Bart de Roo (74) kijkt op deze zonnige vrijdagmiddag uit over De Zijl. Het water kabbelt, bootjes varen voorbij. ,,Mooi, hè!”, mompelt hij genietend. Op de achtergrond klinkt Vicky Leandros. ,,Ook mooi.” Zijn Joke komt binnen met dampende koffie. ,,Zij blijft maar mooi”, lacht de held van dit verhaal. Ze kijken elkaar aan, de blik zegt genoeg. ,,Koekje, Troelieboelie?” Bart knikt.
Terwijl er een enkel wolkje voorbijtrekt, denkt hij en dan: ,,Weet je, Lugdunum stond bekend om zijn gezelligheid, de onderlinge saamhorigheid. Er was een groot kader, veel mensen wilden iets voor de club doen. Dat is nog zo, maar minder.”
Over clubliefde waar vroeger zo’n sprake van was, laat Bart optekenen: ,,Die is er nauwelijks meer, dat is jammer. Voor een paar knaken wordt overgestapt naar een andere club. Binnen Lugdunum heb ik altijd gezegd: ,,Wij zijn amateurs, wij betalen niet.Dat heeft weleens tot discussies geleid.”
Bart de Roo heeft 51 jaar de groene/witte kleuren van Lugdunum met verve gedragen. Evenals zijn vader, ooms, neven en zijn kinderen. Een bijna ontelbaar aantal De Roo’s hebben in het kikkertenue hun sportieve spelletje gespeeld. Ook waren ze achter de schermen actief voor ‘hun’ club. Zeg je familie De Roo, zeg je automatisch Lugdunum.
Wanneer het om de centjes gaat, kun je bij de in de Leidse Bronkhorststraat geboren Bart terecht. Op de lagere school hield hij van rekenen. Op de middelbare school werden handelsrekenen en boekhouden zijn lievelingsvakken. Hij blonk er in uit. Het lag dus voor de hand, dat Bart zijn hele werkzame leven boekhouder is geweest. Van die debet- en creditkennis heeft Lugdunum ook nog van profijt gehad. Een paar jaar heeft Bart de penningen beheerd. Hij maakte de begrotingen en deed de financiële administratie. Een behoorlijke klus. Dat was aan het begin van de nieuwe eeuw, de computer had al geen geheimen meer voor de rentmeester.
Niet verwend
De week is flink dicht getimmerd in Huize De Roo. Er zijn oppasdagen, visite-ochtenden en- avonden, er moeten boodschappen worden gedaan en Bart is getroffen door een virus, een ongevaarlijk virus, maar toch. Hij tafeltennist heel fanatiek bij DoCoS, twee ochtenden per week. Het is hem aan te zien, geen grammetje te veel.
Bart heeft een aanloopje nodig, zit hij eenmaal op zijn praatstoel gaat het los: ,,Mijn vader – Kees de Roo – wist mij ondanks mijn elf jaar bij Lugdunum ingeschreven te krijgen. Je moest twaalf jaar zijn. Maar een De Roo had een streepje voor, mijn vader zat immers in het bestuur. In de aspiranten heb ik tot en met de A alle zeven- en elftallen doorlopen. In die tijd werd je niet verwend met merkkleding. Misschien bestond die nog niet, ook moest je alles zelf kopen. Eén keer heb ik een paar voetbalschoenen gewonnen. Ik kon ze bij Wout Bergers gaan halen. Van de 51 jaar dat ik voetbalde heb ik er dertig bij de veteranen gespeeld. Daar was ik leider en aanvoerder. Het hele weekend was ik bij Lugdunum te vinden, zaterdag en zondag. Nadat ik definitief ben gestopt, ging ik minder naar wedstrijden kijken. Dat is niet zo vreemd. Joke en ik zijn de hele week in de weer. Op zaterdag gaan we naar het hockey of voetbal kijken van de kleinkinderen, op zondag willen wij vrij zijn.”
In de kantine
Zo gedisciplineerd als Bart op school de lessen volgde en zijn huiswerk maakte, zo precies was hij ook bij het uitoefenen van zijn hobby voetballen, én zijn vrijwilligerswerk voor Lugdunum. ,,Je bent niet op school of ’s avonds op cursussen om je tijd te verdoen. Ik werkte bewust aan mijn toekomst. Ook vind ik dat wat je vrijwillig doet niet vrijblijvend is.”
Joke, net terug van aquajoggen, beaamt wat Bart zegt: ,,Hij is een echte opa, doet alles voor de kleinkinderen, maar hij wil wel dat ze zich aan afspraken en regels houden.”
Maar liefst negentien jaar heeft Bart de leiding over het reilen en zeilen van de kantine gehad. Hij stuurde 45 mensen aan, die bij toerbeurt diensten kregen toegewezen. ,,Ook gratis en voor niets”, benadrukt hij. ,,Een keer per jaar gingen we een avondje uit, een hapje eten, een glaasje en soms een dansje na afloop. Verder niets.” Als kantinebeheerder vroeg Bart het nodige van zijn ‘personeel’. Ze moesten representatief en klantvriendelijk zijn en hun verantwoordelijkheid kennen. ,,Ja, ik was streng”, klinkt het, bijna overbodig. ,,Maar dat vonden ze prettig.”
Liefde
In diezelfde kantine leerde Bart de liefde van zijn leven kennen, Joke van der Wilk. ,,Nee, ik ging niet op mijn knieën op de middenstip, haalde ook geen toeren uit met een muziekkorps of tijdens de prijsuitreiking van een toernooi. Ik stapte op haar af en zei: ,,Van der Wilk, jou wil ik.” Ze zei direct ‘ja’ en nu zijn we al meer dan twintig jaar samen. Jij hebt nog foto’s voor Het op Zondag gemaakt, op de trap van het Stadhuis. In ’t Koetshuis De Burcht bij Tom Holswilder hebben we onze bruiloft gevierd.”
De kantine van een vereniging is een bedrijf, van een niet weg te denken financieel belang. ,,Helemaal mee eens. Bij derby’s zoals tegen Roodenburg, UVS en DoCoS was het volle bak en alle hens aan dek. Frituren, bier tappen en extra snoep voor de kinderen inslaan.” Een hoogtepunt in zijn kantinecarrière is de wedstrijd Foreholte versus VVSB. Een promotiewedstrijd op neutraal terrein. ,,Beide clubs hadden toen ook een behoorlijke aanhang. Ons veld was makkelijk te bereiken, honderden en honderden mensen zaten op de tribune en stonden langs de lijn. Die wilden allemaal iets drinken en eten. Die dag maakten wij de hoogste omzet uit de geschiedenis van de club.” De feesten in de kantine waren legendarisch. Ook voor bruiloften en partijen stond de kantinebrigade klaar, ook op zaterdagavond. Wat er verdiend werd, ging in de clubkas.
Dynastie
Wanneer is het begonnen dat de naam De Roo onlosmakelijk werd verbonden aan Lugdunum? ,,Dat is begonnen met mijn vader. Hij heeft twintig jaar in het eerste gespeeld en vijftien jaar de kantine gerund. Mijn vader had drie broers, Henk, Joop en Ton, die allemaal voetbalden bij Lugdunum. Verder is Ome Henk penningmeester geweest, ome Joop lid van de Jeugdcommissie en ome Ton lid van de Elftalcommissie. Ome Ton stapte over naar Roodenburg, uit onvrede over het beleid van de club.”
Domien de Roo is de zoon van oom Bart, die niet bij Lugdunum voetbalde. Pukkie, de broer van Domien, was snel, hij ging vrijwillig naar Vietnam en is daar gesneuveld, een drama. Dan zijn er nog neven: Rob bijvoorbeeld, de zoon van ome Ton, en ‘zwarte’ Ben, zoon van Domien. Zij speelden ook bij Lugdunum. De broers Benny en Robert zijn de kleinzonen van ome Bart.
De zoon van onze held Bart heet Kees, die even voor Lugdunum speelde, naar Zevenhoven vertrok en daar zijn voetballoopbaan voortzette. ,,Mijn zoon Kees woont tegenwoordig in Zwitserland, heeft een baan als Financial Controller. Hij heeft daar gevoetbald en is er ook trainer geweest.” Van Barts beide dochters Barbara en Carolien heeft alleen Carolien als voetbalster de naam De Roo hoog gehouden.
Van de negen kleinkinderen van Bart vormen Siem en Dany de vierde generatie in het voetbal. Ze wonen niet in Leiden, spelen dus niet bij Lugdunum. Siem is lid van Koudekerk en Dany staat in de A1 onder de lat bij Bernardus. Dat John en Robert (Kapaan), zonen van Joke, zich ook in het groen en wit hebben gehesen mag duidelijk zijn.
Hechte band
Bart, die een geslaagde loopbaan doorliep bij onder meer de HCW, Elascon en de politie, is nooit echt geblesseerd geweest. ,,Ik moest het niet van mijn snelheid hebben, maar door mijn techniek wist ik tackles te ontlopen.” Binnen de wereld van de ‘kikkers’ wordt Bart een ‘gelijkmatige voetballer, altijd goed voor minimaal een 7 ½ , met uitschieters naar boven, en zelden een mindere dag’.
Dat is een mooie recensie voor de man die Lid van Verdienste is bij zowel zijn eigen club als bij de KNVB. Eén van Barts neven: ,,Hij is een rustige figuur, geen uitgesproken gangmaker, evenwichtig en toch ook een levensgenieter.” Phil Verstraaten, die meer dan 35 jaar voorzitter van Lugdunum is geweest roemt Barts inbreng in bij voorbeeld de Jeugd- en Totocommissie. Volgens Phil komt Bart uit een ‘warm nest’. Dat wil Bart wel beamen. ,,Wij hadden een hecht gezin, dat wij het goed met elkaar kunnen vinden, hebben wij aan onze ouders te danken. Zij hielden ons voor de onderlinge band vast te houden, en dat gebeurt.”
Op woensdagavond en vrijdagmorgen is het koffietijd bij zus Nel van 84. Dan druppelen De Roo’s binnen en wordt er gepraat, herinneringen opgehaald en soms het clublied van Lugdunum aangeheven. Bart staat op, tuurt weer over De Zijl en ziet de bootjes de golfen doorklieven. ,,In mijn tijd werd je lid van Lugdunum en bleef je je hele leven lang Lugdunummer. Het kwam niet bij je op naar een andere club te gaan. Ja, een soort huwelijk. Dat Lugdunum zo veel betekent voor mij en mijn familie vind ik mooi.” Inderdaad, dat is mooi, heel mooi.
Wanneer Bart de Roo hét De Roo-elftal zou moeten samenstellen, dat op enig niveau kan meedraaien, ziet dat er als volgt uit:
Dany
Joop – Benny – Ben – Robert
Bart – Wim – Kees
Jan – Domien – Leo
Op de bank, met de pest in het lijf: Ton, Jantje
Pupil van de week: Siem
Nagekomen bericht en aanvullend: ,,Nog niet vermeld: de kleindochter van Cor de Roo ,Riejette de Roo !Cor is de vader van Benny en Robert en René de Roo ! Riejette is de dochter van René de Roo en nichtje van Robert en Ben,,allemaal oudspelers van lugdunum! Riejette de Roo speelt bij rcl in de hoofdklasse en is geselecteerd voor Nederlands militairen elftal die op dit moment net in Frankrijk zijn aangekomen voor de wereldkampioenschappen en spelen donderdag hun eerste wedstrijd tegen Frankrijk en vervolgens tegen Duitsland! Amerika ! Kameroen! Brazilië ! Met trots kunnen we denk ik wel constateren dat deze De Roo het balletje echt ver heeft geschopt!Misdchien is het ook interessant om te volgen dit WK !hebben we toch nog een WK !voor meer informatie kunt u mij altijd contacteren .
Vriendelijke voetbalgroet Susan van der Weijden, moeder van Riejette de Roo
Reacties zijn gesloten.