Het trainersvak is voor mij het mooiste dat er is. Werken met jonge mensen aan hun en jouw passie, presteren, spanning, strijd en samen creatief een manier van spelen ontwikkelen. Hoe mooi is dat niet? Maar het gaat niet altijd zoals je zelf wilt. In mei werd ik nog gehuldigd als beste amateurtrainer van Nederland. Gelauwerd en bejubeld, drie weken geleden stonden we-Quick- met drie punten uit zeven wedstrijden onderaan in de derde divisie. Het lukte niet en ik kon zwaaien met mijn prijs als een gek maar daar kwamen geen punten mee binnen. Momenteel is de stijgende lijn weer zichtbaar met zeven punten uit drie wedstrijden, maar ik heb het geluk bij een club te zitten die niet panikeert, die is blijven geloven in mijn werkwijze en de kwaliteit van de spelers. Dat is niet altijd, meestal niet zelfs, het geval. Alleen al in deze streek zijn de eerste trainers al geslachtofferd. Bij Katwijk is Jack van den Berg vertrokken, een toptrainer met ongelofelijk veel ervaring en een CV van hier tot Tokyo. Meestal komen dan vage begrippen als chemie en communicatie om de hoek kijken. In het geval Katwijk denk ikzelf meer aan een verschil in voetbalcultuur. De Rotterdamse “stijl” is niet wat de Bollestreek “stijl” beoogd. Dominantie versus geduld, actie versus reactie noem het maar zoals je wilt maar uiteindelijk paste het niet bij elkaar. En Jack heeft bij vele clubs laten zien tot in de puntjes het vak te beheersen. Van den Berg is oud, wijs en ervaren genoeg om te realiseren dat het is zoals het is. Wordt er niet nerveus van en laat zich niet beschadigen, is een toptrainer die weet dat dit er ook bij hoort.
Een besef dat met de jaren groeit, een proces dat iedere trainer in zijn carrière mee moet en gaat maken. Een proces waar je uiteindelijk sterker uitkomt, een ervaring die je als trainer ook nodig hebt om door te groeien. Maar wel makkelijker te accepteren als je de klappen van de zweep kent, als je al langer in het wereldje rondloopt. Voor jongere trainers is het veel aangrijpender, wordt het (te)veel alleen naar eigen handelen getrokken, wordt het ervaren als persoonlijk falen. Pas veel later zie je de dingen in perspectief. Veel later zie en ervaar je ook de ‘positieve’ ontwikkeling die deze ellende voor je loopbaan betekent. Je wordt er een betere trainer door en komt er uiteindelijk als persoon sterker uit. Dit is ook wat ik Jack Honsbeek wil meegeven. Honsbeek is een toptrainer in het begin van zijn loopbaan. Een trainer die als een locomotief door wil razen en zo hoort het ook. Soms kom je op de rails wel eens een “stootblok” tegen. Dat is Jack overkomen bij VVSB. Vorig jaar geweldig gedaan en dit seizoen door omstandigheden, waaraan hij vaak zelf niet eens wat kon doen, keihard op het stootblok geklapt. Maar je gaat pas leren winnen als je weet wat verliezen is. Dit is ontegenzeggelijk een keiharde klap voor Jack, moeilijk te accepteren en een proces waarin je teruggeworpen wordt naar jezelf, een periode waarin er van alles maalt door je kop en waar je uiteindelijk zelf je weg terug in moet vinden. Ik heb het allemaal meegemaakt en ervaren en hoe moeilijk het toen ook was, ik weet nu dat het me gevormd heeft, beter heeft gemaakt en stabieler.
Dat VVSB het moeilijk heeft doet mij zeer. VVSB is voor mij een bijzondere en zeer warme club. Een club die mij persoonlijk in de zwartste dagen van mijn leven, bij het verongelukken van mijn zoon Jeroen, fantastisch gesteund heeft terwijl ik daar al 6 jaar weg was. Een club die dus diep in mijn hart zit. Maar ook daar werken de wetten van de voetballerij gewoon door; geen punten, weg trainer. Dit schrijvende realiseer ik mij opnieuw bij wat voor bijzondere club ik nu zit.
Jack zal ermee moeten omgaan en lering uit moeten trekken. Goed reflecteren wat hijzelf goed en niet goed heeft gedaan en accepteren dat dit gebeurd in de voetballerij. Dat het niet een persoonlijk falen is maar een volgende stap in de ontwikkeling van zijn trainersloopbaan. Geen leuke maar wel leerzame stap. In mijn ogen zelfs noodzakelijke stap om uiteindelijk die evenwichtige goede trainer te worden die hij wil zijn en die hij ook gaat worden. Met zijn kennis, passie en beleving is daar geen twijfel over mogelijk. Mooi was wel om te zien dat zijn assistent Alan Campfens solidair met hem was. Dat zegt iets over de mens Alan Campfens maar ook over de mens Jack Honsbeek.
Over passie en beleving gesproken. Ik ben uitgenodigd op het voetbalcongres in Eindhoven een verhaal te komen vertellen over passie en beleving in het voetbal, wat is de invloed daarvan en wat kun je er als trainer/coach meedoen. Niet makkelijk dat goed te verwoorden maar wel heel leuk leerzaam om te doen. Ook kwam direct de gedachten bij mij op om zoiets ook in Leiden en omstreken te realiseren. Een soort congres met alle betrokkenen uit het voetbal; trainers, bestuurders, sponsoren, pers, supporters, etc, etc. Eens in het jaar bijeenkomen en inhoudelijk over voetbal praten met elkaar. Niet om een feestje te bouwen maar daadwerkelijk het voetbal van alle kanten belichten en proberen te komen tot verbetering van het regionale voetbal. Het zou toch interessant zijn om bijvoorbeeld Robert Susan te laten vertellen over de druk in het topamateurvoetbal, maar ook Neal Petersen over zijn visie over druk in het amateurvoetbal. Over de rol van de pers, de belangen van sponsoren etc. etc. Wellicht een mooie uitdaging voor Leidenamateurvoetbal om eens over na te denken.
Note aan Paul: De raderen draaien op onze redactie. De welwillendheid is er. Wie staan er nog meer op? Samen is ook hier het sleutelwoord!! Suggesties om dit handen en voeten te geven?