Niels Hogewoning raakte al vroeg in het seizoen geblesseerd. Een gebroken middenvoetsbeentje hield hem een tijd langs de kant maar kort voor de winterstop mocht hij tijdens de uitbeurt bij FC ’s-Gravenzande een kwartier voor tijd invallen. Koud twee minuten in het veld scoorde hij een fantastische treffer die tevens de winnende was. ,,Ja, dat was het enige hoogtepunt van dit seizoen voor mij”, blikt hij terug met een lachje dat de bekende trekken van de boer met kiespijn vertoont.
Het was een korte rentree want de blessure keerde terug en Hogewoning moest weer in de revalidatie. Tijdens de winterstop leek het manco weer verholpen en mocht hij in de basis starten voor het vriendschappelijke duel tegen topklasser Scheveningen. De pechduivel waarde die zaterdag ook weer rond op de Kooltuin en had het in de dertiende minuut alweer op Niels gemunt. Dertiende minuut. Toeval? Bijgelovigen kregen het gelijk aan hun zijde want in die fatale minuut verdraaide hij zich, kwam ongelukkig terecht en nu was het de andere voet waarvan het middenvoetsbeentje van de middenvelder brak. ,,Het is een moeilijke breuk die niet snel geneest”, weet ‘het slachtoffer’.
Dat een speler de kans loopt om in een seizoen een keer geblesseerd te raken, is natuurlijk altijd mogelijk. Maar dat je – na van het eerste ongemak genezen te zijn- voor de tweede keer de pineut bent is natuurlijk hartstikke sneu. Je kunt dan al je illusies om voor je nieuwe club nog iets te betekenen wel overboord smijten. Terecht dat Hogewoning baalt als een stekker en wekelijks toe ziet hoe zijn makkers lekker bezig zijn. ,,Ik was er zo graag bij geweest, we draaien een goed seizoen en nu dit.” De teleurgestelde blik in zijn ogen spreekt boekdelen.
Deze week ging het gips er af en begint hij aan een paar weken krachttraining om vervolgens weer voorzichtig met loopoefeningen te beginnen. ,,Als dat eenmaal een beetje wil lukken zal ik ook weer met de bal gaan trainen”, verlangt hij naar dat moment. Een nog groter verlangen is natuurlijk om ook nog een staartje van het seizoen actief ‘mee te kunnen pikken’. Maar bij deze wens die hij met een hoopvolle blik uitspreekt, zet hij zelf ook de nodige vraagtekens.