Voor velen behoeft mijn wekelijkse terugkeer bij LAV geen uitleg, maar voor hen die denken, ‘wie is die vrouw?’ wellicht toch goed om mijzelf even voor te stellen.
Sandra Akerboom, en terwijl mijn hoofd menigmaal denkt dat mijn lijf een jaar of 30 is en dat een volgende dag dus ook niet ongestraft blijft, ben ik inmiddels 58 jaar oud. Ik woon met manlief nu vier jaar in Nunspeet en geniet volop van onze 3 kinderen, hun aanhang en twee prachtige kleinzoons.
Mijn verre voetbalverleden startte bij Lugdunum. In die tijd was er als tiener enkel de keuze tussen LFC en de club in de Kikkerpolder en mijn vader besloot, dat de Boshuizerkade het niet ging worden voor mij. Ik sprong sowieso een gat in de lucht, want het was toen verre van normaal dat je als meisje ging voetballen. We stonden aan de wieg en lopende de ontwikkeling van het damesvoetbal, keken de veterinnen en ik elkaar regelmatig aan en spraken jaloers de woorden ‘we zijn gewoon te vroeg geboren’ uit. Want wij waren de generatie, die het met een knollenveldje driehoog-achter moesten doen. Neemt niet weg, dat het een hele fijne tijd was en dat je als mens ook trots kan zijn, op iets wat (gelukkig) groter heeft mogen groeien.
Mijn werk als verpleegkundige maakte blijven voetballen lastig, avond- en weekenddiensten gooiden roet in het eten, maar de liefde voor voetbal bleef. Langere tijd werken in Zuid-Frankrijk betekende niet minder liefde voor, de door mij geliefde Amsterdamse club, maar zorgde voor een nieuwe liefde. Olympique Marseille beleefde haar hoogtij, toen ik daar rond 1989 in de buurt woonde.
Toen jaren later onze oudste telg oud genoeg was, om een balletje bij RCL te gaan trappen, stond ik al snel op de woensdagmiddag bij Bert van Eijk om de jongste jeugd te trainen. Het waren ook bij RCL hoogtijdagen. De woensdagmiddag was goed voor een F1 t/m de F19. Ook zijn zusje koos voor voetbal in plaats van ballet en na een verhuizing richting Zoeterwoude-Rijndijk, besloten zij beiden voor Meerburg uit te gaan komen. Ik zei nog zo: ‘Jullie houden je mond, noemen verder geen namen, want ik sta al lang genoeg training te geven’. Binnen een week stond Alfred van Egmond voor onze deur en gaf aan dat er een groot probleem was voor de C-jeugd. Zeg maar eens nee, die leeftijdsgroep is machtig interessant en als je inmiddels als docent in een jeugdgevangenis werkt, zijn alle kinderen die buiten vrij rondlopen, engeltjes.
Een Meerburg carrière ging van start en in ijltempo. Collega docent Ben Kottenhagen werd gevraagd de herenselectie te gaan trainen en hoewel ik tijdens mijn stage TC3 bij HVV, had afgezworen nooit meer een herenselectie te trainen, bezweek ik en werd teammanager van Meerburg 1. Ondertussen vorderde de bouw van de wijk Roomburg en zoals altijd had de jeugd van Meerburg aanwas, vanuit de Rijndijk en het oude (Leider) dorp en maakte ik een opzet voor een Champions League voor 4-5 jarigen. Afgelopen seizoen keek ik met trots naar de opstelling van Meerburg 1. Een volledig elftal met jongens die toen op de vroege zondagochtend uitkwamen in de Champions League, donders mooi zouden ze hier op de Veluwe zeggen.
Na Meerburg kwamen er nog prachtige jaren als teammanager bij de selectie van RCL, waar ik na mijn 50ste verjaardag aan de mannen aangaf dat het mooi was geweest. Want wie, zei ik, zit er nog te wachten op zo’n oude vrouw op de bank. Hoofdschuddend en met vragende blikken, werd ik aangekeken.
Hennie Kanbier dook in het ontstane gat, zeg daar maar eens nee tegen en ik werd toegevoegd aan het LAV-team. Nooit, maar dan ook nooit heb ik mezelf als vrouw niet geaccepteerd gevoeld in de mannen-voetbalwereld. Het duurde meestal maar 24 uur, om one of the guys te worden.
Het zal best te maken hebben gehad met de kennis over voetbal. Met meer liefde voor de bal, dan voor make up of het respect, welke ik als vrouw soms meer genoot, dan mijn mannelijke collega teammanagers. Maar fijn is het altijd wel, om je gelijkwaardig te voelen in een sport die in je hart zit.
De afgelopen jaren waren mak aan qua voetbal en ook qua werkzaamheden voor LAV. Maar hé, als je dan de vraag krijgt om een deel van de taken van een machtig mooi voetbal-mens over te nemen en je de liefde voor het Leidse voetbal nog altijd voelt, zeg dan maar weer eens nee. Aanstaande vrijdag draagt Cees Mentink het stokje aan mij over, want het is natuurlijk altijd fijn om met tips van de ervaren meester aan de slag te gaan.
Ik hoop dat ‘Lopend Vuurtje’ op de oude weg, in het nieuwe jasje van San, net zo goed gaat passen als de afgelopen jaren.