Evenals in de derde en vierde klasse wemelt het dit seizoen ook in de tweede klasse van de derby’s. Keuzes zijn dan ook lastig te maken, maar onze redactie tracht er zo eerlijk mogelijk naar te kijken en heeft voor komend weekend een duel uit de tweede klasse uitgelicht. Het gaat daarbij om nieuwkomer EMM’21 op zaterdag en om TAVV dat promoveerde uit de derde klasse.
Voor EMM’21 betekende de ontmoeting met de Racing Club Leiderdorp de eerste wedstrijd in competitieverband op zaterdag. De 23-jarige Jari van Veen was al aan die wedstrijddag gewend. Hij maakte na het voorbije seizoen de overstap van zaterdagderdeklasser Aarlanderveen naar de club uit zijn woonplaats.
Zo keerde hij terug op de velden waar hij als F’je ooit begon: ,,Dat was bij Alkmania en meteen als keeper. Mijn broer Mike was dat ook en van hem heb ik het keepen geleerd. Hij schoot en ik moest de bal dan zien te stoppen. Zo is het begonnen. Op een gegeven ogenblik, tijdens mijn eerste jaar bij de E’tjes, lag er voor mij opeens een brief op de mat van Alphense Boys. Zo ben ik bij die club beland. Tot en met de A1 heb ik daar bij de jeugd op doel gestaan en als tweedejaars A-speler werd ik reservedoelman bij het eerste elftal. Toen startten ze er met een zaterdagteam in de vierde klasse en dacht men daarmee vlot hogerop te komen. Dat pakte echter anders uit. Daarop besloot ik terug te gaan naar de Veen. Na twee seizoenen bij DOSR had ik het wat minder naar m’n zin en belandde ik bij Aarlanderveen. Daar heb ik het voorbije seizoen gespeeld. Op zich was het daar prima, maar het kostte me toch te veel energie om er steeds naar toe te gaan. Ik koos er uiteindelijk voor om het weer lekker dichtbij te zoeken, nu bij EMM dus, waar bleek dat er inmiddels niet veel was veranderd. In de mix van spelers van DOSR en Alkmania voel ik me zeker thuis. Niet zo vreemd natuurlijk. Ik ben weliswaar geboren in Voorburg, maar op m’n derde zijn we al naar Roelofarendsveen verhuisd. Ik voel me dan ook een echte Vener.”
Van Veen heeft in het dagelijks leven als zelfstandig loodgieter een drukke baan. ,,Het is een gekkenhuis”, vertelt hij. Niet zo vreemd dus dat hij met plezier ’s avonds aan het trainen gaat. ,,Je streeft er altijd naar om beter te worden. Dat tracht ik te bereiken samen met onze keeperstrainer Jan Valk. Maar het is niet zo dat ik probeer in de picture te komen, hoor. Daar ben ik totaal niet mee bezig. Alleen als er iets heel aantrekkelijks op mijn pad zou komen is dat okay.”
Afgelopen zaterdag incasseerde de goalie de eerste tegentreffers van het seizoen. ,,Tegen RCL waren we zeker niet kansloos. Zij toonden zich echter effectiever dan wij. Wij moeten dit jaar sowieso ernaar streven in de middenmoot te belanden. Als we dat voor elkaar krijgen kunnen we wellicht naar boven gaan kijken. Het is hier niet zo dat dat per se moet, maar als de kans zich voordoet…”
Voor Van Veen betekent de ontmoeting van komend weekend een weerzien met oude bekenden: ,,Vorig seizoen heb ik met Aarlanderveen natuurlijk tweemaal tegen ze gespeeld. Ik bewaar goede herinneringen aan die wedstrijden. Uit wonnen we met 1-2 en thuis speelden we gelijk. Het is een goede ploeg, vol strijders. Maar ook wij vormen een sterk collectief. Ik heb in het begin eigenlijk staan te kijken van het niveau. Hoe dan ook, ik verwacht dat het kwartje aanstaande zaterdag wel onze kant op zal vallen. Liefst met nul goals tegen.”
Opponent TAVV promoveerde het afgelopen seizoen via de nacompetitie naar de tweede klasse. Dat betekende een terugkeer na een afwezigheid van drie jaar. Bij de hernieuwde kennismaking afgelopen zaterdag eindigde de equipe van coach Dennis Tijssen dus – zoals reeds vermeld – met lege handen.
,,Wij zijn superblij dat we weer in deze klasse uitkomen, maar er is natuurlijk wel een duidelijk niveauverschil met vorig jaar”, vertelt Yannick Otto. ,,Vorig seizoen kwamen we nogal eens ploegen tegen met een aantal minder goede voetballers. Dat zal nu niet zo zijn. En daarnaast lag het tempo minder hoog. We zien verder nu al dat het om details draait. Dat was ook tegen Legmeervogels het geval. Die nederlaag was natuurlijk niet waar we op hoopten, maar terwijl wij toch een redelijk aantal kansen creëerden en verzuimden te scoren deden zij dat laatste met een paar frommelgoals wel. Ze hebben echt niet meer dan drie mogelijkheden gehad. Daarnaast hadden wij ook nog eens de pech dat er twee doelpunten van ons werden afgekeurd, waaronder een rake vrije trap van mij. Eén van onze spelers zou te dicht bij de muur hebben gestaan, aldus de scheidsrechter. Wat dat betreft zat het dus ook niet mee, want het zou dan 1-2 zijn geworden en wie weet wat er dan nog voor ons had in gezeten.”
Ondanks de valse start is Otto voor wat het verdere competitieverloop positief gestemd: ,, Wij hebben gewoon een sterk team met veel ervaring. We zijn verdedigend erg goed en daarnaast zijn we bereid om voor elkaar vuile meters te maken. We gaan er echt voor. Ook het als team veroveren van de bal gaat ons goed af. En in de omschakeling zijn we gevaarlijk. Al met al verwacht ik dat wij zeker in de middenmoot mee kunnen draaien.”
De 28-jarige geboren en getogen Ter Aarder, nu overigens met vriendin wonend in Gouda, is overdag als projectmedewerker werkzaam bij het in Amstelveen gevestigde Players United. ,,Ons bedrijf richt zich op het organiseren van voetbalevenementen en treedt daarnaast op als voetbalmakelaar”, vertelt Otto. ,,Meestal werk ik drie dagen op kantoor en één dag thuis. Als ik moet trainen eet ik vanuit mijn werk bij mijn ouders of zus in Ter Aar. Best handig.”
In zijn carrière als voetballer acteerde Otto tot nu toe voor twee clubs: ,,Ik heb tot aan de C1 bij TAVV gespeeld en maakte toen de overstap naar ARC. Na een aantal seizoenen keerde ik vervolgens terug bij TAVV. Zo’n vier jaar geleden werd ik gevraagd om me opnieuw bij ARC te melden en daar heb ik toen weer één competitie meegedraaid. Ik kon met de spelers goed overweg en moest gezien de concurrentie wachten op m’n kans. Ik heb in die tijd niet laten zien wat ik kon en deed er misschien ook niet genoeg voor. Na een jaartje ben ik toen weer bij m’n oude club teruggekeerd.”
,,Als speler moet ik het hebben van mijn inzicht en daarnaast ben ik sterk aan de bal. Mijn passing mag er zijn en met mijn 1.88 meter ben ik kopsterk. En voor een verdediger ben ik vrij snel. In aanvallend opzicht zou ik meer aanwezig moeten zijn. Dat is nog wel een verbeterpuntje”, kijkt Otto desgevraagd in de spiegel. spiegel.
Mede door zijn inbreng hoopt de centrale verdediger komende zaterdag tegen EMM’21 op een driepunter: ,,We hebben vorig seizoen een avondwedstrijd tegen ze gespeeld. Die wonnen we met 0-1. Ik vond het een goede ploeg, fysiek sterk. En met handige jongens op het middenveld. Het zou toch mooi zijn als we een aansprekend resultaat kunnen behalen.”