Afgelopen vrijdag publiceerde haaglandenvoetbal.nl een artikel waarin Abdullah Tan, trainer van het in de vijfde klasse uitkomende SC Zoeren zijn beklag deed over het niveau van de arbitrage in de vierde en vijfde klasse. Hij pleitte ervoor dat de KNVB de eisen voor scheidsrechters in deze klassen zou moeten aanscherpen. Volgens de trainer, die zelf in het verleden op hoog amateurniveau gespeeld schijnt te hebben, waren zij namelijk in veel gevallen de oorzaak van incidenten tijdens en rond voetbalwedstrijden.
Tan beklaagde zich er over dat hij niet alleen te maken kreeg met ‘warrige’ scheidsrechters maar noemt sommige van hen gewoonweg incapabel. Hij refereert verder op nogal minachtende wijze aan het feit dat veel scheidsrechter in de kelderklasse op leeftijd zijn, door familie bij het complex worden afgezet en wedstrijden leiden vanuit de middencirkel.
Ik ben van mening dat Tan hier een eenzijdige blik op het probleem heeft. Hij legt de oorzaak van incidenten en het (wan)gedrag van spelers en toeschouwers bij de scheidsrechter. Dat is wel heel erg kort door de bocht. Scheidsrechters, op welk niveau dan ook, worden door de KNVB aangesteld om de geldende spelregels toe te passen; niet meer en niet minder. Tan zal zich toch ook moeten realiseren dat wedstrijden op het niveau waar zijn team speelt niet geleid zullen worden door scheidsrechters van het allerhoogste niveau.
Net als de spelers van zijn team hebben deze hun beperkingen en zitten zij mogelijk aan het plafond van hun kunnen. Hij zou zich ook eens kunnen afvragen hoe het komt dat de gemiddelde leeftijd van scheidsrechters in het algemeen steeds hoger wordt en er scheidsrechters van rond de 70 jaar aangesteld worden voor wedstrijden van zijn team. Het antwoord is vrij simpel; veel jonge scheidsrechters beginnen heel enthousiast aan deze hobby (wij vergeten maar al te vaak dat dat het is) maar haken al vrij snel af.
Het grootste probleem voor de KNVB (en dus ook voor de verenigingen) is dat er gewoonweg te weinig scheidsrechters zijn. Jaren geleden waren dat er ruim 13.500 maar momenteel bedraagt dat aantal rond de 3.500. De vraag hoe dat komt zou dus gerechtvaardigd zijn. Als voormalig docent van de KNVB heb ik in de loop der jaren ruim 150 scheidsrechters opgeleid. Van hen zijn er momenteel nog een stuk of 10 actief, de rest haakte binnen vier jaar af. Als reden van hun besluit om te stoppen noemden zij het toenemende disrespect van spelers, stafleden en supporters. Het aanhoudende commentaar op hun leiding waren zij meer dan zat en een aantal van hen haakte af nadat zij zelfs fysiek waren aangevallen.
De scheidsrechters die doorgaan zijn dus echte liefhebbers en ‘doorzetters’. Onder hen bevinden zich inmiddels veel scheidsrechters op leeftijd en dat die genoemde ‘ouderen’ vaak niet meer het loopvermogen van ‘een jonge hond’ hebben is daar dan inherent aan. Ook ik ben met mijn 68 jaar zeker de snelste niet meer maar door mijn jarenlange ervaring (waarvan meerdere jaren in de top van het amateurvoetbal) kan ik over het algemeen goed anticiperen op het spelverloop waardoor ik het spel redelijk goed van dichtbij kan volgen.
Helaas kom ik, net als veel collega’s, tijdens wedstrijden in de ‘kelderklasse’ meer dan eens voor verrassingen te staan. Spelvoortzettingen zijn niet altijd logisch of voorspelbaar en men kiest ook regelmatig voor het hanteren van ‘de lange bal.’ Die situaties zijn zelfs voor jonge scheidsrechters niet aan te lopen.
Tan refereert er aan dat hij als trainer jaarlijks zijn licentiepunten moet halen om zijn club te trainen en dat hij daarom van mening is dat de KNVB strengere eisen moet stellen aan scheidsrechters. Hij adviseert om een jaarlijkse oog- en fitheidstest in te stellen. Hij gaat er gemakshalve aan voorbij dat de functie van trainer een betaalde (bij)baan is en dat het arbitreren een hobby is.
Ik durf verder te beweren dat de KNVB voldoende inspanning pleegt om scheidsrechters te werven, op te leiden en hun niveau op peil te houden. Bondsscheidsrechters hebben minimaal het diploma SOIII afgerond. Opleidingen worden doorlopend geprofessionaliseerd. Door de KNVB worden meerdere bijeenkomsten per jaar georganiseerd waar scheidsrechters met elkaar ervaringen kunnen uitwisselen en zij geïnformeerd worden over de jaarlijks terugkerende spelregelwijzigingen en richtlijnen voor de arbitrage.
De KNVB neemt spelregeltoetsen af en toetst praktische vaardigheden. Scheidsrechters werden in het verleden meerdere malen beoordeeld. Dit beoordelingsinstrument is inmiddels omgezet in een begeleidingsinstrument waardoor scheidsrechters zich kunnen doorontwikkelen.
Daarnaast zijn veel scheidsrechters lid van de COVS waar zij trainingen volgen en meerdere malen per jaar spelregelavonden bijwonen. Bij de KNVB worden zij in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de fitheidstest en talentvolle scheidsrechters moeten de FIFA test afleggen willen zij promoveren.
Geen enkele scheidsrechter gaat naar zijn wedstrijd met het idee om de ‘boel eens lekker uit de klauwen te laten lopen’ of een ploeg opzettelijk te benadelen. Ik vraag me oprecht af of Tan wel eens heeft nagedacht of de oorzaak van al die incidenten niet dichter bij huis liggen. Het zijn vaak dezelfde verenigingen die negatief in het nieuws komen. Spelers hebben vaak korte lontjes en laten zich opjutten door het (wan)gedrag van de bank of van supporters.
Daarbij blijkt dat commentaar op de leiding vaak onterecht is; de kennis van de spelregels is bij spelers en staf, zeker in de kelderklasse, vaak erbarmelijk. Een jaarlijkse spelregeltoets voor spelers en trainers zou geen overbodige luxe zijn. Net als een beetje meer waardering voor de man of vrouw, ongeacht diens leeftijd, die zich nog niet heeft laten ontmoedigen en er iedere week voor zorgt dat een wedstrijd gespeeld kan worden.