vrijdag, maart 29, 2024
HomeUit de oude doosOude clubheldenOude clubhelden: aan het woord Sieto 'Schaar' Schalkers

Oude clubhelden: aan het woord Sieto ‘Schaar’ Schalkers

-

Hoe moeders verjaardag een profcarrière in Engeland voorkwam

Het woord ‘Bledder’ valt onmiddellijk wanneer wij te gast zijn bij de heer en mevrouw Schalkers in de Leiderdorpse Resedastraat, de ouders van Sieto Schalkers, vele jaren een vaste kracht in de hoofdmacht van RCL.  Sieto, bijgenaamd De Schaar, in de schijnwerpers als ‘Oude Clubheld’.

‘Bledder’ dus… Nee, bij het begin beginnen. De ontmoeting deze woensdagnamiddag komt door Jaap Visser, journalist, auteur en uitgever van de prachtigste sportboeken. In zijn column in het Leidsch Dagblad van 10 oktober j.l. vertelt Jaap zijn lezersschare op Taptoe-avond de nodige biertjes in De Bonte Koe te hebben gedronken met Sieto Schalkers, een hele beste en met voorsprong de snelste linksbenige vleugelspeler die Leiderdorp ooit heeft voortgebracht.

Vader Siem en moeder Ank (‘Jans’ mag ook) Schalkers met een trotse Sieto in hun midden.

,,Sieto was hutspot wezen eten bij zijn ouders, die inmiddels in de negentig zijn, maar nog vrij en blij in het dorp aan de Oude Rijn wonen”, vertelt Jaap. ,,Sieto toonde mij op zijn smartphone moeder Ank en vader Siem in beste doen aan de peen en ui met klapstuk. Ik zei Sieto dat hij zich gelukkig mag prijzen met twee van die oudjes aan wie nog niet al te veel mankeert, waarna hij ernstig knikt.” Jaap Visser rept nog net niet over de vochtige ogen van zijn clubgenoot.

Wie dit leest en voor LeidenAmateurVoetbal de rubriek ‘ Oude Clubhelden’ verzorgt,  aarzelt niet, rept zich naar de Resedastraat en nodigt het bijna 70-jaar getrouwde echtpaar uit Held te zijn in deze rubriek. Ja, dat wil het tweetal wel, op voorwaarde dat oogappel Sieto bij het gesprek aanwezig is. Geen punt. Alleen, de nog steeds voetballende zoon is druk, druk, druk, hij heeft een baan in de financiële wereld. Er wordt een datum geprikt. Het interview kan plaatsvinden.

‘Bledder’ dus. Terwijl het wachten is op Sieto, hij moet van ver komen, vertelt vader Siem dat hij nooit in zijn lange leven ook maar één bal in georganiseerd verband heeft getrapt. Niet dat ze thuis iets tegen voetballen hadden, in tegendeel, of omdat Schraalhans keukenmeester was en de  contributie niet kon betalen. Niets van dat alles. Het gezicht van Siem klaart op wanneer hij zegt: ,,Ik heb een jeugd gehad die ik elk kind zou toewensen.” Maar in de jaren ’30 van de vorige eeuw moest toch met beleid met geld worden omgegaan. Een broer speelde bij de in 1926 opgerichte Racing, een zusje was elders ook al sportief bezig, Siem kon beter op straat een balletje trappen, op een veldje voor de deur. Met een…. ‘bledder’, dat weer wel.

Er wordt gebeld en wie maakt zijn entree? Jaap Visser. Hij had van de samenscholing gehoord en wilde daar per se bij zijn. Jaap beschouwt Siem en Ank als zijn reserve-ouders en met Sieto raakt hij niet uitgepraat over de gezamenlijke belevenissen op de groene mat.

En ‘bledder’ is de titel van een succesvol boekje dat Visser ooit uitbracht. Afijn, die cirkel is rond.

Koffertje

Siem, hij is van 1925, wijst op een koffertje, weliswaar ietwat verscholen, maar voor de oplettende bezoeker duidelijk zichtbaar. ,,In 1942 werd ik opgeroepen in ’s Heerenberg in het kader van de Arbeitseinsatz sleuven voor de Duitsers te graven. In het koffertje had mijn moeder extra onderbroeken, hemden en sokken gedaan. In plaats van dat ik richting ’s Heerenberg reed, koerste ik af op Zoeterwoude. In de Weipoort ben ik ondergedoken. Dat koffertje heb ik heel lang bij me gehouden. Zag je mij, zag je het koffertje, om omgekeerd. Haha. Maar nu het mooiste: Sieto heeft het koffertje vanaf de F-jes tot en met A-1 gebruikt om er zijn voetbalspullen in te doen.”

Jaap Visser moest de strijd aangaan met Bram Brandt, de vaste doelman. Staand v.l.n.r.
Jaap Visser, Rinus Rijnsburger (leider), Theo de Waard  (trainer), Lijs van Egmond,
René Kamminga, Koos Haneveld, Dick v/d Bijl, Peter Piket, Bram Brandt ,
? (wisselspeler), Leo Groot (verzorger). Gehurkt v.l.n.r. : Ab Braat, Sieto Schalkers, Thijs Bruna, Rob Sterk, Eric Doeselaar, Hans Braat, Pierre van Gemerden.

Jarenlang is Schalkers Sr jeugdleider bij RCL geweest. Op de fiets naar Alphen a/d Rijn, een jongen voor op en een achter op, naar Voorschoten, Voorhout. ,,Op de fiets, hè,” klinkt het nadrukkelijk. Hij heeft gevlagd, deelde patatjes en flesjes uit, ook als er was verloren.

,,Later wanneer het eerste speelde, was ik achter het doel te vinden. Tussen alle bekenden van de club. Wij wisten als geen ander hoe er gespeeld moest worden.” Toen de jaren gingen tellen volgde hij vanaf de tribune elke thuiswedstrijd. Wanneer Sieto zich onderscheidde, en dan gebeurde in elke wedstrijd, deelde een trotse Siem in het succes.

Een heel jeugdige Sieto te midden van RCL-routiniers. Staand v.l.n.r: Willem ‘Soepkip’ Dreef (leider), Loek Favre, Peter Piket, Hugo Minderhoud, Rinus van Es, Rob v/d Zwan, Koos Haneveld, Evert Hogervorst (mascotte). Geh. vlnr Hans Edink, Jan Koen, Bram Zaal, Martin Kapaan, Ab Braat, Sieto Schalkers.

VTL

De oude heer Schalkers had in zijn werkzame leven een dikke baan bij de Vereenigde Touwfabrieken, waar hij de functie van coördinator van drie fabrieken bekleedde. Elke gerespecteerde fabriek had op zijn minst een vis- en kaartclub, vaak zelfs ook een toneelclub en een muziekkorps. De Stalen Band, opgebouwd uit personeelsleden van de N.V. Hollandsche Constructie Werkplaatsen (HCW), had een big band, opgericht in 1941, die nog steeds actief is. Bij de Vereenigde Touwfabrieken werd gevoetbald, VTL.  Er werd gespeeld in de onderafdeling, Leidse Voetbalbond (LVB) opgericht in 1904 en opgeheven in 1996. ,,VTL  hield op te bestaan, toen de club in 1991 samen met Voetbalvereniging Nieuw Leiden de Vlietcombinatie Leiden vormde.”  En vervolgt hij: ,,Een tijdlang werd  VTL in de kranten Vlug Trouw Lenig genoemd. Brieven naar sportredacties dat VTL toch echt de afkorting was van Vereenigde Touwfabrieken hielpen niet.”

Sieto ziet dat zijn vader op zijn praatstoel zit en moeder Ank alles aanhoort alsof het de eerste keer is. Dat zou de definitie van liefde kunnen zijn.

Hattrick

Vader Siem stuurde de 17-jarige Sieto de wijde wereld in, in Engeland moest de rusteloze tiener maar eens goed nadenken over zijn toekomst. Hij belandde in Consett, een troosteloze vlek in Noord-Engeland, ergens tussen Middlesbrough en Newcastle. Gerard van Putten kwam tot de volgende omschrijving in het Leidsch Dagblad van 17 maart 1984: ,,Een gehucht aangetast door de penetrante fabriekswalm van het naburige Newcastle, een deprimerende plek met gesloten mijnen, industrie in verval, armoe troef.” In zo’n mistroostig oord gedijt een man als Sieto Schalkers, die ‘leve de lol, de zorgen zijn voor morgen’ als levensmotto koesterde en zich daar oeverloos aan overgaf, niet.  Zijn directe chef, Graham McMurray zag de Leiderdorper met de dag ongelukkiger worden, wist dat voetballen hem zou opkikkeren en meldde Sieto aan bij FC Middlesbrough, dat uitkwam in de op een na hoogste afdeling van de Engelse league. En dan gebeurt wat Jaap Visser op 24 december 1999 in het Leidsch Dagblad tot een pakkende kop inspireert: ‘Ineens stapte Sieto Schalkers een jongensboek binnen’.

De afgetrainde, fitte orthodoxe ‘leftwinger’ deed Malcolm Allison, de playboyachtige manager van Middlesbrough versteld staan.  Kranten als  Northern Echo, Consett Guardian en Evening Gazette schreven over ‘de supersnelle blonde pijl’. Toen Sieto  een echte hattrick tegen Wolverhampton Wanderers had gescoord, waarvan een doelpunt met het hoofd (,,Een wonder, meestal buk ik bij dat soort ballen”), werd  hoofdcoach George Armstrong geïnformeerd. Deze legendarische oud-speler van Arsenal vertelde de samengedromde persmuskieten: “I think the lad could have a future with us.”

Het team van RCL dat op de Bloemerd in een oefenwedstrijd in het veld kwam tegen Ajax, met onder meer Koeman, Silooy, Mühren, getraind door Johan Cruijff. Staand v.l.n.r. Ab Braat, Marcel Visser, Peter v/d Heyden, David Brandt, Paul van Wesel, Kees Ruis, Pierre van Gemerden. Gehurkt v.l.n.r.: Sieto Schalkers, Ben Heemskerk, Dick v/d Bijl, Hanno van Breugel, René Kamminga.

‘Skelkers’

Sieto Schalkers levert zijn lasbril, overall en klokkaart in, verhuist op aandrang van de club naar Holiday Inn en rijdt met wisselende sleeën naar het stadion. Bij Middlesbrough staat voormalig Ajacied Heini Otto onder contract, een prof die door zijn instelling – een harde werker die 90 minuten gaat als de brandweer – geliefd is bij de fans. Sieto en Hein kunnen het uitstekend met elkaar vinden. De naam Schalkers kunnen de Britten niet uitspreken, het wordt ‘Skelkers’. Op straat wordt hij staande gehouden, deelt handtekeningen uit en in de pub hoeft ‘the Dutch Star’ de knip niet te trekken.

De toekomst in het voetbalgekke Engeland lijkt hem toe te lachen. En dan gebeurt het ongelooflijke.

Zonder beenbeschermers? “Nooit gedragen, ze gingen jeuken en zaten vervelend.”
De sliding wordt ingezet door Steven Bell, linksbuiten van Middlesbrough. Sieto zou zijn plaats innemen. Bell overleed op zijn 31ste aan een hartaanval. Triest.

Sieto wordt bij de trainer geroepen en die vertelt dat hij op Nieuwjaarsdag kan debuteren tegen Sheffield Wednesday. “I am sorry, Sir, not possible, I go home for Christmas and for my mum’s birthday, have got tickets already.” Armstrong reageert op zijn Engels, flegmatiek, zegt ‘jolly good’, draait zich om en loopt weg. Wanneer  Sieto zich begin januari bij de club meldt, zijn de verhoudingen danig bekoeld. Er is totaal geen begrip voor de beslissing van de vrolijke Hollander. Hij moet de auto – inmiddels een mini – inleveren. Alles lijkt erop te wijzen dat hij zal moeten terugkeren naar Consett om daar onderdelen te gaan lassen voor een groot offshore bedrijf in Leiden.

Zomeravondwedstrijdje van Journalisten tegen een Bedrijfselftal. Sieto, staand, uiterst links,  en Jaap Visser, gehurkt, tweede van rechts.

RCL

,,Ik was van de een op de andere dag een ‘nobody’ geworden,”  vertelt Sieto in het huis van zijn ouders, waar vader Siem en Jaap Visser bijdragen aan een steeds levendiger wordend gesprek.  ,,In Engeland konden  ze niet begrijpen dat ik zo’n kans had laten lopen. Dat ik Kerstmis thuis en de verjaardag van mijn moeder belangrijker vond dan een potje tegen Sheffield Wednesday.”

Dan blijkt dat Sieto weliswaar in een riant hotel verbleef, maar het hangen voor de televisie als een kwelling ervoer, dat een leven met alleen voetbal leuk lijkt, maar niet is, dat gezelligheid ver te zoeken was  en dat hij voor een appel en een ei speelt bij Middlesbrough.  De schaar van Sieto, waarmee hij ontelbare spelers de verkeerde kant opstuurde werd in Engeland niet begrepen. Daarover had Armstrong hem al eens gekapitteld: “De schaar kun je gebruiken op naai- en knipcursus, die hoort niet op het voetbalveld.”

,,Heb ik je die al verteld…” Sieto blinkt nog steeds uit, ook in de 3e helft.

‘The flying Dutchman’ keert terug naar Nederland, naar RCL, waar het op het veld bikkelen is en Sieto zich als ster ontpopte  in de 3e helft. Gein. ,,Want,” zo memoreerde Jaap Visser in zijn eerder genoemde column: ,,De vrolijke linksbuiten kon goed voetballen, maar nog beter grappen maken. Hij verzon ze waar je bij stond. Of hij gebruikte de clou van een oude mop en fantaseerde daar zijn eigen verhaal omheen. Sieto had altijd de lachers op zijn hand.”

Wanneer Sieto als reserve begon trof hij daar ook Jaap Visser, die doelmannen als de geblokte Bram Brandt voor zich moest dulden. Geen nood, de pret was er niet minder om.

Verhalen

Engeland heeft Sieto ervaren als ‘werelds’, hij voelde zich ‘groots’ bij Middlesbrough; bij RCL lag en ligt zijn hart. Ballen met Pierre (Pi-air) van Gemerden, met Alex (Lexos) Barendse, Bert (Steigerpijp) van Meurs, Erwin (Erwt) Nieuwenhuizen) en eerder met Rob Sterk en René Kamminga met wie hij van A1 rechtstreeks naar de selectie promoveerde. Hoe hij een tientje bij een gewonnen wedstrijd meteen omzette in een biertje voor de jongens en de staf.

Het ‘weet je nog’-balletje komt volop aan het rollen: ,,Weet je nog dat je de grootste onzinberichten  naar het Leiderdorps Weekblad kon sturen? ‘Bas Ederveen stopt met voetballen, hij gaat duiven kweken’. Heel voetballend Leiderdorp op zijn achterste benen. We waren ook allemaal verliefd op Bas zijn vrouw.”

Toernooiwinst. De beker met grote oren pronkt nog in de prijzenkast. Staand v.l.n.r.
Pierre van Gemerden, Hans Braat, Koos Haneveld, Ab Braat, René Kamminga, Bobbie van Bohemen, Cees Ruis, Theo de Waard (trainer). Geh.vlnr: Thijs Bruna, Ben Heemskerk, Peter v/d Heijden, Sieto Schalkers, Dick van der Bijl, Eric Doeselaar, Peter Siera.

Wat dacht je van die trainer die geen namen kon onthouden en Braat maar Braab en Brandt Brands bleef noemen, en hoe hij in de dug-out zat met een sigaar zo groot dat Churchill er jaloers op geweest zou zijn. ,,En elftalleider Rinus Rijnsburger maar shaggies rollen. De dug-out leek wel een rookhol.”

En die fysio die bij het minste of geringste een spuit zette, of een crèmetje smeerde  op een beurse plek waarvan je brandplekken kreeg,  zo pijnlijk dat je achteruit ging lopen.

,,Koos Haneveld had tot diep in de nacht gewerkt, maar voetballen moest en zou hij”, herinnert Jaap zich. ,,In de rust instructies van trainer John Huguenin, stonden we op het veld, misten we  een man. Bleek Koos te zijn, hij was in slaap gevallen.”  Over scheidsrechter Pul die ook velden moest keuren: Hij kwam ’s morgens  aangefietst, op pantoffels en een duster onder zijn winterjas: ,,Hij rijdt bij Meerburg het veld op, bevoelt  de mat, zegt ‘afgekeurd’ en gaat naar huis, naar bed.”

,,Weet je, jongens, dat ze in mijn tijd invallers in Engeland geen warming-up lieten doen. Je sloeg een glas whisky of cognac achterover en rende als een terriër het veld in.”

Sieto gooide tegen Zwart Wit ’28 regelmatig zijn schaar in de strijd. Hier verschalkt hij twee tegenstanders, rechts loopt Peter Siera mee.

Anekdotes

In een bekerwedstrijd tegen FC Den Haag in het Zuiderpark, zat ook radioverslaggever Jaap Bax in de dug-out.  ,,Jaap”, zei Sieto die net als Visser als wisselspeler op de bank begon, ,,als jij in de uitzending bent, wil ik even mijn ouders groeten, heb ik afgesproken.” Niks daarvan, riep Bax. Elke keer wanneer Jaap een doelpunt doorgaf, schoof Sieto dreigend tegen hem aan. Dat schuiven ging zo ver dat Jaap in het natte gras belandde. Den Haag won (3-0). Geflatteerd, vinden Sieto en Jaap nog steeds.

Nog een anekdote: Donderdagavond, het is ijskoud, er ligt een dik pak sneeuw.  Na de training met een vast ploegje aan de bar. Het bier gaat rond. Een van de mannen gaat niet helemaal rechtop naar huis. Laten we hem Mister X noemen. Na het laatste rondje gaat iedereen op huis aan. Op het parkeerterrein ligt iemand voor pampus, iedereen schrikt. Mister X ligt met zijn helm op te slapen op zijn Berini, hij is gevallen, zijn brommer stond nog op een hangslot slot, had hij bij het aanduwen niet opgemerkt.

Een mooie actie tegen Zwaluwen Vlaardingen. Laurens Mouter was toen de trainer. Ook op de foto: Kees-Jan van de Kommer (5e van rechts), nu bestuurslid en met bril, de vader van Bram Brandt.

Nog een allerlaatste: Kees van der Zwan, voetballer en suikeroom van RCL, reed altijd in de nieuwste auto’s, met daarin de laatste snufjes. Ditmaal een ingebouwde telefoon, nieuw voor die tijd. Sieto belt zijn moeder en zegt dat hij uit een auto belt. ,,Houd jij de oude moeder maar voor de mal”, zegt ze en hangt op.

De sierlijke voetballer die Sieto was, bleef RCL trouw. Na de succesvolle periode in de hoofdmacht werd hij weer de uitblinker, eerst in het 3e en later in het 4e. Nu acteert hij bij de Veteranen, heeft er het grootste plezier, de ideale ontlading na weer een veel te drukke werkweek.

Met Heini Otto, de ex-Ajacied, die bij Middlesbrough heel populair was. Deze foto
haalde de voorpagina van de Consett Guardian. Heini Otto is nu chef
ontvangst bij Ajax. In december speelt hij Sinterklaas bij de Amsterdamse club.

Scans en actuele foto’s J.P. Kranenburg.

Mede met dank aan Teun Rietveld en Marcel Brasker.

 

 

 

 

 

 

 

 

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.

Must Read