Afgelopen zaterdag hielden Teylingen en BSC’68 elkaar met 2-2 in evenwicht in de derde klasse E. De Sassenheimers kwamen terug van een 0-2 achterstand. Een smet tijdens en na de wedstrijd voor de thuisploeg was dat Wessel Zonjee geblesseerd (zijn vervanger was Bram Koopmans, HK) raakte en het heeft er alle schijn van dat de doelman klaar is voor dit seizoen. Onze redactie nam even contact op met de onfortuinlijke sluitpost.
,,Een flinke tegenvaller voor mij. De finale van de competitie staat voor de deur en nu lijk ik eruit te liggen voor de komende maanden. We speelden een minuut of twintig en BSC’68 nam vanaf de zijkant een vrije trap die voor het hok werd geslingerd. De bal werd aangeraakt en ik kwam mijn doel uit met de handen vooruit. Een speler van hen klapte er ook vol in en raakte mijn hand en ik voelde al snel dat het niet okay was. Mijn vingers sloegen naar achteren. Ik zeg niet dat er een kwade bedoeling achter zat, maar het was wel een stevige aanvaring omdat hij er met gestrekt been in ging. De bal ging er haast nog in ook omdat er niet werd gefloten.”
Vervolgend: ,,Ik moest meteen gewisseld worden en dat was natuurlijk balen. De pijn viel nog mee, ook in de avond. Ik dacht aan en hoopte op een kneuzing dan was de schade meegevallen. De volgende dag was mijn hand wel dikker en daarop besloot ik naar de dokterspost te gaan. Ik werd verwezen naar het ziekenhuis en daar bleek het te gaan na het nemen van foto’s om een breuk in het middenhandsbeentje. Gelukkig wel mijn linkerhand want ik ben rechts, maar de schade was toch uiteindelijk groter. Helemaal vervelend omdat ik niet kan werken want ik zit in de installatietechniek. Het gips moet er vier weken om blijven zitten en daarna krijg ik pas soepeler gips. Dan zit je al op eind april, maar ik verwacht in mei nog niet terug te zijn. Het werk gaat voor uiteraard. Ik ben dan ook bang dat mijn competitie erop zit. Dit is niet waar je op hoopt wanneer het nog ergens om gaat. Afijn, jullie bedankt voor de aandacht en ik hoop dat het herstel sneller zal gaan.”
Foto’s: met dank aan Peer Compeer