Vrijwilligster-buiten-categorie Truus de Haas (oude clubheldin)
‘Biertjes tappen deed ik niet, iedereen keek op je handen, ik vond dat vreselijk eng’
Het is 1942. Nauwelijks 7 jaar is zij en papa Arie van der Poel fietst met zijn oogappel Truusje, de oudste van uiteindelijk het gezin van dertien kinderen, voorop de stang naar A.S.C. 80 jaar later: Chris Zweistra komt Truus, sinds haar huwelijk in 1956 Truus de Haas, met zijn auto ophalen om samen een uitwedstrijd van A.S.C. te bezoeken. Spelen de rood-zwarten thuis komt zij op eigen gelegenheid naar de arena.
Voor de eerste elftalspelers heeft ‘de grootste supporter uit de 130-jarige historie’ van de Oegstgeestse voetbalvereniging traditiegetrouw een zakje koekjes bij zich, voor de begeleiding in de dug-out twee rollen Mentos. Truus verzaakt nooit. Haar hand- en spandiensten voor de club zijn ontelbaar en gevarieerd, van het maken van slaatjes tot en met het poetsen van bekers en medailles, en alles wat daar tussen zit voor iemand die van aanpakken weet, flexibel is en in hoge mate bijdraagt aan de warme sfeer binnen wat hardnekkig de ‘elite’-club werd genoemd.

Het is maandag voor Kerstmis. Gisteren werd er nog geschaatst bij de ijsvereniging aan de Oegstgeesterweg. De dooi is ingetreden. Het regent. Ideale weersomstandigheden om een dag in bed te blijven en de ene na de andere Netflix-serie te bingen. Een betrouwbaar excuus: Radio 1 laat weten dat er een griepgolf over het land trekt, ook het aantal coronagevallen neemt bedenkelijk toe.

Vanaf de velden van Lugdunum en U.V.S: einde weg rechts-af, 2x links-af en we staan voor het hoekappartement van Truus. ‘Goede morgen, mevrouw De Haas.’ Dat is toch een respectvolle begroeting, die van een goede opvoeding getuigt. Niks mevrouw, ze houdt niet van dat stijve gedoe, zeg maar Truus. Zo er nog ijs zou zijn, is dat meteen gebroken. ‘Dag Truus.’


Emiel Sluyterman, eens een redelijke voetballer van A.S.C. en cricketer wel op hoog niveau bij dezelfde club. Hij pakte meer dan duizend wickets, Emiel is daarmee de enige in het bestaan van deze afdeling. Sluyterman die close met de familie is en binnen A.S.C. onder meer de functie van archivaris vervult, heeft de afspraak met de vrijwilligster-buiten-categorie geregeld. Hij behoort ook tot het korps van 17 miljoen Nederlanders, die vaak ten onrechte menen foto’s te kunnen maken. Emiel is een uitzondering, hij kan het wel degelijk, uitstekend zelfs. Emiel is ook aanwezig, met camera, hij gooit ‘kooltjes op het vuur’, details over gebeurtenissen die het interview kleurrijker boetseren.

Op school leren, thuis werken
Wie heeft opgelet, weet dat Truus 87 jaar is. Vergeet die leeftijd. Zij is kwieker en scherper van geest dan menigeen van jaren jonger. Namen, jaartallen, data, uitslagen somt ze op, moeiteloos. ‘Nee, ik heb nooit entree betaald om een wedstrijd van A.S.C. te zien. Er was geen geld. Als kind kroop ik via een hek achter de tribune naar binnen. Daar stonden altijd mannen te urineren, ben ik nooit vergeten.’


De eerste anekdote is binnen. Het A.S.C.-complex aan de Duivenvoordestraat, of heette het daar Juffermansstraat, waar schrijver/trombonist F.B. Hotz woonde? Nee, men had het altijd over De Kempenaerstraat. Truus kan supersnel schakelen. ‘Als meisje van 13 had ik de lagere school al doorlopen en de Huishoudschool aan het Leidse Galgewater niet in drie maar in twee jaar met succes afgerond.’
Truus had een goed stel hersens, niets stond haar in de weg om naar de MULO te gaan. Niet dus. ‘Ik moest thuis mijn moeder komen helpen. Sneu hoor. Maar je deed wat moeder je opdroeg.’ Dan vertelt Truus dat zij thuis nooit huiswerk had gemaakt. Dat mocht niet. Moeder vond dat je op school was om te leren en daar ook maar je sommetjes en dictees moest maken. Thuis was je om te werken. Later begreep Truus waarom moeder daar zo streng op was.’ Wanneer ik thuis huiswerk zou maken, zou ik mijn moeders hulp kunnen inroepen. Maar ze kon mij niet helpen, ze wist zelf zo weinig. Was geloof ik nooit op school geweest.’

Thuis werken betekende aardappelen schillen, spruiten schoonmaken, boenen, wassen, vegen. Dat werd later, toen het gezin jaar na jaar uitgroeide tot dertien kinderen, meer en meer. Het bij het huwelijk uitnodigende ‘gaat en vermenigvuldigt u’, werd strikt gevolgd. Toen werd de basis gelegd voor haar latere baantjes als dienstmeisje, en haar met vijf kinderen gezegende gezin. In 1956 trouwde Truus met Piet de Haas, huisschilder van beroep en in zijn vrije tijd grensrechter van het eerste van A.S.C. ‘Weet je, neefje Koos de Haas voetbalt bij Lugdunum. Als hij goed genoeg is, mag hij de kleuren van A.S.C. dragen. Hahaha.’

Bekende namen
‘Het is wel een beetje jammer dat ik zo vroeg geboren ben.’ Waarom? ‘Het vrouwenvoetbal is pas van de laatste dertig/veertig jaar. Toen ik jong was, was er geen sprake van dat vrouwen zouden voetballen. Als meisje heb ik ook niet op straat gevoetbald. Dat deed je niet. Jongens zouden me uitgelachen hebben. Vrouwen gingen ook niet naar wedstrijden kijken. Je zag alleen maar mannen, dat was hun uitje na een week van hard werken. Maar ik ben altijd gek op voetballen geweest. Trouwens, nog steeds.’

Evenals haar man Piet is zij één club trouw gebleven, A.S.C. Aan Piet en A.S.C., zegt Truus, had ze haar hart verpand. Wie van de twee kwam op de eerste plaats? ‘A.S.C.,’ roept ze uit de grond van haar hart. De naam van Piet is al een paar maal gevallen. Schilder bij van Muiden, niet Truus’ eerste liefde. Dat was ene Hennie, zijn achternaam wil de ‘koningin van vrijwilligerskorps van A.S.C. liever niet kwijt. ‘Stel dat hij nog leeft en dit leest. Dat zou niet goed zijn.’

Er waren meer jongens die een oogje op de knappe Truus hadden, met wie ze ook weleens uit ging en die haar zonder boebeleboe (‘Hooguit handje, nou vooruit: zuinig kusje aan de deur’) thuis brachten. Bekende namen van A.S.C.-ers? Jan de Troye, die op zondag om zes uur een sportprogramma van de VARA presenteerde, Rudi Brard (‘Hij is destijds geëmigreerd naar Amerika,’ vult Emiel aan), Flip Lasander, Jaap van der Luit, Piet Mooten, Joop Aniba (‘Van het café aan de Herenstraat in Leiden, waar de KNVB scheidsrechtercursussen hield’), Henk Vreeken (‘Lange, slanke blonde pijl’).

Waslijst vrijwilligerswerk
Geen kandidaten die Truus naar het altaar zouden leiden. Nee, het werd Piet, het bleef Piet. Een zwanenhuwelijk, met een verdrietige finale. ‘Mijn Piet werd getroffen door een beroerte, hij belandde in een rolstoel en kon niet meer praten.’ Dan blijkt Truus de zorgzame vrouw, die in de praktijk die ‘in voor- en tegenspoed’ in de praktijk brengt. ‘Ik heb hem twaalf jaar verzorgd,’ klinkt het eenvoudig. ‘Met liefde,’ vult Emiel aan. Sinds die tijd is Truus kind aan huis in Zorginstelling Wijckerslooth. Zij schenkt koffie, praat met de bewoners, brengt de rolstoelers naar de kapel en weer terug op hun kamer. Maar dat is niet alles. Truus, de moeder van Chris, Astrid, Nicolette, Ellen en Ingrid, helpt mee de St. Willibrordus Kerk schoonhouden, brengt de Kerkbode ronde.

Op de vraag waarom ze dit allemaal doet, toont Truus zich de bescheidenheid zelve: ‘Iemand moet het toch doen.’ Het is alweer dik twee jaar geleden dat LeidenAmateurVoetbal (LAV) haar in het zonnetje zette. LAV-medewerker Ruud Fray verraste haar met een doos bier van Ruhrgold. Ruud: ‘Mevrouw nam het dankbaar in ontvangst en gaf het kostelijke vocht achter elkaar door aan de spelers van het eerste elftal. Ze deed dat met de woorden: ‘Ik drink geen alcohol.’ Ze bedankte wel en vond de geste heel lief.’

Truus de Haas herinnert zich dat moment nog goed: ‘Echt, ik drink geen alcohol. Mensen vragen mij dikwijls of ik een advocaatje met slagroom wil. Dan zeg ik ook nee.’ Advocaatje, het levenselixer voor ouderen, ze moet er niet aan denken. De lijst van haar vele vrijwilligerswerk is nog niet compleet. Eenmaal bij A.S.C. aanbeland, vertelt het oudste lid van de vereniging, zonder opsmuk: ‘Dat ik sinds mijn zevende bij A.S.C. kom, heb ik al verteld. Dat ik iedere thuis- en uitwedstrijd bezoek, weten jullie ook. A.S.C. is mijn grootste liefde. Ik draag altijd de sjaal van A.S.C.’ Is het waar dat je in het A.S.C.-tenue wilt worden begraven of gecremeerd? Ook nu geen begin van aarzeling: ‘Dat klopt, dat heb ik luid en duidelijk uitgesproken en ook vastgelegd.’ Of Truus de Haas ook opgebaard zal worden in het clubhuis van A.S.C., daar is niet over gesproken. Emiel Sluyterman sluit niets uit. ‘Maar zover is het nog lang niet, gelukkig,’ zegt hij.


Silvo of Brasso
Bij A.S.C. heeft Truus achter de bar gestaan. ‘Flesjes fris openmaken en uitreiken, dat deed ik prima, een glaasje wijn? Geen probleem. Is ook geen kunst. Maar er werd vanaf een bepaald moment meer bier gedronken dan een of andere frisdrank of chocomel. Dan ging ik in de fout,’ legt ze uit. ‘De dorstige mannen keken op mijn handen. Hoe ik het glas eerst gespoeld had en daarna schuin onder de tap hield. Daar werd ik zo zenuwachtig van. Ik vond het gewoon eng. Toen ze ook nog op gingen letten op de schuimkraag van twee vingers, hield ik het niet meer. Ik heb mijn handen afgedroogd en ben gillend naar huis gegaan.’

Bier en A.S.C. is een huwelijk, dat tot een scheiding leidt, wanneer dit geestrijk vocht op is. In een interview met Leo Steinmetz, dat elders op deze site is te lezen (een aanrader), vertelt deze clubicoon dat er bij A.S.C. alleen sprake is van chaos, anarchie, revolutie en erger, wanneer er geen bier meer in voorraad is. Er rust een zware verantwoordelijkheid op de schouders van de clubhuis-beheerder. Truus maakte slaatjes, die vooral verrukkelijk smaakten wanneer er ‘iets’ bij werd gedronken. Koekjes voor de eerste elftalspelers worden met zorg gekozen. Daarbij let Truus op het suikergehalte. Suiker geeft energie. Is het verstandig dit geheim prijs te geven? ‘Leven en laten leven,’ meent ze schouderophalend. De Mentos zorgt voor een fris mondje.

Bij toernooien en op Bevrijdingsdag smeert Truus samen met anderen ontelbare royaal met kaas of vlees gemeubileerde broodjes. Noem een bijzonder evenement en Truus is of wordt daar bij betrokken. Vast pandoer komt de schoonmaakploeg op maandagmorgen bijeen. De binnen- en buitenboel worden dan grondig onder handen genomen. Daar zorgen ‘de acht man en het meisje’ voor. De glasbewassing laat ze aan het sterke geslacht, op ladders klimt de 87-jarige niet meer. Gevraagd en ongevraagd geeft zij adviezen.

Vraag Truus welk werkje zij het liefste verricht, begint ze te stralen: ‘De trofeeën mag ik graag laten blinken. De bekers, de medailles, de relikwieën. Ik ga dan in de schatkamer zitten, en begin te poetsen met Brasso totdat alles weer blinkt als de bekende hondenkeutel in de maneschijn.’ Er ontstaat enige commotie. ‘Emiel, jij zei dat Truus Silvo voor dit karwei gebruikt,’ spreekt de LAV-verslaggever de A.S.C.-archivaris bestraffend toe. Grootmoedig geeft Emiel zijn vergissing toe. ‘Jongens, niet rollenbollen, vrede, Kerstmis, nog koffie?’
Waarderingen
Het vrijwilligerswerk van Truus (‘Ik doe het met plezier. Alles wat je met plezier doet, is geen werk’) is niet onbeloond gebleven. Op Koningsdag 2020 werd Truus benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. De uitreiking vond vanwege corona via Skype plaats. Emile Jaensch, de flamboyante burgemeester van Oegstgeest roemde haar: ‘U was penningmeester van vrouwenbeweging Dames Kontakt Oegstgeest, u organiseerde excursies, toneelvoorstellingen, kaart- en sjoelavonden. Bij A.S.C. beheert u de prijzenkast, draait u bardiensten, maakt schoon, wast sportkleding en verzorgt kleine reparaties.’ Later speldde de eerste burger van het dorp persoonlijk de versierselen op die behoren bij deze belangrijke onderscheiding.


A.S.C. heeft zich ook niet onbetuigd gelaten. Truus wordt er op handen gedragen. De waardering mondde op bijzondere wijze uit: ze ontving tijdens de Algemene Ledenvergadering de Erespeld van A.S.C. Met dit kleinood strooit de vereniging niet. ‘Die moet je echt verdienen,’ stelt Emiel met klem vast.

Wijckerslooth, waar Truus de Haas bij allerhande bezigheden is betrokken, zette na weer geslaagde Zomerfeesten de dames van de organisatie in de bloemetjes. Een van hen? Je raadt het al (3 punten!): Truus de Haas.

Het middaguur heeft al enige tijd geleden geslagen. Hebben wij de afgelopen uren alles besproken. De LAV-verslaggever kijkt op zijn blocnote en mompelt: A.S.C., eliteclub? ‘Nee, niet meer. Vroeger misschien de club van en voor professoren, doctoren, advocaten. Dat is allemaal voorbij, voor 80/90 procent bestaat A.S.C. uit gewone mensen, zoals jij en ik.’

Heeft Truus aan sport gedaan? ‘Ja, bij gymclub Rapiditas.’ Zit je ook op de hometrainer die daar staat, Truus? ‘Ja, elke dag een kwartiertje.’ Heb je nog een goede raad voor jongere ouderen/oudere jongere? ‘En of, blijf in beweging, blijf onder de mensen, blijf geïnteresseerd in wat om je heen gebeurt.’ Dochter Astrid (vernoemd naar een geliefde Belgische prinses komt binnen) gebreide muts, gebreide handschoenen. Gekocht? ‘Nee, die heeft mama voor ons allemaal gebreid.’ We delen ten afscheid boksen uit. ‘Zal je opschrijven dat A.S.C. de liefde van mijn leven is en dat A.S.C. mij heel veel heeft gegeven.’ Beloofd!

Foto’s: Truus de Haas, Archief A.S.C.
Actuele foto’s: Emiel Sluyterman, Astrid de Haas



