Vier seizoenen geleden besloot de KNVB om aparte competities in te voeren voor O23 O21. Veel (gerenommeerde en grote) amateurclubs omarmden de invoering van deze veredelde jeugdteams. Het was volgens hen een uitgelezen kans om spelers die van de jeugd overkwamen ervaring op te laten doen en zich voor te bereiden op het voetbal in de top van de amateurs.
Of er veel terecht gekomen is van deze plannen vraag ik mij af. Als ik alleen al naar de selecties van clubs als Quick Boys, Rijnsburgse Boys en Katwijk kijk kan ik maar weinig ‘eigen jeugd’ ontdekken. De selecties van deze ‘amateurclubs’ tellen, net als bij veel andere divisieclubs, veel buitenstaanders die, tegen een overigens zeer acceptabele vergoeding, hun kunsten bij deze clubs vertonen. Ook nu wordt er op hun websites bijna dagelijks melding gemaakt van een speler die ‘van buitenaf’ is aangetrokken. De ‘eigen jeugd’ vertrekt veelal naar een vereniging in de buurt waar zij overigens ‘meer dan welkom’ zijn.
Waar ook aan voorbijgegaan werd, is dat de KNVB met de invoering van deze veredelde jeugdteams gelijktijdig een ‘vangnet’ voor de A-selectie van topclubs wegnam. Waar voorheen de reservehoofdklasse een sterke competitie was die qua niveau over het algemeen niet onderdeed voor de tweede klasse is het niveau achteruit gehold. Veel van de topclubs uit het amateurvoetbal investeren nauwelijks meer in hun tweede team waardoor de reserve hoofdklasse tegenwoordig bestaat uit een mix van (voormalige) vriendenteams, tweede elftallen van verenigingen die op een lager niveau uitkomen en een enkele vertegenwoordiger van een ‘divisieclub.’ Meerdere topclubs zijn niet eens meer vertegenwoordigd in de reserve hoofdklasse en een gerenommeerde club als Rijnsburgse Boys zag haar reserve-elftal in twee jaar tijd zelfs afdalen tot de reserve tweede klasse. Hoe het met het niveau van de reservehoofdklasse gesteld is blijkt wel uit de uitspraak van een in de Bollenstreek werkzame zeer gerespecteerde trainer die het voetbal in de reserve hoofdklasse zelfs ‘een heel andere tak van sport’ noemde.
En daar ligt ook meteen het probleem voor de (top) clubs. Spelers die drieëntwintig jaar of ouder zijn en in de A selectie buiten de boot vallen of na een blessure wedstrijdritme op moeten doen mogen niet ingezet worden bij deze ‘veredelde jeugdteams’ en zijn dus aangewezen op het spelen van oefenwedstrijden of het spelen in het tweede elftal.
Een onwenselijke ontwikkeling in die er inmiddels toe heeft geleid dat bij een aantal ‘topclubs’ in het amateurvoetbal besloten is om de O23 op te doeken en weer te investeren op een sterk reserveteam.
In het betaald voetbal komen Ajax, PSV, FC Utrecht en AZ met een ‘Jong’ team uit in de Keukenkampioen Divisie (KKD). Aanvankelijk stroomden deze teams in om de KKD door het wegvallen van een aantal BVO’s levensvatbaar te houden. Voor deze ‘Jong’ teams was het toegestaan om per wedstrijd een maximum aantal dispensatiespelers in te zetten.
Aanvankelijk deden deze ‘Jong’ teams het ook goed. Zo werd Jong Ajax een paar jaar geleden kampioen van de KKD en behaalde Jong PSV twee maal een periodetitel. Omdat ‘Jong’ teams niet kunnen promoveren naar de Eredivisie omdat de club daar al in uitkwam waren dat leuke resultaten voor de geschiedenisboekjes maar schoten de teams er zelf dus niets mee op.
De afgelopen seizoenen veranderde de samenstelling van de KKD echter rigoureus. Voetbalbolwerken als Volendam, Cambuur, ADO, Excelsior, De Graafschap, Emmen, Roda JC en Vitesse degradeerden de afgelopen jaren uit de Eredivisie waardoor de bezetting van de KKD steeds sterker werd en de ‘Jong’ teams de laatste jaren op de ranglijst steeds verder wegzakten. Dit seizoen hielden zij alleen Vitesse op de ranglijst onder zich. Maar dat zal niemand verbazen na de 31 punten aftrek die de Arnhemmers dit seizoen kregen.
Al enige tijd nemen de geluiden toe om de ‘Jong’ teams in de KKD te weren. Er wordt door de clubs (terecht) geklaagd dat de wisselende samenstelling van deze teams tot competitievervalsing zou leiden. De ene week worden er louter talenten opgesteld terwijl de andere week een aantal spelers van de A selectie deel uitmaakt van het elftal. ‘Het is iedere week weer een verrassing met hoeveel en met welke spelers ze uit de A-selectie op komen draven’ is een veelgehoorde klacht. Een regeling waar door de betreffende clubs veelvuldig gebruik werd gemaakt.
Dit geluid was overigens ook te horen in de tweede divisie wanneer een wedstrijd tegen Jong Sparta of Jong Almere op het programma stond. Ook hier verschenen regelmatig spelers uit het standaardteam op het veld. Frappant hierbij is nu dat Jong Sparta dit seizoen zelf wel eens de dupe zou kunnen worden van deze ‘dispensatieregeling.’ Feyenoord heeft spijt dat zij destijds de kans hebben laten lopen om een ‘Jong’ team in te schrijven. Na een lange weg hopen de Rotterdammers dit seizoen met hun ‘Jong’ team te promoveren naar de 2e divisie om plaats te nemen in de pyramide. Daarvoor moet het eerst afrekenen met SC Cambuur om een beslissingswedstrijd tegen Jong Sparta af te dwingen. Voor deze wedstrijden maakt Feyenoord gebruik van de dispensatieregeling en zullen Read en Hadj Moussa, die beiden terug kunnen kijken op een uitstekend seizoen in de Eredivisie, bij deze wedstrijden hun opwachting maken.
Het terugtrekken van deze ‘Jong’ teams is inmiddels niet meer geloofwaardig. Daarom zal er naar andere oplossingen gezocht moeten worden om de heersende onvrede weg te nemen. De meest natuurlijke oplossing is om dit via een promotie/degradatieregeling te doen. Maar dat stuit weer op veel weerstand bij de ‘amateurverenigingen’.
Die promotie-/degradatie regeling zou sowieso eens tegen het licht gehouden kunnen worden. De ‘Jong’ teams uit de KKD degraderen alleen wanneer een ‘Jong’ team uit de 2e divisie op grond van haar eindklassering aanspraak kan maken op promotie en het standaardelftal niet in de KKD speelt. Een beslissingswedstrijd tussen deze twee teams bepaalt dan wie het seizoen erop in de KKD en wie er in de 2e divisie uitkomt.
Deze situatie is nog niet voorgekomen en dat zal waarschijnlijk ook niet gaan gebeuren omdat de topploegen (Quick Boys, Rijnsburgse Boys, Katwijk, Spakenburg, IJsselmeervogels, HHC Hardenberg etc.) in de 2e divisie op een enkel incident na, al jaren steevast in het linkerrijtje van de competitie eindigen. Dat is ook niet verwonderlijk want deze clubs beschikken inmiddels over selecties met uitstekende spelers die liever voor deze ‘amateurclubs’ uitkomen dan voor een KKD club. De verdiensten in de tweede divisie zijn namelijk echt niet mis.
Als er niets verandert ziet het er dus naar uit dat ‘Jong’ teams in de KKD blijven spelen. Tenzij de KNVB een degradatie- en promotieregeling tussen de KKD en 2e divisie verplicht gaat stellen. Om weerstanden weg te nemen zou de zaterdag voor de KKD als vaste speeldag aangewezen kunnen worden. Voor de huidige ‘amateurclubs’ zal daarnaast een aangepaste (overgangs) regeling aangaande het aantal contractspelers, faciliteiten en veiligheidsmaatregelen vastgesteld moeten worden.
Het excuus dat er verder gereisd moet worden zal niet lang stand houden en is eigenlijk al achterhaald. Clubs die uitkomen in de 2e en 3e divisie moeten nu ook al verre reizen maken. Plaatsen als Hoek, Goes, Rijssen, Hardenberg, Sneek, Drachten, Assen en Meerssen, om er maar een paar te noemen, liggen nu eenmaal ook niet naast de deur voor de vele clubs uit het westen.
Ik geloof daarnaast ook niet in het hardnekkige argument dat dit ten koste zal gaan van van de publieke belangstelling. Derby’s worden natuurlijk uitzonderlijk goed bezocht, maar in de praktijk zijn dat maar twee; hooguit drie thuiswedstrijden per jaar. De rest van de tegenstanders komt uit het hele land.
Bekerwedstrijden tegen BVO’s trokken veel belangstelling en hebben de laatste jaren aangetoond dat 2e divisie teams uitstekend in staat zijn om ‘hun mannetje’ te staan en dat de publieke belangstelling voor deze wedstrijden groot is. Ik schat daarom in dat het slechts een paar jaar duurt voor de grootmachten uit het amateurvoetbal de plaats van de ‘Jong’ teams ingenomen hebben.
Om de eerder genoemde problematiek binnen het amateurvoetbal, waar oudere spelers niet mogen uitkomen voor een JO team, op te lossen zou het mijn inziens beter zijn om de scheiding tussen standaardklassen, reserveklassen en jeugdklassen op de schop te gooien en af te stappen van de termen standaardteams, reserveteams, O23 en O2. Ga over naar het numeriek benoemen van seniorenteams (19+) binnen de verenigingen (1 t/m ….) en organiseer gemengde competities waarin eerste elftallen (huidige standaardteams) uitkomen tegen tweede elftallen (huidige reserveteams) en huidige JO teams.
Zo zou het kunnen voorkomen dat in de 3e klasse ASC, Koudekerk, Quick Boys 2 en ARC JO23 (wordt in de nieuwe opzet ARC 2) in dezelfde competitie uitkomen. Competitievervalsing kan worden voorkomen door, zoals het vroeger bij de amateurs geregeld was, ieder kwartaal spelerslijsten aan te leveren waarop de speelgerechtigde spelers vermeld staan.
Op deze manier kunnen geblesseerde spelers of spelers die buiten de selectie vallen op niveau aan hun herstel, verbeterpunten en ontwikkeling werken. Voor clubs met een JO team biedt deze opzet de gelegenheid om op niveau het opleidingsprogramma uit te voeren en ‘gewenningsproces’ te implementeren om spelers zodoende de kans te geven zich ‘op niveau’ door te ontwikkelen. Het zou er zo maar toe kunnen leiden dat veel meer spelers ‘uit de eigen jeugd’ dan wel doorbreken binnen hun vereniging.
Ik beweer niet dat bovenstaande oplossing alle problemen uit de weg ruimt maar omdat de KNVB er voor de clubs is, nodig ik Zeist dan ook van harte uit om hier eens over na te denken.
Vanaf deze plek mijn hartelijke felicitaties voor onze ‘LAV kampioenen’ RCL, Kagia en FC Oegstgeest. Veel succes voor de clubs die in de nacompetitie spelen. Alle LAV volgers wens ik een fijne vakantie en graag tot volgend seizoen.