bepaalde dat voor een heel jaar de machtsverhoudingen binnen het dorp.
De eerste derby vond plaats op 29 juni 1932. De junioren van SVLV wonnen die dag in een vriendschappelijke wedstrijd aan de Wijngaardenlaan met 1-4 van Rouwkoop. Bijna 65 jaar later werd aan de vooravond van de fusie de laatste officiële derby gespeeld. Op 17 mei 1997 won SVLV 2 in de reserve 7e klasse op Sportpark Adegeest met 1-3 van SV Voorschoten 7. Na de fusie speelden diverse teams van Voorschoten’97 nog onderling officiële wedstrijden tegen elkaar. Dit waren vaak delicate ontmoetingen, maar veroorzaakten geen tweespalt in het dorp. Ook de verhitte discussies op de weekmarkt bleven in het voorkomende geval uit.
In de loop van de geschiedenis verwisselden vele spelers, trainers en vrijwilligers van club. In de eerste helft van de vorige eeuw was dat vrijwel ondenkbaar. Overlopen naar de vijand was een doodzonde. Met name SVLV bewaakte haar identiteit zorgvuldig. Pas in 1960 was Hans Mulder de eerste niet Katholieke voetballer van SVLV. De club worstelde erg met deze kwestie, zeker omdat Hans een forse versterking voor het eerste elftal betekende. Uiteindelijk werd een bijzonder compromis bedacht. Hans Mulder mocht weliswaar lid worden en wedstrijden spelen, maar hij kreeg geen stemrecht tijdens de algemene ledenvergadering. In 1979 was Co Monker de eerste niet Katholieke voorzitter van SVLV. Co was pas 32 jaar oud toen hij de club ging leiden. Hij is daarmee nog altijd de jongste voorzitter uit de Voorschotense voetbalgeschiedenis.
Vanaf de jaren’70 ontzuilde de samenleving steeds meer en werd het minder beladen om van club te wisselen. De spanning rond de derby’s bleef bestaan, maar het sentiment had geen ideologische grondslag meer. Steeds vaker staken spelers over, simpelweg omdat het spelen op een andere speeldag beter uitkwam. Was het vroeger normaal om een leven lang voor SVLV of Rouwkoop uit te komen, in aanloop naar de fusie groeide het aantal spelers dat twee of zelfs drie clubs had gediend gestaag. Uiteindelijk ontstond een buitencategorie die als speler, trainer of vrijwilliger aan liefst vier lokale clubs verbonden was geweest. Deze legendarische groep van exact acht personen dienden SVLV, Randstad Sport, SV Voorschoten en Voorschoten’97. Anno 2023 mogen wij er vanuit gaan dat deze groep niet meer zal groeien. De rechtsvoorgangers van Voorschoten’97 zijn al meer dan 25 jaar geleden opgegaan in de fusie, wat maakt dat deze bijzondere Hall of Fame eeuwig uit de zelfde personen zal blijven bestaan.
Theo Kaffa overleed op 8 april jl. Hij speelde zelf voor Randstad Sport, maar was bovenal bekend als verzorger van alle Voorschotense voetbalverenigingen. Theo was zonder concurrentie de meest iconische verzorger uit de Voorschotense voetbalhistorie. Door zijn persoonlijkheid groeide hij uit tot een monument in het lokale voetbal. Jan van Bemmelen was voetballer bij onder andere SVLV en werd na zijn actieve loopbaan hoofdtrainer van alle rechtsvoorgangers. Dat was een unicum, niemand anders leidde bij zowel SVLV, Randstad Sport als SV Voorschoten het eerste elftal. Bij de fusieclub vervulde hij tal van technische functies, zowel op het veld als beleidsmatig. Mart van Zutphen creëerde een wel heel bijzonder voetbal CV. Bij alle vier de Voorschotense clubs was hij zowel speler als grensrechter. Tijdens zijn actieve carrière stond hij voornamelijk onder de lat. Over zijn loopbaan als clubgrensrechter bij de diverse eerste elftallen zei hij ooit zelf: ‘het was maar goed dat de VAR toen nog niet bestond…’
Wim van Luijk eindigde in 1999 in de top vier van de verkiezing van de Voorschotense speler van de eeuw. Hij speelde in de betaalde jeugd van Sparta Rotterdam onder andere met Jan van Beveren, maar bracht het grootste deel van zijn voetballeven door bij Randstad Sport, SV Voorschoten en Voorschoten’97. Door een kortstondig verblijf bij SVLV droeg hij uiteindelijk alle lokale voetbalshirts. Jules Perel werd kampioen van Nederland met het Leidse elftal en speelde op het hoogste amateurniveau voor RCL. Uiteindelijk speelde hij vooral decennia lang voor de Voorschotense clubs. Jules was het grootste deel actief op Sportpark Adegeest, maar verbleef tussendoor nog twee jaar in de selectie bij SVLV. Met zijn begenadigde techniek was hij de ultieme verbindingsspeler die voor veel trainers belangrijk was.
Hans van der Moolen speelde voor Randstad Sport, SVLV en SV Voorschoten. Bij de laatste twee clubs en bij de fusieclub deed hij uiteenlopend vrijwilligerswerk. Als rechtsbenige back met een ijzersterke conditie rukte hij talloze keren per wedstrijd op naar voren. Ed Hendriks speelde in de jeugd bij SVLV, waarna hij op de drempel van de senioren naar Randstad Sport vertrok. Dit was min of meer een gedwongen overstap, omdat selectiespelers in die tijd bij SVLV niet op zaterdag mochten voetballen. Toen de zaterdagtak van Randstad Sport zich in 1982 afsplitste als SV Voorschoten, ging hij automatisch mee. Uiteindelijk keerde Ed weer terug bij SVLV, waarna hij in 1997 net als alle andere Voorschotense voetballers in de fusieclub belandde. Erwin Mijnheimer begon in 1973 bij Randstad Sport, maar maakte in 1977 de overstap naar SVLV. Na tien jaar bij de Katholieke club werd hij in 1987 naar SV Voorschoten getransfereerd. Bij de start van Voorschoten’97 stapte hij over naar een vriendenelftal met voornamelijk oud-SVLV-ers, dat anno 2023 nog altijd als veteranen 2 in de competitie uitkomt. Erwin droeg standaard rugnummer Pi, dat in de wiskunde de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel aangeeft. Op menig clubfeest imiteerde hij Louis Armstrong (‘Hello Dolly’) en kon hij levensecht het geluid van een hinnikend paard nadoen. Dit kwam met name van pas als ‘Er staat een paard in de gang’ van Andre van Duin door de kantines schalde.
Derby’s en omstreden transfers behoren in Voorschoten inmiddels tot het verleden. Wat resteert zijn de mooie herinneringen aan vervlogen tijden. Wat de Voorschotenaren koesteren, is een eeuwige Hall of Fame met acht dorpsgenoten die de kleedkamers van alle clubs van binnen hebben gezien.