,,Als er iets fout kan gaan, dan zal het ook fout gaan.” De simpele en welbekende Wet van Murphy is glashelder. Er bestaat ook een wat uitgewerkte versie: ,,Een vliegend voorwerp zal het dichtstbijzijnde oog opzoeken.”
Tot twee keer toe maakte Joris van den Hoorn kennis met deze pijnlijke wet. De laatste keer was een jaar geleden toen hij een glas in zijn oog kreeg. Een operatie, waarbij we de lezer de details zullen besparen, redde in ieder geval zijn oog en gezichtsvermogen. Sterker nog, Van den Hoorn kon weer voetballen voor zijn club Woubrugge. Oogproblemen spelen nu weer op en de aanvaller koos ervoor om weer geopereerd te worden om er van verlost te worden.
,,Balen natuurlijk, maar ik kreeg te veel last van mijn oog. Er wordt een spiertje ingekort om een serieuze vorm van een lui oog te voorkomen. Het kost me vier tot acht weken.” Net als alle geblesseerde speler zal hij bepaald niet treuren om een extra lange winterstop. ,,Natuurlijk hoop ik zo min mogelijk wedstrijden te missen. We hebben dan wel geen kans meer op het kampioenschap, maar voor een periodetitel spelen willen we wel degelijk. Ik geloof dat we die kwaliteiten hebben. Zulke slechte en bizarre wedstrijden als de afgelopen weken zullen we niet meer spelen. We hadden twee keer een geweldige offday en een voorsprong uit handen gegeven.”
Van den Hoorn doelt op de wedstrijd tegen Sportief waar een 3-1 voorsprong niet genoeg bleek en vorige week werd in de laatste minuut een punt gered nadat de Woubruggenaren eerst met 2-4 hadden voorgestaan in en tegen Linschoten. ,,Wat mij betreft moeten we promoveren”, gaat Van den Hoorn verder. Ik word nog steeds boos als ik denk aan de manier waarop we de promotie vorig jaar misliepen. Dit jaar moet het gebeuren, dan maar via de nacompetitie.” De snelle terugkeer van de rappe Van den Hoorn, die vier keer scoorde en al eerder wedstrijden moest missen, zal ongetwijfeld een steuntje in de rug zijn voor het toch al door blessures geteisterde Woubrugge dit seizoen.