Hans Alblas (70+), de scheidsrechter die met kaarten strooide
Oude clubhelden– In de kringen van scheidsrechters stond Hans Alblas bekend als de collega die met kaarten strooide alsof het pepernoten waren. Onzin natuurlijk. Okay, in één wedstrijd deelde hij 18 kaarten (geel/rood) uit, een persoonlijk record, nog wel te weinig om de wedstrijd te staken omdat er te weinig spelers in het veld stonden. De leidsman die in 1998 zijn loopbaan als arbiter van de een op de andere dag stopte, is het vleesgeworden voorbeeld van de moderne uitdrukking ’70 is de nieuwe 60’.
Alles, nee: veel lijkt jeugdig aan hem. Zijn bouw en conditie, zijn stem, kortom, zijn gehele voorkomen. Een interview met Hans Alblas, geboren in Voorschoten, getogen in Leiden. ,,Ik woon al 45 jaar in de Merenwijk, maar ik blijf Voorschotenaar. Noem mij maar de Voorschotense Leidenaar of de Leidse Voorschotenaar.”
Het gesprek vindt plaats aan het Levendaal, in Rouwcentrum Janson en Bolland, waar de arbiter-van-toen werkzaam is als uitvaartleider. ,,Een anders dan andere omgeving, mag je gerust zeggen”, aldus de hoofdpersoon. Hij heeft slechts 90 minuten beschikbaar; werk wacht en familie moet er tussendoor opgehaald bij de bioscoop en worden thuisgebracht op twee adressen. Haast dus, daar houdt uw reporter niet van. In het veld kwam hij al langzaam op gang en dat is niet veranderd, maar een verlenging zit er niet in.
‘Rotte vis’
,,Het is er toch van gekomen”, zegt Hans bij binnenkomst. Klopt, de afspraak werd enkele malen afgezegd, omdat hij – steeds op het laatste moment – bericht ontving van een overlijden en de familie moest begeleiden in deze moeilijke momenten. ,,Wij staan 24/7 klaar, daar staan wij om bekend. Op de vreemdste uren kan een beroep op ons gedaan worden. Dat dragen wij uit en maken wij ook waar.”
Er heerst serene rust in dit voorgeborchte van crematoria of ter aarde bestelling, een heilige rust, die eerder oproept tot meditatie dan tot een gesprek over het werk van een voetbalscheidsrechter. ,,Mijn vrouw Rieja is eenmaal mee geweest naar een voetbalwedstrijd die ik moest fluiten”, begint Alblas de eerste van een serie ervaringen, anekdotes zo u wenst. ,,Niemand op de tribune wist dat zij mijn levensgezellin was. Er werden – vertelde zij later – een serie verwensingen richting mij geroepen, die haar verbijsterden. ‘Rotte vis’ bleek in het rijtje nog het mildst te zijn. ,,Dit was de eerste én laatste keer schat, dat ik met je ben meegedaan.”
Sindsdien reisde Hans Alblas in zijn eentje stad en land af om spelers en publiek te laten genieten van een partijtje voetbal. ,,Ik wil veel vertellen, voor een lekker leesbaar verhaal zorgen, maar op voorwaarde dat je geen namen van bestuursleden en spelers noemt. Afgesproken?” Uw verslaggever die graag man en paard noemt, gaat schoorvoetend akkoord.
Alblas komt na dit fluitsignaal meteen uit de startblokken: ,,Vaak ging ik voor de wedstrijd begon even de kleedkamers in om de spelers te begroeten en een prettige wedstrijd te wensen. Ook om hen te vertellen dat ik geen scherpslijper ben, maar beslist niet gediend ben van aanmerkingen op mijn leiding.” Helder. Tijdens de wedstrijd Kickers ’69-UDO had Alblas na 34 minuten nog geen kaart uit de borstzak getrokken. Streep aan de balk. Het wachten was op het 1ste geel of rood. ,,De doelman pakt een teruggespeelde bal op, ik fluit voor deze overtreding en hij zegt dat er van terugspelen geen sprake is. De aanvoerder komt verhit op mij af gerend en zegt het niet eens te zijn met mijn beslissing. Dat mag. Hij weet helaas niet van ophouden en blijft vervelend mokken. Ik geef hem dus geel. Nu wordt hij hels, dus hij ontvangt nog een keer geel en kan inrukken.” Dat vindt Hans ‘moeilijke momenten’, hij begrijpt de spelers en hun ophef, maar vraagt hun redelijk te blijven. Dit voorval speelde zich af in november 1994, het Leidsche Dagblad wijdt er 4 kolommen aan, met een prachtige foto van de arbiter.
Waardering en Respect
In het feestprogrammaboekje 50 jaar COVS (Centrale Organisatie van Voetbal Scheidsrechters), nu Scheidsrechters Vereniging Leiden en Omstreken, is een felicitatie-artikel te lezen van Aat Vis, de toenmalige burgemeester van Leiden. Hij hijst de vlag voor alle vrouwen van scheidsrechters, die op zaterdag en/of zondag hun man moeten missen, omdat hij vanwege zijn hobby, het leiding geven aan een voetbalwedstrijd, op pad is en vaak een hele dag onderweg. Tegelijk breekt hij een lans voor de mannen die de ontmoeting in goede banen moeten leiden, zonder wie er geen wedstrijd zou kunnen plaatsvinden en toernooien so-wie-so niet georganiseerd. ‘Waardeer dat, respecteer hem,’ besluit Vis zijn stukje.
,,Door mijn scheidsrechteren heb ik sociaal het nodige gemist”, vertelt Hans. ,,Voor verjaardagen had ik geen tijd, om maar iets te noemen. Het onderhouden van vriendschappen kon ik vergeten.” Ja, elke donderdagavond wel naar de training, hardlopen, werken aan de conditie met gelijkgezinden. Maar collega’s zijn geen vrienden, scheidsrechters zijn individualisten. ,,Ze vinden zich de beste van allemaal, ik ben geen uitzondering. We waren niet de beste, anders hadden we wel hoger gefloten.” Over op- en aanmerkingen over hun optreden: ,,Wij zijn mensen, schelden en tieren of erger op ons behoort uit den boze te zijn. Het is zoals Koning Willem-Alexander onlangs op de televisie zei, hij is niet onfeilbaar. Nou, wij ook niet.” Om tal van redenen – tijdrovende bezigheid, weinig waardering van KNVB, clubs en spelers – raadt Hans mensen af om scheidsrechter te worden.
Belaagd en bedreigd
Er komt een krantenknipsel ter tafel, het Leidsche Dagblad 16 januari 1997. De wedstrijd VVM-Teylingen wordt gekenmerkt door een reeks incidenten. De spanning loopt op. Geen pretje. Hans Alblas – zo staat in de krant te lezen – wordt ‘gesard, beledigd, belaagd, bedreigd’. Hij is het spuugzat en staakt de wedstrijd, 45 seconden voor het eind. Hij schrijft een rapport, de zaak komt voor de strafcommissie van de KNVB. De daders komen er af met 1 punt in mindering, 200 gulden boete en een officiële waarschuwing. De fluitist moest om 20.00 uur verschijnen, terwijl de zaak pas tegen 23.00 uur op de rol staat. Hij vindt het een straf van niets. Wat het nog erger maakt: er is niemand die hem steunt, zijn vereniging COVS schittert door afwezigheid. De scheidsrechter blijkt weer een eenling, ook buiten het veld. Hans Alblas en collega’s hebben veel opzij gezet om met hun hobby het voor hen hoogste te bereiken. Neem het 5-daagse trainingskamp. Een aantal scheidsrechters, onder wie Alblas, gaat op eigen initiatief en kosten naar het KNVB centrum in Zeist, daar zijn logies gereserveerd en onder leiding van Frans Stikkelorum – ‘een drilaap’- worden de mannen afgeknepen. ,,Dat kon je wel aan hem overlaten”, weet Hans, ,,Hij was in militaire dienst een hele Piet, hij wist dus hoe je manschappen als ons moest aanpakken.” ’s Avonds uiterlijk 10 uur naar bed en ’s morgens om 6 uur opstaan. Tijd om na een zware dag rustig een paar biertjes te pakken, werd de arbiters niet gegund. De conditie kreeg een opwaartse kick en de onderlinge verhoudingen waren – voor even – verstevigd.
Is leidsman Alblas weleens bang geweest? Hij hoeft niet lang na te denken: ,,Dat was na een wedstrijd die ik ook moest staken. Vanwege alle commotie haastte ik mij naar mijn kleedkamer. Omdat spelers en bestuursleden achter mij aanzaten, moest ik rennen voor mijn leven. Dat gebeurde in Wateringen. Daar heb ik leren sprinten.” Bij Rouwkoop – tegenstanders van deze club uit Voorschoten spraken van ‘Rauwkoop’, omdat er zo hard op de man werd gespeeld – en vervolgens bij Randstad Sport begon Hans Alblas zijn loopbaan als grensrechter: ,,Ik was 16 jaar en kreeg de wedstrijd Stompwijkse Boys-VNL als vlaggenist toegewezen. Jongens van mijn eigen leeftijd. Alles verliep als een zonnetje. Met dank aan Dirk van der Klugt, de cursusleider die mij in twee maanden had klaargestoomd voor het examen.” Alblas weet nog dat de scheidsrechterscursus in Eigenzorg aan de Leidse Stationsweg werd gegeven.
Mond houden
Hij kan een boek schrijven over zijn vele decennia omspannende loopbaan als grens- en scheidsrechter. ,,Het is weleens nodig geweest om mijn auto met de neus naar de snelste uitgang te parkeren”, vertelt hij. ,,Ik was gewaarschuwd dat de emoties bij deze club regelmatig hoog konden oplopen. Men raadde mij aan daarop voorbereid te zijn. Maar die dag gebeurde er gelukkig niets.” Anders liep het tijdens de ontmoeting GOL Sport-Randstad Sport: ,,Dat is de roemruchte 18 kaartenwedstrijd, de 1ste 6 gingen naar Randstad Sport, de resterende 12 naar GOL Sport. Nog één kaart en ik zou de wedstrijd reglementair moeten staken vanwege te weinig spelers. Ik had erg te doen met de voorzitter van GOL Sport, een prima vent, die zijn spelers niet tot bedaren kon brengen.”
Hij haalt graag een uitspraak aan van Loek Helder (deze naam mag genoemd worden, CM), ooit een bepalende kracht van SVLV, later ook trainer bij SJZ, hij verklaarde: ,,Je mag bij Hans Alblas heel veel, maar je houdt je mond, hij houdt niet van praten.” Nog een gevalletje dat het memoreren waard is: ,,De wedstrijd SVLV-UDO. SVLV, die wist dat ik van Randstad Sport (Rouwkoop fuseerde met Randstad Sport, CM) was, kon kampioen worden en vroeg de KNVB een andere scheidsrechter te sturen in plaats van mij aan te stellen. De KNVB weigerde, want ‘een scheidsrechter is neutraal’. SVLV ging met tegenzin akkoord, verloor met 0-1 en miste het kampioenschap.”
Alblas benadrukt nog eens, om elk misverstand te voorkomen, dat hij altijd boven de partijen heeft gestaan. Ook als vlaggenist: ,,Jan Teeuwen, een icoon die overkwam van Lugdunum naar Rouwkoop, zei mij voor een wedstrijd van Rouwkoop tegen ik-weet-niet-meer: ,,Wanneer ik mijn hand opsteek moet je vlaggen. Dat heb ik niet gedaan natuurlijk.”
Een voorval in Den Haag is ook waard opgetekend te worden: ,,In Den Haag leidde ik VUC 2-Roodenburg 2. Bij binnenkomst vraag ik waar de bestuurskamer is, even kennismaken, handje geven. Wordt mij gezegd dat de bestuurskamer er alleen is voor de arbitrage van het 1ste elftal.” Hij spreekt VUC uit, zoals dat in die chique kringen gebeurt: FFFFUC. Enige tijd daarna stuurt de KNVB hem weer naar VUC, nu voor de wedstrijd VUC-Neptunus. Men wil hem naar de bestuurskamer leiden, maar Alblas weigert en zegt: ,,Al komen hier scheids- en grensrechters het 7e, 8ste of 9e fluiten en vlaggen, u behoort ze allen op eenzelfde manier te ontvangen.”
Over de fluitisten van tegenwoordig heeft Hans een duidelijke mening: ,,Wanneer ze een fluit kunnen vasthouden en erop kunnen blazen, denken ze al dat ze goede scheidsrechters zijn. Ja, dag!” Hij gaat glimmen: ,,Wanneer ik op zondag een wedstrijd had, ging ik op zaterdagavond om 22 uur naar bed. Ik stond bijtijds op en rook het al: mijn vrouw stond een biefstukje te bakken. Dat deed mijn vrouw altijd. Het werd een ritueel.”
Zijn vrouw Rieja, over haar zegt hij: ,,Mijn vrouw heeft onze twee dochters opgevoed, ik was altijd weg. Ik ben haar dankbaar dat zij mij de ruimte heeft gegeven. Dat is liefde.” Volgend jaar wordt het feest, dan is het echtpaar Alblas 50 jaar getrouwd! Rieja zorgde er ook voor dat haar Hans als allereerste scheidsrechter in Leiden en omgeving in een door haar zelf gemaakt gekleurd tenue (groen) het veld op kwam. ,,Ik werd op mijn vingers getikt”, weet hij, ‘Dat ik alleen in het zwart mocht fluiten’. Tegenwoordig zijn alle kleuren toegestaan. Maar één moet de eerste zijn.” Hij grinnikt bij de herinnering.
Ook is Alblas vijf jaar eigenaar geweest van een benzinestation, hij verkocht Gulf. Een soort witte pomp bij de Chinees in Katwijk aan den Rijn. Na een volgens een Katwijkse club niet helemaal naar zin verlopen wedstrijd, reed iemand van die vereniging een dag later rondjes bij zijn pomp. Hij bekent toen wel in zijn knijperd te hebben gezeten.
Tot slot (‘Ik moet nu echt weg’) laat Hans een goudgekleurde fluit zien, zijn naam staat erin gegraveerd: ,,Ik heb de nodige jeugdtoernooien bij SVLV gefloten, altijd met plezier. Na afloop kregen wij als dank en ter herinnering iets aardigs aangeboden. Ook deze fluit met een erwt in. Hij is voor jullie.” Hij laat het niet bij dit bijzondere relikwie. Ook krijgt LeidenAmateurVoetbal de gele en rode kaart waarmee hij zo wapperde en geschiedenis schreef, en zijn allereerste badge, die van Rouwkoop. Heeft Hans Alblas daar geen emotionele band mee? Kan hij deze tastbare herinneringen aan zijn carrière als scheidsrechter zomaar weggeven? Ja, dat kan hij, Hans Alblas is er klaar mee, met scheidsrechteren.
Met dank aan Ronald Vermeulen, Piet en Gerda van der Meer (SV Leiden e.o.) en Mireille de Krijger
Recente foto’s: redactie LeidenAmateurVoetbal