Na een nieuwe nederlaag is de zaterdagtak van Roodenburg gezakt naar de laatste plaats. Over de nederlaag hadden Patrick Kamperveen en zijn spelers flink de smoor in. Met de trainer en doelman Andy van der Meulen blikte onze redactie terug op een wrange zaterdagmiddag.
Voor de zesde keer op rij leed Roodenburg een nederlaag, 3-2 bij DSVP. Van al die verliespartijen baalde Patrick Kamperveen dit keer het meest. ,,We waren negentig minuten beter dan de koploper. We staan nu laatste, maar op die plek eindigen we echt niet. Enkel speelden we nu ook nog eens tegen twaalf man en dat win je niet.”
De trainer doelde daarmee op de rol van de scheidsrechter, die in zijn ogen eenzijdig floot. Twee uitbraken leverde de ploeg uit Pijnacker twee goals op. Wesley Lancel bracht de ruststand op het scorebord. Middels een fraaie aanval tekende Idris Pakasa voor de gelijkmaker, maar na een ‘strontgoal’ beten de Leidenaren toch nog in het stof.
Kamperveen vervolgt: ,,Het is die bekende gifbeker. Als die nu nog niet leeg is…
Zij kwamen één keer voor het doel en zo’n bal vliegt er dan meteen in. Echt niet te geloven. Wij hadden de lat al geraakt, schoten rakelings voorlangs of een rebound ging net naast. Ook na de 2-0 was er nog niets aan de hand. We voelden dat er meer in zat en kwamen ook volkomen terecht terug tot 2-2. En we kregen kansen op de 2-3. Dan is het meer dan zuur dat zij nog ene toevalstreffer maken en dat we dus weer met lege handen staan. Deze nederlaag doet echt zeer. Dit verdienden we niet. Maar we blijven karakter tonen, want we horen niet op de laatste plaats te staan. Dit Roodenburg gaat niet degraderen, dat kan gewoonweg niet. En zij horen trouwens niet op de eerste plaats te staan, maar dat had je vast al begrepen.”
Andy van der Meulen zit zelf nog lang niet in de put, maar de mijnschacht of bron wordt wel aangestipt door de goalie. ,,We komen de put maar niet uit. Telkens als we naar boven klimmen, dan glijden we weer weg. Om te spreken van een klein drama gaat mij te ver, maar de verliespartij tegen DSVP was weer absoluut niet nodig geweest. We kregen volop kansen om te winnen en kregen weer de meest onmogelijke goals tegen.”
Toch ziet Van der Meulen verschillen met een aantal maanden terug. ,,Ja, want toen waren er wedstrijden bij dat we niets konden creëren. Dat is de laatste weken wel anders. De wil is er wel en ik weet ook 100% zeker dat het goed gaat komen. Geleidelijk komen we wel in een situatie dat er gewonnen moet worden. We spelen nu nog twee potten en die moeten de opmaat gaan vormen naar positieverbetering. RAS is een concurrent en daar moet van worden gewonnen. En met een punt moeten we uit Valkenburg zien weg te komen. Je ziet wel vaker bij ploegen waarbij het niet lukt dat na een zege de ommekeer komt. Roodenburg is vorig seizoen uit de penarie gekomen en met dit team moet dat ook mogelijk zijn. Er zit genoeg potentie in de groep.”
Over de rol van de scheidsrechter wil Van der Meulen weinig weten. ,,De beste man floot warrig en deed dat eerder ook al toen we tegen MVV’27 speelden. Maar daar moeten we niet mee bezig zijn. We moeten louter naar onszelf kijken. Dat doen we trouwens ook wel. Na Haaglandia hebben we ook samen gezeten en besproken hoe een ieder er over denkt. We spelen nu 1 op 1, met veel druk naar voren en daardoor komen we ook veel vaker in kansrijke positie.”
Op de vraag of de sfeer nog okay is in Leiden-Noord stelt de doelman stellig dat het daar zeker niet aan ligt. ,,Die is ronduit goed. Natuurlijk zaten we er zaterdag even finaal doorheen en komen er op een zeker moment emoties los. Dat moet ook. We gaan hier uitkomen, want voor de club zou het slecht zijn als we terugzakken naar de derde klasse. De randverschijnselen zijn prima en wij moeten nu voor de punten gaan zorgen.”
Over zijn eigen rol is hij gematigd tevreden tot nu toe. ,,Tot HVC keepte ik goed, daarna kwam ik terecht in een mindere fase. Nee, echte grote blunders heb ik niet gemaakt. Ik moet er gewoon elke week staan. Ik ben een ervaren speler binnen deze groep met mijn bijna 28 jaar en moet ook leiding geven aan de defensie. Zaterdag hadden we op beide backposities jong knapen staan. Gegeven de situatie mag ik zeker niet verzaken. We komen er bovenop, dat moet gewoon voor de club. Ondanks de positie heb ik ook geen spijt van mijn terugkeer op dit oude nest.”
