‘Ooit zou ik nog graag een landelijk spelend jeugdteam uit de buurt van Leiden onder mijn hoede willen nemen’
Met zijn 27 jaar was Eelco Fielemon een van de jongste hoofdtrainers van Nederland. Als actief voetballer droeg hij de kleuren van Roodenburg, speelde in de landelijke jeugdcompetities. Een zware enkelblessure (‘Marco van Basten enkel’, geen kraakbeenaanmaak meer) maakte een voortijdig einde aan de voorspelde roze-getinte toekomst. Geen nood. Eelco zou het gaan maken als trainer. En hoe!

Op dit moment is de Stevenshof bewoner opnieuw in gesprek met FC Oegstgeest, waar hij al enige jaren invulling geeft aan de functie van Technisch Jeugdcoördinator. Tot volle tevredenheid van de club en tot plezier van Eelco. Toch knaagt het bij de 58-jarige Leidenaar. Op de vraag: Heb je bereikt wat je wilde bereiken? Antwoordt hij zonder aarzeling: ‘Nee.’
Fielemon heeft geen spijt van zijn carrière, maar met de kennis van nu, zou hij het anders hebben gedaan. Fielemon, de gepokte en gemazelde voetbaltrainer, heeft nog wel een wens op zijn bucket-list staan: hij zou graag nog eens een landelijk spelend jeugdteam uit de buurt van Leiden onder zijn hoede willen nemen. ‘Uit de buurt van Leiden’, dan kom je al snel uit bij een topclub uit de Duin- en Bollenstreek. Eelco Fielemon knikt: ‘Juist.’ LeidenAmateurVoetbal op bezoek bij en in gesprek met Eelco Fielemon, in aanwezigheid van zijn charmante vrouw Jacqueline.

Gods medewerking
Het is Paarse Vrijdag. Op scholen, in de media en op de televisie wordt veel aandacht geschonken aan het eerste recht van de Grondwet: Wij zijn allemaal gelijk. Je kleur, geloof, geaardheid, het maakt niet uit. Dat is een positief begin van de dag. Minder prettig vandaag zijn de muur van mist, gladde wegen, treinuitval en ijsvorming, die zorgen voor files, ongelukken en vertragingen. Wanneer op de radio ook nog wordt voorspeld dat Argentinië en Nederland na 90 minuten gelijk zullen staan, na 120 minuten nog steeds en dat Argentinië de strafschoppen beter zal nemen, dan zal het interview met Eelco Fielemon redding moeten brengen om deze dag te laten slagen.
Ter geruststelling: de afgetrainde Eelco is verbaal in vorm, met zijn fysieke conditie is niets mis, in tegendeel. In menige huiskamer brandt een kaars op de goede afloop voor Nederland in Qatar. Er wordt veel gebeden, aangemoedigd door de Godenzonen die in de oneindige zandbak de Heer aanroepen, kruisjes slaan, de armen ten hemel heffen. Eelco komt direct tot een bekentenis: ‘Ik ben niet gelovig, maar ik heb menigmaal voor een wedstrijd Gods medewerking gevraagd. Zeker op de momenten dat wij de drie punten hard nodig hadden.’

In Huize Fielemon is veel brocante/vintage te bewonderen. Brocante/Vintage? Daaronder wordt verstaan, zegt Jacqueline, spulletjes (items) uit de periode 1920-1980, het doorleefde is het kenmerkende van de voorwerpen, van blik of hout gemaakt. Ze zijn te vinden op brocantemarkten, vintagewinkels of worden via Marktplaats aangeboden. Op de roostervrije dagen van Eelco, die als sportinstructeur werkzaam is in het Psychisch Penitentiair Centrum Scheveningen (‘Zeg maar gerust: de bajes’), trekken ze er samen op uit. Op jacht naar wat ze mooi of interessant vinden. Brocante is het Franse woord voor Vlooienmarkt. Maar dit allemaal terzijde.
CIOS en Trainerschap
Van jongs af is Eelco in de ban van twee sporten, judo en voetbal. Niet zo vreemd, vader Arie is judodocent bij De Eendracht, de sportschool van Aad van der Luit, en bij Roodenburg staat pa als verzorger in de starthouding om met waterzak en spons het veld in te sprinten om een kermende speler op te lappen. ‘Tot mijn 19e heb ik bij Roodenburg gevoetbald, bij geen andere vereniging,’ vertelt Eelco. ‘Ik heb alle selecties doorlopen.’ Je had talent? ‘Talent is een groot woord, ik kon aardig verdedigen en een vent uitschakelen.’

Hij ziet een toekomst voor zich in de sport, meldt zich aan bij het CIOS in Overveen, kiest voetbal als hoofdvak en judo, zwemmen, recreatie en besturen als bijvakken. ‘Een gedegen all-round opleiding, die ik heb afgerond met het diploma UEFA-A. KNVB: ‘De opleiding UEFA-A is gericht op het trainen en coachen van spelers die uitkomen in de hoogste klassen van het amateurvoetbal of de beloften-competities betaald voetbal en het werkzaam zijn als assistent trainer/coach in het betaalde voetbal.’ Bij in de Eredivisie spelende clubs? ‘Ja.’

Eelco blijft de applicatiecursussen volgen, om zijn licentie te behouden. Wat is gedegen? ‘Veel aandacht voor spel- en trainingsvormen, anatomie, het bouwen aan en het op peil houden van de lichamelijke conditie, voeding, het op de juiste wijze overbrengen van je lesstof aan spelers. Werkstukken maken, uitleggen wat je bedoelt en waar je naar toe werkt. Presentaties geven. Onze docenten waren onder anderen Joop Brandt en Foppe de Haan (zeg je Heerenveen, zeg je Foppe de Haan).’
Dat is niet misselijk, ga door: ‘Voor de opleiding UEFA-A moesten we naar Zeist, waar bijvoorbeeld Co Adriaanse en Rinus Israël als gastdocent les gaven.’ Waar legde jij als latere trainer je accenten? ‘Aan eenheid kneden. Dat doe je op trainingen, in de kleedkamer en ook in de derde helft in de kantine.’

Eelco noemt zichzelf een man-van-de-praktijk: ‘Ik ben niet van de theorie, ook hamer ik op discipline, daar ben ik fel op.’ Eelco vertelt – ‘als het moet’- zijn beste speler buiten de ploeg te houden wanneer hij over de schreef is gegaan, er de kantjes van afloopt. Waar kan je de trainer Eelco Fielemon niet op betrappen? Stellig: ‘Het respectloos omgaan met elkaar, met bestuursleden, de mensen van mijn technische staf en de spelers. Respect is een werkwoord voor mij.’ Iedereen kan van hem recht-door-zee verwachten, een eerlijke en consequente benadering. ‘Ik vind dat in feite vreemd klinken. Voor mij zijn dat ankers.’

Slaande deuren
Opvallend is de rustige wijze waarop Fielemon zijn verhaal doet, opvallend voor een gedreven persoonlijkheid, die met 22 kikkers in de kruiwagen werkt en die tot prestaties moet opstuwen. De trainers die schreeuwend en scheldend hun ploegen aanvuren, zijn helaas in de meerderheid. ‘Wanneer je tijdens trainingen op een rustige toon vertelt welke doelen we nastreven, wordt er beter geluisterd,’ is zijn ervaring. ‘Men schuift dan wat naar voren om geen woord te missen. Ook dat heb ik op de cursussen geleerd. Geloof me, het werkt.’
Op hetzelfde moment herinnert de trainer/coach zich, dat hij een keer echt uit zijn dak is gegaan. ‘Eén keer in al die tientallen jaren dat ik training geef, hè.’ Eelco denkt na, haalt diep adem en dan: ‘Het gebeurde tijdens een voor ons uitermate belangrijke wedstrijd. Daar was iedereen van doordrongen. We moesten de punten pakken, zo niet komen we in de gevarenzone. Op donderdag bespreken we de tactiek, wordt de opstelling bekend gemaakt, drinken we nog een biertje en gaan in vol vertrouwen uit elkaar. Tijdens de wedstrijd houdt niemand zich aan zijn taak, opdrachten lijken totaal vergeten, het loopt voor geen meter. In de rust houd ik een peptalk, gooi een theekopje tegen de muur kapot om de boel wakker te schudden en vertrouw ik op een andere instelling. Mis, we gaan de bietenbrug op.’

En toen? ‘Ik was laaiend en vertrok met slaande deuren. Niks derde helft, de eerstvolgende training hebben we keihard gewerkt.’ Zo hadden de spelers hun trainer/coach niet eerder meegemaakt. Beduusd waren ze. De trainingen na dit ‘incident’ werden 100% bezocht, er werden vervolgens voldoende punten bij elkaar gesprokkeld waardoor het degradatiespook werkeloos van het sportcomplex zweefde, en elders op zoek ging naar mogelijke gegadigden. Bij welke ontmoeting dit allemaal plaatsvond wil Eelco niet zeggen. Leer je een dergelijke uitval tijdens cursussen? ‘Het komt wel ter sprake hoe je spelers na zo’n situatie moet benaderen. Op dat moment kon ik er niets mee, ik ben geen acteur, ik speel geen typetje, ik ben mezelf.’
Jeffrey en Jacky
Zoon Jeffrey is ook een ‘voetbaldier’. Hij begon bij de Ukkies van UDO (inmiddels onderdeel van FC Oegstgeest). Op zijn 12e werd hij gevraagd door UVS, en een seizoen later gescout door Quick Boys, waar hij in de eerste selecties speelt.
Dat dochter Jacky ook bij UDO een paar jaar een balletje heeft getrapt, hoeft niemand te verbazen, pa was daar toen hoofdtrainer van de selectie. Jacky die haar PABO succesvol afsloot staat voor de klas.

Pa Eelco is trots op zijn tweetal (Jacqueline ook, natuurlijk). ‘Weet je, ik kan met alle twee praten over waar zij mee bezig zijn. Laten we het sparren noemen. Met Jeffrey raak ik niet uitgepraat over voetbal, voetbal op niveau, wat hij doet bij een topamateurclub. Want dat is Quick Boys. Hij leert daar ontzettend veel. Ook over belangrijke randzaken als bijvoorbeeld hoe zo’n grote club is georganiseerd, hoe om te gaan met collega-spelers, trainers en staf.’ Daar praten vader en zoon thuis over door.
Jacky, net zo charmant en sympathiek als haar moeder, heeft minder met voetbal dan de mannen in huis. Bij UDO bemerkte ze dat het voetbal moeilijk te combineren was met haar studie. Leuk om te zien, nog leuker om haar broer bezig te zien voetballen, maar om zelf elke week het veld in te gaan, daar ontbrak het haar aan tijd. Gelukkig is Jacky als onderwijzeres. Kinderen veel leren en meegeven voor later, dat boeit haar. Ook Jacky praat graag met vader Eelco: ‘Wat zij doet, kun je gerust vergelijken met trainerschap. Een klas – groep heet dat tegenwoordig – wil je graag veel bijbrengen, leren op prettige wijze met elkaar om te gaan. Die doelstelling is minder makkelijk dan het lijkt. Maar Jacky is in de wieg gelegd voor wat ze nu doet.’
FC Oegstgeest
Als Technisch Jeugdcoördinator (TJC)/Hoofd Jeugdopleiding staat Fielemon onder contract bij FC Oegstgeest, een uitstekend gestructureerde club, vindt hij. In de huidige vorm ontstaan na een fusie met UDO. Zijn taak laat zich omschrijven als: het ontwikkelen van een optimale voetbaltechnische omgeving en toezicht houden op de uitvoering van het ambitieuze beleidsplan. In het begin trok Eelco op met Marcel Rietbergen. Toen Marcel stopte, werd Eelco alleen de verantwoordelijke TJC. Hij stelt in overleg met de trainers de selecties samen, hij helpt de trainers, laat hen delen in zijn lange ervaring, geeft tips waar nodig en nuttig.

‘Dat alles om spelers beter te maken,’ vult hij aan. Jeugdtrainers worden ook bij het overleg betrokken, zij zitten dicht op de huid van hun spelers. ‘Begeleiden, ondersteunen en opleiden, daar komen in feite de kerntaken van een TJC op neer,’ legt Eelco uit. ‘Dat is een hele klus, die je alleen in goed overleg en harmonie goed kunt uitvoeren.’ Dat men bij FC Oegstgeest goed bezig is, onderstreept Eelco met de woorden: ‘De club heeft een van de beste trainerskorpsen in de regio.’ Ook roemt hij het clubcomplex als een van de meeste complete, met 24 kleedkamers. Verder is er nog een ‘kunst’, die voortdurend brede aandacht verdient: ‘Dat zijn de vrijwilligers. Uitermate belangrijk, zeker voor een club als FC Oegstgeest met 1300 leden, deze enthousiaste groep te motiveren. Dat kan door ze over zoveel mogelijk beslissingen te informeren, vaak daarbij te betrekken.’

Door hen, aldus Fielemon: ‘Kunnen jeugdvoetballers zich optimaal ontwikkelen op voetbaltechnisch gebied.’ Samen met Remco Visser, Kubilay Isik, Lennart Zomer en Cas Bolink vormt Eelco de Technische Commissie. Eelco is hoofd Jeugdopleiding en focust zich op de bovenbouw.
De trainersloopbaan
Toen Eelco zijn CIOS-diploma’s had behaald waaronder zijn UEFA-A, stapte hij de trainerswereld in, waar de uitdagingen legio zijn. ADO Den Haag kwam als eerste op zijn pad, waar hij de landelijke B-jeugd (nu JO-o17) en de D-jeugd (nu JO-o13) onder zijn hoede nam. Bij deze Betaald Voetbal Organisatie (BVO) werkte hij in de 5 jaar dat hij in de Residentie actief was, samen met onder meer Rob Baan, Lex Schoenmakers en Pim van der Meent, grote trainersnamen.

Daarna heeft hij alleen nog gewerkt met eerste teams van de hoogste tot en met de middenklasse. Achtereenvolgens: Roodenburg, HMSH, RVC, De Sleutels, GHC en UDO. Zijn doelstellingen waren eenvoudig samen te vatten: Spelers beter maken, in een zo prettig mogelijke sfeer, verantwoording geven, met spelers die problemen maximaal zelf weten op te lossen en aanvoerders die als zijn verlengstuk in het veld staan. Waar ligt de kracht van Fielemon als trainer? Hij hoeft niet lang na te denken: ‘Doordat ik zelf op redelijk niveau heb gevoetbald en door mijn ervaring en inzicht, kan ik een wedstrijd vrij snel goed lezen.’

Een voorbeeld? ‘Je gaat volgens een plan de wedstrijd in, er is een tactiek bepaald. Na een minuut of tien, een kwartier, zie je dat het allemaal anders loopt dan gedacht. Op dat moment moet je ingrijpen, de bakens verzetten, omzettingen maken. Wanneer dat juist blijkt te zijn, de punten zijn binnen, bel je naar huis en roept ‘Jacqueline, zoek maar een mooi wijntje uit.’ Dat is geweldig voor de jongens en de trainer.’

Of Eelco Fielemon heeft bereikt wat hij wilde bereiken, is als uitsmijter, als laatste vraag, misschien wel een aardige. Dat klopt. ‘Nee.’ Poehhh. Hij kijkt rond, een blik op Jacqueline, met wie hij komend jaar 30 jaar huwelijksgeluk viert. Er is reuring genoeg in hun leven geweest, trouwens nog. Never a dull moment. Wat heeft er dan ontbroken. ‘Eigenlijk niets, ik heb een goed leven, ben gezond, heb een interessante baan in een anders-dan-andere omgeving, een mooie vrouw, prachtige kinderen, auto voor de deur, FC Oegstgeest….’

Eelco Fielemon aarzelt. Kom aan, spreek je uit. ‘Ik ben in mijn trainersleven regelmatig benaderd door clubs. Of ik wilde komen praten. Initiatieven zijn nooit van mij uitgegaan. Je staat sterker wanneer ze jou vragen. Eén van de clubs die belde was Scheveningen, een kans, hè. Ik heb overlegd met Jacqueline en nee gezegd, ook omdat ik toen al een toezegging elders had gedaan. Stel dat ik trainer van Scheveningen zou zijn geworden, zou mijn loopbaan en ook mijn leven heel anders verlopen zijn.’
Hij wrijft met zijn hand over zijn drie-dagen-baardje: ‘Ik vertelde je al dat ik in onderhandeling ben met FC Oegstgeest over de verlenging van mijn contract. Stel dat een van de clubs van buiten Leiden mij vraagt een landelijk jeugdteam te trainen. Stel, wat zeg en doe ik dan?’ Een club van buiten Leiden? ‘Dan zou ik daar zeker over gaan nadenken.’
Foto’s en knipsels: Collectie Eelco Fielemon, Dick Barnhoorn
Actuele foto’ s: Jacqueline ten Brinke