Club aan de Bal (1): Roodenburg

Roemrijke geschiedenis en weer hoop voor de toekomst

LAV heeft weer een nieuwe rubriek in het leven geroepen. Wie waren de meest waardevolle spelers, hoe kwam de oprichting tot stand en wat zijn de toekomstperspectieven? Onder andere deze vragen komen aan bod in onze nieuwe rubriek Club aan de Bal, waarbij we LAV-clubs de ruimte geven hun verhaal te vertellen. We beginnen met het roemruchte Roodenburg. Een echte stadsclub, met een fraai blauwzwart tenue, en een imponerend verleden. In de toptijd stonden er duizenden toeschouwers langs de lijn op Sportpark Noord.

Roodenburg werd opgericht in de buurt van de Rijndijkstraat in Leiden. Een aantal ouders speelde daar in 1927 een potje voetbal en spontaan werd besloten een club op te richten. De groep huurde achter de Dozystraat een veld, dat de leden zelf inrichtten. Ze betaalden een gulden huur per week.

Het clubgebouw met 2 torens, verwijzend naar het kasteel, waar de club naar vernoemd is. Helaas zijn de letters tussen de torens verdwenen en worden momenteel de ramen voorzien van de clubkleuren.

Om deel te nemen aan de competitie van de Leidsche Voetbalbond moest een proefwedstrijd worden gespeeld om te beoordelen of er enig niveau was. ASC 3 fungeerde als tegenstander. De bestuurders van de bond gaven na afloop groen licht, en de nieuwe voetbalclub werd ingedeeld in de 1e klasse LVB, dit onder de naam Voor Ons Genoegen (VOG). Na een jaar bleek dat er nog een club was met die naam en tijdens de jaarvergadering opperde Arie van der Vlist om VOG te wijzigen in Roodenburg, genoemd naar het voormalige kasteel dat in de buurt had gestaan.

Na een paar jaar werd door de leden een veld ingericht aan de Wassenaarseweg, maar dit voldeed niet. Via een aannemer kon een terrein aan de Zoeterwoudseweg worden betrokken. In 1940 verhuisde de club wegens een sterke aanwas naar de Leidsche Hout, op een aantal nieuwe velden, en, heel luxe voor die tijd, de kleedkamers beschikten over stromend water. Rond het hoofdveld lag een sintelbaan, want Roodenburg was in die tijd ook een atletiekvereniging. Het bracht onder andere de bekende atleten Wim van Dorp en Jan van Heek voort. In de jaren 60 nam het ledenaantal verder toe en dat was de reden, dat de gemeente Sportpark Noord toe wees aan Roodenburg. Dit bleef de thuisbasis van de club.

Seizoen 1972-1973. Roodenburg wordt districtskampioen in de 1ste klasse en speelt nacompetitie voor het nationale Amateurkampioenschap. De finale wordt in Roosendaal tegen RBC gespeeld en verloren. De prestatie is er niet minder om. Staand vlnr: Jan van Wezel (elftalleider), Rob Brittijn, Hans Tisseur, Sam den Os, Cor Pennenburg, Mat Keereweer, Maarten van Kooperen, Hans Hannaart, Rinus Smits (trainer/verzorger); gehurkt vlnr: Aad de Groot, Peter Ciere, Cees de Roode, Reinier Verkuylen, Hennie de Klerk, Peter Boom, Isaac Klinkhamer. Uitsluitend voor deze foto draagt Mat Keereweer een voetbalshirt en niet zijn keeperskleding. Door een blessure werd Mat vervangen door Peter Boom. Tijdens de nacompetitie om het Nederlandse kampioenschap zondagamateurs verdedigde Mat drie van de vijf wedstrijden.

STRIJD OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND

In de eerste jaren was Henk Boom voorzitter. Samen met zijn bestuur leidde hij de club door de crisisjaren ‘30. In 1934 promoveerde het eerste naar de 4de klasse van NVB, de voorloper van de KNVB. In 1937 trad een nieuw bestuur aan onder leiding van Siem Oudshoorn, die Roodenburg door de oorlogsjaren loodste. Hij emigreerde in 1956 naar Canada, Leo Geuke nam het stokje over. In zijn bestuursperiode promoveerde Roodenburg naar de 2e klasse.

Bekende spelers waren destijds Henny Choufoer, Piet van Polanen, Bart Ouwerkerk, Isaac van Weerlee en André Ooijendijk. Het was ook Geuke met zijn bestuur, die de verhuizing van de club van de Leidsche Hout naar sportpark Noord voor zijn rekening nam. Zo werd er onder meer een clubhuis gebouwd waarvan het frame nog steeds de basis vormt van het huidige clubhuis.

Geuke moest vanwege een nieuwe baan het voorzitterschap opgeven. Henk Uiterdijk was zijn opvolger. In zijn periode groeide Roodenburg uit tot een top-amateurclub. Het promoveerde naar de eerste klasse en in het seizoen 72-73 streed Roodenburg om het kampioenschap van Nederland. Het waren legendarische wedstrijden met duizenden toeschouwers langs de lijn.

Het jaar erop werd er een hoofdklasse ingevoerd. Hiervoor wist Roodenburg zich niet te plaatsen. Ondanks de aanstelling van goede trainers als Pim van der Meent en Rinus Smit bleef de club uit Leiden Noord acteren in de 1e en 2e klasse. Het kon niet opboksen tegen de betalende amateurclubs in de omgeving en raakte steeds de beste spelers kwijt. En talent was er genoeg, zeker begin jaren ‘80. Scouts van het betaalde voetbal waren regelmatig langs de lijn te vinden.

Koos van Weerlee was de eerste die betaald ging spelen, in de jaren 50/60 kwam hij uit voor UVS en Telstar. Begin jaren ‘70 volgden Wim Rijsbergen, (onder andere PEC Zwolle en Feyenoord) en Bert Jansen (Sparta). Het eind van dat decennium maakten steeds meer spelers de overstap van Roodenburg naar het betaalde voetbal: Wout Holverda (Sparta), John van de Wetering, Marco van Alphen, Ron de Roode, (ADO den Haag), Henny de Romijn ( Sparta), Glenn Helder, (Sparta), Marcel Valk (ADO Den Haag), Jeffrey van As (Ajax, NAC, MVV), Peter Kruit en Bob van Bohemen (Telstar). De laatste in deze mooie rij is Abdou Harroui, die momenteel uitkomt voor Frosinone in de Italiaanse serie A.

Twee Roodenburgers speelden ooit in het Nederlands A elftal, Wim Rijsbergen en Glenn Helder. Wim speelde als enige Leidenaar in een WK-finale, die in 1974 tegen Duitsland. In 1978 was hij in Argentinië eveneens van de partij. Toen kwam hij in drie wedstrijden uit voor Oranje.

Keeper Mat Keereweer heerst in de lucht. Kijk naar de volle tribunes op de achtergrond.

DRIE KAMPIOENSCHAPPEN OP RIJ

Roodenburg was destijds ook wat betreft omvang een grote vereniging, het had liefst vier velden. De club kreeg er veel leden bij dankzij de nieuwe Merenwijk. Er werd gewerkt met een jeugdplan op basis van visie van de Duitse Voetbalbond. Dat wierp haar vruchten af. Selectiespelers werden jeugdtrainer zoals Hans Tisseur, Eelco Fielemon, Sam den Os en Rinus de Bruin. De hoogste teams in de A- en B-jeugd acteerden lange tijd op regionaal niveau. Overigens wordt nog steeds gewerkt volgens inzichten van de DFB. Jan Lovink verzorgt al vijftig jaar de trainingen voor het jeugdkader van de club. Bij menig club zijn die programma’s uitgerold.

Rond 1995 brak een turbulente periode aan. Veel leden vertrokken, en de A- en B- jeugd liepen leeg. Steeds meer allochtonen wisten de weg te vinden naar Noord. Dit ging echter gepaard met gebrek aan kader wat ervoor zorgde dat de club onder druk kwam te staan, mede omdat veel traditionele leden vertrokken, de zogenaamde witte vlucht.

Als onderdeel van het Wijkontwikkelingsplan-Leiden-Noord werd Roodenburg een project-pilot in de sociale vernieuwing en verandering van de wijk.  Een gezamenlijk streven naar een gezonde voetbalclub, met ook een functie voor omwonenden, en een duidelijke jeugdvoetbal-functie, leverde in 2003-2004 een opgeknapt Sportpark Noord op. Met een uitgebreid verenigingsgebouw.

De integratie en taakvervulling binnen de club had voor de nieuwkomers echter veel meer voeten in de aarde. Roodenburg werd qua vernieuwingsaanpak een voorbeeld waarvoor de Staatssecretaris van Sport Margo Vliegenthart, de Gedeputeerde Staten Zuid Holland en zelfs de Minister van Integratie Rogier van Boxtel naar Leiden-Noord op werkbezoek kwamen.

Roodenburg werd er sportief en financieel in die jaren niet direct wijzer van. Wel weerbaarder en vastberaden. Armoede leidde vaak tot contributieachterstanden. De instelling van het Jeugdsportfonds in Leiden werd op initiatief en aandrang van Roodenburg gerealiseerd.

Het eerste zondagteam gleed ondertussen af naar de 4e klasse, terwijl het rond 1996 ontstane zaterdagteam aanvankelijk ook geen promotie wist te bereiken. Pas toen het in de reserve 1e klasse spelende tweede zondagteam in zijn geheel de overstap maakte naar de zaterdagcompetitie, werd de stijgende lijn opgepakt. Drie kampioenschappen op rij bracht Roodenburg naar de 2e klasse en zorgde voor de overstap van de zondag naar de zaterdag.

ALLOCHTONE MEISJES HOLLEN ACHTER EEN BAL

Nieuwe bedreigingen verschenen echter  aan de horizon. Het ledenaantal was minder dan 450 en volgens het gemeentelijke plan VoetbalVitaal diende de vereniging te verdwijnen van de Leidse voetballandkaart. Inmiddels liep rugbyclub DIOK ter plekke al te meten om te kijken of het in Noord kon gaan spelen. Zover kwam het niet.

Na ruim twintig jaar ervaring met het verenigingsleven, doorzag ‘de allochtoon’ dat hij of zij via de voetbalvereniging een steentje kan bijdragen aan een gezonde samenleving. In de laatste paar jaar is dit proces in een versnelling gekomen. Oud-voorzitter Maarten van Geffen duidde dit als volgt: ‘Als de moeders welkom zijn op de club en meedoen, dan gaat het bruisen’. Een andere ontwikkeling, die heeft bijgedragen is de invoering van het meisjesvoetbal. Twintig jaar geleden was het ondenkbaar, dat allochtone meisjes achter een bal mochten hollen in clubverband. Nu is dat een gegeven.

TONEELCLUB MET KOMISCHE STUKKEN

Al met al vervult Roodenburg naast een sportieve ook een belangrijke sociale functie binnen de Leidse samenleving. Sociaal bezig zijn gebeurde door de jaren heen ook buiten het voetbal. In 1952 werd er een toneelclub opgericht. Een keer per jaar vond er een voorstelling plaats gevolgd door een bal. Komische stukken met mensen als Neeltje Bonnet en de gebroeders Verver om maar eens een paar namen te noemen. Tweemaal per jaar was er een feestavond, met steevast een afgeladen kantine en een uitgebreid buffet. Dirk van der Zwart en Toon van der Blom waren dagenlang met de voorbereiding bezig. En wat te denken van de Kooicup. In de jaren 80 was dit het grootst pupillentoernooi van Leiden.

De huidige selectie voor het seizoen ’23-’24

Het sociale element zal nooit verdwijnen, zo stellen bestuursleden van de club. Bij Roodenburg is iedereen welkom. Vanaf het jaar 2000 wordt iedere dinsdagmiddag geklaverjast en gesjoeld. De oudere leden, maar ook buurtbewoners en liefhebbers vieren dan hun soosmiddag. Iedere vrijdagavond wordt er geklaverjast in het jeugdhonk. Sinds twee jaar is er een biljartafdeling, die onder de naam de Pelikaan meedoet aan de competitie van de LDB. Eens in de twee weken gaat de wandelclub op pad, en op woensdag trekt een groep zijn baantjes in zwembad de Zijl.

Recent zijn de Vrienden van Roodenburg heropgericht, met 50 euro lidmaatschap per jaar. De opbrengst gaat naar de jeugd en de accommodatie. Naast voetbal wordt er van alles voor de jeugd georganiseerd, zoals een sinterklaasfeest, sponsorloop en een sportkamp.

Na een groot aantal jaren van afwezigheid liep de club dit jaar weer mee met de taptoe op 2 oktober. Dit heeft er toe geleid, dat de club qua ledenaantal de laatste drie jaar enorm gegroeid is.

CLUB BRACHT TWEE WETHOUDERS VOORT

Roodenburg is een broedplaats voor talentontwikkeling. Veel leden die er begonnen met sporten, hebben hun weg in de maatschappij gevonden. Twee van hen, Raymond Keur en Abdelhaq Jermouni, werden zelfs wethouder van Leiden. De club voelt zich springlevend, hoewel het niet meer de arbeidersclub van weleer is, maar een multiculti club. De realisatie is wel dat het verenigingsleven in stand houden in Leiden-Noord meer energie vraagt van de betrokkenen, dan in andere Leidse wijken en de plaatsen rond de stad. Acht van de tien bewoners in de wijk wonen er nog geen tien jaar, en met al die nieuwkomers een club in stand houden, betekent dat je veel tijd kwijt bent om uit te leggen, wat een vereniging in houdt. Punt van aandacht is verder dat het complex in een polder ligt en te maken met heeft met verzakkingen.

MEER POTENTIËLE LEDEN

De club kijkt vooral vol vertrouwen naar de toekomst. Er gaat de komende jaren veel veranderen in de directe omgeving. Het plan is dat de Kooilaan wordt doorgetrokken en vlak voor het clubgebouw ombuigt richting de IJsselmeerlaan. Dat zorgt voor veel verkeer langs het complex. Ook staat er nieuwbouw gepland in de directe omgeving, dit op de plek van de verouderde flats. Niet alleen meer sociale huur, er komen ook koopwoningen. De schatting is dat er 5.000 bewoners bijkomen. Daar blijft het niet bij, want aan de overkant van de Zijl komen woningen op de Baanderij in Leiderdorp.

Meer bewoners betekent meer potentiële leden. En dat terwijl Roodenburg sinds 2018 al de snelst groeiende voetbalvereniging van Leiden is. Het groeide van 225 naar meer dan 500 leden. In 2027, tijdens het 100-jarig bestaan moet de grens van 650 zijn gehaald.

Ook hoopgevend is het huidige kunstgrasveld enthousiast door buurtkinderen wordt gebruikt. Verder zullen volgend jaar de kleedkamers achter de tribune worden vervangen en krijgen alle velden Ledverlichting.

(Teksten bij de bovenstaande foto’s met dank aan Jan Lovink)

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!