Perikelen in de polder……….(column)

De ervaring van de afgelopen jaren leert dat bij gemiddeld 50% van de amateurverenigingen, om verschillende redenen, aan de start van het nieuwe seizoen een nieuwe trainer voor de groep staat. Onze regio vormt daar geen uitzondering op.

Soms besluit een trainer om (veelal na een lange loopbaan) zijn trainingspak en coachjas ‘aan de wilgen te hangen’, anderen geven aan dat zij toe zijn aan een nieuwe uitdaging of dat zij zich niet kunnen vinden in het verwachtingspatroon en/of de visie van de club. Deze trainers nemen en houden op die manier zelf de regie over hun loopbaan. Bij tegenvallende resultaten daarentegen is het over het algemeen de club die de regie voert en besluit om de trainer te ontslaan of het contract niet te verlengen om vervolgens actief op zoek te gaan naar een nieuwe trainer.

Van oudsher zijn december en januari dan ook de maanden dat de trainerscarrousel op volle kracht draait. Bij alle verenigingen, zowel bij het betaald voetbal als bij de amateurs, maken de technische commissies in deze periode overuren om voor het komende seizoen de meest geschikte trainer binnen te halen, dan wel om met de zittende trainer een contractverlenging overeen te komen. Over het algemeen verloopt een trainerswissel zonder problemen en nemen club en trainer in goed overleg afscheid van elkaar. In een aantal gevallen roept het afscheid vraagtekens op.

Zo las ik onlangs het bericht dat de trainer van de zaterdagafdeling van Alphense Boys zijn contract niet zou verlengen. Als reden gaf hij op dat hij weliswaar beschikte over een bovenmodale spelersgroep maar dat hij dusdanig veel energie moest steken in de motivatie van zijn spelers dat het ten koste ging van zijn gezondheid. Tot dusver een plausibele reden om zijn functie neer te leggen, maar tevens rijst de vraag of dit de werkelijke reden van zijn beslissing is.

Zijn besluit riep namelijk veel vraagtekens op omdat, nog geen week nadat zijn beslissing kenbaar was gemaakt, in de regionale media het bericht verscheen dat de vereniging zich intern beraadde over de toekomst van de prestatiegerichte tak van de zaterdagafdeling.
Vraagtekens omdat twee seizoenen geleden o.l.v. de betrokken trainer nog fors werd geïnvesteerd om de zaterdagafdeling in te richten. De club stelde een trainersduo aan, waarvan één van hen beschikte trainerslicentie, er werden (oud) spelers, die allen over bovenmodale kwaliteiten beschikten, benaderd om deel uit te maken van het team en de ambitie werd uitgesproken dat men op zo kort mogelijke termijn met de zaterdagtak het niveau van de 2e klasse wilde bereiken.

Momenteel schijnt echter dat de club overweegt om prioriteit te geven aan de door de KNVB beoogde O-23 competitie, waardoor de toekomst van het prestatievoetbal op zaterdag op losse schroeven komt te staan. Ook leuk voor de (bovenmodale) spelers met een behoorlijke staat van dienst van andere verenigingen die aangegeven hadden de club volgend jaar te komen versterken.

Hoewel beleidsvisies bijgesteld kunnen worden is het (niet alleen) voor mij toch verrassend dat het beleid van een verenging mogelijk zo’n rigoureuze wending neemt en dat men een ambitieus plan wat nog geen drie jaar bestaat straks kennelijk zonder pardon in de prullenbak knikkert.

Vragen waren er ook over het ontslag van de twee jonge en succesvolle trainers van Nieuwkoop en Aarlanderveen, twee clubs in de buurt van Alphen. Beiden zagen hun ontslag (lees het niet verlengen van hun contract) niet aankomen, al helemaal niet omdat zij met hun selectie prima resultaten boekten.

In het eerste geval was de zittende (jonge) trainer twee jaar geleden aangesteld, nadat de club uit de 2e klasse was gedegradeerd. Na een redelijk succesvol eerste seizoen leek hij ook dit jaar, na een moeizame start, de boel op de rails te hebben. Zijn team draaide goed mee in de strijd om een periodetitel en kroop op de ranglijst van de degradatiezonde omhoog naar de top vier. In gesprekken met bestuur en TC blikte men al samen vooruit op het verdere verloop van dit seizoen en de verwachtingen voor het volgende seizoen. Hij werd dan ook compleet verrast toen men hem vertelde zijn contract niet te verlengen. Ook de spelersgroep was overrompeld, helemaal toen bleek dat men inmiddels kennelijk al rond was met de nieuwe trainer. Er wordt gesuggereerd dat de club al actief bezig was met onderhandelingen met een andere trainer en dat de afspraken daarmee al rond waren terwijl men de zittende trainer nog niet had geïnformeerd over het voornemen zijn contract niet te verlengen.

Een dorp verderop werd dezelfde boodschap overgebracht aan een jonge trainer die zes jaar geleden het hoofdtrainerschap aannam bij een vereniging die al jaren onderin de vierde klasse meedraaide. De vereniging gooide teneinde haar bestaansrecht en voortbestaan te garanderen, in de afgelopen jaren het roer (lees: beleid) om. Er werd een grote sponsor binnengehaald en naast de aanstelling van bovengenoemde trainer werd een ervaren assistent aangesteld, dankzij wiens uitgebreide netwerk verrassend veel bovenmodale spelers met ervaring in de top van het amateurvoetbal (in een enkel geval zelfs met een verleden bij een BV) van buitenaf de club kwamen versterken.
De afgelopen drie jaar bleek deze trainer bijzonder succesvol. Nadat zijn team twee seizoenen terug een periodetitel had gewonnen werd het in het zicht van de haven in de nacompetitie uitgeschakeld. Vorig seizoen werd zijn team glansrijk kampioen en dit seizoen staan zij als promovendus op de tweede plaats in de derde klasse, met zicht op een (periode) titel.

Ook hij werd aanvankelijk volop betrokken in de toekomstplannen van de club tot hem ‘out of the blue’ werd medegedeeld dat de club aan het eind van het seizoen afscheid van hem zou nemen. Het bestuur vond het tijd voor een nieuw gezicht voor de groep. Hij had zelf dolgraag door willen gaan bij de club, hij voelde zich er thuis en had een uitstekende relatie met zijn spelersgroep. Dat bleek ook toen de spelersgroep tevergeefs bij het bestuur protesteerde tegen het voorgenomen afscheid, dat bleef echter bij haar standpunt; het contract werd niet verlengd. Inmiddels hebben meerdere (bepalende) spelers aangegeven de club te verlaten. De reden waarom houden zij echter voor zich omdat zij, zoals ze zelf zeggen, geen verdere onrust willen veroorzaken.

In de regio wordt met verbazing gekeken naar de mogelijke rigoureuze beleidswijziging in Alphen. Hoewel bekend is dat de club enorm investeert in de jeugdopleiding en er veel jeugdspelers uit de regio worden ‘gehaald’ spreken criticasters over het onbegrijpelijke ‘wip wap beleid’ wat ten aanzien van het seniorenbeleid en dan met name de zaterdagafdeling wordt gevoerd.

Ook de manier waarop door de twee andere verenigingen afscheid werd genomen van hun jonge talentvolle en succesvolle trainers leverde naast veel onbegrip vooral veel verontwaardiging, maar bovenal veel sympathie voor beide trainers op.
Inmiddels hebben beiden vol optimisme een functie als hoofdtrainer aanvaard bij andere verenigingen uit de regio. Ik hoop van harte dat ze daar in de toekomst gevrijwaard blijven van nog meer ‘kolder in de polder’.

Rene Sinke
Rene Sinke
Rene Sinke, 68 jaar, gepensioneerd politiemedewerker Gepassioneerd voetballiefhebber, actief KNVB scheidsrechter, jeugdtrainer en sinds een aantal jaar columnist/verslaggever bij LAV.

Laatste nieuws

Mede mogelijk gemaakt door

Voor de laatste updates!

Volg ons op social media!